Spiegels van Nederland. Angelsaksische expats interpreteren ons land en Nederlandse media reageren daarop

Neem een Schot, een Canadees en een Australiër die lovend zijn over Nederland en het is wachten op de Nederlandse media die daar verslag van doen. Het zijn niet toevallig deze Angelsaksische beschouwers die via sociale media Nederland een spiegel voorhouden. Want zij hebben de perfecte afstand tot Nederland. Met hun Engels kunnen ze zich in Nederland redden en hun cultuur wijkt niet veel af van de Nederlandse. Maar juist genoeg om de verschillen te zien en te waarderen.

De vaderlandse geschiedenis kende al in de 17de eeuw in de Engelse ambassadeur in Den Haag Sir William Temple een voorloper van dit genre. In 1672 verscheen zijn ‘Observations upon the United Provinces of the Netherlands‘ met in hoofdstuk 4 observaties over de Nederlanders en hun gezindheid. Of Temple hiermee vooroordelen over Nederlanders nuanceert, ontkracht of bevestigt zodat ze voor latere generaties tot een vertekening leidden die niet meer te ontwijken was is de vraag die dit soort observaties over volksaard per definitie oproept.

Schermafbeelding van deel uit hoofdstuk IV van de ‘Observations upon the United Provinces of the Netherlands‘ van Sir William Temple, 1672.

Denk aan Hans Brinker, or the silver skates: a story of life in Holland (1865) van de Amerikaanse kinderboekenschrijfster Mary Mapes Dodge en het jongetje dat zijn gat in de dijk stak om het land te redden van het wassende water. Feitelijk een Frans verhaal. In de VS was er van eind 19de eeuw tot 1920 sprake van een Hollandgekte. Vraag is of die aan een revival toe is. Na de Hollanditis (Hollandse ziekte) van de jaren 1980 waarin Nederland negatief werd beoordeeld kan de slinger weer doorslaan naar een positieve waardering. Is het een cyclus van 70 jaar?

Mary Mapes Dodge, ‘Hans Brinker, or the silver skates: a story of life in Holland‘. Boekomslag uit 1913.

Zo is op de humus van eerdere verhalen over Nederland die in het historische geheugen van Angelsaksische landen zijn ingedaald in het sociale media tijdperk een subgenre ontstaan van Angelsaksische expats die Nederland verklaren voor hun landgenoten en voor de Nederlanders. Dat laatste is de bijvangst. De omweg via een ander land dat in Nederland wordt gewaardeerd geeft reliëf en legitimiteit. Er is een Vlaamse uitdrukking die dat verwoordt: ‘nie­mand is sant (=sint) in ei­gen land‘.

De houding over Nederland van deze expats is positief. Hun beweegreden kan uiteenlopend zijn. Of ze hebben genegenheid voor Nederland, de taal, de geschiedenis en de gebruiken. Of ze willen hun eigen land een spiegel voorhouden over aspecten die in Nederland beter geregeld zijn dan in hun eigen land. Nederland dient dan als voorbeeld om het in eigen land ook zo te gaan doen. Of ze willen met hun lofrede en voorzichtige kritiek op Nederland hun eigen positie verbeteren inclusief de relatie van hun land tot Nederland. Zo ontstaat een spiegelpaleis van bedoelingen en aspiraties die minder makkelijk te duiden zijn dan op het eerste gezicht lijkt.

Schermafbeelding van deel artikelCanadese fietsimmigrant opent Nederlanders de ogen;
‘Hoe komt het dat dit een fijne plek is?
’ van de Fietsersbond, 21 maart 2021.

De drie expats naar wie ik hier verwijs zijn 1) de onlangs weer naar Australië teruggekeerde
Casey Kilmore met haar sinds kort gesponsord YouTube-kanaalCasey Kilmore‘ dat vooral gaat over de Nederlandse taal en gebruiken; 2) de in Nederland wonende Canadees Jason Slaughter met zijn YouTube-kanaalNot Juist Bikes‘ dat vooral gaat over fietsen, stedenbouw en infrastructuur en 3) de in Nederland wonende Schotse Anna Holligan die in haar ‘Dutch news from the cycle path‘ lichte onderwerpen over Nederland behandelt die ze op haar Twitter-account ‘@annaholligan‘ plaatst.

