Bewijzen stapelen zich op dat de Armeense genocide van 1915 van bovenaf werd georkestreerd. Dus door de leiders van het Ottomaanse Rijk. Dat bestond tot 1923 toen het nieuwe Turkije bij de Vrede van Lausanne de huidige grenzen kreeg. Filmmateriaal is ondersteunend bewijs. Opeenvolgende Turkse regeringen ontkennen de planning van de uitroeiing van Christenen en Armeniërs, inclusief islamitische Armeniërs. Dat heeft alles te maken met nationalisme en het principe van één land, één volk dat met terugwerkende kracht legitimiteit aan het hedendaagse Turkije zou geven. Want als het ontstaan uit het Ottomaanse Rijk belast is, dan slaat dat terug op de legitimiteit van het huidige Turkije. Turkse regeringen ontkennen niet het drama, de pogroms en moordpartijen, maar wel de welbewuste planning en etnische zuivering als een staatszaak van hogerhand.
Het wachten was op een ‘smoking gun’ van de volkerenmoord op de meer dan 1 miljoen Armeniërs om de tegenkantingen van de Turkse regeringen definitief te weerleggen. Volgens een artikel in The New York Times lijkt dat nu gevonden te zijn door de uitgeweken Turkse historicus en socioloog dr. Taner Akçam die aan het Strassler Center for Holocaust and Genocide Studies van de Clark University in Worcester, Massachusetts onderzoek doet naar de Armeense genocide. Het bewijs is een origineel telegram dat de medeplichtigheid van de Ottomaanse autoriteiten in de volkerenmoord bevestigt. Akçam heeft het opgedoken in een archief van het Armeense Patriarchaat van Jeruzalem. Doordat de originele documenten van de naoorlogse militaire tribunalen die de planners van de volkerenmoord hadden veroordeeld -nadien- nergens meer te vinden waren, konden Turkse regeringen de planning van de volkerenmoord ontkennen. Dr. Akçam noemt de vondst een aardbeving in zijn vakgebied. Hij hoopt dat het de laatste steen in de muur van de genocide-ontkenners verwijdert.