
I. Taal doet ertoe en heeft een politieke lading. Hoe maakt het gebruik van het woord ‘slaaf’ duidelijk. Er zijn twee bewegingen die afstand van het woord slaaf nemen. Niet verrassend is dat dit gaat om twee tegengestelde politieke richtingen, links tegenover rechts. De status quo is de middenpositie, het houdt het woord ‘slaaf’ in ere.
II. De eerste politieke richting die afkomstig is uit de hoek van de identiteitspolitiek heeft in Nederland geleid tot het woord ‘tot slaaf gemaakte’ dat moet doen uitkomen dat niemand vrijwillig een slaaf is, maar daartoe wordt gedwongen. Critici van dit woord hebben een punt als ze beweren dat het woord slaaf die notie van onderworpenheid en onvrijheid al bevat. Het begrip ‘tot slaaf gemaakte’ is dubbelop.
Taal ontwikkelt zich volgens patronen. Zal dit zo gaan dat in de toekomst aan situaties en beroepen die ook onvrijheid en dwang uitdrukken het achtervoegsel ‘gemaakt’ wordt toegevoegd? Denk aan ‘gevangene’, ‘dwangarbeider’, ‘lijfeigene’, ‘bediende’, ‘hoer’, maar ook aan ‘kostschoolleerling’, ‘gelovige’, ‘dienaar’, ‘ondergeschikte’ of ‘echtgenote’.
Want zoals het een door politieke druk ingegeven overweging is om ‘slaaf’ te veranderen in ‘tot slaaf gemaakte’ kan dat uitgebreid worden naar allerlei situaties, hoedanigheiden en beroepen. Hoewel er verschillen en gradaties zijn. Maar invloeden sijpelen in de taal door en beïnvloeden aangrenzende begrippen die wellicht minder extreem zijn, maar delen van dezelfde kenmerken bevatten. In dit geval dwang en onvrijheid.
Hoever dat kan gaan leert een persoonlijke ervaring. Ik was ooit tegen mijn zin in dienstplichtig soldaat wat me 16 maanden van mijn vrijheid kostte. Met de pest in mijn lichaam was ik soldaat en voelde ik me niet thuis in het leger. Zal in de geschiedschrijving die kritisch staat tegenover een krijgsmacht met dienstplichtigen in de toekomst een soldaat’ ooit een ‘tot soldaat gemaakte’ genoemd worden? Het ligt in de lijn dat iemand die de taal wil politiseren en kritisch is op de krijgsmacht dat ooit zo zal zeggen door aan te haken bij een vergelijkbare constructie. In dit geval dus ‘tot slaaf gemaakte’.
III. De tweede politieke richting gaat de tegenovergestelde kant uit en accentueert of dramatiseert het begrip ‘slaaf’ niet, maar laat het verdwijnen door het te vervangen door een verhulling ervan. Dat volgt uit een rechts-conservatieve overtuiging. Dat wegpoetsen is een politiek correct eufemisme.
Een artikel in Salon gaat in op een nieuwe, evangelical bijbelvertaling in de VS. Het meent dat de vervanging van het woord ‘slave’ door ‘bondservant’ een verzachting is van het begrip ‘slaaf’. Maar dat valt te bezien zoals deze uitleg over de herkomst en betekenis van de woorden ‘slave’, ‘bondservant’ en ‘servant’ doet blijken. Deze woorden drukken uiteenlopende historische posities uit binnen het Romeinse Rijk van wie ‘slave’ de meest ondergeschikte is. Ondanks dat kan het toch zo zijn dat in een oudere tekst het begrip ‘slave’ of ‘slaaf’ wordt verzacht en vervangen door een ander begrip dat verhullend is.
IV. Zo zijn er op dit moment drie posities over het woord ‘slaaf’ mogelijk. Een links-radicale die wordt ingegeven door identiteitspolitiek en het woord verandert in ‘tot slaaf gemaakte’. In Nederland heeft de afgelopen jaren dat begrip een succesvolle opmars doorgemaakt en is doorgedrongen tot de media. Aan de rechts-radicale kant van het politieke spectrum gebeurt het omgekeerde, namelijk dat het woord ‘slaaf’ wordt weggemaakt om de harde tegenstellingen van de macht te verhullen en ongenoemd te maken. Alsof macht, ondergeschiktheid en eigendom niet bestaan en geanonimiseerd kunnen worden. De links-radicale en rechts-radicale transformatie van het woord’ slaaf’ zijn op te vatten als een politiek correct eufemisme dat bij die politieke stroming past. De taal wordt tot politiek instrument gemaakt.
Taal is niet neutraal. Taal kan gekaapt worden voor politieke doeleinden en daardoor bezoedeld worden. Een historisch voorbeeld daarvan is wat de nazi’s deden met de Duitse taal die aan prestige verloor doordat de politieke stroming die de taal had gekaapt een oorlog verloor. Dat is het gevaar van politisering van de taal. Het kan teruggedraaid worden als de politiek wind draait. Dat leidt tot verarming én verwarring.
V. Uiteraard is taal altijd in beweging en verandert het continu. Maar om duurzaam te zijn moet dat een organische verandering zijn die past bij de ontwikkeling in een taalgebied en niet vanuit politieke correctheid door politieke activisten is opgelegd en zodoende een geforceerde snelle opmars heeft kunnen doormaken. Daarom dienen taaladviseurs en taalnormeerders terughoudend te zijn in de normering van politiek correcte termen als ‘tot slaaf gemaakte’.