Plassen in de tijd (1905)

Lleó Audouard Deglaire, Lluís i Pepe Audouard a la Devesa‘, 1905. Collectie: Fons Família Audouard.

In 1905 stonden twee broertjes in matrozenpakjes te urineren en nam hun vader een foto. De schaduw van de fotograaf getuigt daarvan. Lluís staat links en Pepe (ofwel Josep Maria) rechts. Vader Lleó Audouard is de fotograaf.

Er wordt geplast door de twee Catalaanse broertjes. Blijkbaar een onderwerp in 1905 dat past in de huiscollectie. Of is het de vader de fotograaf die ze laat doen alsof? Daar lijkt het op. Wellicht gaf vader Lleó de broertjes een opdracht zodat ze iets omhanden hadden en stil stonden.

Foto’s roepen de vraag op wat er nodig is voor het maken van een portret en of dat in de tijd verandert. Wie als fotograaf nu urinerende kinderen zou vastleggen zou gerede kans lopen om de hoon van de samenleving in snibbige beschimpingen over zich heen te krijgen.

Wat is eerbaarheid en wat verval? Hoe past het tonen van plassende kinderen daar in? Elke opvatting van fatsoen wordt bepaald door tijd en plaats. Dus 1905 en park De la Devesa in Girona. Niets is absoluut. Het is puik om dat weer eens aan te tonen. Al is het van korte duur.

Lleó Audouard Deglaire, Orinant a la Devesa‘, 1905. Collectie: Fons Família Audouard.

Controverse over tentoonstelling van Edward Kienholz in Los Angeles (1966)

Er zijn talloze opmerkelijke feiten aan deze foto. Het gaat om een georganiseerd bezoek van een groep mensen aan het kunstwerk Back Seat Dodge, 38‘ (1964) van Edward Kienholz dat van 30 maart tot 15 mei 1966 voor het eerst werd gepresenteerd in het Los Angeles County Museum of Art. Dit kunstwerk is in de collectie van dat museum opgenomen. Voor Nederlanders is Kienholz geen onbekende kunstenaar vanwege zijn populaire installatie The Beanery (1965) in het Stedelijk Museum.

De titel van de foto ‘Clergy members examining Back Seat Dodge, 38‘ maakt duidelijk wat voor bezoekers het betreft: geestelijken. Als deze beroepsgroep een kunsttentoonstelling bezoekt, dan kan dat maar om twee redenen zijn. Of geestelijke leiders onderstrepen door hun aanwezigheid het belang van een tentoonstelling over hun religie. Of er is stront aan de knikker. Veelzeggend is de datum van hun bezoek: 26 maart 1966. Dat is enkele dagen voor de opening van de tentoonstelling.

De natuurlijke reflex van een museum is om in te binden en de controverse te willen neutraliseren. Een bewezen middel is om maatschappelijke groepen erbij te halen die de angel uit de controverse moeten halen. Ze hoeven het werk niet goed te keuren, het volstaat dat ze begrip tonen en de functie van kunst als ontregelaar zeggen te begrijpen.

De toentertijd gebruikelijk mix van een joodse rabbi, een katholieke priester en een protestante dominee wordt niet gehaald omdat de katholieke vertegenwoordiger ontbreekt. De joodse achtergrond van Terry Bell die namens de Docent Council van het LACMA de bezoekers rondleidt verklaart wellicht de aanwezigheid van twee rabbijnen.

Herinneren we ons nog de Nederlands-Iraanse kunstenaar Soorah Hera die in 2007 een werk terugtrok uit de tentoonstelling 7UP in het Haagse Gemeentemuseum omdat toenmalig directeur Wim van Krimpen volgens haar censuur op haar werk had toegepast? Van Krimpen wilde niet de foto’s uit de serie ‘Adam en Ewald’ exposeren waarop twee Iraanse homo’s maskers dragen met daarop de afbeelding van de islamitische profeet Mohammed en diens schoonzoon Ali. Dat was drie jaar na de moord op Theo van Gogh die door de Nederlands-Marokkaanse crimineel Mohammed Bouyeri om religieuze redenen werd vermoord. Toenmalig directeur Ranti Tjan was daarop zo moedig om Hera’s foto’s in MuseumgoudA te tonen. Een en ander resulteerde in een gemoedelijke demonstratie van liberale alevieten tegen de presentatie van Hera’s werk in Gouda.

