Antwoord aan Marijn Kruk: De populistische revolte is niet geluwd

Schermafbeelding van columnDe revolte is geluwd maar niet verdwenen’ van Marijn Kruk in NRC, 4 augustus 2021.

In zijn column van 4 augustus 2021 in NRC schrijft Marijn Kruk over de golf van populisme die sinds 2018 over de wereld spoelt. Kruk ziet het als een hobbel in de weg. Hij beantwoordt de vraag negatief of door de revolte de liberale democratie werkelijk in existentieel gevaar verkeerde.

Het is opvallend dat hij in de verleden tijd praat. Alsof de bedreiging van het populisme definitief voorbij zou zijn. Kruk ziet het als een fenomeen dat over zijn hoogtepunt heen is. Maar dat is deels een voorbarige conclusie omdat we er nog middenin zitten en deels een onjuiste conclusie omdat in enkele landen de nationaal-populistische revolte al succesvol heeft plaatsgevonden.

Armed demonstrators protest outside of the Michigan state capital building on Sunday in Lansing, Michigan. Mei, 2020, Scott Olson/Getty Images

Ik ben het oneens met Kruk inschatting dat het populisme slechts een tijdelijke hobbel in de weg was. Ik heb er twee bezwaren tegen. Dat begint al met zijn analyse waarin hij allerlei soorten populisten op een hoop veegt. Maar het is twijfelachtig om te denken dat Donald Trump, Boris Johnson, Viktor Orbán, Matteo Salvini, Narendra Modi, Jair Bolsonaro en Thierry Baudet dezelfde strategie volgen. Dat Kruk de romantisch-nationalistische populist Vladimir Poetin niet in zijn analyse betrekt is jammer. Ook de Chinese leider Xi Jinping die alle macht naar zich toetrekt kan niet ontbreken in een column over nationaal-populisme.

Baudet is een slechte politicus die het ontbreekt aan de vaardigheden, de kennis en het gevoel die passen bij het handwerk van de politicus. Hij zal het vak waarschijnlijk nooit onder de knie krijgen en daarom altijd een mislukte politicus blijven. Hij is de clown door wie critici zich op het verkeerde been laten zetten. Maar Baudet is niet representatief voor de broederschap van nationaal-populisten. In dit gezelschap is hij de schertsfiguur die afleidt en ons het zicht ontneemt op de echte bedreigingen van de liberale democratie.

Viktor Orbán is daarentegen een vaardige politicus die zonder aantoonbare schokken beetje bij beetje de Hongaarse democratie heeft afgebroken zonder dat er iets tegen te doen was. Donald Trump mist het geduld en het inzicht van Orbán, maar legt op een religieuze wijze zijn wil op aan de Republikeinse partij. Salvini en Modri spreken blijvend grote minderheden van hun land sterk aan, terwijl Bolsonaro en Johnson als eendagsvliegen van incident naar incident hollen.

Een ander misverstand dat de column van Kruk oproept is dat hij de geslaagde greep naar de macht van Orbán, Modi, Poetin en Jinping verregaand relativeert omdat die voorbeelden blijkbaar niet passen in zijn stellingname dat het populisme niet meer dan een hobbel in de weg is. Maar de nationaal-populistische revolte is in die landen niet geluwd, maar heeft al succesvol plaatsgevonden.

Men kan toch nauwelijks beweren dat de democratie in landen als Hongarije, India, de Russische Federatie en China er de laatste jaren op vooruit is gegaan? In die landen verkeert de democratie niet alleen in existentieel gevaar, maar is tot op het bot uitgekleed. Kijk hoe in die landen de afgelopen jaren de mensenrechten en de positie van rechters, media en de politieke oppositie door toedoen van de autoritaire, populistische leiders zijn verminderd.

Kruk slaat ook de plank mis als hij meent dat de niet-geslaagde greep naar de macht van iemand als Trump te wijten valt aan diens incompetentie. Waar hij dat op baseert is onduidelijk. Het is gevaarlijk om over een ontwikkeling die nog niet is afgerond te zeggen dat we er schouderophalend aan voorbij zijn gegaan. Dit tegendeel van alarmisme is onverantwoordelijk.

Zo’n badinerende houding nam ook Hans Maarten van den Brink aan die op 7 januari 2021 in een opinie-artikel in NRC stelde dat de bestorming van het Capitool op 6 januari niet viel te omschrijven als een staatsgreep, maar als een parodie daarop. Ik heb geen goed woord over voor zo’n lichtzinnige houding en ook over het feit dat Van den Brink in NRC nog steeds geen uitleg heeft gegeven over zijn foute inschatting. Hoe meer informatie over de opstand naar buiten komt, hoe duidelijker wordt dat op 6 januari 2021 en in de maanden daarvoor Trump serieus en doelgericht bezig was een staatsgreep te plegen.

Het is de vraag hoe het feit dat het Trump op een haartje na niet lukte om de Amerikaanse democratie omver te werpen en zo een verlies aan de stembus om te buigen in winst moet worden begrepen. Viel dat te wijten aan zijn incompetentie of te danken aan de competentie van degenen die zich tegen zijn greep naar de macht verzetten? Denk hierbij aan de hoogste militairen onder wie bevelhebbend generaal Mark Milley en de top van het ministerie van Justitie die Trump telkens de voet dwars zetten en de Democratische partij die zich al begin 2020 in het geheim voorbereidde op scenario’s van Trump om met illegale middelen de macht te grijpen. De instituties bleken net sterk genoeg om Trumps greep naar de macht te weerstaan. Iemand die zover komt en bijna succesvol is kan nauwelijks incompetent worden genoemd. Wat als hij het nogmaals probeert nu hij weet hoe hij de tegenstand moet omzeilen?

