Het raadsel van een val: Bert van der Roest

t49

Update 14 januari 2014: Het bestuur van de Stichting Straatnieuws Utrecht (SSU) doet vandaag, dinsdag 14 januari, alsnog aangifte van diefstal tegen Bert van der Roest, de voormalige penningmeester van de stichting. Het bestuur doet dit omdat Van der Roest zich niet houdt aan de afspraken zoals die zijn vastgelegd in een met hem gesloten convenant. Van der Roest stelt dat het gestolen bedrag lager is. 

De damage control van Bert van der Roest maakt het er alleen maar erger op. Waar blijft z’n spijtbetuiging? Hij volgt niet de gouden regel om bij het begin van een crisis diep door het stof te gaan. De acteur en het Utrechts PvdA-raadslid was penningmeester van de daklozenkrant van Utrecht en heeft naar verluidt 40.000 verduisterd. Volgens bestuursvoorzitter Broos Schnetz loopt het bedrag zelfs naar de 50.000 euro, zo zegt-ie op DUIC. Maar tegen Tom Staal van PowNews ontkent Van der Roest (2’50”): ‘Ik heb toch geen 40.000 euro meegenomen‘. Door geen schoon schip te maken verliest Van der Roest ook mijn begrip. De tragedie met een manhaftige held die z’n ondergang voor ogen ziet wordt zo een slecht geregisseerde en rommelige klucht.

Jongerenafdelingen JS en JOVD van PvdA en VVD doen vandaag aangifte tegen Van der Roest. Ze vinden dat-ie niet ongestraft mag wegkomen. De JOVD zegt ook namens de JS: ‘De Utrechtse JS en JOVD hopen door deze aangifte het OM te motiveren om Van der Roest te vervolgen. Het is belangrijk dat er consequenties volgen uit een misdrijf.’ De directe aanleiding voor beide jongerenpartijen voor het laten opmaken van een proces-verbaal is dat een woordvoerder vanochtend verklaarde dat Van der Roest overweegt zijn wachtgeldregeling in te zetten voor terugbetaling van de 40.000 -of meer- euro. Het OM beoordeelt vervolgens of Van der Roest vervolgd moet worden. Het stichtingsbestuur van de daklozenkrant heeft gezegd geen aangifte te doen.

Het schiet de Utrechtse partijen in het verkeerde keelgat dat Van der Roest een beroep lijkt te willen doen op de wachtgeldregeling om het verduisterde geld terug te betalen. Hoewel dat onvoldoende is omdat het in totaal om zo’n 7260 euro gaat. Hun reactie is wat makkelijk nu het om een gevallen collega gaat die de politieke kaste beschadigt. Zo zegt z’n eigen partij in een verklaring: ‘De PvdA Utrecht heeft Bert van der Roest geadviseerd geen gebruik te maken van zijn recht op wachtgeld’. RTV Utrecht ziet de diefstal als een raadsel: ‘Het blijft vooralsnog een raadsel waarom Van der Roest tot de diefstal is gekomen. Buiten een korte verklaring dat hij zijn raadslidmaatschap opgeeft heeft hij nog geen toelichting gegeven.‘ Als Van der Roest verstandig is dan geeft-ie snel uitleg over z’n daad. Of moet het stuk nog geschreven en gerepeteerd worden?

Foto: Living Newspaper: AAA Plowed Under. 1935.

Utrechts PvdA-raadslid stapt op wegens fraude. Een tragedie

DAGMOEDER14

Het Utrechtse PvdA-gemeenteraadslid Bert van der Roest is opgestapt. Hij heeft 40.000 euro verduisterd van de daklozenkrant waar-ie penningmeester was. Van der Roest heeft de fraude toegegeven. Hij stapt per direct uit de raad. Want: ‘Fractie en bestuur van de PvdA Utrecht zijn van mening dat Bert van der Roest hierdoor niet meer als gemeenteraadslid voor de PvdA kan functioneren en hebben Bert van der Roest daarom gevraagd zijn raadszetel in te leveren. Bert van der Roest heeft vandaag zijn ontslag ingediend bij de burgemeester.‘ In ruil voor terugbetaling binnen 12 maanden doet de daklozenkrant geen aangifte. In het bestuur zitten politici.

