Zijlstra wil salafistische organisaties verbieden. Wat denken zijn tegenstanders over het verbod van Martijn?

groepsfoto-religieuze-leidersweb

In 2012 werd pedofielenvereniging Martijn verboden door de rechter in Assen. Advocaat Bart Swier betwistte het verbod en voerde aan dat de Vereniging Martijn nog nooit een strafbaar feit had begaan: ‘Enkel het feit dat sommige artikelen op haar website volgens het Openbaar Ministerie een hoog ‘bah-gehalte’ zouden hebben, kan geen grond zijn voor een verbod op de vereniging‘. Het zouden volgens Martijn de publieke opinie en politieke druk zijn geweest die het OM om een rechterlijk verbod deed vragen. De activiteiten van Martijn zouden in strijd zijn met de openbare orde. De rechter liet dit zwaarder tellen dan de meningsuiting.

In 2014 bevestigde in hoger beroep de Hoge Raad het verbod en ontbond Martijn. Maatschappelijke kritiek op het verbod mocht niet helpen. Journalist Kustaw Bessems schreef in een column: ‘En wees gewaarschuwd: als dit verbod er komt, blijft dat nooit alleen bij pedofielen. Dan wordt een gevaarlijk precedent geschapen voor het verbieden van meer onwelgevallige ideeën. Onder het mom: stel nou eens dat die ideeën wijd verbreid raken. Met zo’n uitspraak van de Hoge Raad in de hand zullen pogingen worden ondernomen om ‚foute’ politieke partijen te verbieden. Of foute geloofsgenootschappen.’ In juli 2014 kondigde de vereniging Martijn aan naar het Europees Hof te stappen om het verbod en de ontbinding van de vereniging ongedaan te maken. Spong Advocaten motiveerde dat door te stellen ‘dat de Hoge Raad onvoldoende heeft gemotiveerd waarom een verbod van de vereniging Martijn in onze weerbare democratische samenleving noodzakelijk is.

Ik was het niet eens met het verbod en schreef: ‘Dit verbod laat een nare smaak achter. Mag een vereniging verboden worden om ideeën? De afweging van de rechter tussen openbare orde en meningsuiting is verdedigbaar, maar geeft toch te denken. Want het verlaagt de drempel voor een verbod van maatschappelijke organisaties. Men hoeft het niet met de doelstelling van Martijn eens te zijn om een verbod toch een te grof middel te vinden. En zelfs een ongewenst middel als de georganiseerde pedofilie er ondergronds door gaat.

Nu is er VVD-fractieleider Halbe Zijlstra die in een interview met Trouw meent dat salafistische organisaties verboden moeten worden omdat ‘onze manier van leven gevaar zou lopen‘: ‘Religie kan nooit een dekmantel zijn voor een politiek-ideologische aanval op onze rechtsstaat. In die salafistische kringen worden dingen geroepen en gezegd die echt ondermijnend zijn voor onze democratische rechtsstaat. (..) Maar nu het onder het kopje religie wordt gebracht, kunnen we er niets aan doen. Daar moeten we vanaf.’

Zijlstra heeft gelijk dat religie geen dekmantel is voor het afschaffen van de democratie of het ondermijnen van de rechtsstaat. Er is geen enkele reden om religieuze organisaties juridisch extra te beschermen. Maar we moeten ons niet wapenen tegen de islam. Want in dat proces verliezen we onszelf. We moeten vertrouwen stellen in de werking van de democratische orde en de rechtsstaat. Zoals het verbod van de vereniging Martijn verduidelijkt is de toepassing van de rechtsstaat in de afgelopen decennia ontspoord omdat de Nederlandse zittende macht eigen normen heeft veronachtzaamd. Nederlandse instituties zijn weerbaar genoeg om salafistische en pedofiele organisaties te tolereren. Niet in te zien valt waarom een verbod noodzakelijk is.