Kruk waarschuwt dat de nationaal-populistische revolte niet is verdwenen, maar geeft de stand van zaken anno 2021 onvolledig weer. Het nationaal-populisme is succesvoller dan hij suggereert. Het is belangrijk om het globalisme en de factoren die tot het populisme leiden serieus te nemen. Dat gebeurt tot nu toe onvoldoende. Daar zal niemand tegen zijn. Kruk is onnauwkeurig door zijn analyse te situeren in een verleden dat nog niet voorbij is. Het nationaal-populisme is te gevaarlijk om erop te zinspelen dat het ergste voorbij is. Hiermee strooit Kruk zichzelf en zijn lezers zand in de ogen. Het nationaal-populisme is springlevend. Dat moet de waarschuwing zijn.

Hypocrisie is dat de EU Hongarije aanpakt, maar niet China en de Russische Federatie

Schermafbeelding van deel artikel ‘’t Is de hypocrisie, stupid!’ van Steven Van Hecke in De Tijd, 25 juni 2021.

Prachtig commentaar van Steven Van Hecke op de Vlaamse zakensite De Tijd over de hypocrisie van premier Orbán, degenen die hem subsidies geven, de Europese Commissie, de sportwereld en de critici die ontkennen dat sport en politiek nauw verbonden zijn. Iedereen heeft boter op het hoofd. Aanleiding zijn de anti-homowetten in Hongarije. Maar hij mist een ander soort hypocrisie.

Denk eens aan de aanleg van de Russische gaspijplijn Nord Stream II en de samenwerking met China waar de EU zich niet tegen verzet of zelfs maar een beleid voor ontwikkelt om de EU minder afhankelijk te maken. Dat beleid is er deels wel, maar wordt door de regeringsleiders niet nagevolgd. Dat maakt de EU afhankelijker dan nodig is van beide autoritaire staten.

In beide landen worden de mensenrechten in veel grotere mate geschonden dan in Hongarije. Uiteraard is dat land lid van de EU en zou daarom de Europese waarden hoog moeten houden, maar vooral China vertrapt in Hong Kong, Tibet en Xinjiang op industriële schaal de mensenrechten dan premier Orbán in Hongarije zich maar wensen zou.

Het fel reageren op Hongarije en niet op China is de echte hypocrisie van de Europese regeringsleiders. Ze geven de indruk dat ze alleen reageren als het economisch weinig pijn doet en weinig kost. Handel en winsten bepalen op voorhand de uitkomst van het protest, niet de mate van schending van de mensenrechten.

Uiteraard is premier Orbán een opportunistische boef die niets in de EU te zoeken heeft, maar de Chinese en Russische leiders zijn veel grotere criminelen die hun bevolking onderdrukken en er mee wegkomen vanwege hun machtspositie.

En met die landen hebben de EU-lidstaten hechte economische banden. Het protest tegen Orbán is gerechtvaardigd, maar ook potsierlijk omdat toch het idee bestaat dat hij als kleine kruimeldief ferm wordt aangepakt, terwijl de grote criminelen China en de Russische Federatie buiten schot blijven. Als olifanten in de kamer.

Zo wordt premier Orbán het symbool van een actie van daadkracht zodat het grote onrecht van de belangrijke handelspartners China en de Russische Federatie ongestraft kan blijven. Dat is de echte hypocrisie van de regeringsleiders van de EU.

Oostenrijkse coalitie met Groenen biedt de conservatieve ÖVP de mogelijkheid om te vechten voor het goede gevecht

Zoals verwacht komt er in Oostenrijk een coalitieregering van rechts met links. Van de conservatieve Oostenrijkse Volkspartij ÖVP met de progressieve Die Grünen. Deze partijen hebben samen 97 van de 183 zetels in het lagerhuis, de Nationalrat. Bondspresident Alexander Van der Bellen is lid van De Groenen.

De ideologie van de ÖVP wordt afwisselend omschreven als christen-democratisch, liberaal, conservatief of zelfs als een soort sociaal-democratie vanwege de economische interventie van de regering. Deze ‘zwart-groene’ coalitie wordt als voorbeeld gesteld voor regeringen in andere landen. Zoals Duitsland waar de CDU/CSU en Die Grünen op elkaar aangewezen lijken te worden door de implosie en radicalisering van de SPD en in Nederland waar GroenLinks al enkele jaren naar het centrum beweegt en aansluiting zoekt bij Rutte III. Hoewel de in de tijd en mentaliteit terugtrekkende bewegingen van het CDA en de VVD op het stikstofdossier het erg lastig maakt om een realistische politiek te voeren. De paradox is dat het op dit moment niet de linkse partijen, maar gematigd rechtse partijen zijn die zich op het klimaatdossier onrealistisch opstellen. Hoe dan ook geeft het Oostenrijkse voorbeeld focus en inspiratie voor politieke partijen in andere Europese landen.

Er bestaat zowel bij links als bij rechts misverstand over wat conservatisme is. Trumpisme, Forum voor Democratie of alt-right met ondergangsfantasieën, racisme en een stop op migratie passen niet binnen de hoofdstroom van het conservatisme en staan er in politiek-filosofisch oogpunt mijlenver vanaf. Daarom is de coalitie van ÖVP en Die Grünen in Oostenrijks een belangrijke ontwikkeling omdat het eraan mee kan helpen dit hardnekkige misverstand uit de weg te ruimen. Want het combineert behoudende met vooruitstrevende politiek binnen de lijnen van de democratie en de rechtsstaat. De intellectuele acrobatiek van opinieleiders op radicaal-links én radicaal-rechts die verkondigen dat het conservatisme in de kern een belangrijke revolutionaire component heeft is onwaarachtig, leugenachtig en zelfs bewust misleidend omdat het het conservatisme tot buiten de eigen bedding oprekt. Dat is conservatisme dat geen conservatisme meer is.

