NDAA en staatsmacht betwist in federale beroepszaak

Klokkenluider Daniel Ellsberg vindt het tijd dat er een afzettings-procedure tegen president Obama wordt gestart. Impeachment dus, dat president Nixon naar de uitgang begeleidde. Aanleiding voor het gesprek bij Democracy Now! met Amy Goodman is het beroep in de New Yorkse rechtszaak die eisers aanspanden tegen president Obama omdat de door hem ondertekende NDAA ongrondwettelijk zou zijn. Drie conservatieve senatoren Kelly Ayotte, Lindsey Graham en John McCain hebben zich aan de kant van Obama gevoegd.

Rechter Katherine Forrest zette afgelopen september een streep door de NDAA. Ze volgde de argumentatie van eiser Chris Hedges dat met name sectie 1022 ongrondwettelijk is omdat het onbeperkte detentie van burgers mogelijk maakt zonder beroepsmogelijkheid. De regering repareerde dat met een noodvoorziening, omdat het ‘onherstelbare schade aan de nationale veiligheid zou aanrichten’. Nu was de finale shootout.

In het beroep stond de uitspraak van rechter Forrest centraal. Hoe dan ook lijkt ze de held van onafhankelijk, progressief Amerika te worden. Als hedendaagse echo van de autonoom operende burger Jefferson Smith die vol naïef geloof in een betere wereld de grondwet verdedigt tegenover corruptie, verstarring, opportunisme en militarisme van de Amerikaanse overheid in. Mr. Smith Goes To Washington. Bestaan filmhelden in het echt?

Mr.-Smith-Goes-to-Washington

Foto: Still van James Stewart als Jefferson Smith in Mr. Smith Goes to Town‘ van Frank Capra (1939).

Advertentie

GroenLinks mist opdracht voor groene partij van de toekomst

Er gaat onder voorzitterschap van burgemeester Eduard van Zuijlen van het Groningse Menterwolden tot uiterlijk april 2013 een interim-bestuur aan de slag bij GroenLinks. Het interim-bestuur bereidt het partijcongres voor. Dus een doorstart. Maar heeft GroenLinks niet elke geloofwaardigheid en bestaansrecht verloren? Onbegrijpelijk is waarom in de opdracht aan het interim-bestuur opheffing niet genoemd wordt.

Was het gebrek aan professionaliteit bij de leiding maar de enige oorzaak voor de afgang van GroenLinks geweest. In de publiciteit zijn allerlei problemen naar voren gekomen: de praat- en vergadercultuur, de partijbaronnen, de verdeeldheid tussen vrijzinnig-liberalen en de rest van de partij, het gebrek aan aandacht voor milieu en duurzaamheid. In ieder geval resteert er een flets profiel. Ook de slechte peilingen waren niet de oorzaak. De verleiding om de fout niet in eigen gelederen te zoeken leidt nu tot een leven na de dood.

Gepast om te constateren dat GroenLinks landelijk nooit aan de verwachtingen heeft voldaan. Ook onder Rosenmöller werden niet meer dan 11 zetels behaald. Altijd werd er gehoopt op meer met vergezichten over een linkse meerderheid die nooit in de parlementaire geschiedenis van Nederland is gerealiseerd. Zelfs in 1973-1977 onder Joop den Uyl niet. Die vlucht in visioenen en vergezichten zegt dat GroenLinks los staat van de politieke werkelijkheid. Dat relativeert het gebrek aan leiding van nu. Dat zoekt de oorzaak dieper.

Een vlucht in visioenen en vergezichten had positief aangewend kunnen worden als het een pleidooi voor de inhoud was geworden. Maar de vlucht bleef steken in machtspolitiek. Als Jolande Sap iets te verwijten valt is het dat ze niet de groene inhoud liet spreken. Extra meelijwekkend was dat ze op een linkse meerderheid hintte. Sap was de enige politicus in de campagne die serieus een verkeerd vergezicht als uitgangspunt nam.

De documentaire Power to the People van VPRO’s Tegenlicht schetst onbedoeld toekomstige overbodigheid en gemiste kansen van GroenLinks. Dat gaat over kleinschaligheid, zelfvoorzienende energie en zelfredzaamheid van burgers. Het tekent de contouren van de duurzame samenleving van de toekomst. Weg van de grote verbanden en bedrijven, op weg naar baas in eigen huis. Daaruit volgt gemeenschapszin en sociale gelijkheid.

Als GroenLinks visie had gehad, dan had het in de campagne maatschappelijke trendsetters gemobiliseerd om te hinten naar dat toekomstbeeld en het losjes in haar programma gevoegd. Dan had het zich onderscheidend gemaakt. Dat gemis maakt nu de weg vrij voor een groene partij van de toekomst. Die verder kijkt dan het Binnenhof en ministersposten. Een partij met een belast verleden als GroenLinks staat dat ideaal in de weg.

