Er waart een spook door de beeldende kunst – het spook van handjeklap, ons-kent-ons en vriendjespolitiek

Er waart een spook door de beeldende kunst – het spook van handjeklap, ons-kent-ons en vriendjespolitiek. Net als bij het Communistische Manifest van Marx en Engels gaat dat over economie en klassenstrijd. Ofwel, over macht en eigendom.

Afgelopen week was er op Facebook een levendige discussie over niet-professionele kunstenaars die in een kunstmuseum worden gepresenteerd. Velen hadden er een gefundeerde mening over. Aanleiding was een expositie van Herman van Veen in Singer Laren. Bijna allen vonden dit een slechte, ongewenste ontwikkeling.

Niet alleen in kunstmusea kan de selectie van kunstenaars worden bepaald door niet-kwalitatieve criteria, maar door handjeklap, ons-kent-ons en vriendjespolitiek. Herman van Veen in Singer Laren, Pieter van Vollenhoven in Museum JAN of toenmalig koningin Beatrix als gastconservator in het Stedelijk Museum.

Er zijn media die hetzelfde doen. Ze ondermijnen daarmee hun legitimiteit om vrij en onverveerd op vriendjespolitiek in de museumsector te reageren. Een hoofdredactie zou dat moeten bewaken en paal en perk stellen aan de nevenactiviteit van individuele redacteuren. Bij de Volkskrant speelt zo’n kwestie met literatuurrecensent Arjan Peters.

Wie regelmatig galeriehouders spreekt weet hoe moeilijk ze het hebben om het hoofd boven water te houden en hoe lastig het voor hen is om kunstjournalisten van belangrijke kranten als NRC, de Volkskrant, Het Parool of Trouw naar hun galerie te halen. Dat geldt ook voor galeries die al vele jaren bezig zijn, deelnemen aan beurzen, met goede kunstenaars werken en spetterende prestaties maken.

Dit beleid van deze zogenaamde kwaliteitsmedia is logisch omdat de ruimte in deze kranten voor galeries nu eenmaal schaars is. Het onderscheidingsvermogen van galeristen is genoeg ontwikkeld om te erkennen dat bij een goede presentatie het gerechtvaardigd is als een collega-galerie media-aandacht krijgt. Zo fair en professioneel zijn galeristen, hoewel jaloezie ingebakken is.

Maar ze zien ook wanneer er sprake is van vriendjespolitiek en de aandacht in de krant totaal niet gerechtvaardigd is. Zo’n voorbeeld van het laatste is een artikel van Arjen Ribbens in NRC over Madé van Krimpen die afgelopen zomer een galerie aan de Prinsengracht in Amsterdam opende. Zij is dochter van oud-museumdirecteur en -galerist Wim van Krimpen.

De noodzaak voor het artikel valt niet te ontdekken. De galerie specialiseert zich in multiples, maar dat doet Harry Ruhé met Galerie A al meer dan 40 jaar. Hij heeft een waardevolle catalogus opgebouwd. Wat heeft Madé van Krimpen bereikt? Dit roept de vraag op waarom zij zo’n prominente plek in NRC krijgt. Notabene een hele pagina in de papieren editie, terwijl normale galeriebesprekingen het doorgaans moeten doen met een klein, afgemeten kader.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelInterview; Nieuwe galerie Multiplemadé richt zich op kunst ‘die geen 10.000 euro kost’’ van Arjen Ribbens in NRC, 9 september 2020.

HNI werpt zich op als coördinator van nieuw designmuseum in Amsterdam. De vlucht vooruit als afleiding van eigen problemen

hni

Het Nieuwe Instituut (HNI) in Rotterdam zoekt als afleiding de vlucht naar voren door verbreding. En het kiezen van een nieuwe naam: ‘Museum voor Architectuur, Design en Digitale cultuur’. De reden hiervoor is het ontbreken van eigen scherpte en diepte. Maar of die schijnbewegingen ook maar iets veranderen is de vraag.