Van der Roest is ook acteur en theatermaker. Zijn bewerking Dag Moeder dat geïnspireerd is op het stuk U Bent Mijn Moeder van Joop Admiraal werd goed ontvangen en kende een redelijk succes. De acteur zou het geld van de daklozenkrant gebruikt hebben voor de productie van dit stuk. Ik ken Van der Roest die ook de woordvoerder cultuur voor z’n partij was zijdelings als een vriendelijke en betrokken, maar wat onnavolgbare man. Vorige maand vroeg ik ‘m nog naar het succes van z’n stuk. Hij zei er tevreden mee te zijn.

Ik begrijp de dadendrang om kunst, of in dit geval theater te willen maken. Fondsenwerving gaat in vele gevallen toch al niet volgens de regels. Van der Roest is onvergelijkbaar met andere fraudeurs zoals Erik Staal, Willem Scholten, Ton Hooijmaijers of al die bestuurders in de (semi-)publieke sector die zichzelf verrijkt hebben ten koste van de gemeenschap. En voor zichzelf auto’s of huizen kochten die zo tragisch passen bij de lege wansmaak van de patserige nouveau riche. Van der Roest pakte van de gemeenschap en gaf aan de gemeenschap. Als een warrige Robin Hood die de weg in het bos kwijt was. Hij had het niet moeten doen omdat het uitermate stom was, maar we moeten het hem maar niet zwaarder aanrekenen dan het is.

Foto: Bert van der Roest presenteert Dag Moeder. 2013.

Het Wereldmuseum: Rotterdam op zijn smalst?

Update 14 april 2015: Eindelijk valt het doek voor directeur Stanley Bremer van het Wereldmuseum. In een rapport is Gitta Luiten vernietigend, volgens NRC. Het museum verkeert in financiële problemen, voldoet niet aan museale normen van beheer en maken van tentoonstellingen. Het is in een neerwaartse spiraal terechtgekomen en heeft geen toekomst meer. Wethouder Visser zegt in een reactie: ‘Het is heel ernstig dat het museum in zo’n kwetsbare positie is terechtgekomen.’ De vraag is door toedoen van wie dat is gebeurd. Een raadsenquête die de rol van zowel raad als gemeentebestuur tijdens het directoraat van Bremer (sinds 2001) tegen het licht houdt lijkt onvermijdelijk. Er zijn door te veel mensen te veel fouten gemaakt met te grote gevolgen. Een gerenommeerd museum is onder toezicht van het Rotterdamse gemeentebestuur afgebroken. Ondanks vele waarschuwingen. Bestuurlijk te ernstig om zonder gevolgen te kunnen blijven.

Het Wereldmuseum hoopt 60 miljoen euro op te halen met de verkoop van de Afrika-collectie. Volgens directeur Stanley Bremer gaat het niet om een gewenste, maar om een noodzakelijke verkoop. Met de gedwongen bezuinigingen en de korting op overheidssubsidies probeert zo het museum het hoofd boven water te kunnen houden. Dit antwoord verergert het probleem. De uitleg rammelt en ik zal aantonen waarom.

In een brief van 6 november maakt het Rotterdamse college de plannen van het Wereldmuseum om te ontzamelen mogelijk. Dit gaat in tegen de LAMO-richtlijn en is niet volledig in lijn met de VNG-richtlijn. De brief is in strijd met het regeringsbeleid getuige antwoorden op kamervragen van SP-er Van Dijk: ‘Ik ga ervan uit dat gemeenten, provincies en rijksoverheidsorganen de musea die hun collecties beheren in staat stellen die codes na te leven en zelf die codes als kader hanteren bij het verlenen van volmachten om voorwerpen af te stoten.’ Rotterdam leeft de codes niet na. Het is nog afwijkender omdat de wethouder het recht opeist om met de opbrengsten van het ontzamelen te schuiven tussen musea. Met de brief neemt Rotterdam als eerste gemeente afstand van de richtlijnen uit de museumsector. De raad mag er zich binnenkort over uitspreken.