De reden voor het bezoek van de geestelijken aan de tentoonstelling van Kienholz in Los Angeles 1966 maakt een toelichting van Artsy.net duidelijk (vertaald): ‘The Back Seat Dodge ’38 (1964), werd voor het eerst tentoongesteld in LA in 1966 waar het ergernis wekte bij de provinciale toezichthouders, die het bestempelden als “weerzinwekkend, pornografisch en godslasterlijk” en verzochten om sluiting van de tentoonstelling. Het levensgrote tableau beeldde twee jongeren af ​​die copulerend op de achterbank van een auto zaten (..).’

Christopher Pierce, Back Seat Dodge ’38.

Zedelijkheid, lange religieuze tenen, koudwatervrees van de museumsector en geldingsdrang van bestuurders is een explosieve combinatie.

Veelzeggend is een andere foto van dit bezoek waarop de lange men met stekeltjeshaar en het lichtere pak demonstratief het portier van de Dodge 38 sluit en de bezoekers het zicht op de voorstelling van de copulerende jongeren ontneemt. Om hem draait het. Hij is de aanstichter van de controverse. Het is de provinciale toezichthouder Warren Dorn die op aonderstaande foto is te zien met als toelichting: ‘The exhibit was considered highly controversial by Los Angeles County officials‘. Het is geen wonder dat hij in een schets van zijn loopbaan wordt beschreven als ‘conservatieve Republikein’.

Roxy’s” art exhibit (1966). Los Angeles Herald Examiner Photo Collection.

De man in het donkere pak op de foto naast Warren Dorn is John D. Maharg die vanaf 1967 de raadsman van Los Angeles County was. Om het tijdsbeeld en de mentaliteit van de tweede helft van de jaren 1960 te doorgronden, dat aansluit bij de controverse over de Kienholz tentoonstelling, is het inzichtelijk om het vonnis CRISTMAT INC v. COUNTY OF LOS ANGELES te lezen. Dat gaat over een verordening die het verbiedt om in een modelstudio waar tegen betaling doorgaans naakte modellen kunnen worden gefotografeerd drugs of alcohol te gebruiken. Maharg won de zaak van de aanklagers van cocktaillounge ‘Puss and Boots‘.

Gemeente Oost Gelre grijpt eenzijdig in vanwege ‘shockerende’ kunstwerken op tentoonstelling in gemeentehuis

Schermafbeelding van deel artikelGemeente verhangt ‘shockerende’ kunst: ‘We willen geen agressie opwekken’ in De Gelderlander, 26 november 2021.

Regelmatig hebben gemeentelijke organisaties die kunstenaars uitnodigen om kunstwerken in hun gemeentehuis hangen er vanwege de zedelijkheid moeite mee. Wat dan volgt is een terugtrekkende beweging van de gemeente die iedereen schade berokkent.

Het patroon is het volgende. Enkele lokale kunstenaars wordt toegezegd dat ze carte blanche hebben om kunst op te hangen. Maar als puntje bij paaltje hangt houdt de gemeente zich niet aan de belofte. De gemeentelijke organisatie zegt klachten te krijgen uit de gemeente en de kunst te moeten verwijderen of op een minder prominente plek te moeten hangen.

Het zijn de afbeeldingen van blote borsten of geslachtsdelen waar ambtenaren zich ongemakkelijk bij voelen. Dat zeggen ze niet rechtstreeks. Ze verschuilen zich achter vermeende klachten van inwoners die niet of slecht te checken zijn. Vanwege privacy moet de klacht anoniem blijven. De gemeente denkt hiermee een waterdicht excuus te hebben.