Columnist Tim Carney brak in september 2019 in een belangrijke column in de rechtse Washington Examiner een lans voor herwaardering van het conservatisme. De titel ‘It’s time to create a conservative ecosystem that doesn’t welcome racists’ gaf de opzet en de afbakening goed aan. Carney: ‘Conservatieven zouden er een prioriteit van moeten maken om te vechten voor de fundamentele waardigheid en gelijkheid van raciale minderheden aan wie die waardigheid en gelijkheid is ontzegd. Het zal decennia van onrechtvaardigheid vereisen om dat te overwinnen en zal dus niet snel gebeuren. We zullen links niet ontnuchteren met betrekking tot hun zelfvoldane laster en verwaandheid, maar daar gaat het niet om. Conservatieven zullen troost kunnen vinden in het feit dat we vechten voor het goede gevecht en de racisten opjagen.’ De samenwerking met realistische Groene politiek kan vanwege de veilige politiek omgeving die het biedt eraan helpen meewerken om de conservatieven naar zichzelf te laten terugkeren. Weg van het racisme, weg van een harde migratiepolitiek en weg van het oprekken van rechtsstaat en democratie. Zoals Trump in de VS, Johnson in het VK en Centraal-Europese regeringsleiders in Hongarije en Polen afgelopen jaren deden.

Hopelijk is de samenwerking van traditionele conservatisme met progressief links een wekroep voor Nederlandse opinieleiders om conservatisme en alt-right niet langer gelijk te stellen en het begin van de ontmaskering van radicaal-rechtse columnisten van het type Wierd Duk of Leon de Winter die zich losjes met het conservatisme associeren om zo aan legitimiteit te winnen. Als ze niet begrijpen dat conservatisme het racisme niet oogluikend toestaat of kritiek op migratie billijkt, dan begrijpen ze niet alleen niet wat conservatisme is, maar begrijpen ze evenmin waar ze zelf voor staan. Hopelijk geeft het Nederlandse conservatieven zelfvertrouwen en ambitie om afstand te nemen van Baudet, Wilders en radicaal-rechtse organisaties en opinieleiders die het conservatisme de laatste jaren zo’n slechte naam hebben bezorgd.

Want types als Baudet gebruiken de term conservatisme of leunen daar stilzwijgend tegenaan om hun eigen racisme en witte hegemonie-denken te verhullen. Maar ze vallen eerder te omschrijven als anti-conservatief. Conservatieve principes als behoud van democratische normen, waarden en instellingen en voorlichting van het publiek over conservatieve principes zoals rechtsstaat, vrijhandel en uitbreiding van legale immigratie delen ze niet. Laten we ze daarom geen conservatieven noemen. Overigens hebben universele waarden in wisselende combinaties verschillende kinderen. Iedereen die beweert dat ze exclusief aan één politieke stroming toebehoren zit ernaast. Juist dat geeft conservatieven en Groenen een basis voor samenwerking.

Het conservatisme als ideologie bevat samenhang met min of meer vaste, gemeenschappelijke posities en denkwijzen over de natie, de familie, grondrechten, politieke besluitvorming, verandering en continuïteit. Het politieke verschil met progressieve Groenen is daarom groot, maar overbrugbaar in tegenstelling tot de kloof met partijen als PVV of FvD. In Oostenrijk wordt dat opgelost door uitruil van thema’s. Partijen mogen hun stokpaardjes berijden, zodat de ÖVP op kan komen voor de familie en traditionele verhoudingen, een fiscaal behoudende politiek of een strenge, maar rechtvaardige migratiepolitiek en de Groenen voor natuur, klimaat en sociale rechtvaardigheid. Het is een interessant experiment dat het sentiment van radicaal-rechts buiten de deur houdt en tegelijk het meest prangende probleem van dit tijdperk aanpakt: de klimaatverandering.

Alison Klayman legt uit hoe Steve Bannon zijn volgelingen manipuleert

Regisseur Alison Klayman was 13 maanden bezig met de voorbereiding van haar documentaire The Brink over Steve Bannon, de voormalige hoofdstrateeg van het Witte Huis. Klayman legt uit hoe hij zijn volgelingen manipuleert door samenzweringen te verspreiden en twijfels in de media te zaaien. Het is dezelfde tactiek die in Nederland Thierry Baudet gebruikt. Dus daarom is de toelichting van Klayman leerzaam voor Nederlanders.

Het is de vraag of het werkt om manipulatie door rechts-radicale types als Bannon, Trump, Farage, Orban, Salvini of Baudet bloot te leggen. In elk geval zal dat de harde kern van volgelingen niet afschrikken. Want zij geloven graag elke leugen, verdachtmaking of samenzweringstheorie. Zelfs als ze weten dat die in de kern niet kan kloppen. Wat werkt dan wel? Om te beginnen het isoleren van de harde kern van de goedgelovige meelopers. De laatsten kunnen wellicht met argumenten bereikt worden omdat ze nog voor rede vatbaar zijn.

Neem een Nederlands voorbeeld over de zogenaamde nexit. Het is onduidelijk of FvD een nexit wil. In het programmaEen Europa van Natiestaten’ voor de Europese verkiezingen komt het woord ‘nexit’ niet voor en wordt er niet direct voor een nexit gepleit. Forum lijkt hierover verdeeld en vaag omdat de achterban blijkbaar verdeeld is over de zin en uitwerking op de economie van een nexit. Partijvoorzitter Henk Otten zei in maart 2019 in een debat volgens een bericht in het AD: ‘Wij zijn helemaal niet per se voor een nexit. Laten we de interne markt behouden. Wat wij willen is terug naar de EEG, waarin we economisch samenwerkten.’ Baudet spreekt Otten tegen en houdt de optie van een nexit wel in de lucht. De duidelijkheid die FvD van andere partijen vraagt, kan het zelf over de nexit niet geven. Het manipuleert zelfs de eigen mening. Zo ondervindt deze partij nu ook de nadelen van praktische politiek en moet het de eigen harde standpunten inslikken. Dat maakt de partij even kwetsbaar voor aanvallen zoals manipulatoren als Bannon en Baudet anderen aanvallen. Interne tegenstrijdigheden zijn de sleutel om deze alternatieve ultrarechtse bewegingen van repliek te dienen.