Het museum verkeert in crisis en ligt onder vuur. Het kwam afgelopen jaren negatief in de publiciteit wegens belangenverstrengeling waarbij directeur Guus Beumer betrokken was, wilde op de bovenste twee etages een hotel-restaurant beginnen, had onvoldoende toezicht vanuit de Raad van Toezicht, kreeg een negatief advies van de Raad voor Cultuur en overtrad vele malen de Governance Code Cultuur volgens Cultuur+Ondernemen. Architect Kees van der Hoeven die HNI kritisch volgt wijst onder verwijzing naar een artikel in Pi-interieur opnieuw op belangenverstrengeling en het buiten de regels om direct gunnen van ontwerpopdrachten. Hij concludeert: ‘Hoe lang moeten we dat gehannes in Het Nieuwe Instituut nog verdragen?

Als klap op de vuurpijl was er vandaag een bericht in het cultuurblog van De Volkskrant met de titel ‘HNI wil designmuseum in Amsterdam’. HNI zou in Amsterdam een tijdelijk museum willen openen en daar langdurige bruiklenen van andere musea tonen. Genoemd worden het Textielmuseum in Tilburg, het Stedelijk Museum Den Bosch, het Amsterdam Museum en het Wim Crouwel Instituut. Ook Museum Boijmans van Beuningen, het Groninger Museum en natuurlijk het Stedelijk Museum zou HNI ‘aan zich willen binden’. Maar het is voorbarig nieuws omdat het om verkennende gesprekken gaat en nog niets beklonken is. Dit nieuwe HNI in Amsterdam zou  ‘dienen als een vitrine voor de deelnemende musea’. In hedendaagse termen: een pop-up museum.

Deze vlucht vooruit van het HNI roept vooral wantrouwen op. Hoe kan een museum dat zelfs de eigen zaken overduidelijk niet op orde heeft en hoe dan ook een belast verleden met zich meedraagt zonder een nieuwe start te kunnen of willen maken, negatief advies van de Raad voor Cultuur krijgt en waarvan de directie telkens weer beschuldigd wordt van belangenverstrengeling zich opwerpen als coördinator voor andere musea? Dat is volstrekt ongeloofwaardig. HNI is de laatste die deze taak geloofwaardig op zich kan nemen.

Daarbij komt dat hoofd beleid en actualiteit van HNI Floor van Spaendonck in De Volkskrant een merkwaardige opmerking maakt: ‘Het aanleggen en beheren van een vormgevingsarchief behoort niet tot de opdracht van HNI. Bovendien is er behoefte aan één plek die geheel in het teken staat van design.’ Deze medewerker van HNI -dat zich met een nieuwe naam onder meer ‘Museum voor Design’ noemt- zegt dat design bij HNI niet in optimale handen is. Maar er een museum moet komen dat uitsluitend aan design gewijd is. Dat ondermijnt de bestaansreden van HNI dat in Rotterdam drie deelcollecties (Architectuur, Design, Digitale cultuur) huisvest.

Wat musea als Boijmans of het Stedelijk -die HNI ‘aan zich wil binden’- aan moeten met de schijnbewegingen van HNI die bedoeld zijn als afleiding van de eigen problemen en voor het profijtelijk aanboren van nieuwe geldstromen is de vraag. Proefballonnetjes zijn leuk en het is nog leuker als een krant als De Volkskrant zich ertoe leent om ze zonder enige kritische noot op te laten. Maar de Nederlandse museumsector heeft er niets aan. HNI kan als het zichzelf serieus zou nemen nu al prachtige tentoonstellingen over design maken, en bruiklenen bij genoemde musea aanvragen. Zonder zalen leeg te hoeven laten staan. Maar dat laat het na. De vlucht vooruit in de breedte is een brevet van onvermogen van HNI. Hoelang gaat deze doodstrijd nog duren?