Het is van tweeën een. De tegenstanders van Zijlstra moeten zich goed bedenken waarom ze zwegen toen Martijn werd verboden. Gelijke monniken, gelijke kappen. Of geen enkele vereniging verbieden of alle verenigingen verbieden die dat om rechtsstatelijke redenen rechtvaardigen. Maar Martijn wel verbieden en niet een salafistische vereniging die door grootte en organisatiegraad een groter gevaar voor de rechtsstaat biedt en de openbare orde veel meer bedreigt oogt selectief. En politiek gemakzuchtig. Indirect kunnen Zijlstra’s argumenten leiden tot een pleidooi om het verbod en de ontbinding van Martijn ongedaan te maken.

Foto: Vier vertegenwoordigers van religieuze organisaties. Credits: Marte Visser.

Advertentie

Hoe genuanceerd vinden we de nuances van Anton Dautzenberg?

Publicist Anton Dautzenberg presenteert bij Omroep Brabant zijn nieuwe roman ‘Wie zoet is’ die bij Atlas Contact verschijnt. Is het een beklemmende roman over eenzaamheid, pijn en verlossing die aan Marcellus Emants, J. van Oudshoorn en Louis Couperus doet denken? Die associatie duidt op zwartgalligheid, dood en fatalisme. Dautzenberg weet zich in zijn werk en politieke opstelling te positioneren op het puntje van het maatschappelijk aanvaardbare. Daarmee bereikt hij dat kritiek zijn deel wordt, maar ook dat hij de werking van conventies en vastliggende belangen aan de orde stelt. Is hij gedwongen te spiegelen en is het zijn onvermijdelijkheid? De samenleving zoekt zondebokken om machtsposities te verankeren. Het is niet anders.

FEMEN protesteert tegen Spaanse wet die protest ontmoedigt

Democracia sin mordaza’ roept de sextremiste van Femen. Democratie zonder spreekverbod. Ze wordt door twee agenten afgevoerd die haar zwaar aanpakken voordat ze in Madrid de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken Jorge Fernández Díaz kan benaderen. Op haar lichaam woorden tegen een controversiële wet, de ‘ley mordaza‘ waarvan de New York Times zegt dat deze Spanje terugvoert naar de donkere tijden van Franco.

Fernández Díaz van de conservatieve Partido Popular is de ideologische vader van de wet die met een beroep op de nationale veiligheid maatschappelijk protest zwaar beboet. De invoering ervan lijkt niets met de nationale veiligheid, maar alles met de politieke situatie in Spanje te maken te hebben. Het ontmoedigt het protest tegen de bezuinigingen en probeert het populistische Podemos wind uit de zeilen te nemen.

Het is een raadsel hoe zo’n wet die het democratische recht om te demonstreren verregaand inperkt in een lidstaat van de EU kan worden ingevoerd. Het past niet in een democratie. De New York Times citeert Maina Kiai, de speciale rapporteur bij de VN voor het recht op vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging die Spanje oproept de wet in te trekken: ‘The rights to peaceful protest and to collectively express an opinion are fundamental to the existence of a free and democratic society.’ Terwijl de EU bezig is met het bestrijden van het onrecht buiten de eigen grenzen wordt zo’n wet in Spanje ingevoerd. Onbegrijpelijk. Spanje past protest.

icnl

Foto: Tweet van 22 april 2015 van de ICNL Alliance, op 23 april 2015 geretweet door Maina Kiai.

Het Elvisdom als religie. God is dood, Leve Elvis!

Opgekomen in grote getale in Hoogeveen? Het ziet er anders uit. Is het Elvisdom een religie? Ja, voor wie het opvat als een van de vormen van zingeving (= het verhaal met Elvis als centrum) waarbij een hogere macht, opperwezen of god centraal staat (= Elvis). Is het Elvisdom terug te brengen tot de stelling ’God is dood, Leve Elvis’? Ja en nee, want de bepaling van actuele opperwezens is een steeds veranderend cultureel proces.

