Waarom blijven we zaken doen met autoritaire landen die grof, aantoonbaar en grootschalig de mensenrechten schenden?

Staten en individuen leven niet naar hun eigen standaard. Mensen eten vlees, terwijl ze tegen het industrieel slachten van dieren zeggen te zijn. Mensen gaan meermalen per jaar met een vliegtuig op vakantie, terwijl ze tegen de opwarming van de aarde en de uitstoot van CO2 zeggen te zijn. Op individueel niveau verdringen mensen hun tegenstrijdigheid om in harmonie te leven met hun innerlijke zwakte. Staten handelen hetzelfde. Ook als het niet noodzakelijk is om zaken te doen met autoritaire landen die de mensenrechten schenden. Landen als de Russische Federatie, China, Saoedi-Arabië, Iran of Azerbeidzjan vallen buiten de norm, maar dat verdringen we. Martijn van Helvert van het CDA wilde zelfs zaken doen met Syrië. Hoon was zijn deel.

Verdient een staat als Nederland niet collectief spot en afkeur omdat het met beroep op een eigen ethische standaard met autoritaire landen samenwerkt? Dat is niet alleen verwerpelijk, maar vooral schijnheilig. Het is de onethische ruil die pijn doet. We kijken weg voor onze eigen zwakte, terwijl we weten dat ons profijt alleen kan bestaan door de onderdrukking van de ander. Of dat nu op individueel de dieren en het klimaat zijn, of op collectief niveau de Oeigoeren, minderheden van Saoedi-Arabië of de bevolking van de Russische Federatie.

Chinees martelkamp Masanjia onderwerp van documentaire

Het Chinese Lens Magazine publiceerde afgelopen week een reportage over het Masanjia vrouwenkamp. Het schokte de publieke opinie, maar zoals in China gebruikelijk werd snel elke verwijzing door de censoren van het Ministerie van Propaganda verwijderd. Zodat de Chinese burgers onwetend werden gehouden van de misstanden. Masanjia is een heropvoedingskamp dat echter eerder lijkt op een martelcentrum. De grote vrouwenafdeling fabriceert textiel. Er zijn meer van dit soort arbeidskampen. Volgens ruwe schattingen zaten er in 2000 1,5 tot 4 miljoen mensen in Chinese gevangenissen. De aanhangers van de verboden Falun Gong hebben het het zwaarst te verduren. In de eerste publicaties in China bleef juist dat feit onderbelicht.

Du Bin maakt de documentaire ‘Women above ghost’s head‘ over Masanjia die op 1 mei in première gaat. Dat maakt de Chinese censor nerveus. De titel verwijst niet alleen naar de plek, het is gevestigd op een voormalig kerkhof, maar ook naar het feit dat de gevangenen gedwongen worden als geesten te leven. De regisseur noemt het kamp een levende hel. In de film laat Du Bin 12 oud-gevangenen vertellen over de martelingen. Naar verwachting zal de film buiten China veel publiciteit trekken. Of verontwaardiging over de martelkampen de westerse publieke opinie kan raken is de vraag. Ten behoeve van onze welvaart en de economische samenwerking met de Chinese machthebbers wordt elke kritiek over de mensenrechten gedoseerd ingeslikt.

0406焦点马三家

Foto: Onderzoeksverslag over Masanjia in Lens Magazine.