Such Sweet Thunder (1957/58)

Dit stukje verscheen op George Knight Kort op 26 mei 2011. Licht gewijzigd.

It! The Terror From Beyond Space van Edward L. Cahn, 1958. Het monster met Shirley Patterson.

Het monster werpt schaduwen. De film past in een Shakespeare-decor zonder details. Haaks op realisme. Uit het theater loopt een lijn van Henrik Ibsen, Adolphe AppiaGordon Craig en Norman Bel Geddes naar deze B-film. En de cinema voegt daar Duits Expressionisme en Film Noir aan toe. Belichting is ruimte. In vaktermen low-key lighting.

It! The Terror From Beyond Space wordt geproduceerd door United Artists. Weinig middelen en een snelle productie zijn het achterliggende idee. Deze genrefilm gaat nergens over, nou een soort Journey into Space dan. De Sprong in het Heelal kluistert volksstammen aan de radio.

In 1958 heerst in filmstudio’s nog vakmanschap dat de santekraam goed laat uitkomen. Shirley Patterson op de schouder van een Marsiaan. Om je dood te schrikken. Maar niet echt. In 1957 maakt Duke Ellington de op Shakespeare gebaseerde suite Such Sweet Thunder. Hoge en lage cultuur spelen haasje-over.

Op een Amerikaanse universiteit wordt docent door studenten aangevallen omdat hij een historische registratie toont van een witte acteur die een zwart personage speelt

Schermafbeelding van deel artikel Following blackface incident, Professor Bright Sheng takes step back from teaching SMTD composition course‘ op de Michigan Daily, 5 oktober 2021.

Beste critici van de woke-beweging of woke-generatie u kunt zich weer heerlijk opwinden. Aan Amerikaanse universiteiten wordt het steeds dwazer. De nieuwe apartheid trekt nieuwe muren tussen bevolkingsgroepen op. Het is lachwekkend als het niet zo tragisch zou zijn.

Het gaat om een registratie uit 1965 met de Engelse acteur Laurence Olivier die Othello speelt die in een college werd getoond. De studenten waren onvoorbereid omdat … Olivier wit is en Othello zwart. In 1951 speelde Orson Welles in zijn film ‘The Tragedy of Othello: The Moor of Venice‘ ook de zwart geschminkte donkerhuidige, Afrikaanse prins Othello die in een Europese samenleving vol rasvooroordelen leeft. 

Orson Welles als Othello in een verfilming van William Shakespeare’s ”The Tragedy of Othello: The Moor of Venice‘ (1951).

In een artikel van de Michigan Daily van 5 oktober 2021 wordt de foute gedachtengang gevolgd dat Olivier een blackface speelt. Dat is onjuist. Hij levert geen karikatuur van een zwarte minstreel af. In een tweet aan de Michigan Daily zei ik daarover het volgende, maar ik vrees dat dit onderscheid aan de loopgravenoorlog nog weinig verandert:

Ik studeerde ooit Theaterwetenschap en wij als studenten werden continu geconfronteerd met grensoverschrijdende creatieve uitingen die niet eentweedrie in ons normenpatroon pasten. Freaks van Ted Browning, Salò van Pier Paolo Pasolini of allerlei films die afweken van de ‘norm’. En dat kan op vele manieren. Om daar kennis van te nemen en zich erbeen analytische mening over te vormen is de opzet van een academische studie. Dat is vorming. Het bij voorbaat blokkeren van een film of kunstwerk om politieke redenen staat haaks op de vrijheid en de open blik die kunst en wetenschap beogen.

Nu wordt de van oorsprong Chinese professor Bright Sheng die deze registratie aan zijn studenten toonde onderzocht, belasterd en beschaamd omdat hij studenten met ‘blackface‘ zou hebben geconfronteerd. Zonder dat ze gewaarschuwd waren.

Sheng is de gerespecteerde LEONARD BERNSTEIN DISTINGUISHED UNIVERSITY PROFESSOR OF COMPOSITION aan Ann Arbor. Zo’n opvatting van culturele toe-eigening zet grenspalen neer. Ook als het een academisch onderwerp betreft. Deze studenten vallen een docent aan die zonder bijbedoelingen en politieke intenties kennis aanbiedt en maken hem het werken onmogelijk.