Nederlandse staatsomroep is niet links, maar rechts. Parlementaire journalisten Fresen en Noorlander normaliseren Forum. Dom of laf?

De vraag is of journalisten die aan zelfcensuur doen dat zelf in de gaten hebben. Laat staan dat ze het zullen toegeven. In de reactie op de verkiezingswinst van Forum voor Democratie en leider Thierry Baudet worden de bokken van de geiten gescheiden. Journalisten moeten objectief verslag doen. En anders niet.

Is Baudet een normale politicus of een crypto-fascist die tegen het racisme aanleunt? Die vraag wordt op dit moment in de samenleving gesteld en de media kunnen eraan meehelpen die te beantwoorden. Daar gaat het om. Dat is de urgentie. Hoe dan ook moeten journalisten signaleren en standpunten met feiten onderbouwen.

Wat ze in geen geval moeten doen is om Baudet en zijn partij los van de feiten op voorhand te normaliseren. Zonder journalistieke weging. Het lijkt erop dat het voor Nederlandse journalisten op dit moment makkelijker is om toe te geven dat Donald Trump, Steve Bannon, Matteo Salvini, Filip Dewinter, Jean-Marie Le Pen of Viktor Orban anti-democratische en tegen het fascisme aanleunende neigingen hebben, dan dat ze willen toegeven of in overweging willen nemen dat Baudet met deze anti-democraten over één kam is te scheren.

Het is de omgekeerde journalistieke wet die zegt dat een diefstal om de hoek belangrijker is dan een moord in de volgende stad of een massamoord op een ander continent. Zo is het makkelijker voor een journalist om verre boeven te benoemen dan de eigen boeven. Zoiets vergt moed, ruggengraat. Of dat komt door lijfelijke angst, gebrek aan burgermoed (‘Zivilcourage’) of de vrees uitgesloten te worden van contacten valt te bezien.

Aanleiding voor het bovenstaande was de opstelling jegens Baudet naar aanleiding van de verkiezingswinst van Forum van de journalisten Ron Fresen en Arjan Noorlander. Zij moeten voor de NOS de politiek duiden en dat is een kerntaak die verwachtingen schept. Maar wat ze ervan bakten was teleurstellend en schoot tekort. Hun commentaar viel samen te vatten als de normalisering van Forum en van Baudet. Zelfs een slag om de arm hielden ze niet. Ze zagen Forum niet als protestpartij en associeerden Baudet niet met racistisch en wit nationalistisch gedachtengoed. In hun schematisch denken stelden ze Forum gelijk aan GroenLinks, immers ook een getuigenispartij. Zo kun je alle verschillen toedekken. Ook als een partij getuigt van fascistisch of racistisch gedachtengoed is dat een getuigenis. Tja, maar wat voor getuigenis, Fresen en Noorlander?

De angst lijkt te regeren bij de NOS om uitgemaakt te worden voor links. Het hameren van radicaal-rechts gedurende jaren heeft zijn vruchten afgeworpen. Genoemde NOS-journalisten durven niet meer kritisch te zijn op radicaal-rechts en vrezen als lid van de linkse kerk afgeschilderd te worden. Voor verbouwereerde kijkers die dit moesten aanzien is de conclusie duidelijk: de Nederlandse ‘staatsomroep’ is niet links, maar rechts.

Foto: Ron Fresen (rechts): ‘“Het is natuurlijk het Baudet-effect, maar het heeft ook te maken met de inhoud”, zegt politiek verslaggever Ron Fresen over de winst van Forum voor Democratie.’ Op NOS.nl.

Forum voor Democratie brult als een muis over George Soros en premier Rutte. Journalistiek DDS vervangt feiten door meningen

Mijn reactie bij het artikel ‘Forum voor Democratie: ‘Rutte is grootjongen van het kapitaal, en dient de belangen van George Soros!’’ van Tim Engelbart op DDS, 14 september 2018:

Minister-president Mark Rutte zou volgens de auteur onder vuur liggen vanwege de Hongaarse kwestie? Laten we even kijken waar dat onder vuur liggen over gaat en wat het voorstelt.

Als bewijs voor de bewering dat premier Rutte onder vuur ligt voert Engelbart de opstelling van Forum voor Democratie aan. Een partij die slechts twee zetels heeft in de 150 zetels tellende Tweede Kamer. Dat is nogal mager en weinig vuur. De muis brult en steekt een minilucifer aan.

Als men de Hongaars-Amerikaanse George Soros als een sponsor van politiek kan zien, dan is hij dat in commissie met vele andere sponsors. Daarom valt het niet in te zien waarom Forum voor Democratie zich uitsluitend op Soros richt. Dat doet ook iemand als Robert Mercer die zich bij herhaling mengt in de Europese politiek en onder meer de Leave-campagne in de Brexit financieel ondersteunde. Verschil is overigens dat de steun van Soros volgens de wet gaat en Mercer illegaal werkt. Onder meer via zijn aandeel in de inmiddels ontbonden datafirma Cambridge Analytica.

Wat de maatregelen van Forum voor Democratie tegen het grootkapitaal zijn en hoe deze politieke partij de macht aan de werknemers op de werkvloer wil geven maakt deze partij trouwens niet duidelijk. Het zou interessant zijn als de partij dit uit zou werken en het voor de werknemers opnam. Het zou gewenst zijn als deze partij uit de negatieve modus kwam en zich niet positioneerde met afbreken, maar met opbouwen. Forum voor Democratie geeft echter geen begin van een integraal beleid voor het terugdringen van de inkomensverschillen, de belastingontwijking, de macht van multinationals en financiële instellingen, en het wijzigen van de eigendomsverhoudingen.