De kunstenaars zijn teleurgesteld omdat hun presentatie door de war is gehaald en het verhangen buiten hen om is gebeurd. Een ambtenaar biedt daarvoor vervolgens verontschuldigingen aan onder het mompelen van de mantra dat de organisatie ‘moest handelen’ vanwege de ‘opmerkingen over bepaalde stukken’. Om dat kracht bij te zetten wordt eraan toegevoegd dat dat tot ‘agressie tegen de mensen achter de balie’ zou kunnen leiden. De verantwoordelijke ambtenaar voegt er steevast aan toe dat het niet om ‘censuur’ gaat, maar om de plek. Wat het verschil is wordt niet verduidelijkt.

Astrid Vredegoor, Perfection. Werk op de tentoonstelling expositie VROUW in het gemeentehuis van de gemeente Oost Gelre dat is verhangen zonder medeweten van de kunstenaar en op initiatief van de directeur van het gemeentehuis

Deze keer is het gemeentehuisdirecteur Jeroen Heerkens van de Achterhoekse gemeente Oost Gelre die zich met gelegenheidsargumenten tot woordvoerder van culturele onverdraagzaamheid maakt. De Gelderlander bericht erover. Hij bezocht van 1988 tot 1995 het katholieke Gymnasium Bernrode in Heeswijk. Werken op de tentoonstelling ‘VROUW’ over geweld tegen vrouwen van Astrid Vredegoor, Cynthia van Wijngaarden en Natasja Scharenborg werden door hem controversieel verklaard.

Bijna nooit wordt expliciet gemaakt door de gemeentelijke organisatie vanuit welke hoek de klacht komt en of inwoners eigenlijk wel geklaagd hebben. Het blijft vaag en is niet te checken. Als er protest is, dan is het onduidelijk hoe omvangrijk dat is. Een persoon, twee personen? De islamitische schoonmaker die de kunst nauwelijks opmerkt en zich er niet aan stoort wordt door projectie van eigen bezwaren van ambtenaren vaak als argument en als zondebok gebruikt om de tentoonstelling overhoop te halen en de kunstwerken te verhangen.

Doorgaans blijft onduidelijk of de verantwoordelijke ambtenaar de klachten uit de duim zuigt en handelt vanuit een preventieve impuls om mogelijke klachten voor te zijn. Die echter mogelijk wordt aangejaagd door de religieuze overtuiging van de betrokken individuele ambtenaar zelf. Zodat hij (het is bijna altijd een man) zich achter de gefabriceerde klacht kan verschuilen en zelfs buiten schot denkt te blijven. Dat hij zich met zijn kulargumenten belachelijk maakt neemt hij op de koop toe of ontgaat hem volledig.

De lokale kunstenaars kiezen eieren voor hun geld en schikken zich in de gemeentelijke betutteling en censuur omdat ze voor opdrachten en subsidies afhankelijk zijn van de gemeente. Ze zeggen in de lokale pers dat ze ‘een goed gesprek’ hebben gehad met de verantwoordelijke ambtenaar en dat ze er met elkaar naar tevredenheid uit zijn gekomen.

Directeur Van Gogh Museum reageert onhandig met verwijzing naar cultureel relativisme op vraag naar naakt van Degas

De nieuwe directeur van het Van Gogh Museum Emilie Gordenker werd vandaag geïnterviewd in Buitenhof en kwam daar niet geheel ongeschonden uit toen haar gevraagd wordt naar de aankoop van een vrouwelijk naakt van Degas. Ze praat zichzelf vast. Met onderstaande tweet van Buitenhof tot gevolg. Het merkwaardige is dat Gordenker in het gesprek op allerlei aspecten zoals politieke stellingname van musea doordachte, goed verdedigbare standpunten innam (niet doen zegt ze in tegenstelling tot directeur Rein Wolfs van het Stedelijk), maar over het naakt van Degas ongelukkig formuleert. Je krijgt meerdere blikken op zo’n kunstwerk door de reacties van meerdere mensen met meerdere achtergronden, zegt ze in andere bewoordingen. Ze meent dat we daar allemaal beter van worden. Dat betwijfel ik en volgens mij gaat ze daar de fout in. Een reactionaire, betuttelende, moralistische blik valt moeilijk als positief te zien. Want waar laat dat de voorbeeldfunctie van een museum? Zo laat het museum zich onnodig vermaatschappelijken en in de verdediging drukken. Uiteraard moeten musea rekening houden met de achtergrond van de bezoekers, maar zonder te wijken voor radicale activisten en fatsoensrakkers die hun perspectief van identiteit ofwel moraal aan het museum willen opleggen.