Foto: Onlangs gerenoveerd kantoor van HNI, zoals beschreven in artikel in Pi-interieur, november 2016.

Leugens van DENK. Liegen tegen beter weten in om op te vallen

De politieke logica die Donald Trump leert is dat het er niet toe doet of de feiten kloppen. Trump kwam tot nu toe weg met zijn leugens, maar omdat hij hiermee een kleine meerderheid van de Amerikanen voorgoed tegen zich in het harnas heeft gejaagd is zijn positie hopeloos geworden. En dat nog wel tegen die andere kandidaat Hillary Clinton die ook historisch lage favorability ratings heeft door haar gelieg en gedraai. Een mooi stel die Trump en Clinton. Liegen kan een tactiek zijn die werkt als een deel van het publiek de leugen weliswaar doorziet, maar toch zegt ‘hij durft wel’ en ‘zo had ik het ook willen zeggen’ en het de leugenaar gunt.

Het kwartet van DENK is ook een mooi stel en liegt en schmiert in een parodie op amateurtoneel er op los hoewel het kan weten dat het eigen script gebaseerd is op leugens. NRC weerlegt met gemak de vier ‘leugens’ die DENK de NRC aanwrijft. Verschil met Trump is dat DENK geen meerderheid achter zich hoeft te krijgen. Het liegt erop los om aandacht te trekken en zich te onderscheiden. Met een paar kamerzetels is het tevreden.

DENK introduceert een nieuwe manier van politiek bedrijven. Het liegt en is berekenend genoeg om te weten dat wij weten dat het liegt. Daartoe valt het zelfs ‘de media’ aan. Immers ook vermeende leugenaars die altijd aan de kant van de gevestigde macht staan en dus geen haartje beter zijn dan de leugenaars van DENK. Met twee van de PvdA ‘gestolen’ kamerzetels moet DENK zich nog in die macht invechten. DENK denkt niets te verliezen en alles te winnen te hebben. Alle middelen zijn geoorloofd. Het lijkt erop dat het hoopt door het liegen tot in het absurde door te voeren genoeg publiciteit te krijgen om tot de macht toe te treden. Wat het er vervolgens mee aan moet is bijzaak. Evenals de overweging of het ooit nog serieus genomen wordt.

DENK-kamerlid Öztürk in opspraak wegens vastgoedtransacties

Het is een publiek geheim dat het door dubieus financieel handelen in opspraak geraakte ex-PvdA-kamerlid Selçuk Öztürk die in november 2014 uit de PvdA stapte een onbeholpen en ronduit dom persoon is. Een reconstructie uit 2014 van het AD hoe Öztürk en Tunahan Kuzu ondanks waarschuwingen in 2012 toch op de kandidatenlijst van de PvdA kwamen maakt inzichtelijk dat Öztürk geen sociaal-democraat was, maar een conservatieve Turkse nationalist met een kort lontje. NRC reconstrueert in een artikel hoe Öztürk voordat hij in 2012 kamerlid werd in Roermond panden opkocht en er winst mee maakte. Met hem is ook de beweging DENK in opspraak geraakt. Of hij integer handelde wordt nu onderzocht. Selçuk Öztürk heeft de schijn tegen.

Wat leert de affaire Öztürk? Is dit het einde van de bescheiden opmars van DENK die begon met het toetreden van Sylvana Simons op 18 mei? DENK probeerde afgelopen dagen de te verwachten publicitaire schade voor Öztürk te counteren met een filmpje dat op sociale media werd geplaatst en de media aanviel. Inclusief NRC die vandaag de financiële handel van Öztürk onthulde. Hoewel de gevestigde media kritiek verdienen omdat ze vaak te dicht tegen de gevestigde macht aanleunen en fundamentele maatschappijkritiek inslikken sloeg het filmpje de plank mis doordat het alle media over een kam scheerde. De waarheid die DENK suggereert te geven is geen haar beter dan de waarheid die establishment media niet zouden geven. DENK heeft door eigen prestaties weinig recht van spreken. Onder relativering van het bestaan van ‘de waarheid’ is DENK een beweging die ontregelt, kritiseert en belooft, zoals Geert Wilders, president Putin of Donald Trump ook doen.

