Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 28 juli 2013. Licht gewijzigd.
Deed I Do is een standard uit 1926 van tekstschrijver Fred Rose en Walter Hirsch. Geen heel bekend nummer. In 1953 spelen op 2 maart Wessel en Rita in Stockholm op vakantie met Zweedse musici. Met ‘ster’ bariton Lars Gullin op alt. Ze vinden elkaar in vier nummers waar dit er een van is.
Do I want you? Oh my, do I?
Honey, ‘deed I do
Do I need you? Oh my, do I?
Honey, ‘deed I do
I’m glad that I’m the one who found you
That’s why I’m always hangin’ ‘round you
Do I love you? Oh my, do I?
Honey, ‘deed I do

Rita Reys (1924-2013) is niet meer. Ze was er altijd. Europa’s First Lady of Jazz, zoals ze vanaf de jaren ’50 werd genoemd. Stijlvol swingend en altijd het luisteren waard.
Maar zoveel meer succes had ze kunnen hebben, zegt men. Jarenlang is haar nagedragen dat ze in de jaren ’50 in de VS voor de veilige weg koos. Werkelijk?
Drummer Wessel Ilcken en pianist Pim Jacobs waren de mannen in haar leven, dat is zeker.
Rita Reys’ vakmanschap is haar natuur. Zoals de improvisatie van de manouche-musici Hono Winterstein, Dorado Schmitt en diens zuster Nouna zoveel jaar later. Zo’n echo knijpt de keel dicht. Voorgoed. Op reis.