De EU is een waardengemeenschap waarin culturele en politieke verschillen mogelijk zijn. Finland is geen Malta, en Ierland is geen Roemenië. Respect voor universele waarden en de rechtsstaat zijn voorwaarden voor lidmaatschap van de EU. Daar heeft Hongarije zich in 2004 aan gecommitteerd. Dus daar kan het halverwege de rit niet eenzijdig afstand van nemen. Dan had het land niet toe moeten treden.

Daar gaat het debat nu over. Over onder meer de aantasting van de persvrijheid en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht door de regering Orban. De opstelling van premier Orban is ook schijnheilig. Hongarije heeft jaarlijks netto zo’n 2 tot 4 miljard euro steun van de EU ontvangen om het eigen land te moderniseren. Dat heeft Orban als regeringsleider graag geaccepteerd, maar waarom heeft hij dat gedaan als hij tegen de EU is? Het is mede geld van de Nederlandse belastingbetaler dat Orban heeft geaccepteerd.

Het lijkt Orban dus niet om principes, maar om macht en geld te gaan. Hij weet dat wie lid wordt van de EU aan soevereiniteit moet inleveren. Want sommig beleid is nou eenmaal vanwege de aard van de zaak grensoverschrijdend en niet nationaal uit te voeren. Zoals milieu, grensbewaking van de buitengrens, voedselkwaliteit en de infrastructuur tussen landen.

Het is begrijpelijk dat premier Rutte de uitgangspunten van de EU ondersteunt. Het Europees Parlement, inclusief de meerderheid van zijn christen-democratische ‘familie’ heeft premier Orban trouwens laten vallen vanwege zijn onverzoenlijke opstelling. Dus het is niet alleen de liberale Rutte die Orban in de steek heeft gelaten. Wat gebeurd is valt enkel en alleen Orban te verwijten die onhandig en dom heeft geopereerd. Orban heeft zijn hand overspeeld.

Dat de teksten van premier Rutte niet in goede aarde vallen bij het Forum voor Democratie is geen verrassing. Deze partij wil terug naar de 19de eeuwse natiestaat en uit de EU treden. Een meerderheid van 72% van de Nederlanders vindt trouwens dat het lidmaatschap van de EU goed voor Nederland is. Logisch, want de open economie die Nederland is moet het hebben van internationale handel. Forum voor Democratie pleit indirect dus voor een teruggang in welzijn van de Nederlanders. Een electoraal lastige boodschap van deze partij.

De oproep van Forum van Democratie is zoals gezegd die van de muis die brult. De muis meet zich een zelfbeeld van een leeuw of olifant toe en vergeet dat het een muis is. Dat is begrijpelijk omdat elke beginnende politicus en politieke partij klein begint, nog een positie van sterkte op moet bouwen en nog geen evenwichtig zelfbeeld heeft ontwikkeld. Dat vraagt enkele jaren.

Maar dat Forum voor Democratie zich stelt aan de kant van premier Orban die de rechtsstaat geweld aandoet en zich eenzijdig keert tegen de filantropische miljardair (= alt-rechtse codetaal voor joods) George Soros geeft te denken over het strategisch vernuft en het moreel juiste handelen van de partijleiding van Forum voor Democratie. Dat vernuft is klein en de moraal lijkt nog geringer. Een en ander lijkt te volgen uit electorale redenen. Dat maakt Forum voor Democratie onderscheidend in de chicken race met de PVV, maar stuurt deze partij tegelijkertijd een doodlopend pad van ongeloofwaardigheid op. Ook electoraal. Het is wat met al die brullende muizen in de politiek.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelForum voor Democratie: ‘Rutte is grootjongen van het kapitaal, en dient de belangen van George Soros!’’ van Tim Engelbart voor DDS, 14 september 2018.

Putin, Orban en Wilders kapen het christendom. Kerkleiders moeten hun godsdienst uit handen van radicaal-rechtse politici redden

Hoewel de hitte van dat debat wat lijkt afgenomen, werd kort geleden steevast opgemerkt dat de islam wordt gekaapt door radicalen en ‘gematigde moslims’ zich daar niet of onvoldoende tegen verzetten. Geestelijke leiders zouden zelfs vuile zaak doen met politieke leiders. Zodat de islam radicaliseert en politiseert, en verder van de gelovigen komt af te staan. Dat mechanisme zou onder meer te maken hebben met het begrip van de wereldgemeenschap van moslims, de ummah. Vanwege de broederschap behoren moslims elkaar niet af te vallen: ‘De moslims zijn door Allah uitgeroepen tot broeders in het geloof. En eenieder dient te weten dat alle overige banden ondergeschikt zijn aan de band die een moslim met zijn broeder heeft, zelfs de familiebanden.’ Deze interpretatie houdt in dat de redelijkheid wordt geneutraliseerd en de islam een vrijbrief voor radicalisering en politiek gebruik in zich verborgen houdt. De brutaalste opportunisten en hardste schreeuwers kapen een godsdienst uit handen van gelovigen die het machteloos zien gebeuren. Kritiek uit niet-islamitische kring was dat hiermee de hele islam gecorrumpeerd werd en daardoor ongeloofwaardig was geworden. Volgens sommigen zelfs geen godsdienst meer was, maar een politieke ideologie.

Religiekritiek is nodig om religieuze organisaties met de beide voeten op de grond te houden. Die kritiek moet wel naar alle kanten even sterk klinken om geloofwaardig te zijn. Dat is nu niet het geval. In Europa klinkt nauwelijks kritiek op het christendom zoals dat op de islam klinkt. Namelijk als het om politieke redenen door radicalen gekaapt wordt, ze zich op hun christelijke inborst beroepen en de kerkleiders de kaping van hun godsdienst kritiekloos laten gebeuren. Want het is een vals beroep. Het komt niet voort uit overtuiging, maar uit machtspolitiek. Dat verschil in benadering van de islam en het christendom is opvallend.