De strategie van DENK is het mobiliseren van ontevredenen die zich niet bij de anti-establishment partijen PVV of SP thuisvoelen. Dat kan succesvol zijn en in maart 2017 bij de landelijke verkiezingen tot winst leiden. Wat Nederland echter heeft te winnen bij een kamerlidschap van Selçuk Öztürk is de vraag die vandaag alleen nog maar actueler is geworden. Ook DENK verdient integriteit en kwaliteit om de doelgroep van etnische minderheden waarvoor het zegt op te komen te kunnen bedienen. Het valt te betwijfelen of Öztürk daarbij een positieve rol kan spelen. Hopelijk komt hij zelf tot dit inzicht om verdere schade voor DENK te voorkomen.

Positie Guus Beumer onhoudbaar door onthullingen NRC. Wat was het toezicht waard?

k1

Het is niet langer de vraag of de directeur van Het Nieuwe Instituut (HNI) Guus Beumer aanblijft –zijn Waterloo vindt-, maar wanneer hij door de Raad van Toezicht (RvT) de laan wordt uitgestuurd. In augustus stelde de RvT een onderzoekscommissie in die moet nagaan of het zelf de Governance Code Cultuur correct toegepast had en als toezichthouder alert genoeg was op belangenverstrengeling. Consequentie van het onderzoek kan zijn dat ook de RvT het veld moet ruimen wegens disfunctioneren. En door minister Bussemaker gevraagd wordt schoon schip te maken voor een nieuwe start van allen. Half augustus deed zij in antwoord op een brief van Kees van der Hoeven nog net alsof alles het toezicht voorbeeldig is geweest. Zelfs ‘uiterst zorgvuldig’.

Aanleiding voor het onderzoek was de belangenverstrengeling tussen Beumer en zijn partner Herman Verkerk dat door de architect Kees van der Hoeven op zijn weblog De BOX eind juli in de openbaarheid werd gebracht. Op 1 augustus besteedde dit blog er met een posting aandacht aan. Dankzij Van der Hoeven werd het niet meer stil in de media. Gisteren verscheen in NRC een artikel van Joep Dohmen dat een reconstructie geeft van Beumers dubbelrol als ontvanger en bemiddelaar van kunstsubsidies. Net als bij de kwestie HNI-Herman Verkerk werpt dit uiteindelijk de vraag op hoe het is het gesteld met het toezicht in de kunstsector. Hebben het Mondriaan Fonds en de Stichting BkVB die in 2012 zijn opgegaan in het Mondriaan Fonds zitten slapen?

Van der Hoeven merkt op dat dit niet zonder gevolgen kan blijven: ‘Los van mogelijk vervolgonderzoek heeft Beumer nog wel het een en ander uit te leggen, de onthullende feiten uit het onderzoek van Joep Dohmen kunnen wat ons betreft niet zonder gevolgen blijven.’ Maar wat moeten en vooral: kunnen de gevolgen zijn in een kunstsector die niet bekend staat om de kwaliteit van bestuur. Ook nog eens extra inlevingsvermogen en verbeelding vraagt, maar uiteindelijk weinig sexy is en kracht mist om de beste bestuurders aan te trekken.

