Gedachte bij lantaarnplaat ‘Oudegracht’ (1876-1885)

Oudegracht. Collectie: Cincinnati Museum Center History Library and Archives Collection.

Deze afbeelding van een plaat van een toverlantaarn is niet terug te vinden in de collectie van Het Utrecht Archief. Het gaat om de Utrechtse Oudegracht tussen de Bakkerbrug en de Bezembrug. Het is een prachtige scherpe foto met rechts tegen het hek een dienstmeid die zo weggelopen lijkt uit een Amsterdamse foto van Breitner. Samen met de kinderen op de werf en de passanten op straat kijken ze naar de fotograaf.

Fietsen, paarden, koetsjes en auto’s ontbreken. Er staat een handkar. De afwezigheid van vervoersmiddelen scherpt het beeld aan. Er is het spiegelend water, de werf, de huizenrij en verder niks dat afleidt. Dit beeld doet ons voelen dat ingetogenheid, soberheid en karigheid kwaliteiten zijn die we voorgoed verloren zijn. Het gaat te ver om het natuurlijkheid of onbedorvenheid te noemen, laat staan simpelheid of ongekunsteldheid, maar de overvloed ontbreekt. Het is de paradox van de ongerepte stad die idyllisch oogt.

De collectie van het Cincinatti Museum geeft geen datering bij de beschrijving. Er zijn aanwijzingen. De winkelpui van de manufacturenmagazijn van de firma G.H. van der Sandt (zie belettering ‘H. v. SA’ op zijgevel dak) is rond 1876-77 doorgetrokken naar het kleinere pand met drie ramen rechts. Verder ontbreken er bomen die op een latere foto die gedateerd wordt tussen 1890 en 1905 aanwezig zijn. De vlaggenmast op het grote gebouw links in de achtergrond, het stadhuis, die hier ontbreekt en later geplaatst is wordt op een andere foto (tevens de eerste ansichtkaart) gedateerd op 1883-1885. Rechts is voor de winkel van Van der Sandt een gietijzeren lantaarn zichtbaar die in 1875 werd geplaatst. De datering kan met enkele slagen om de arm vastgesteld worden op 1876-1885.

Hoeveel interessante foto’s en ander beelddragers van laat-19de eeuwse Nederlandse stadsgezichten zitten er in internationale archieven die ontbreken in plaatselijke archieven? Al is het in digitale vorm voor de geschiedschrijving. Die vraag roept deze afbeelding van Utrecht op.

Interessant is wat Marieke Lenferink in de MasterscriptieDe historische winkelpui in Utrecht, 1850-2010. Ontwikkeling, betekenis en huidig beleid‘ (2010) zegt over de ontwikkelen van het winkelen en de opkomst van het warenhuis in Utrecht. Winkelen als vrijetijdsbesteding ontstond in Den Haag in de tweede helft van de 19de eeuw en in Utrecht waarschijnlijk iets later. Deze plaat lijkt op dat kantelpunt genomen te zijn. Winkels en warenhuizen zijn in opkomst, maar daartussen zijn nog woonhuizen. De winkels bepalen het uiterlijk van de binnenstad nog niet zoals nu.

Het plat vlak krijgt diepte. We vullen gaten in om het met een mooi verhaal rond te maken. Toverlantaarn is een prachtig Nederlands woord dat duidelijk maakt wat er toe doet: verrukken, bekoren, meeslepen en belangstelling opwekken. Dat komt samen in deze lantaarnplaat. Althans voor mij.

Winkelleegstand in Drenthe én plannen voor 45.000 m2 winkelnieuwbouw. Krom?

Leegstand van winkels in Drenthe en elders kan bestreden worden door herschikken en indikken. Zo menen Mark Strolenberg en Myriam Jansen van de denktank winkelleegstand. Niet opgelost, want de perspectieven voor winkels in stads- en dorpscentra zijn slecht. Wat ook helpt is dat er niet meer wordt gebouwd voor de leegstand. In Drente staat ondanks de leegstand nog 45.000 m2 winkelvloeroppervlakte gepland. Het lijkt zo simpel: bij winkelleegstand niet meer bijbouwen. Maar tot bestuurlijk Drenthe is deze logica blijkbaar nog niet doorgedrongen. En blijven de projectontwikkelaars met hun achterhaalde plannen de politiek bestoken.

Huis voor Cultuur en Bestuur in Hoogezand-Sappemeer

Hoogezand-Sappemeer. De raad heeft op 13 januari ‘het definitief ontwerp van het cultuurdeel van het Huis voor Cultuur en Bestuur goedgekeurd.‘ Naar eigen zeggen wordt het ‘Een vitaal wervend, compact en goed bereikbaar stadshart dat sneller gaat kloppen, meer reuring biedt en waar het fijn winkelen en verblijven is komt steeds dichterbij!‘ De schrik slaat om het hart bij deze taal die de nuchterheid achter zich laat. Als dat maar niet eindigt met een hartaanval. De grondhouding van de regio is toch wat Ede Staal in ‘Zalstoe altied bie mie blieven‘ zingt: ‘Veul te voak nuchter,/ Veul te voak zat./ Mor t leven gaait deur,/ En wotter…blift nat.’

Hoogezand-Sappemeer slaat blijkbaar de schrik om het hart dat het achterblijft. Het bouwt voor zo’n 13 miljoen aan de toekomst. Het gemeentehuis, theater en kunstencentrum Kielzog en de bibliotheek moeten een onderdeel vinden in het Huis voor Cultuur en Bestuur. Verrassend en hoogst origineel is dat pas na de gemeentelijke herindeling duidelijk wordt ‘welk deel van de nieuwe gemeentelijke organisatie in Hoogezand wordt gehuisvest.‘ Dus misschien wordt het toch gewoon een Huis voor Cultuur en Winkelen.

hs

Foto: Schermafbeelding van het bericht ‘Cultuurdeel Huis voor Cultuur en Bestuur gaat van start!’ op de gemeentesite van de gemeente Hoogezand-Sappemeer, 14 januari 2014.

De bezoeker, de supermarkt en de val in een minuut

Het is 12.09.2011. Zo blijkt uit de bewakingscamera. Een man opent in een Aziatische supermarkt de deur van een koelvitrine. Hij pakt er iets uit, kijkt ernaar en begint te schudden. De deur valt dicht. Wat-ie pakte  valt op de grond. De man draait en spreidt zijn vingers. Hij beweegt merkwaardig met zijn hoofd. Hij keft en brult. Na even valt-ie op zijn knieën. Iemand komt kijken en loopt weer weg als de man met zijn linkerhand wijst. De man draait met zijn hoofd, staat op en valt op zijn rechterzij. Zijn hoofd ligt juist buiten het zicht van de camera. Drie dozen vallen van een schap. Wat hebben we gezien? Is de man bevangen door iets of doet-ie net alsof? Op internet zijn dit soort filmpjes een hit. Iedereen kan er iets van vinden. Ze vertellen een verhaal in iets meer dan een minuut. Het zou een enscenering voor de Een Minuut Biënnale kunnen zijn. Waarachtig.