Op hun beurt kunnen Nederlandse journalisten de observaties van deze Angelsaksische expats weer inzetten voor hun observaties over Nederland. Zodat eerst een ideaalbeeld over Nederland wordt geschetst dat vervolgens afgebroken kan worden. Onderstaande kop van een artikel over de Schotse BBC-correspondente Anna Holligan is veelzeggend: Nederland was ‘een ooit relaxed land‘, maar blijkt dat niet langer te zijn. ‘Het conservatisme is hier heel sterk‘ laat verslaggever Roland van Erven Holligan zeggen. Het spiegelpaleis reflecteert en echoët uiteenlopende beelden en geluiden over Nederland. Nederlandse directheid is de gemeenschappelijke deler.

Schermafbeelding van deel artikelBBC-correspondent Anna Holligan doet vanaf het fietspad verslag van een ooit relaxed land’ in NRC, 26 oktober 2021.

Scheidslijn in publieke opinie loopt niet tussen links en rechts, maar tussen muiterij en overleg

Soms kom je in een discussie op Facebook in aanraking met standpunten waarvan je denkt hoe het mogelijk is dat ze bestaan en geuit worden. Wie zitten er achter? Is het Nederlands onderwijs echt zover weggezakt als de laatste decennia door onderwijscritici wordt beweerd? Het lijkt er sterk op.

Gevoegd bij een gebrek aan mediawijsheid van de bevolking, omdat dit vak ontbreekt in het basisonderwijs, ontstaat er bij sommigen een combinatie van onvermogen, niet goed kunnen luisteren, lezen, schrijven en argumenteren, wrok en miskenning. Het gebrek aan vaardigheid om zich te kunnen uiten en goed te kunnen verwoorden wat men denkt jaagt door een gevoel van ondergewaardeerd worden en een besef van machteloosheid het vliegwiel van de miskenning nog verder aan. Dat is beklagenswaardig voor betreffende individuen en beschadigend voor de samenleving.

Dat is de stand van de publieke opinie van Nederland. In dat land is voor velen botheid de norm. Dat wordt ook wel lompheid of hufterigheid genoemd als het om het intermenselijk contact gaat. Op sociale media valt het extra op en wordt benadrukt wat blijkbaar de ziel van veel Nederlanders is. Dat is een constatering die de Engelse ambassadeur in Den Haag William Temple in de 17de eeuw al maakte in zijn Observations Upon the United Provinces of the Netherlands toen hij over de aard van de Nederlanders zei : ‘More good Nature, than good Humour’. Zie p.188:

Aanleiding voor bovenstaande uiteenzetting is een debatje op Facebook bij bovenstaand artikel van de Volkskrant dat stelt dat de rechtse partijen steeds meer opschuiven naar links. Ik gaf daar het volgende commentaar op: ‘Links is een ramp en rechts is een ramp. Racistisch rechts (PVV en FvD) is een dubbele ramp. Of de kiezer steeds meer op rechtse partijen stemt valt te bezien. Want de kiezers stemmen altijd in meerderheid op rechtse partijen. Dat is nu niet anders. De meerderheid van partijen wil gelijkwaardiger delen en belasten voor degenen die binnen zijn, maar degenen die buiten zijn meer weren dan voorheen. Is dat links of rechts? Het lijkt eerder een gemengd beeld dat valt te omschrijven als conservatief-links.’

Dat is een standpunt waar men het wel of niet mee eens kan zijn. In de verwachting van een leuk debat had ik het prikkelend opgeschreven. Ik vermoedde dat de lezers van de Volkskrant vooral zouden reageren op mijn standpunt dat links een ramp is, maar dat gebeurde niet. Is de achterban van links al bij voorbaat murw gebeukt? Ik kreeg enkel reacties die reageerden op mijn uitspraak dat ‘racistisch rechts’ van PVV en FvD een dubbele ramp is. Dat had ik niet mogen zeggen. Ook dat is blijkbaar de stand van zaken in Nederland, namelijk dat aanhangers van nationalistisch-rechts zelfs de FB-pagina’s van de centrum-linkse Volkskrant domineren.