Politieke leiders als de Russische president Vladimir Putin of de Hongaarse premier Viktor Orban kapen het christendom zonder dat in Europa een maatschappelijk debat met fundamentele kritiek hierop ontstaat. Waar zijn de ‘gematigde christenen’ die zich ertegen verzetten dat hun godsdienst wordt gekaapt? Waarom zwijgen ze? Orban zegt dat het de christelijke plicht is om Europa te behoeden voor de toevloed van islamitische vluchtelingen uit het Midden-Oosten. Dat is berekening en politiek opportunisme. Dat heeft niet alleen niets met naastenliefde te maken dat een groot goed van het christendom is, maar staat er zelfs haaks op.

In de VS is het president Trump die financiële oplichting en omgang met porno-actrices en fotomodellen combineert met een beroep op het christendom. Hij krijgt hiervoor steun van conservatieve kerkleiders in een Faustiaanse verkoop van de ziel van hun godsdienst. Valse lof en profeten die op zoek zijn naar winst zijn niet nieuws, maar hebben zich voor het eerst in de kern van de macht genesteld. Hoewel ook daar weer een reactie op komt. Een recente ontwikkeling is dat christelijke gelovigen zich afkeren van hun godsdienst omdat de hypocrisie te groot is geworden in twee jaar Trump. De conclusie van een artikel in Salon omschrijft waar het om gaat: ‘Als christelijke hypocrisie niet wordt aangepakt, zal de georganiseerde religie niet standhouden.’

Paus Franciscus van Rome lijkt het gevaar te beseffen dat het christendom wordt gekaapt door rechtse politieke leiders die ermee op de loop gaan en het voor eigen gewin naar de afgrond voeren. De hypocrisie wordt voor ‘gematigde christenen’ te groot als ze dit zien gebeuren en tevens bespeuren dat hun kerkleiders zich er onvoldoende tegen verzetten en het initiatief over hun eigen godsdienst uit handen geven aan politici. Om hun eigen geloofwaardigheid te behouden en hun godsdienst te redden is het de hoogste tijd dat Europese kerkleiders hard stelling nemen tegen Putin, Orban, Wilders of Trump met hun vertekening van de werkelijkheid en de rol van het christendom daarin en aan gelovigen en andersdenkenden uitleggen waar hun kritiek uit voorkomt. De associatie met politiek rechts beschadigt het christendom. Immigratie naar Europa is een onderwerp dat een evenwichtig beleid verdient met als uitgangspunten compassie en haalbaarheid.

Christendom of islam verdienen het niet om in die controverse vermalen te worden als een halffabrikaat voor radicaal-rechtse politici. Om dat te verhinderen moeten de kerkleiders zich wel duidelijk gaan uitspreken en ontworstelen aan de macht van de wereldse leiders over hun godsdienst. Paus Franciscus kraakt kritische noten in de op 9 april gepubliceerde apostolische vermaning ‘GAUDETE ET EXSULTATE’ (‘Vrolijk en verblijd zijn’) over het onderwerp heiligheid. Zijn probleem is dat de bandbreedte voor een religieus leider klein is en het vooralsnog moet blijven bij indirecte en omfloerste kritiek. Het is de taak voor (christelijke) media om de kritiek van de paus en Europese protestante kerkleiders op te pakken en te vertalen naar een breed publiek.

Foto 1: Schermafbeelding van paragraaf 103 over de vreemdeling in de apostolische vermaning ‘GAUDETE ET EXSULTATE’ van Paus Franciscus, 9 april 2018.

Foto 2: Schermafbeelding van illustratie in artikelHungary’s leader says he’s defending Christian Europe. The pope disagrees.’ in The Washington Post, 10 april 2018.

Waarom laten Nederlandse media Baudet kritiekloos aan het woord?

Het is in grote lijnen zo duidelijk, maar het wordt vaak zo nodeloos ingewikkeld gemaakt. Er zijn op dit moment drie totalitaire ideologieën die  vijandig staan tegenover de democratie zoals we die in Nederland kennen. Het zijn het uit de 20ste eeuw beruchte fascisme met autoritair nationalistische, antidemocratische en antiparlementaire tendenzen en het bolsjewistisch communisme dat zoveel onheil heeft gebracht over Europa. Sinds het eind van de 20ste eeuw is daar het islamisme -ofwel: de politieke islam- bijgekomen dat de islam als een geloof boven alle geloven stelt en die andere geloven zelfs geen plek gunt. Fascisme, communisme en islamisme en de vertegenwoordigers ervan dienen ondubbelzinnig en in harde bewoordingen afgewezen te worden. Ze gaan uit van een gesloten wereldbeeld dat vrijheden inperkt en alle adem uit de samenleving haalt.

Opvallend is dat deze ideologieën door degenen in het centrum van de politiek van wie je het zou verwachten niet in alle gevallen worden afgewezen. Dat gaat onder het mom om het ergste kwaad met het mindere kwaad te bestrijden. Maar dat is een hellend vlak dat vanuit een slecht oordeel de eigen moraliteit aantast. Wie die neergaande weg opgaat verliest vanwege verloren normbesef het recht van spreken en mist de autoriteit om de vertegenwoordigers van de drie ideologieën te corrigeren en met overtuiging tot de orde te roepen. Kiezen voor de ene verkeerde ideologie om de andere verkeerde ideologie te bestrijden is een valkuil. De keuze is niet tussen de drie ideologieën, maar tegen de drie ideologieën. Dit besef wordt onvoldoende begrepen.

Complicatie is dat de drie ideologieën veelzijdig op elkaar inwerken. Als het ene rookgordijn onttrekken ze het andere rookgordijn aan het zicht. Historisch is de wisselwerking tussen fascisme en communisme bekend. Tot op de dag van vandaag is het fascisme spookbeeld, schrikbeeld en bliksemafleider voor het communisme. Uit een combinatie van nostalgie en nestgeur, en praktische politiek wordt als motief een type bolsjewistische propaganda tot op dit moment gebruikt door de machthebbers in de Russische Federatie. Bijvoorbeeld als in de Oekraïense-Russische oorlog (2014 – nu) de tegenstander wordt gekenschetst als fascistisch.

