Vorig jaar sprak ik met een Zuid-Amerikaanse die zo’n dertig jaar in Nederland woont en jarenlang in Azië en Midden-Amerika voor VN-instellingen heeft gewerkt. Van goed socialistische huize. Ons gesprek kwam op de stand van de politiek in Nederland en Wilders.
Beiden moesten we constateren het Nederlandse publieke debat niet meer te volgen. Er wordt niet meer met elkaar gesproken, maar nog alleen tegenover elkaar. Ieder domineert het eigen domein en verkondigt het eigen gelijk. Tegenstellingen die Nederland altijd kenmerkten zijn verinnerlijkt. Het gevecht om het laatste woord is doodvermoeiend.
Het is geen halszaak dat het praktisch onmogelijk is om een genuanceerde mening over Wilders naar buiten te brengen. Men wordt buiten de discussie geplaatst. Belangrijker is dat elke discussie over Wilders afleidt van de vraag wie er aan de touwtjes trekken in Nederland. De paradox is dat Wilders met zijn aandacht voor de islam deze afleiding als geen ander voedt.
Wilders geeft zijn opponenten munitie om zijn minder absurde programmapunten te negeren. Je zou Nederland een slimmere Wilders wensen die beter nadacht en de wereldvreemden die in oude vijandbeelden denken een nieuwe update anno 2011.
De opmars van de Chinezen in Afrika en Zuid-Amerika wordt wel gezien, maar toch gemist. Ze zijn harder en meedogenlozer dan de Amerikanen ooit waren. Maar niemand die het in het Nederlandse debat zegt. Oude vijandbeelden domineren nog steeds. De VS en Israël blijven de kwaaie pier. Nederland mist ook in de analyse de boot.
Hoe counteren we de wereldvreemdheid van burgers die zich af laten leiden en een gesloten elite die als een moederkloek op de macht zit? Iedere burger heeft recht om de eigen stem te laten horen. Maar hoe ontstaat er een realistisch geluid dat niet uitsluitend uitgaat van gevestigde belangen van koningshuis, politieke partijen en bedrijfsleven?
Dit gaat verder dan het zogenaamde begrip MPP, Majesteit en Politieke Partijen, dat theoretiseert dat de politiek van Nederland door een elite wordt beheerst. In een gesloten samenspel van koningshuis en gevestigde politieke partijen. Met het idee dat ze onder elkaar de macht verdelen. Kritiek is dat burgers daarin meegaan en hun kritische zin inleveren. Ze verliezen de bal uit het oog.
De onlangs overleden oud-hoogleraar J.W. Oerlemans verwoordde het in 1990 in zijn artikel Eén-partijstaat Nederland als volgt: Hoogste tijd: er is reden tot grote bezorgdheid over het democratisch gehalte van de machtsvorming en de machtsuitoefening in Nederland. Burgers moeten zich aan het gesloten circuit van machtsuitoefening onttrekken door losser van de politiek hun eigen weg te gaan.
Foto: Nederland, 1950-1965
Pingback: Vrijheid start aan de zijlijn « George Knight