Andere tijden vragen andere goden die nieuw geconstrueerd worden. De troosteloosheid van dit Elvisdom dat ver verwijderd is geraakt van de bron en zich manifesteert in het tegen beter weten in ontkennen van een doodlopende weg komt overeen met traditionele religies. Ze balanceren ook op de grens van bewustwording bij gelovigen van beloftes waarover het vermoeden bestaat dat ze niet ingelost zullen worden. Geloof houdt tegen beter weten de verwachting in stand. Hoop op iets anders verdringt de werkelijkheid. Het zij zo. 

Petitie over scheiding van kerk en staat. Hoe strikt kan dat zijn?

sch

Het is onjuist dat een overheid neutraal dient te zijn. Want hoe kan het ongelijkheid of onrecht bestrijden als het neutraal is? Een overheid mag ook bepaald gedrag bevorderen of ontmoedigen. Zoals overconsumptie die tot obesitas leidt. Of het kan een maatschappelijke ontwikkeling steunen die de samenleving laat liggen of inspringen op een wegvallende vraag door deze ’naar voren te halen’. Maar het is juist dat de overheid neutraal dient te zijn waar het de scheiding van kerk en staat betreft. De scheiding is nog niet gerealiseerd.

Artikel 6 van de Grondwet omschrijft ieders recht: ‘Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’, maar definieert niet wat de plicht van de overheid is om dat te realiseren. Da’s begrijpelijk omdat grondrechten gaan over de bescherming van de burgers tegen de overheid. Maar die ene kant van de medaille wekt onzekerheid en laat ruimte voor interpretatie. Want waar staan de taken van de overheden gedefinieerd om elke burger de vrijheid te garanderen een godsdienst of levensovertuiging naar eigen keuze uit te zoeken?

Het antwoord is simpel: dat valt niet te doen. Hoe kan nagegaan worden of de vrijheid van godsdienst wordt gegarandeerd? Volledige vrijheid van godsdienst en strikte scheiding van kerk en staat bestaan niet. Als de overheid dit serieus nam zou dit leiden tot een controlestaat waar het middel erger is dan de kwaal. Dan komt om dit te checken de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in het geding. De overheid kan contouren bewaken en generieke maatregelen treffen. En met specifieke sociale programma’s problemen aanpakken die hoog op de maatschappelijke agenda staan. Zoals vrouwenrechten binnen religies die in het verleden ondergeschikt werden gemaakt aan het recht van religieuze organisaties om in eigen huis vrij te handelen.

Iets anders is of de overheid nu al het mogelijke doet wat binnen haar mogelijkheden ligt om de scheiding van kerk en staat te garanderen. Ofwel, zet het alle instrumenten in die het ter beschikking heeft? Nee, dat doet het niet. Wat kan het wel doen? Da’s makkelijk te zeggen: het verbieden van partijen op religieuze grondslag; het negeren van de motie Schrijver als reparatie bij het schrappen van het verbod op de Godslastering zoals dat uitgewerkt is in de deze maand verschenen notie ”Strafbaarstelling van ‘belediging van geloof’ en kwesties van geloof en levensovertuiging onderbrengen bij de openbare orde (art. 137d Sr); het in officiële formules en gelegenheden, zoals troonredes en wetgeving vermijden van verwijzingen naar God en het schrappen van het randschrift ‘God zij met ons‘ op het Nederlandse twee-eurostuk; het schrappen van het ambtsgebed bij officiële bijeenkomsten; het schrappen van de Zondagswet die openbare vermakelijkheden voor zondag 13.00 uur beperkt; en het stoppen van de directe of indirecte subsidiëring van religieuze organisaties.