Rotterdam doet het financieel slecht als gemeente. Ondanks de haven die de motor van de Nederlandse economie is. Afgelopen jaren hebben diverse wethouders te veel uitgegeven en zowat alle reserves opgemaakt. Demografisch ontwikkelt de stad zich ongunstig omdat laagopgeleiden en kansarmen blijven toestromen en de relatief vermogenden en vermogenden naar elders vertrekken. Nu zit de stad aan de grond.

Het standpunt van het Wereldmuseum is belastend voor de museumsector. Het precedent van Bremer is direct van invloed op de sector als geheel. In eerste instantie voor andere Rotterdamse musea die eveneens de stad als eigenaar van de collectie hebben, maar ook ver daarbuiten. Bremers opportunisme gaat in tegen het belang van de sector die het moet hebben van vertrouwen en geloofwaardigheid. Verkoop van objecten ontneemt de burgers de zin om financieel bij te dragen en zich betrokken te voelen. Het zet het volume van schenkingen en donaties onder druk. Kortom, het privatiseert het idee van openbaar kunstbezit.

Daarbij komt dat een museumdirecteur niet de expertise van de kunsthandelaar heeft. Ook als een directeur zich laat adviseren door deskundige kunsthistorici, dan blijven museummensen buitenstaanders in de handel. In Gouda verkocht de directeur van museumgoudA in 2011 op een Londense veiling zijn topstuk voor een gegarandeerde prijs die te laag bleek. Hij was verstrikt geraakt in een handel die hij onvoldoende begreep.

Complicatie bij het verhandelen van de Afrika-collectie is dat de handel een kartel is van een beperkt aantal vooraanstaande handelaren die met elkaar de markt verdelen. Ze laten zich door een Rotterdams museum niet uit elkaar spelen. Er is geen open markt. Verder zijn er in de etnografische en tribale kunst veel valse stukken in omloop. Een handelaar heeft zo door de suggestie van valsheid een eenvoudig drukmiddel om de prijs naar beneden te praten. Een ander drukmiddel is de  herkomst, want van veel objecten uit de Afrika-collectie zal niet volkomen duidelijk zijn of ze niet geroofd of in strijd met de Unesco-richtlijnen in Rotterdam zijn beland.

De commissie Asscher-Vonk wijst in een recent advies namens de museumsector naar de noodzaak voor een Museumwet: ‘Voor de musea is het van belang dat er een stabiele en permanente basis ontstaat voor hun functioneren. Het gaat erom dat het museale erfgoed wordt beschermd, net zoals monumenten of archieven beschermd worden.’ Voor de tussentijd is er de aloude Wet tot Behoud Cultuurbezit die in de 19de eeuw opgetuigd werd om het verkwanselen van onmisbaar en onvervangbaar cultuurbezit naar het buitenland te voorkomen. Burgers namen het initiatief waar de overheid het liet afweten. De gelijkenis tussen 1873 en 2012 dringt zich op. Maar vooralsnog is het alleen Rotterdam dat tekenen van vervreemding van de rest vertoont.

Rotterdam kent met Willem Scholten van het Rotterdams havenbedrijf een voorbeeld van iemand die verstrikt raakte in het grote geld. En niet meer begreep wat van hem en wat van de gemeenschap was. Dit type solitair opererende directeuren vertoont zonnekoninggedrag en krijgt onvoldoende repliek. Hun omgeving heeft er geen grip meer op. Zo luistert Stanley Bremer niet meer naar zijn vakbroeders uit de museumsector. Hij meent het beter te weten. Nu trekt-ie ogenschijnlijk het Rotterdamse college mee in zijn plannen. Voorbij ethische grenzen. Maar het is nog niet te laat. De Rotterdamse raadsleden kunnen hun verantwoordelijkheid nemen.

Foto: Object uit Centraal-Afrika. Credits: Arte y Ritual – Ana et Antonio Casanovas