Het lijkt een vicieuze cirkel van een kunstsector waarvan de politiek sinds 2010 geestelijk de handen heeft afgetrokken en waarin bovengemiddeld is bezuinigd en het vlees onderhand van de botten is verdwenen. Op enkele topinstituten na die door de overheid uit de wind worden gehouden. Daarbij gaat het ook bij de leden van een RvT om onbezoldigde functies waardoor een normale arbeidsverhouding ontbreekt en het risico van vrijblijvendheid ontstaat. Het kwalijkste is dat in een krimpende subsidiemarkt waarin instellingen moesten sluiten of al enkele jaren met noodmaatregelen tegen het faillissement vechten zo met geld is gesmeten. Dat valt Guus Beumer die nu verdacht worden financieel te hebben geprofiteerd door het omzeilen van regels kwalijk te nemen. Over de toezichthouders die achteraf zeggen niet te hebben geweten wat ze hadden moeten weten rest ongeloof en medelijden. In het toezicht in de kunstsector moet een inhaalslag gemaakt worden.

k2

Foto’s: Tweets van Kees van der Hoeven, 11 september 2015. Zie hier voor bijlagen in NRCQ

RvT van Het Nieuwe Instituut stelt onderzoekscommissie in vanwege publieke discussie

rvt

Naar aanleiding van de publieke discussie -zo zegt het- komt de Raad van Toezicht (RvT) van Het Nieuwe Instituut (HNI) vandaag met bovengenoemde persverklaring. De RvT vraagt zich af of het correct gehandeld heeft in de opstelling om de opdracht van Herman Verkerk (EventArchitectuur) voor HNI goed te keuren. Verkerk is de levenspartner van HNI-directeur Guus Beumer. De RvT zegt behoefte te hebben aan toetsing van het eerder ingenomen standpunt, en aan duidelijkheid over de Governance Code Cultuur.

Stichting Cultuur+Ondernemen die deze Code ontwikkeld heeft is bereid gevonden om de leiding te nemen bij het samenstellen van een onafhankelijke commissie die gaat bekijken of de opdrachtverlening aan Herman Verkerk en aan RvT-lid José Theunissen voor de tentoonstelling Tijdelijk Modemuseum terecht was. Verder is het de opzet dat de commissie bekijkt of de RvT de regels van goed bestuur correct heeft toegepast en kan het aanbevelingen doen om de werkwijze bij HNI voor de toekomst te verbeteren.

Hoewel de RvT en HNI zeggen van mening te zijn dat ze in de kwestie Verkerk correct gehandeld hebben, staat de RvT toch een onderzoek toe. Als reden ervoor wordt de publieke discussie aangevoerd. Dit oogt dubbelzinnig, want het is van tweeën een. Of er is niets aan de hand en er hoeft geen onderzoek door een onafhankelijke commissie naar de gang van zaken ingesteld te worden. Dan kan volstaan worden met een persverklaring of een interview in de media. Of er is wel iets misgelopen dat zo’n onderzoek rechtvaardigt.

De RvT beroept zich nu op onduidelijkheid over de toepassing van de Governance Code Cultuur. Het is op z’n minst merkwaardig te noemen dat het een functionerende RvT met een ervaren bestuursvoorzitter als Koos van der Steenhoven blijkbaar niet duidelijk zou zijn geweest wat de grenzen aan de Governance Code Cultuur zijn. Deze kritiek van de RvT is des te opvallender omdat de opstellers van deze Code, te weten de Stichting Cultuur+Ondernemen gevraagd is om mee te werken aan het samenstellen van de onafhankelijke commissie. Indirect wordt Stichting Cultuur+Ondernemen zo gevraagd de eigen Governance Code Cultuur te toetsen.

Foto: Persverklaring Raad van Toezicht van Het Nieuwe Instituut, 19 augustus 2015.

Nemen Bussemaker en de RvT van het Nieuwe Instituut het toezicht serieus?