Foto: Tweet van Buitenhof, 9 februari 2020.

Gedachten bij foto ‘Twee mummies in het museum van Madrid die op last van de aartsbisschop een rokje aanmoesten’ (1925)

Het bijschrift van deze foto is: ‘Openbare zeden. Twee mummies in het museum van Madrid die op last van de aartsbisschop een rokje aanmoesten omdat ‘naakt’ ook voor mummies ontoelaatbaar was. 1925.’ Bisschoppen dragen zelf rokken en willen dat anderen niet onthouden. Tot mummies toe. Het is in elk geval een waarheid. Namelijk dat religie en zedelijkheid op gespannen voet staan met elkaar. Of liever gezegd dat behoudzucht in de leiding van religieuze organisaties de toon aangeeft. Gelovigen moeten het ermee doen. Maar met mate. Want wat in 1925 in Spanje kon, zal bijna 100 jaar later in West-Europa niet meer aanvaard worden. Als gelovigen nog spreken binnen hun kerken en de behoudzucht van hun leiders niet allang ontvlucht zijn.

Wat me telkens verbaast bij elk bericht over krimpende kerken is waarom religieuze organisaties in Europa zich niet weten te vernieuwen of samen kunnen gaan met nieuwe partners die beter bij de tijd zijn. Deze week bezocht ik een tentoonstelling over Dom Hans van der Laan in Buitenplaats Doornburgh in Maarssen. Het moet voor christelijke gelovigen geen opwekkende tentoonstelling zijn. Het kijkt terug op een verdwenen katholiek verleden. Kloosters die Van der Laan rond 1975 heeft helpen bouwen zijn gesloten omdat kloostergemeenschappen zo goed als verdwenen zijn. Buitenplaats Doornburgh heeft bij uitzondering een nieuwe bestemming gevonden als plaats voor kunst en wetenschap. Maar andere kloosters staan leeg. Dat is jammer omdat Van der Laan en architect Jan de Jong prachtige kloosters hebben gebouwd. Het is een feit dat kerken leeglopen, het is een ander aspect dat ze zich niet vernieuwen. Niet door een fleurig rokje aan te trekken, maar door bij zichzelf te rade te gaan om nieuw te beginnen. Dat is de echte behoudzucht, namelijk eeuwenoude leerstellingen die niet veranderd kunnen worden. Dan rest alleen de race naar de afgrond.

Plannen voor museum van feministische, controversiële kunstenaar Judy Chicago in Belen, New Mexico zonder haar controversiële werk

Het is even zoeken wat de controverse in dit item is over de controversiële kunstenaar Judy Chicago (1939). Het gaat om de voorgenomen opening van een museum in Belen, New Mexico, VS met haar werk. De gemeenteraad strubbelt tegen vanwege haar oudere werk. De aap komt uit de mouw in de toelichting van KRQE: ‘Some of Chicago’s well-known pieces have been considered controversial. She’s known to showcase intimate female body parts to advocate for feminist social causes.’ Daar gaat het dus om, het tonen van werk met ‘intieme vrouwelijke lichaamsdelen’. Maar wie de fotogalerij op haar website bekijkt vindt nauwelijks (nog) dit soort controversieel werk dat storend expliciet of niet-gestileerd is terug. Het past niet in de selectie. Het museum dat in de kunstruimte van Chicago en haar partner Donald Woodman ingericht wordt zal geen controversieel werk van Chicago tonen. De vrijheid van expressie is gegarandeerd tot aan de hoek. Netjes. 

Foto: ‘Judy Chicago, Cock and Cunt Play from Womanhouse, 1972, written by Judy Chicago, performed by Faith Wilding and Jan Lester. Photo courtesy of Through the Flower archives housed at the Penn State University Archives.’