Professsor Sheng bood zijn excuses aan wat het er alleen nog maar gecompliceerder op maakte. Hij heeft tijdelijk zijn onderwijs gestaakt. Hij overleefde de Chinese culturele revolutie die zijn familie en hem trof. Dat maakt het extra wrang wat hem nu overkomt.

Tweet van Christina Sommers, 8 oktober 2021.

Mueller klaagde dat de brief van Barr de ‘context’ van het Rusland-onderzoek niet vatte. Tragiek van schone schijn, wraak en waanzin

Macht beschermt zich met onderdanen. Die buffer is een kenmerk van bureaucratie. Hoe dat mechanisme werkt heeft William Shakespeare in zijn tragedie ‘Hamlet’ duidelijk gemaakt. Van onderop worden de dienaren en onderhorigen van prins Hamlet één voor één uitgeschakeld. In een cyclische regelmaat. Zo grijpt de vijand als een omhoogkomende schroef steeds hoger in op de machtsstructuur. De vijand die overal kan opduiken nadert stap voor stap de top voor de ultieme afzetting en verlossing van de koning, de prins of de president. Vertraging is het geëigende vertelmiddel om een verhaal met zijstappen en oponthoud ‘op te spannen’. Waarna het als een pijl uit de boog doel kan raken. De koning is in het hart geraakt. Het drama is afgerond.

Voor wie het handelen van president Trump geestelijk niet langer kan aanzien vanwege de platheid, de leugenachtigheid, de onechtheid en de ondoelmatigheid is er de optie om het als een fictief verhaal op te vatten. Dat verzonnen en ingebeeld is. Dat houdt de rampspoed en de teloorgang van de Amerikaanse politiek en positie op afstand. Werkelijkheid wordt drama uit zelfredzaamheid. Wat als onverkwikkelijk ervaren wordt kan zo omgebogen worden tot een comfortabele vertelling die speelt op het niveau van roman, game of film.

Op de wederwaardigheden van het bewind van ‘koning’ Trump is het Hamlet-model van toepassing. Zodat nog op een andere manier het treurspel werkelijkheid wordt. Uit de hofhouding van Trump zijn in de eerste twee jaar van zijn bewind de ‘volwassenen in de kamer’ verdwenen. Die hofhouding wordt nu gevormd door opportunisten, derderangs personen en een enkele kwade genius als Steve Miller die niet op hun kwaliteit, maar op hun loyaliteit aan de ‘koning’ zijn uitgezocht. De spreekwoordelijke Rosencrantz en Guildenstern, ooit de vrienden van Hamlet, worden op diens verzoek gedood. Zo is het ook met Trump, hij offert zijn vrienden, zoals voormalig raadsman Michael Cohen, op als hem dat uitkomt. Buiten de familie geldt loyaliteit alleen van laag naar hoog, niet omgekeerd. In de hofhouding van Trump weet niemand zich verzekerd. 

Nu is er sinds februari 2019 minister van Justitie William Barr. Deze 68-jarige jurist en politicus is een tragische figuur omdat hij zich in Trumps wereld van schone schijn, wraak en waanzin heeft laten lokken. Wat hij inlevert voor zijn kortstondige rol in de schijnwerpers en Trumps hofhouding is zijn reputatie van deskundig bestuurder. Die ligt aan gruizelementen door zijn vergaande identificatie met Trump. Op 24 maart 2019 verscheen een brief van Barr die een samenvatting van vier pagina’s gaf uit het Rusland-rapport van Robert Mueller. Hij onderzocht sinds mei 2017 de inmenging van het Kremlin in de Amerikaanse politiek.