Moet de beoogde neutraliteit in de Grondwet opgenomen worden om de strikte scheiding van kerk en staat te realiseren zoals de petitie vraagt? Om twee redenen is het onnodig. De overheid kan nog veel aan achterstallig onderhoud doen door maatregelen te nemen zoals die in de vorige alinea opgesomd staan. De kwaliteit van de scheiding van kerk en staat kan zo op een objectieve en simpele wijze verhoogd worden. Verder legt de omschrijving van neutraliteit in de Grondwet de overheid geen plichten op die het nu al niet heeft. Daarnaast is het een illusie om te denken dat volledige neutraliteit opgelegd kan worden en een strikte scheiding van kerk en staat op korte termijn realiseerbaar is. Want nieuwe dwang moet religieuze dwang niet vervangen.

Foto: Schermafbeelding van de petitie Strikte scheiding van ‘staat en kerk’’ 

Brief aan Hoge Raad: verbied Vereniging Martijn niet

Protestmars langs huis bestuurslid pedovereniging

Update 22 juli 2014: De Vereniging Martijn stapt naar het Europees hof om het verbod en de ontbinding van de vereniging ongedaan te maken. Een stap die hopelijk tot de duidelijkheid leidt of in Nederland gedachten door de overheid kunnen worden verboden. Volgens de advocaten Gerard Spong en Sidney Smeets heeft de Hoge Raad in het arrest onvoldoende gemotiveerd waarom een verbod van de vereniging noodzakelijk is. Want: ‘De klacht zal zich richten op mensenrechtenschendingen. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) garandeert het recht op vrijheid van vereniging en het recht op vrije meningsuiting.’

Update 18 april 2014: De Hoge Raad verbiedt en ontbindt de Vereniging Martijn. De brief heeft niet geholpen. Kustaw Bessems is een van de ondertekenaars en schetst in een column zijn beweegreden om te tekenen: ‘Dat je misselijk wordt van wat ze zeggen, is niet genoeg reden. En wees gewaarschuwd: als dit verbod er komt, blijft dat nooit alleen bij pedofielen. Dan wordt een gevaarlijk precedent geschapen voor het verbieden van meer onwelgevallige ideeën.’ Het wachten is dus op het ‘zeer bijzondere geval’ om de volgende religie, vereniging of politieke partij te verbieden en ontbinden. De Hoge Raad dient Nederland niet met dit verbod. 

In een brief roepen voornamelijk schrijvers als A.H.J Dautzenberg, Arnon Grunberg, Tommy Wieringa, Detlev van Heest en de advocaten Bart Swier en Sidney Smeets in De Volkskrant de Hoge Raad op om de Vereniging Martijn niet te verbieden. De redenen die ze geven zijn drieledig:
1. Een verbod zou de vrijheid van vereniging en van meningsuiting, alsmede de mogelijkheid van meningsvorming ernstig in gevaar brengen.
2. Het is geenszins aangetoond dat de organisatie een bedreiging voor de samenleving vormt.
3. Wij hebben er ernstig bezwaar tegen dat een ingrijpende inbreuk wordt gemaakt op de grondrechten van vrijheid van vereniging en vrijheid van meningsuiting op grond van een uitsluitend theoretische kans dat de ideeën van Martijn grootschalig zullen worden uitgedragen. Die kans is in het huidige tijdsgewricht nihil. Een slechts denkbeeldig gevaar voor de openbare orde kan een dergelijke inbreuk op grondrechten niet dragen.

Anton Dautzenberg werd in 2012 lid van de Vereniging Martijn. Niet omdat-ie iets heeft met pedofilie, maar omdat-ie zich uit wilde spreken tegen wat-ie als een heksenjacht op pedofielen zag. Dat lidmaatschap kostte econoom Dautzenberg met Erik Hannema de samenwerking met de Financial Times waarvoor ze artikelen schreven. Arnon Grunberg sprak in een Volkskrant-column schande van de bekrompenheid van de Financial Times. In 2012 verbood de rechter in Assen de Vereniging Martijn, waarna in hoger beroep het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in 2013 de beschikking van de rechtbank Assen vernietigde. De advocaat-generaal heeft in maart 2014 in een advies aan de Hoge Raad geadviseerd de Vereniging Martijn alsnog te verbieden. Op 18 april doet de Hoge Raad uitspraak. De brief in De Volkskrant loopt op die uitspraak vooruit. 