Zo kabbelt zo’n discussie op een algemeen platform op sociale media voort in Nederland. Je kunt het niet eens een uitwisseling van standpunten noemen. Het is een gesprek tussen doven waarbij men niet zozeer luistert naar wat de ander zegt, maar vooral de eigen stokpaardjes pitcht. Daarmee zeg ik niks nieuws, het is al vaak gezegd. Ik reageer ook veel op Amerikaanse sites en daar is de omgang tussen politieke opponenten vriendelijker en volwassener, hoewel ik het afgelopen half jaar een verharding heb bespeurd. Maar daar lijkt men er genoegen in te scheppen om met elkaar het debat op een hoger niveau te tillen. In Nederland ontbreekt dat streven en lijkt het omgekeerde het geval. Namelijk het afbreken van de ander, ook als men daarmee zichzelf naar beneden haalt. Maar ook dat besef ontbreekt, zoals een Alzheimer-patiënt de eigen vergeetachtigheid vergeet.

Inhoudelijk eindigde mijn bijdrage onder dit Volkskrant-artikel met onderstaande reactie. Of het doordringt tot de aanhangers die PVV en FvD steunen betwijfel ik, maar ik blijf proberen hen met argumenten te overtuigen. Maar de mislukking is ingebakken. Het is als Max en Moritz uit het Duitse verhaal met plaatjes die in de deegbak van de bakker vallen en in de oven gebakken worden. De twee schelmen blijken nog in leven en knagen zich een weg naar buiten. De volgende streek zullen ze echter niet overleven. Maar dat weten ze nog niet.

U hebt gelijk dat er een verschil is tussen islamkritiek (of religiekritiek in het algemeen) en beleid dat tegen de grondwet ingaat. Dat eerste moet mogelijk zijn. Daar zou geen twijfel over moeten bestaan. Ik ben een criticus van godsdiensten (of religieuze instellingen) waaronder de islam omdat ik vind dat religie per saldo een negatieve invloed heeft op de samenleving. Dat geldt dus alle godsdiensten. Daarbij nemen met name de drie monotheïstische godsdiensten een stevige machtspositie in en moeten ze tegen kritiek kunnen. Hoge bomen vangen veel wind.

Maar de PVV gaat verder dan islamkritiek en morrelt aan de grondrechten van inwoners van Nederland. Daar loopt de lijn tussen wat mogelijk of zelfs wenselijk is aan islamkritiek en waar dat overgaat in beleid dat strijdig is met artikelen van de grondwet. Dat laatste hebben we met elkaar afgesproken en kan niet eenzijdig worden opengebroken. Dan verlaat een partij als de PVV de rechtsstaat en begeeft het zich op het terrein van de rechtsongelijkheid en willekeur. Dat is niet in uw of mijn eigenbelang. Want wat vandaag de moslims treft, kan in die willekeur zonder rechtsbescherming morgen u of mij treffen.

Als de PVV delen van de grondwet wil veranderen, dan heeft het daartoe uiteraard het recht. Dan moet het medestanders vinden voor een 2/3de meerderheid in de Staten-Generaal. Maar de paradox van de huidige positie van de PVV is dat het radicaliseert en zich steeds meer vervreemd heeft van de andere partijen. Ofwel, de PVV heeft helemaal geen stappenplan of strategie om een meerderheid te vinden voor de grondwetsartikelen waar het kritiek op heeft en die het wil wijzigen. Dat laat de kiezer op de PVV uiteindelijk met lege handen achter. Die kiezer wordt door de PVV bediend in zijn of haar emotie, maar politiek heeft de PVV geen omlijnd plan om haar doel te bereiken. Het is veel geschreeuw en weinig wol. Daarmee besodemietert de PVV de kiezer zonder dat die kiezer dat zelf doorheeft.’

Foto 1: Schermafbeelding van FB-posting van de Volkskrant van het artikelRechtse partijen schuiven steeds meer op naar links’, 2 maart 2021 (achter betaalmuur). Gewijzigde titel: ‘Rechtse partijen trekken met linkse argumenten steeds meer kiezers naar zich toe’.