Overigens uitte ik op dit blog in verschillende commentaren kritiek op de meeste Nederlandse en Amerikaanse media die zich vooral in de eerste dagen na 24 maart in de luren hadden laten leggen door Barrs interpretatie die ze afschilderden als Muellers interpretatie. Dat leek me onjuist. Aan de NRC-Ombudsman schreef ik op 30 maart een open brief waarin ik kritiek had op de eindredactie en berichtgeving in NRC. Daarop ontstond een vriendelijke uitwisseling van e-mails die resulteerde in een debat met de NRC-Ombudsman en een stuk in zijn krant. Nu is er het brekend nieuws van 30 april in de Washington Post dat onthult dat speciale aanklager Mueller eind maart een brief aan Barr stuurde waarin hij klaagde dat Barrs brief het rapport geweld aandeed omdat het ‘de context, de aard en de substantie niet volledig vatte’. Barrs positie staat nu ter discussie omdat hij niet ethisch gehandeld zou hebben. Als hij verdwijnt komt de vijand een stapje dichter bij ‘koning’ Trump.

Controverse rond ‘Julius Caesar’ van Public Theater in New York met een evenbeeld van Trump die op toneel wordt vermoord

Theaterproductie ‘Julius Caesar’ van regisseur Oskar Eustis door the Public Theater in New York moet het sinds afgelopen weekend doen met twee sponsors minder. Delta en Bank of America trokken zich als sponsor terug om politieke redenen. Aanleiding is dat een evenbeeld van Donald Trump met messteken om het leven wordt gebracht in de slotscène van Shakespeare’s tragedie. De voorstelling is onderdeel van de jaarlijkse Shakespeare in the Park serie in het Delacorte Theater in Central Park. Deze sponsoractie trekt veel publiciteit.

De enscenering roept drie vragen op. Namelijk in hoeverre een klassiek stuk bewerkt en geactualiseerd kan worden. Daar zijn eigenlijk nog nauwelijks grenzen aan te stellen. Alles is mogelijk en verdedigbaar als de geest van het stuk wordt gerespecteerd. In de toelichting zegt het Public Theater dat het stuk gaat over de broosheid van de democratie: ‘The Institutions that we have grown up with, that we have inherited from the struggle of many generations of our ancestors, can be swept away in no time at all.’ Gezien zijn optreden tot nu toe is het goed verdedigbaar om te zeggen dat president Trump de snoodaard is die de democratie weg wil vagen. Zoals de historische Julius Caesar als dictator rond 48 voor Christus de Romeinen alle rechten ontnam.

Het terugtreden van beide sponsors toont de kwetsbaarheid van de Amerikaanse culturele sector. Die is grotendeels afhankelijk van het grote geld van bedrijven. Hoewel veel culturele instellingen eigen vermogen hebben en min of meer onafhankelijk kunnen opereren. Maar ze blijven afhankelijk van schenkingen door schenkers die hun eisen stellen. Zolang alles binnen de normen van de gevestigde orde blijft is er niets aan de hand. Dit heeft twee bij-effecten. Instellingen worden om economische omstandigheden gedwongen binnen die normen van de gevestigde orde te blijven of er niet te ver van af te wijken. Op straffe van uitsluiting. Dat is een preventief effect dat leidt tot het vermijden van te radicale politieke stellingname. Zeker voor grotere instellingen. Als ze dat niet doen, dan worden ze gekort en dreigt uitsluiting en publicitaire tegenwind.

Een reactie van Bank of America reduceert kunst tot iets dat niet gevaarlijk mag zijn en moet inschikken. Die getemd is en zich als getemd moet gedragen. Volgens een bericht van RawStory heeft deze financiële instelling in een reactie gezegd waarom het zich als sponsor heeft teruggetrokken. Namelijk omdat de productie was bedoeld om te provoceren en aanstoot te geven (‘intended to provoke and offend’). Maar laat dat nou exact de functie van kunst zijn. Aan bedrijven die vele doelgroepen en belangen willen representeren zonder aanstoot te geven is dat uiteraard niet besteed. Begrijpelijk, maar dat toont tegelijk de onmogelijkheid van bedrijfssponsoring aan. Trumps zoon Don jr tweette hierover het volgende ‘Serious question, when does ‘art’ become political speech & does that change things?’. De antwoord op deze vraag is er afhankelijk van hoe men kunst inschat en wil zien. Als ongevaarlijk en een vehikel voor bedrijfsbelangen of als iets dat kan bijten, op scherp zet en zich niet laat temmen? En al helemaal niet door een president als Donald Trump die zelf de ene na de andere dolkstoot toebrengt aan de Amerikaanse democratie en democratische instituties.