Sinds een kleine 20 jaar is daar het islamisme bijgekomen als spookbeeld, schrikbeeld en bliksemafleider voor het fascisme. Waterscheiding waren de aanslagen op de Twin Towers op 9 september 2001 door overwegend Saoedisch-soennitische islamisten. De voorbeelden van politieke leiders die ‘waarschuwen’ voor het islamisme -of kortweg: de islam- en de afslag naar het fascisme nemen is aangegroeid tot een fikse lijst: Geert Wilders, Nigel Farrage, Marine Le Pen, Christoph Blocher, Viktor Orbán, Donald Trump, en sinds kort Thierry Baudet. Opvallend is dat deze radicaal-rechtse politici zich extremer opstellen dan traditioneel gematigd rechts zoals dat door het liberalisme of de christen-democratie wordt vertegenwoordigd en extreem-rechts inspireren. Opvallend op zijn beurt is dat het opgekalefaterde retro-communisme van Putin deze radicaal-rechtse leiders inspireert. Hoewel dat een inblazing is die met steekpenningen gekocht wordt door het Kremlin.

Karin Spaink schreef op 16 augustus naar aanleiding van het optreden van extreem-rechts in Charlottesville en de reactie daarop van rechts-nationalistische politici als Trump een column in Het Parool die ze aldus besluit: ‘Lees je terug met welk canaille Thierry Baudet zich omgeeft, kijk je met wie hij goedlachs op de foto is gegaan en van welke ontmoetingen hij trots zijn selfies heeft gepost, inventariseer je waar hij naartoe gaat om te spreken en welke gasten of sprekers hij op zijn partijbijeenkomsten uitnodigt (van de NVU tot aan de IJzerwake, van Erkenbrand tot Kalergi), haal je je zijn uitspraken voor de geest over ‘de homeopathische verdunning van het volk’ tot ‘de omvolking van Europa’, lees je hoe hij de ‘volkswil’ systematisch boven recht en ratio stelt, en dat je dan tot op het bot huivert…  Dan schrik je je rot hoe vaak en hoe kritiekloos de Nederlandse pers het FvD aan het woord laat. Het zijn zulke leuke jongens, met zo’n fris geluid!

Baudet typeert de frisheid van de beerput. Democratisch gekozen speelt hij een rol binnen de Nederlandse parlementaire democratie. Maar dat betekent niet dat hij kritiekloos moet worden bejegend en de media zich niet telkens moeten afvragen wat hij representeert. Het is een raadsel waarom Baudet zoveel krediet van de Nederlandse media krijgt. Hij is iemand die zich in extreem-rechtse kringen begeeft en daarbij ook een anti-modernist is. Ofwel, hij is iemand met ouderwetse en ‘gesloten’ denkbeelden op het gebied van cultuur. Naast het extremistische gedachtengoed dat hij deelt. Journalisten laten zich om de tuin leiden door de vorm die Baudet hanteert. In de inhoud propageert hij echter ondubbelzinnig het extremistische gedachtengoed. De acceptatie van Baudet is ongewenst en ongepast. Nederland schiet er niks mee op. De Nederlandse media zouden beter na moeten denken voordat ze hem een platform bieden. Waarom bekritiseerden ze Hans Janmaat en Joop Glimmerveen, maar laten ze dat grotendeels na bij Thierry Baudet die geen haar beter is?

De verklaring waarom niet alleen radicaal-rechtse journalisten van het type Wierd Duk in hun afkeer van het islamisme bewust of onbewust de overstap naar het ultranationalisme van het fascisme maken, maar ook de establishment journalisten van het oppervlakkige type heb ik hierboven beredeneerd. Deels komt het voort uit onkunde en lui denken. En deels uit de twijfel dat vanuit een politieke homeopathie het islamisme met het fascisme bestreden kan worden. Met zo’n houding verliest de journalistiek zonder politiek-filosofisch kompas en zonder omlijnd idee over het kwaad van de drie ideologieën haar morele positie. En kan Baudet ongestoord zijn kunstjes vertonen. Journalisten willen niet anders zien dan een fris ogende politicus omdat zo iemand aansluit bij hun idee van de wereld als realityshow. Zo is de weg vrij voor een nationalistische politicus die aanschurkt tegen het rechts-extremisme om de media met keurige, hapklare brokjes te voeren en zijn echte gedachten voor zowel journalisten als supporters verborgen te houden. Alsof geen hond het echt interesseert.

Foto: The Militia, Charlottesville, 12 augustus 2017.

Antwoord aan Jaap Plaisier: Viktor Orbán bedient zich van antisemitisch jargon

Hier is er weer één. Een reactie op een artikel op een van de rechtse sites die Nederland telt. Dit keer het gematigd-radicale TPO. Blogger Jaap Plaisier heeft het niet zo op de Volkskrant-columnist en ‘charlatan’ Arnon Grunberg en relativeert het antisemitisme van politici als Viktor Orbán, Marine Le Pen en Geert Wilders. Maar dat is niet het hele verhaal. Vorm en inhoud vallen niet altijd zo samen als we vermoeden. Het antwoord:

Het kan best dat premier Viktor Orbán geen antisemiet is, maar hij bedient zich wel van hedendaags antisemitisch jargon. Dat is omcirkelend taalgebruik. Orbán is slim genoeg om zich niet expliciet antisemitisch uit te laten, maar of daaruit geconcludeerd te worden dat hij geen antisemitische agenda volgt -zoals Plaisier doet- is te kort door de bocht. Het gaat erom wat Orbán met zijn verwijzingen naar George Soros, de financiële, speculatieve wereld of multinationale kringen precies beoogt. Hij hint ergens op zonder het voluit te zeggen. Orbán laat het bewust in de lucht hangen, en wast zijn handen in onschuld. Zo denkt hij.

