Waarom ik de term ‘wit’ verkies boven ‘blank’. En ‘witte mensen’ boven ‘blanken’. Over dynamische identiteit

Het gebruik van de termen ‘blank’ of ‘wit’ is gepolitiseerd. Ze passen in pakketten denkbeelden. De vraag is wat de afweging ervan betekent en of het een gevolg is van denken. Of dat het denken wordt gevormd door een politieke opstelling en eigenlijk geen denken meer genoemd kan worden. Het is niet onlogisch dat er beweerd wordt dat het propageren van de term ‘wit’ een opvatting van links-Nederland is. Toch is dat onjuist. Zo reken ik mezelf niet tot links-Nederland (en evenmin tot rechts-Nederland), maar ben ik toch een voorstander van de term ‘wit’ boven ‘blank’. Mogelijk niet om dezelfde reden als andere voorstanders ervan.

De term ‘blank’ is geen ‘volstrekt neutrale, louter beschrijvende aanduiding’. Het is per definitie bijna onmogelijk dat een zo beladen term met de connotatie van reinheid, helderheid en onbevlektheid volstrekt neutraal en louter beschrijvend kan zijn. Dat staat nog los van de afweging voor welke term men kiest. Maar neutraal is het gebruik van de term ‘blank’ zeker niet.

Omdat ‘wit’ die connotaties mist en kortweg gezegd minder pretentieus is, is de term ‘wit’ neutraler en meer beschrijvend. Het verwijst naar een witte huidskleur en niet naar een achterliggende geschiedenis en wereld vol machtsposities. Een ‘blanke huidskleur’ bestaat niet.

Ik ben het eens met de kritiek op het makkelijk vertalen van Amerikaanse modes van politiek correct denken naar Nederland. Sommige links-radicalen ruilen het ene monolithisch denken in voor het andere monolithisch denken. Zodat ze het vermoeden op zich laden niet meer als individu te denken, maar ondergaan in het groepsdenken. Dat alles gaat ten koste van de nuances en het onderscheidingsvermogen. Maar evenzeer ben ik het oneens met rechts-radicaal denken dat even weinig soepel is en alles bij het oude wil laten.

Mij gaat het erom om in de geleidelijkheid zonder grote schokken een optimale afweging te vinden voor een maatschappelijke oneffenheid. Als optimaal zoveel mogelijk mensen tevreden stelt en het beste werkt dan begrijp ik dat het niet alle mensen tevreden kan stellen. Dat is jammer, maar onvermijdelijk. Maar als het nalaten ervan een bepaalde groep diep raakt, dan zie ik voor de sociale cohesie en het sociale contract tussen overheid en burgers er geen principieel bezwaar in om de oneffenheid op te ruimen.

Het gesprek over de term ‘blank’ wordt pas een zwaar en beladen onderwerp van discussie als links-radicalen er van alles over diversiteit, kolonialisme, slavernij en wat dan ook allemaal bijhalen en er vanuit hun politieke betrokkenheid opplakken wat historisch nog maar aangetoond moet worden. Daarbij eigenen ze zich het alleenrecht toe om hierover het laatste woord te hebben. Dat is niet zoals een publiek debat gevoerd moet worden of een samenleving met elkaar ingericht dient te worden. Het is intolerant en anti-democratisch.

En als in de reactie hierop rechts-radicalen er hun eigen onverbiddelijkheid tegenover zetten en geen centje onderhandelingsruimte meebrengen in het debat, dan gijzelen de uiterste posities dit debat en blokkeren ze een organische uitweg van dialoog, raadpleging van deskundige historici of taalfilosofen en compassie met en begrip voor de ander.

