‘Voor alle duidelijkheid: we hoeven kerken het leven niet zuur te maken. (..) Maar bij niet-gelovigen ontstaat lichte ergernis als de bezieling waarmee zij dagelijks werken aan een vreedzame samenleving niet op waarde wordt geschat, alleen omdat die niet opborrelt uit expliciet religieuze bron.’ Aldus Leonie Breebaart in haar column voor Trouw die in de titel aangeeft waar het om gaat: ‘Religie heeft niet het monopolie op zingeving.’
Breebaart verwijst naar Arie Slob en Gert-Jan Segers van de ChristenUnie die vorige week in een opinieartikel in Trouw ervoor pleitten om religie niet uit het publieke domein te verbannen. Ze menen dat liberale partijen lijden aan religiestress. Een in christelijke kringen populaire term die enkele jaren geleden werd gemunt door theoloog en algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap Tom Mikkers in ‘Religiestress; Hoe je te bevrijden van deze eigentijdse kwelgeest’. Mikkers gebruikt het begrip ‘religiestress’ om door associatie religiekritiek in een ongunstig daglicht te zetten. En zo religieuze organisaties in bescherming te nemen.
In 2012 duidde ik de initiatiefnemers van de religiestressmeter die religiestress menen te kunnen meten: ‘Door de initiatiefnemers wordt een tegenstelling gesuggereerd die niet uit het secularisme voortkomt. Hier waart de geest rond van een behoudende religie die het verlies van voorrechten presenteert als aantasting van rechten. Waarom projecteren ze oude vijandbeelden? Ze zijn zelfs zo schrander om hun bedoelingen te maskeren door anderen te vragen de stap naar de moderniteit te zetten. Maar hoe kunnen theologen met wetenschappelijke pretentie in hemelsnaam menen dat volgens het secularisme religie terug in de kast moet?‘
Wat Slob en Segers beweren komt voort uit de vrees dat het terugdringen van voorrechten van christelijke organisaties doorschiet in de afbraak ervan. Da’s hun politieke marketing die dient om zich te profileren als beschermers van het christelijk gedachtengoed. Een onterechte angst, want liberale partijen als D66 streven naar een gelijk speelveld voor alle religies en levensovertuigingen en hebben nooit uitgesproken om religies uit het publieke domein te bannen. Om het secularisme te realiseren waarbij de overheid alle religies en levensovertuigingen gelijkwaardig waardeert en garandeert moeten de voorrechten van bestaande religies afgebroken worden. Slob en Segers weten dat als geen ander, maar doen net alsof ze dat niet begrijpen.
Leonie Breebaart praat over niet-gelovigen. De term verbindt iedereen ongelukkig aan religie. Maatschappelijk achterhaald omdat een meerderheid van de bevolking zich niet (meer) laat inspireren door religie. Ze geeft religie te veel eer door het te zien als richtinggevend. Da’s het allang niet meer. Slob en Segers doen aan belangenbehartiging voor de eigen achterban. Ze willen de afbraak van hun voorrechten vertragen. Da’s hun goed recht. Dat verdient geen ergernis, maar begrip. Andersdenkenden die dit achterhoedegevecht van Slob en Segers op waarde schatten hoeven zich er niks van aan te trekken omdat het nog nauwelijks relevant is.
Foto: Boeddhistische priester, Japana, 1915: : “When the Buddha priest of Japan seats himself among his congregation to preach, he wears the simplest of robes, a white or sober-hued cassock, but when he opens the sutra or recites the litany, his vestments are of brocade that would serve worthily to drape a throne. Buddhist priests live on contributions of their parishioners and on the income of their lands, now greatly reduced.”