In juni 2012 schreef ik dat het verbod van de rechtbank Assen bij mij een nare smaak naliet: ‘Mag een vereniging verboden worden om ideeën? De afweging van de rechter tussen openbare orde en meningsuiting is verdedigbaar, maar geeft toch te denken. Want het verlaagt de drempel voor een verbod van maatschappelijke organisaties. Men hoeft het niet met de doelstelling van Martijn eens te zijn om een verbod toch een te grof middel te vinden. En zelfs een ongewenst middel als de georganiseerde pedofilie er ondergronds door gaat. En nog minder grijpbaar en begrijpelijk wordt dan nu.‘ Ik ben het dan ook eens met de brief in De Volkskrant. De Hoge Raad doet er verstandig aan de Vereniging Martijn niet te verbieden. 

Foto: Bewonersprotest bij huis bestuurslid Vereniging Martijn, 2012. Credits: ANP.

Religieus-fundamentalisme als gevangenis voor individuen. Actie?

The Young Turks maken een voorbehoud (caveat). Niet alle religieuze instellingen dekken seksueel misbruik toe omdat het de instelling zou beschadigen. Maar voor talloze religieus-fundamentalistische organisaties zien Ana Kasparian en Cenk Uygur dat als waar. De Amerikaanse Taliban. Deze instellingen gebruiken hun godsdienst als excuus of vrijbrief voor slecht gedrag. Da’s niet alleen gericht op buitenstaanders zoals homoseksuelen of vrouwen, maar ook  op gelovigen binnen die religieuze organisaties die in de steek worden gelaten als ze onrecht zoals seksueel misbruik dat zich in die organisatie voordoet aan de orde willen stellen.

Feitelijk gaat het om de verhouding tussen individualisme en groepsbelang. In religieus-fundamentalistische organisaties wijkt het belang van het individu al snel voor het belang van de instelling. Dat gaat boven alles. Zonder intern debat. Die praktijk kan ontaarden in terreur tegen vogelvrije gelovigen. Achterliggende vraag is hoe de overheid hier in kan grijpen. Hoe maakt het de afweging tussen het garanderen van het grondrecht van het individu en de vrijheid van vereniging en het recht op autonomie van religieuze organisaties?

Omdat de grondwet uitgaat van de rechten van individuen ligt voor overheden in landen als Nederland of de VS het primaat bij het waarborgen van de rechten van individuen. Dat beseffen deze overheden. Ze zouden echter nog gerichter dan ze nu doen op kunnen treden om individuen ‘te bevrijden’ die binnen religieus-fundamentalistisch organisaties of pseudo-religieuze sektes gevangen worden gehouden. In Nederland speelde dat afgelopen jaren vooral bij vrouwen die binnen fundamentalistische moslimgroepen gevangen worden gehouden en buitensporig beperkt worden in hun vrijheid. Als akelige vlek op de rechtsstaat.

Turkse internetvrijheid bedreigd door politiek. Teken petitie

ti

Het gaat niet goed met de Turkse democratie. En de grondrechten. Naast een teruglopende economie. Dat vraagt om een petitie. Access Now wijst erop dat deze week het Turkse parlement de toch al strenge internetcensuur wettelijk nog verder wil gaan aanscherpen. Het gaat om amendementen op Wet nr. 5651. Mensenrechten- en belangengroepen maken zich zorgen. Zoals Reporters Without Borders. Het leidt tot minder rechten, meer censuur door de autoriteiten en benadeling van lokale bedrijven. Kortom, tot het einde van het open internet. Alleen president Abdullah Gül heeft de macht om de voorstellen te blokkeren zodat ze geen wetskracht krijgen. Abdullah Gül van wie beweerd wordt dat-ie een sympathisant van Fethullah Gülen is met wie premier Recep Erdogan de confrontatie zoekt. Dat maakt het verzoek aan president Gül extra pikant.