Verhullend taalgebruik dat uit rechts-populistische of rechts-nationalistische kringen opklinkt is verwarrend omdat degenen die er aanstoot aan nemen er wat anders uit afleiden dan degenen die er geen aanstoot aan nemen. Het is precies voldoende duidelijk om er Orbáns navolgers mee te motiveren in hun nationalisme of antisemitisme en precies niet duidelijk genoeg om Orbán van virulent antisemitisme te betichten.

Plaisier relativeert in zijn betoog alles weg. Dat is van eenzelfde soort verwarring die hij Arnon Grunberg verwijt. En inderdaad Grunberg geeft zijn opinie over dit onderwerp, zoals Plaisier dat ook doet. Voor de sekte van Volkskrant-lezers kan Grunberg belangrijk zijn, zoals voor een sekte van TPO-lezers Plaisier belangrijk kan zijn. Maar in de publieke opinie zijn ze uiteindelijk onbelangrijke uitingen. Dat is een relativering die Plaisier hopelijk kan waarderen.

Is Grunberg een charlatan? In elk geval slaat de vergelijking van Plaisier van Grunberg met Bas Heijne naar mijn idee de plank mis, en gooit Plaisier de mogelijkheid weg om te onderscheiden. Heijne is een essayist met analyses die weloverwogen en doordacht zijn. Of men het er politiek nou mee eens is of niet. Grunberg is meer een literator die zich bezondigt aan het verkondigen van meningen over kunst op politiek die op een impressionistische wijze tot stand komen. Daarom valt er heel wat op af te dingen en is het de vraag wat het allemaal waard is. Laatst hees Grunberg in NRC de Utrechtse kunstenaar Jeroen Hermkens op het schild. Dat werd door kunstliefhebbers hoofdschuddend en als onbegrijpelijk aangezien en riep de vraag op of Grunberg eigenlijk verstand heeft van beeldende kunst. Zoals nu Plaisier doet met de politieke Grunberg.

Het is jammer dat Plaisier niet ronduit wil toegeven dat er antisemitische tendenzen aanwezig zijn in de achterbannen van rechts-nationalisten als Marine Le Pen, Viktor Orbán of Geert Wilders. Het doet zich alleen in een andere vorm voor dan het traditionele antisemitisme zoals we dat kennen uit de recente geschiedenis. Los daarvan valt het te hopen dat Plaisier door zijn relativeringen niet het beeld oproept -bij degenen die hij inspireert en die slechter dan hem hun geschiedenis kennen- dat het allemaal wel meevalt met het hedendaagse, verhullende antisemitsche jargon.

Het valt niet mee wat er op dit moment in Hongarije gebeurt waar Orbán de radicaal-rechtse partij Jobbik de wind uit de zeilen probeert te nemen door voorzichtig aan te haken bij het antisemitisme dat in de Hongaarse samenleving bestaat. De opdracht voor een premier is echter een andere. Namelijk om bevolkingsgroepen te verbinden en niet het omgekeerde te doen door bepaalde bevolkingsgroepen uit te sluiten. Of dat direct of indirect, ondubbezlzinnig of dubbelzinnig, onverbloemd of verhullend gebeurt is ondergeschikt en niet de hoofdzaak. De intentie van Orbán telt, niet zijn jargon.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelGeert Wilders antisemiet? Arnon Grunberg charlatan; ‘Een charlatan kan trouwens, mits getalenteerd, buitengewoon waardevol zijn’’ van Jaap Plaisier voor TPO, 13 mei 2017.

VN Hoge Commissaris Mensenrechten al-Hussein waarschuwt voor Wilders en andere populisten. Maar wat is de tegenstrategie?

bbc

Op een conferentie in Den Haag liet de Jordaanse Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties prins Zeid Ra’ad al-Hussein er gisteren in een toespraak geen misverstand over bestaan. Populisten als Geert Wilders of Donald Trump moeten aangepakt worden vanwege hun demagogie en politieke fantasie. Vooral Wilders meet al-Hussein ‘leugens, halve waarheden, manipulatie en oproepen van angst’ toe. Behalve over Wilders maakt hij een vergelijking van ‘Mr. Trump, Mr. Orban, Mr. Zeman, Mr. Hofer, Mr. Fico, Madame Le Pen, Mr. Farage‘ met IS dat dezelfde ‘angsttactiek’ zou hanteren. Opvallend is trouwens dat hij in dit verband niet de presidenten Erdogan en Putin noemt. Dat ontneemt geloofwaardigheid aan zijn beschuldiging.

Met een uitgewerkte aanpak van het populisme van Wilders, Trump en andere populisten komt al-Hussein niet. Dat is een gemiste kans en tekent het probleem om het populisme doelmatig aan te pakken. Hij wijst op het belang van de rechtsstaat, het ‘counteren’ van de populisten en de alertheid van het publiek om zich niet te laten misleiden en een rode lijn te trekken van wat aanvaardbaar is. Dat is de minimalistische aanpak.

Het wachten is op de uitwerking en invoering van een tegenstrategie om de leugens en ondermijnende impulsen van Wilders en andere populisten doelmatig aan te pakken. Om zo de democratie te redden. Al-Hussein geeft een schot voor de boeg en probeert bij te dragen aan de bewustwording van opinieleiders in de actie tegen het populisme. Dat speelt op het niveau van de weerbare democratie en het buiten de orde verklaren van populisten die de democratie aanvallen en te gronde richten. Dat is de maximalistische aanpak waarvan eerst aangetoond moet worden dat die proportioneel en noodzakelijk is. Een Hoge Commissaris voor de Mensenrechten kan dat niet voor zijn rekening nemen omdat het zijn mandaat te buiten gaat.

Foto: Schermafbeelding van deel bericht ‘UN human rights chief condemns Western ‘demagogues’’, 6 september 2016.