1231084_559415037446137_595489219_n

Gisteren schreef ik in een update in de kwestie van belangenverstrengeling van Het Nieuwe Instituut/ Guus Beumer: ‘Minister Jet Bussemaker antwoordt in een brief Kees van der Hoeven en neemt het op voor de RvT en voorzitter Koos van der Steenhoven. De RvT zou volgens Bussemaker correct gehandeld hebben en de code voor goed bestuur gevolgd hebben. Zodat er geen enkel geval van belangenverstrengeling is, of daar in de afgelopen jaren sprake van is geweest. Van der Hoeven betwijfelt dat en vraagt zich af of Bussemaker haar antwoord wel onafhankelijk van de RvT heeft geformuleerd. Ofwel, is het antwoord van Bussemaker wel onpartijdig? Er ontstaat bestuurlijk zo een nieuw probleem met politieke dimensies in dit dossier: het ministerie baseert zich op Van der Steenhoven die tegelijk bron van informatie en onderwerp van kritiek is.’ 

Freek Ingen Housz wordt genoemd als contactpersoon in de brief van Bussemaker. Uit z’n LinkedIn-profiel blijkt dat hij bij OCW een hogere beleidsadviseur (augustus 2002 – november 2011) was toen Van der Steenhoven daar secretaris-generaal was (september 2003 – oktober 2010). Nu moet Ingen Housz zijn oude baas objectief beoordelen. Lukt dat? In dit dossier lopen allerlei belangen, loyaliteiten en netwerken door elkaar heen. Met de vervolgvraag: is Koos van der Steenhoven de geschikte persoon om toezicht te houden?

De belangenverstrengeling van Guus Beumer die z’n levenspartner Herman Verkerk 29 opdrachten gunde is door publicaties in de media onderhand goed zichtbaar geworden, maar de belangenverstrengeling tussen Freek Ingen Housz en Koos van der Steenhoven of tussen laatstgenoemde en minister Bussemaker onttrok zich tot nu toe aan de kritiek. Dat verandert. Hoogleraar goed bestuur Mijntje Lückerath zegt vandaag in De Volkskrant in een artikel met de titel ‘Toezichthouder Het Nieuwe Instituut zit fout’ over de toestemming van de RvT over Verbeek: ‘Ja, zij hebben een inschattingsfout gemaakt.’ De NRC gaat in een commentaar minder ver dan Lückerath: ‘Deze achteloze afweer van zowel de RvT van Het Nieuwe Instituut als de minister is behalve onfatsoenlijk jegens de belastingbetaler ook schadelijk voor de hele culturele sector.

Bussemaker oordeelde in haar brief aan Kees van der Hoeven dat de RvT ‘uiterst zorgvuldig’ is geweest, maar de vraag rijst of Bussemaker en haar ambtenaren wel objectief genoeg zijn om dat oordeel te kunnen geven. Bussemakers brief is geen weerlegging van de kritische vragen van Van der Hoeven, maar door de poging tot gladstrijken van iets dat niet gladgestreken kan worden juist een bevestiging van de belangenverstrengeling. Loopt dat via Koos van der Steenhoven en de RvT rechtstreeks tot in de kantoren van OCW waar het onder elkaar geregeld wordt? Dat vraagt om kamervragen over de opstelling van Bussemaker en haar ambtenaren in deze kwestie. De geloofwaardigheid van de minister en de RvT van Het Nieuwe Instituut staan ter discussie.

Foto: Minister Jet Bussemaker, 2013.

In Bloemendaal annexeert oud-voorzitter Rotary illegaal deel gemeentepark

In Bloemendaal kan de bezitter van Villa Meerzicht illegaal 770 vierkante meter van gemeentepark Brederode stiekum annexeren -inclusief twee lantaarnpalen en een garage- en met een afgezet hel een half jaar in bezit nemen zonder dat de gemeente dit weet. Zo zegt waarnemend burgemeester Aaltje Emmens volgens RTV NH.