Tekenen van de petitie ‘Tell President Gül: Protect the internet!’ kan hier.

Foto: Schermafbeelding van petitie op Access Now, 4 februari 2014.

Hoge straffen in Turks Ergenekon-proces

In het Ergenekon-proces dat al 5 jaar loopt vallen zware straffen. Onder meer legerleiders zouden de regering Erdogan omver hebben willen werpen. Maar velen betwijfelen dat en zien er een politiek proces in dat dient om de positie van de AK-partij en premier Erdogan te versterken. Onlangs trad-ie met veel geweld, gebruik van traangas en waterkanonnen met chemische middelen op tegen demonstranten. Ze werden opgespoord en vastgezet. In Turkije zorgde dat voor verdere polarisatie. Zo vestigde de premier de aandacht op z’n harde optreden en z’n gebrek aan democratisch besef. Veel Koerdische journalisten zitten in de gevangenis. Een en ander komt Erdogan op kritiek te staan. Het beeld van de strenge, maar rechtvaardige leider ligt aan diggelen.

3457440_3_d8e9_manifestation-en-soutien-des-accuses-au-proces_9e26c14ae2f904be6bb53a04beb8f630

Foto: Turkse vlag.

Facebook ontkent samenwerking met Turkse overheid. Leuk?

13180957.cms

Internetbedrijven als Apple, Facebook, Skype, Yahoo, Microsoft en Google kampen sinds de onthullingen van Edward Snowden over het PRISM-spionageprogramma met een geloofwaardigheidsprobleem. Ze ontkennen de samenwerking met overheden in het doorgeven van persoonsgegevens van gebruikers, maar kunnen de twijfel hierover niet overtuigend wegnemen. Des te meer omdat blijkt dat deze bedrijven in het contact met de overheden een wettelijk verbod opgelegd hebben gekregen om hierover in het openbaar iets te zeggen. Het kenmerk van en voorwaarde voor de controlestaat is de hechte samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid. Silicon Valley levert de techniek, en de Amerikaanse overheid besteedt er miljarden dollars per jaar.

In Turkije vervloekte premier Erdogan tijdens de recente onlusten de sociale media en betichtte ze ervan leugens te verspreiden. De onlusten werden met veel politiegeweld en gebruik van traangas neergeslagen. De Turkse regering dreigde Twitter onlangs met sluiting als het geen gegevens van demonstranten overlegde. Met name over degenen die in tweets Erdogan ‘beledigd’ zouden hebben. Over de reactie van Twitter bestaat onduidelijkheid. Twitter werkt officieel niet aan PRISM-spionageprogramma deel en komt nog het meest geloofwaardig over van de grote techbedrijven. Door de weerstand om met overheden samen te werken.

Facebook heeft een groter geloofwaardigheidsprobleem. In de VS, Europa, Turkije en waar dan ook. Het ontkent met de Turkse overheid samengewerkt te hebben en voelde zich genoodzaakt hierover een verklaring uit te geven. Dit komt nadat de minister van Communicatie Binali Yildrim gisteren verklaarde dat Facebook goed samenwerkt met de regering: ‘Facebook has been working in coordination with the Turkish authorities for a long time. They have a unit in Turkey. We don’t have any problem with them.’  Wat je noemt een doodskus die de Amerikaanse regering in het openbaar nooit zou geven. Facebook probeert nu de publicitaire schade te beperken door samenwerking met de Turkse regering te ontkennen. Maar hiermee lijkt Facebook haar imago van beschermer van de privacy alleen maar verder te beschadigen. Onderhand begrijpt iedere gebruiker dat privacy op het internet dood is, en dat de techbedrijven hierover liegen. Dat is niet leuk.

FB

Foto 1: Facebook

Foto 2: Verklaring van Facebook over de samenwerking met de Turkse regering.