Schilderij in rechtbank Almelo zou niet aanstootgevend zijn vanwege een blote borst, maar waarom wordt het dan verwijderd?

De rechtbank van Almelo heeft volgens een bericht van RTV Oost het schilderij Regelrecht (ook: ‘De Gevangen Liefde’) van Jan en Joep Gierveld uit de centrale hal verwijderd ‘omdat het aanstootgevend zou zijn’. Het hing er al 26 jaar. Waarom het aanstootgevend wordt geacht is vooralsnog niet ondubbelzinnig duidelijk. In een interview met RTV Oost zegt rechtbankpresident Bart van Meegem ‘dat het niet zozeer om de borst gaat’.

Maar waar gaat het dan wel over? Op het schilderij is een blote vrouwenborst te zien. Van Meegem komt met een toelichting waarin hij een iconografie van het schilderij geeft waarvan het de vraag is of die overeenkomt met die van de klager en of die er om die reden aanstoot aan gegeven heeft. Op de inhoud van de klacht van de klager gaat Van Meegem niet in en erover laat hij ons ongewis. Hoe raar en onzorgvuldig is dat wel niet? Geeft hij niet eerder via projectie zijn persoonlijke interpretatie van de voorstelling op dit schilderij?

De staande clowneske meneer zou het recht voorstellen. Hoe kan het dat de voorstelling van het recht als clown ineens na 26 jaar een reden is voor de rechtbank Almelo om dit schilderij uit de openbaarheid te verwijderen? Omdat de neutraliteit van de rechtspraak in het geding is? De meest voor de hand liggende uitleg is dat de vrouw dreigt verleid te worden door de duivel links en dat de staande man rechts die het recht in de hand heeft haar steunt of wil behoeden. Een schilderij met zo’n voorstelling past toch prima in een rechtbank?

President Van Meegem wringt zich in bochten om niet als zedenmeester over te komen en beticht te worden als kleingeestig, intolerant en cultuurbarbaar vanwege een geschilderde borst op een schilderij. Maar hij kan niet afdoende weerleggen dat hij uiteindelijk toch zwicht voor hooguit een handjevol klagers in 26 jaar.

Foto 1: ‘Het uit de centrale hal verwijderde doek. © Rechtbank Overijssel’

Foto 2: Tweet van Mr. Rob Oude Breuil uit Almelo, 20 september 2018.

Onderschrift bij een foto uit 1931 wekt verbazing: ‘Marechaussee bekeurt badgast die onvoldoende gekleed is op het strand’

Het onderschrift bij deze foto wekt verbazing: ‘Marechaussee bekeurt badgast die onvoldoende gekleed is op het strand. Heemskerk, 1931.’ De foto staat afgebeeld op de site marechausseesporen.nl en laat foto’s ‘uit de oude doos’ zien. De man die op de bon geslingerd wordt draagt een soort bikini, 15 jaar voordat die door  Louis Réard in Frankrijk werd geïntroduceerd. De marechaussee geeft de badgast een morele onvoldoende.

De waarheid achter de foto is dat Nederland een behoudend land was, voordat het na de Tweede Wereldoorlog door de wind ging en ineens van geest veranderde. Burgerlijkheid, ofwel benauwende benepenheid was de norm. Waarom iemand op het strand bekeuren wegens onvoldoende kleding? Nu zou deze badgast trouwens belachelijk gemaakt worden omdat hij te overdadig gekleed is. Tijden veranderen, goed om dat te beseffen.

Foto: Foto op site marechausseesporen.nl met onderschrift: ‘Marechaussee bekeurt badgast die onvoldoende gekleed is op het strand. Heemskerk, 1931.’ 

Petitie om Thérèse Dreaming van Balthus te verwijderen uit The Met. De nieuwe truttigheid rukt op en neemt kunst op de korrel

De bewustwording over grensoverschrijdend seksueel gedrag is in opmars. De actie MeToo heeft zijn weerslag in vele landen. Dat is een goede zaak. Maar minder positief is dat in het kielzog de nieuwe truttigheid oprukt.

