In het commentaar ‘Wilders doet er nog een schepje bovenop: ‘Verbied de islam en diens uitingen!’’ voor DDS doet Tim Engelbart er zelf ook een behoorlijk schepje bovenop. Het past in het patroon van DDS om van paard te wisselen en de PVV in te wisselen voor het sexyer Forum voor Democratie (FvD) van Thierry Baudet. Zoals voorheen Wilders en de PVV de hemel in werden geschreven gebeurt dat nu met FvD. Paradox is dat Wilders minder ongelijk heeft dan het lijkt, maar hij door zijn ondoelmatigheid en radicalisme het omgekeerde bereikt van wat hij nastreeft. Gesteld dat dat wat anders is dan het handhaven van zijn eigen positie. Mijn reactie:
Wat Geert Wilders er allemaal aan vastknoopt is een onderwerp op zichzelf. Maar zijn standpunt dat de islam ‘een extremistische politieke ideologie’ is wijkt in de kern niet principieel af van wat de onlangs overleden protestante theoloog Harry Kuitert zei: ‘religie is een potentieel gevaarlijke ideologie’. Kuitert had het overigens over alle religies.
Wat Nederland nodig heeft is een breed maatschappelijk debat over de rol van religie. Met vragen als ‘wat is religie?’, ‘wat wil religie bereiken?’, ‘wat is de rol van religie in het onderwijs?’ en ‘wat is het maatschappelijk nut van religie?’.
Zo’n debat zou twee vliegen in één klap slaan. Het geeft antwoord op de vraag die Wilders over de islam stelt, maar die hij door het naar zich toe te trekken zo geïsoleerd en gepolitiseerd heeft dat hij feitelijk het debat erover mee blokkeert. En het doet aan achterstallig onderhoud dat door de sleutelpositie van de drie christelijke partijen SGP, CU en CDA en de maatschappelijke positie van het christelijk middenveld jaar op jaar uitgesteld wordt.
Het falen van de Nederlands partijpolitiek is dat vrijzinnige partijen als de VVD, D66, PvdA, GroenLinks, SP en PVV met een grote meerderheid in de Tweede Kamer van 109 van de 150 zetels zich laten verdelen. En elkaar niet weten te vinden. Maar de patstelling zoals die tussen confessionelen en ‘links’ (liberalen en socialisten) in de jaren ’20 van de vorige eeuw bestond en uitmondde in de gelijkstelling van openbaar en bijzonder (dus: religieus) onderwijs is allang voorbij. De christelijke politiek heeft nauwelijks nog een machtsbasis. Het lijkt alsof dat besef nog nauwelijks tot het Binnenhof is doorgedrongen.
Hoewel christelijke politieke partijen en organisaties niet als doelstelling hebben om de islam of islamitische organisaties te verdedigen doen ze dat wel omdat de islam hun uiterste verdedigingswal is. Door op te komen voor de islam komen christelijke organisaties op voor zichzelf. Of liever gezegd, hopen ze ermee de afbraak van hun traditionele voorkeurspositie te vertragen. Dat die pragmatische opstelling van de confessionelen soms zelfs samengaat met een afkeer van de islam maakt het er extra schijnheilig op. Dat is het duidelijkst in de SGP.
Nederland is qua bevolkingssamenstelling een land met een kleine meerderheid van iets meer dan 50% die zich niet laat inspireren door religie. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS. De verschillende religies vormen minderheden. Bijvoorbeeld, rooms-katholieken 23% en islam 4-5%. De verwachting is overigens dat de groei van de islam stabiliseert en rond genoemd percentage zal blijven schommelen. Een en ander rechtvaardigt in politiek noch in samenleving een sleutelpositie voor religie en religieuze organisaties.
Nederland zou tot beter besef moeten komen over haar zelfbeeld. Merkwaardigerwijze zouden twee ontwikkelingen ermee samengebracht kunnen worden en elkaar versterken. Als onderdeel van de blauwdruk voor de toekomst van Nederland waar zo’n behoefte aan is.
1. Nederland is een seculiere samenleving wat inhoudt dat alle religies en levensovertuigingen volgens de wet en met de garantie van de overheid op gelijke mate worden behandeld. In praktijk betekent dit dat de nu bestaande voorkeurspositie van christelijke organisaties en instellingen niet langer wordt gesteund en gefaciliteerd door de overheid. Niet formeel en niet informeel.
2. Nederland is een immigratieland dat migranten opneemt. Dat betekent dat het een immigratiepolitiek moet ontwikkelen die inhoudt dat het enkel en alleen zelf bepaalt welke soort migranten het opneemt en welke eisen aan hen gesteld worden. Daarnaast kunnen om humanitaire redenen vluchtelingen uit oorlogsgebieden binnengelaten worden volgens de kenmerken van het Vluchtelingengedrag van 1951. Dat houdt overigens in dat vluchtelingen niet zelf bepalen naar welk land ze reizen. Het zijn enkel en alleen de opnemende landen die daarover beslissen.
Geert Wilders is een gevangene van zijn eigen opstelling geworden. Door druk te zetten op het onderwerp islam duwt hij het in de praktische politiek een andere kant uit dan hij bedoelt. De paradox is dat als Wilders en de PVV de politiek zouden verlaten dit onderwerp naar verwachting hoger op de agenda zou komen te staan. De PVV blokkeert het overleg tussen de vrijzinnige partijen om de voorkeurspositie van het christendom terug te brengen tot een eerlijk deel waar het recht op heeft. En omdat via de genoemde omweg christelijke organisaties de islam in bescherming nemen om zichzelf te dienen neemt Geert Wilders via een omweg de islam in bescherming.
Foto: Schermafbeelding van deel commentaar ‘Wilders doet er nog een schepje bovenop: ‘Verbied de islam en diens uitingen!’’’ voor DDS door Tim Engelbart, 16 september 2017.