Dus ik ben voor de term ‘wit’ boven ‘blank’ niet vanwege een vermeend historisch onrecht of een achterstelling. Dat wil ik loskoppelen van de afspraak om het met elkaar voortaan over witte mensen in plaats van blanken te hebben. Het gaat erom dat in een open, dynamische, volwassen samenleving mensen naar elkaar luisteren en de grieven van anderen serieus dienen te nemen. En als die uit de weg gegaan kunnen worden, waarom zou men dat dan niet doen?

Foto: Het kwartet van Benny Goodman doorbrak in de muziekwereld de interraciale grenzen en bestond uit twee witte (Benny Goodman en Gene Krupa) en twee zwarte (Teddy Wilson en Lionel Hampton) musici, 1937.

White privilege is onderdeel van systeemfout. En moet collectief hersteld worden

In de NRC stond afgelopen zaterdag een artikel onder de titel ‘Witte mensen moeten eens luisteren’ dat veel stof heeft doen opwaaien. Het wordt gekoppeld aan het idee van white privilige. Maar ook voor verwarring zorgde omdat er van alles door elkaar werd gehusseld. Aanleiding was de stellingname van drie vrouwen die zichzelf ‘zwart’ noemen en een vrouw die dat niet doet. Ze ageren niet alleen tegen het blanketten van de samenleving zoals Eleanor Goldfield van ActOut! voor Occupy het uitlegt, maar stelden zelfs dat een anti-racistische opstelling voor ‘kritische’ blanken statusverhogend werkt. De Angelsaksische term in dit door en door veramerikaniseerde discours is helper whitey. Dit soort blanken zou volgens de drie zich zwart en een zich niet zwart noemende vrouwen beter zwijgen over dit onderwerp. En daar gaan ze de fout in.

White privilege is onderdeel van de systeemfout van de samenleving die allen betreft met maatschappijkritiek. Dat omvat in de terminologie van Occupy, de 99% have-nots. Verandering daarvan vraagt actie van iedereen. Kritiek op een deelaspect zoals de man-vrouw -, oud-jong -, hoogopgeleid-laagopgeleid -, heteroseksueel-homoseksueel-transgender -, religie-niet-religie -, of zwart-wit ongelijkheid is niet voorbehouden  aan de betreffende doelgroep alleen omdat de ongelijkheden elkaar beïnvloeden en met elkaar in verband staan. Ofwel, de atheïstische, homoseksuele man kan helpen op te komen voor vrouwenrechten of rassengelijkheid omdat dit indirect meehelpt de overkoepelende systeemfout aan de orde te stellen en te herstellen.

De tekortkoming van de drie vrouwen die zichzelf ‘zwart’ noemen en een vrouw die dat niet doet is dat ze de zwart-wit problematiek niet zien als onderdeel van systematisch onrecht dat veel meer omvat dan ras alleen. Waarom ze dat niet zien is voer voor speculatie. In elk geval heeft het te maken met het kiezen van het perspectief. Hun opstelling die lijkt te stoppen met agenderen, signaleren en aandacht vragen roept de vraag op welk probleem ze op willen lossen en hoe breed hun visie op de maatschappij is. Ook in welke fase ze zich bevinden en of onvermijdelijk een generatieconflict de rol van deze vier jongere vrouwen niet stempelt. In alle opzichten is het een kwestie van naleving: opvolging, beoefening, behartiging en opbouwen van een praktijk.

Cecile Emeke: zwart is niet zwart. Maar dan ook: wit is niet wit

Het YouTube-kanaal van Cecile Emeke geeft een andere kijk op Nederland. Het onderscheidt en gooit niet op de grote hoop. Maar dan vooral wat de nieuwe Nederlanders betreft. Want zwart is niet zwart omdat het ene zwart niet het andere zwart is. Dat klinkt logisch. Nederland benut zo vele zwarte talenten niet. Dat is onverstandig en kortzichtig. Maar op dezelfde manier is wit niet wit omdat het ene wit niet het andere wit is. Als die nuancering nog meer tot de filmpjes van Cecile Emeke doordringt, dan is dit kanaal van wereldklasse.