Het valt nauwelijks te geloven. Van tweeën een: of de gemeente stond dit oogluikend toe of de gemeente is niet op de hoogte van wat er in de eigen gemeente speelt. Hoe dan ook een brevet van onvermogen voor het gemeentebestuur van Bloemendaal. Volgens het Haarlems Dagblad is de villabezitter de oud-voorzitter van Rotary Bloemendaal. Zijn naam is Theo Spanjaart. Na alle publiciteit heeft de gemeente inmiddels ingegrepen.

Rotterdamse klokkenluider ontslagen vanwege belang PvdA

Afgelopen dagen haalde Rotterdam volop het nieuws. Met als verbindende factor integratie en islam. Leerlingen van de islamitische Ibn Ghaldounschool stonden terecht voor diefstal van examenopgaven. En indirect raakt de voorlopige vrijlating van de moordenaar van Pim Fortuyn Volkert van der Graaf aan Rotterdam. Hij heeft er dan tweederde van z’n straf opzitten en wordt voorwaardelijk in vrijheid gesteld.

Het filmpje leert dat PvdA-Feijenoord worstelt met de Turks-Nederlandse PvdA’er Seyit Yeyden die de partij niet in de hand heeft. En in de hand wenst te krijgen. Een geval van cliëntelisme en intimidatie waar de PvdA de vinger niet achter krijgt.De PvdA die het volgens onderzoek van Joop Smits electoraal moet hebben van niet-westerse allochtonen. In de PvdA heerst spanning tussen de ethiek die partijvoorzitter Spekman en het disciplinerende Lokaal Bestuur voorstaan en het opportunisme van een goede uitslag om de machtsbasis, inclusief functies in het openbaar bestuur te behouden. Als compromis rest de beperking van de schade:

sy

In Rotterdam zit de rot in het bestuur diep zoals de kwestie van de moskee-internaten en het ontslag door de gemeente van de ambtenaar duidelijk maakt. Deze klokkenluider probeerde eerst het onrecht intern aan te kaarten en stapte toen-ie niet gehoord werd naar de NRC. De krant meldt dat handhaven niet wenselijk was en de klokkenluider in een vergadering verteld werd dat ‘optreden tegen de moskee-internaten het PvdA-bestuur van de deelgemeente Feijenoord ‘stemmen’ zou kosten‘. De ontslagen ambtenaar heeft zich bekend gemaakt en is naar de bestuursrechter gestapt om in een kort geding z’n strafontslag terug te draaien. Dat deze bouwinspecteur van wie iedereen erkent dat zijn motieven oprecht zijn werd ontslagen door Rotterdam omdat-ie een gevaarlijke situatie aankaartte is een zware sanctie. Dat ingaat tegen het partijbelang van de PvdA Rotterdam. De PvdA geeft Rotterdammers ongewild een reden om niet op deze partij te stemmen.

Foto: Schermafbeelding verklaring Seyit Yeyden (PvdA Feijenoord), 30 januari 2014.

PvdA Feijenoord zet bekritiseerde Yeyden op kieslijst. Waarom?

Eind juni 2013 verscheen een kritisch rapport van het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten over de gang van zaken in de Rotterdamse deelgemeente Feijenoord. Uit onderzoek was gebleken dat vriendjespolitiek en machtsbederf bij de bestuurders van de deelgemeente een rol speelden. Daarop stapte op 1 juli het dagelijks bestuur op. Waaronder Seyit Yeyden. Met mij vroegen velen zich toen af waarom de leiding van de PvdA niet harder ingreep. Dat gebeurde halfslachtig, maar wordt door de kandidaatstellingscommissie nu teruggedraaid. Seyit Yeyden zegt dat ‘enkele prominenten binnen de partij hebben hem gevraagd voor de lijst‘. Daarmee worden de conclusies van het BING-rapport ontkracht en genegeerd. Welke prominenten hebben Yeyden voor de kieslijst gevraagd? Op 18 december wordt de kandidatenlijst definitief vastgesteld.

fey

Foto: Schermafbeelding van conceptkandidatenlijst PvdA Feijenoord, 20 november 2013.