Foto 2: Schermafbeelding van p.188 uit William Temple, ‘Observations Upon the United Provinces of the Netherlands’ (1668). Uit editie 1705. Via Google Books.

Foto 3: Wilhelm Busch, illustratie uit Max und Moritz: Max en Moritz gaan krakelingen stelen bij de bakkerij.

De hufterigheid van de VVD. Brief van Mark Rutte aan alle Nederlanders

vvd

Het is volop campagne. Nog 51 dagen tot de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 15 maart 2017. De VVD plaatst vandaag in alle landelijke kranten een advertentie die de vorm van een brief van premier Mark Rutte heeft. De brief kan op twee manieren gelezen worden. Namelijk wat er wel en wat er niet in staat.

Rutte stelt de vraag in wat voor Nederland we willen leven. Hij accentueert dat door in te gaan op normen en waarden. Op hufterigheid, op gewenst en normaal gedrag. De botheid van de Nederlanders is een terugkerend onderwerp. De Engelse ambassadeur Sir William Temple wees er in de 17de eeuw al op in zijn geschriften over de Verenigde Nederlanden. Rutte actualiseert het door een verhaal van iemand die om geloofsredenen vrouwen een hand weigert te geven. Hij ziet de botheid als een mentaliteitskwestie. Maar dat valt te bezien. Het kan evengoed een gevolg van een tekortschietend onderwijssysteem of de opvoeding van kinderen zijn.

Hoe dan ook is de spreekwoordelijke Nederlandse botheid of hufterigheid niet iets van recente datum dat voor partijpolitieke doeleinden ingezet kan worden. Hoewel het mogelijk is dat de mate van hufterigheid in de laatste jaren is toegenomen. Het komt dus niet uit de lucht vallen, maar bouwt voort op iets dat buitenlanders al eeuwen bij Nederlanders opmerken. Vaak verzachten ze hun kritiek door dat te omhullen met opmerkingen over de calvinistische aard, het ontbreken van een hofcultuur, de directheid, openheid en eerlijkheid van Nederlanders. Maar de botheid is de kern van de kritiek.

Rutte heeft het over maatschappelijke mores. Hij laat in zijn brief andere overtredingen van normaal gedrag ongenoemd. Zoals de graaicultuur bij topbestuurders van banken en bedrijven die hun eigenbelang voor het algemeen belang stellen. Of de opbouw van de controlestaat en de afbraak van de verzorgingsstaat door de overheid. Of de gigantische belastingontwijking door bedrijven en vermogende individuen die wordt getolereerd door de middenpartijen. Of de dominante greep van de partijpolitiek op functies in het openbaar bestuur die als eigen bezit worden beschouwd.

Wat is in een divers land als Nederland normaal en wie bepaalt er wat normaal is? Slecht gecamoufleerde selectiviteit is de tekortkoming van deze brief van Mark die blijkbaar in een campagnestrategie van de VVD past om de politiek apolitiek te maken door er een slap humanistisch sausje overheen te gieten. Met de opzet om de eigen politici uit de wind te houden, de eigen aanhang te verbreden en dit positief af te laten stralen op Rutte. Dit is echter een strategie die zichtbaar niet werkt in een samenleving die door en door gepolitiseerd is. En andere partijen volop de gelegenheid geeft om gaten te schieten in de dubbelzinnigheid van de VVD.

Wat erger is, de brief heeft niet echt de intentie om de hufterigheid terug te dringen. De VVD spant de hufterigheid voor het eigen politieke karretje en zet het in als politiek instrument. Zo cynisch is het. De partij spant de hufterigheid op de avond van 15 maart weer uit. Als de stemmen binnen zijn. Zonder dat enige VVD-minister nu of straks met uitgewerkte voorstellen zal komen om de hufterigheid in Nederland werkelijk terug te dringen. Zo hufterig is het.

Foto: Deel van schermafbeelding van brief (‘De brief van Mark’) van premier Mark Rutte (VVD) die op 23 januari 2017 in de landelijke kranten als advertentie verscheen.