Een voorbeeld ervan is de New Yorkse ondernemer Mia Merrill. Ze is een petitie gestart om het schilderij Thérèse Dreaming (1938) van Balthus in het Metropolitan Museum of Art te verwijderen of het anders te presenteren. Merrill was ‘geschokt toen ze een schilderij zag dat een jong meisje in een seksueel suggestieve pose voorstelt’. Het Museum weigert volgens een artikel in de Huffington Post om het werk te verwijderen.

De National Coalition Against Censorship gaf gisteren een verklaring waarin het zich verzet tegen Merrill oproep die het als censuur ziet. Het bespeurt een tendens: ‘Recente gevallen van censuur, inclusief de bedreigingen met geweld die het Guggenheim Museum in New York ertoe dwongen verschillende objecten te verwijderen, onthullen een verontrustende trend van pogingen om kunst te onderdrukken die zich bezighoudt met moeilijke onderwerpen. Kunst kan vaak inzicht bieden in moeilijke realiteiten en verdient daarom een krachtige verdediging. NCAC juicht het toe dat The Met weigert te buigen voor zijn critici. We zullen culturele instellingen blijven ondersteunen die het mogelijk maken dat het publiek zelf nadenkt over wat ‘aanstootgevend’ is.’ Zo is het. Kunst in openbare collecties moet om welke reden dan ook niet het mikpunt worden van moralisten of politieke scherpslijpers. Het onderdrukken of wegdrukken van kunst is ongewenst.

Foto: Thérèse Dreaming (1938), Balthus (Balthasar Klossowski). Olieverf op doek. Collectie: Metropolitan Museum of Art. 

Museum Moderne Kunst van São Paulo krijgt volle laag vanwege performance met naakte man en een kind dat hem aanraakt

De Nederlandse museumwereld houdt zich bezig met de beschuldigingen van belangenverstrengeling door de artistiek directeur en de Raad van Toezicht in het Stedelijk Museum. Jan Christiaan Braun vatte het samen in een opinie-artikel in NRC. Maar andere landen maken zich weer over wat anders druk. Brazilië lijkt uiterst gevoelig voor godslastering en seksualiteit, zoals nog onlangs bleek door de ophef over en de agitatie door radicaal-rechts tegen de tentoonstelling Queermuseu in het Santender Cultureel Centrum in Ponto Alegre.

Nu is er nieuwe opwinding over een onlangs gehouden performance in het Museu de Arte Moderna de São Paulo, zoals het filmpje toont. Een 4-jarig meisje beweegt zich onder begeleiding van haar moeder in de buurt van een naakte, plat op zijn rug liggende man. Dat is Wagner Schwartz uit Rio de Janeiro die in een ode aan de gestorven kunstenares Lygia Clark haar La Bête opvoert als onderdeel van de tentoonstelling35º Panorama da Arte Brasileira’. De performance duurt 50 minuten en het publiek wordt uitgenodigd om deel te nemen. Zo ook deze moeder en dochter. Slechts een klein onderdeel van de performance. De pers is massaal aanwezig.

Wie op YouTube zoekt op de woorden ’Sao Paulo Museu’ struikelt over de verontwaardiging die dit oproept. De termen pedofilie en seksualiteit komen langs, net als de uitroeptekens en zwarte balkjes over het geslacht van Wagner Schwartz. Het museum zou kinderseks promoten, zo is de beschuldiging. Iedereen bemoeit zich ermee. Terwijl het anders -op wat kunstminnaars en museummensen na- niemand een mallemoer kan schelen wat er in een museum gebeurt. Om dat te veranderen is tegenwoordig blijkbaar een schandaal nodig.

Er zijn klachten ingediend tegen dit optreden binnen de muren van dit museum. Het openbaar ministerie van São Paulo zal klachten onderzoeken over ‘een optreden met een artistieke naakt bij het Museum voor Moderne Kunst van São Paulo’. De controverse is duidelijk en valt vooraf uit te tekenen. Het naakt wordt het doel van aanvallen door conservatieve groepen. Ze ondersteunen dat met verwijzingen naar pedofilie. Daarop antwoorden kunstenaars en museummensen dat deze conservatieven de artistieke vrijheid willen censureren.