Wahabisten en Mormonen vinden elkaar. Mohammad Al-Issa (Muslim World League) claimt tolerantie en verbinding te bieden

In 2018 verklaarde in Nederland volgens de cijfers van het CBS 53% van de bevolking zich niet te beschouwen als behorend tot een religieuze organisatie. Gemiddeld neemt over de laatste 9 jaar dat percentage met 1 procent per jaar toe. In dat tempo is in 2025 60% van de Nederlanders niet religieus. Meer dan de helft van de Nederlanders zegt zich dus niet als religieus of behorend tot een religieuze organisatie te beschouwen.

Dat gegeven is niet besteed aan religieuze organisaties die claimen tolerant en ruimdenkend te zijn door de verbinding met anderen te zoeken, maar die verbinding beperken tot andere religieuze organisaties. Hun handreiking bereikt de meerderheid van de Nederlanders niet. Dat is een kromme, merkwaardige situatie. Deze zelfverklaarde handreikers zijn in West-Europa de religieuze spookrijders van de verdraagzaamheid.

Deze bijziendheid lijkt een mentale kwestie van geestelijke leiders die niet goed weg weten met mensen die zich niet laten inspireren door het geloof. Deze leiders zeggen verbinding te willen zoeken met anderen, maar als puntje bij paaltje komt treden ze in het zoeken van verbinding met de ander niet buiten het model van de religieuze organisatie. Het wordt tot een potsierlijke kwestie van religieuze marketing en profilering als ze daarmee een meerderheid buiten beschouwing laten. Dit roept de vraag op hoe gemeend dat zoeken van verbinding over religieuze grenzen is en wat de bedoeling van dat inter-religieuze debat is. Het kan ook opgevat worden als het bundelen van de krachten van religieuze organisaties tegenover andersdenkenden die zich niet door religie laten inspireren. Vooral orthodox-conservatieve geestelijke leiders noemen dan vaak het secularisme als denksysteem en model dat bestreden moet worden omdat het anti-religieus zou zijn. Terwijl ze weten dat dat onjuist is omdat het secularisme neutraal staat tegenover religies en levensovertuigingen.

Aanleiding voor deze overweging is het opinieartikelGuest opinion: Muslims and Latter-day Saints can be leaders in building tolerance’ van Dr. 

Beide religieuze organisaties zijn welgesteld en goed georganiseerd. Wat ze behalve publiciteit en marketing van elkaar willen is onduidelijk. Om kerkpolitieke redenen zijn ze tot elkaar veroordeeld omdat ze in de eigen zuil niet tot de kern van de macht worden toegelaten. Aan de marge zoeken ze daarom door verbinding met een andere marginale religieuze organisatie legitimatie. Zogezegd in een religieus hoefijzermodel.

Een en ander geeft aan dat het betoog van Mohammad Al-Issa over inter-religieuze verbinding flinterdun en niet gemeend is en voornamelijk door (kerk)politieke redenen wordt ingegeven. De wisseltruc van beide organisaties is dat ze door verbinding met de ander te zoeken hun profiel proberen te verbreden en te verzachten. Ze proberen dat harde profiel zelfs in het volle zicht te verbergen. Niet alleen laten ze degenen die zich niet laten inspireren door religie buiten beschouwing, ook houden ze afstand tot degenen die een gematigde vorm van christendom of islam praktiseren. Het is de vraag of religieuze organisaties die tolerantie en verbinding prediken, maar in de praktijk onverdraagzaamheid en uitsluiting opleggen, norm of afwijking zijn. Kenmerk van religieuze organisaties is dat ze eigen gelovigen insluiten en andersdenkenden uitsluiten. Als ze beweren vanuit hun eigen verdraagzaamheid verbinding met de ander te zoeken moeten we alert zijn.

Foto’s: Schermafbeelding van delen van artikelGuest opinion: Muslims and Latter-day Saints can be leaders in building tolerance’ van

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.