Foto: Pavel Constantin, Greenwashing, 2011

GroenLinks als tweederangs partij kan beter ophouden te bestaan

De pers meet het breed uit: De chaos in GroenLinks is compleet. Na partijleider Jolande Sap en het voltallige partijbestuur stapt nu ook voorzitter van de evaluatiecommissie Andrée van Es op. In een verklaring laat de partij weten dat Van Es zich terugtrekt omdat de suggestie dat ze als voorwaarde voor het voorzitterschap zou hebben gesteld dat Sap moest aftreden aan publiciteit wint. De partij ontkent dit, maar geeft toe dat Van Es na het aanvaarden van het voorzitterschap aan zowel Sap als partijvoorzitter Heleen Weening liet weten dat ze zouden moeten opstappen. Van Es wil de evaluatiecommissie niet in opspraak brengen en trekt zich terug.

GroenLinks is geen partij zonder ideeën. Het heeft er misschien eerder te veel. Leden geven hun evaluatie over de verkiezingsnederlaag in de discussie van het wetenschappelijk bureau de Helling. Die van Frank Hemmes is interessant. Het verscheen eerder op Vrij-Zinnig. Hemmes verwijt het GroenLinks van de afgelopen jaren hoogmoed. Hij toont naar mijn idee overtuigend de overbodigheid van de partij op de electorale markt aan. Het heeft niets unieks dat andere partijen niet bieden. D66, PvdD, PvdA en SP doen dat veel beter.

Over het ontbreken van het eigen gedachtengoed: ‘Het voornaamste probleem is dat GroenLinks niet uit lijkt te stijgen boven een incoherente verzameling standpunten die bij elkaar gehouden moeten worden door een links-liberaal groen vernis. Er is als het ware geen ideologische kern, zoals het liberalisme of de sociaaldemocratie dat is, van waaruit de standpunten uitgelegd kunnen worden en waaraan een vast electoraat zich kan binden.‘ En: ‘In plaats van een solide kern zijn er meerdere facetten die allemaal een andere kiezersgroep aanspreken. Er is een groen facet, een vrijzinnig-liberaal facet en een sociale kant.’

Over het ontbreken van politieke traditie: ‘Maar de echte hoogmoed van GroenLinks zat hem in de manier waarop de partij haar boodschap de afgelopen jaren uitdroeg. Het constante verkondigen dat het progressieve of radicale midden het alfa en omega van de nieuwe politiek in de 21e eeuw was, en dat begrippen als socialistisch, liberaal, links of rechts verouderd waren en hadden afgedaan. Als er iets is dat door de huidige verkiezingen, waarin links en rechts duidelijk de spil vormden, is gelogenstraft, dan is het dat waanidee wel. De arrogantie en pedanterie van wat in feite een tweederangs partij is om met onverholen minachting te beweren dat links en rechts achterhaalde begrippen zijn, terwijl voor veel kiezers deze tweedeling nog springlevend is, heeft GroenLinks nu de marge ingeduwd.

Over de toekomst: ‘Wil GroenLinks haar bestaansrecht behouden en meer zijn dan een marginale partij, dan zal het een eigen, unieke, herkenbare en vooral samenhangende ideologie of verhaal moeten ontwikkelen. Doet het dat niet, dan kan elke kiezer inmiddels bij een andere partij op zoek naar ideeën en macht.’

Hemmes neemt geen ruimte om de ontstaansgeschiedenis te schetsen. De fusie in 1990 van de vier uiteenlopende partijen CPN, PSP, PPR en EVP was een valse start die nooit goedgemaakt is. Nooit werd het een geheel. Als stemmer op de PSP heb ik nooit de overstap naar GroenLinks kunnen maken dat twee religieuze partijen (PPR en EVP) en de crypto-religieuze CPN omvatte. Dat getuigende en zalvende is vanaf het begin in GroenLinks gaan zitten. Onder Ina Brouwer of Paul Rosenmöller meer dan onder Femke Halsema. Dit komt niet precies overeen met de verklaring van Frank Hemmes over hoogmoed, maar geeft wel raakvlakken aan.

De remedie voor de toekomst lijkt duidelijk. GroenLinks kan ophouden te bestaan en zich opsplitsten. Een socialistisch-pacifistische kern heeft als zelfstandige partij bestaansrecht door een onderscheidende ideologie en kan zich vernieuwen door het gedachtengoed dat in de hackersgemeenschap leeft. De rest kan opgaan in bestaande partijen. Een liberaal-vrijzinnige kern in D66, een duurzame kern in de PvdD, de religieuze kernen in de ChristenUnie, en een socialistische kern in de PvdA. Een partij is ondergeschikt aan het gedachtengoed.

Foto: Affiche GroenLinks, lijst zes (PPR, PSP, CPN, EVP), 1989

Financiering van het Institut Néerlandais wordt geschrapt

Het NRC-interview van Marc Chavannes met Job Cohen kende nog een aardig nieuwtje. Geert Wilders zou in 2010 de benoeming van VVD-er Atzo Nicolaï tot minister van Buitenlandse zaken geblokkeerd hebben. Dit om aan te tonen dat Wilders meer meeregeerde dan Mark Rutte en Maxime Verhagen wilden toegeven. Nicolaï is een a-typische VVD’er omdat-ie belang hecht aan een solide cultuurbeleid. In een VVD dat als geen ander de kwade genius achter de afbraak van de kunstsector is. Meer dan de PVV. Nicolaï stapte in 2011 over naar DSM.

Uri Rosenthal (VVD) mocht van Wilders minister van Buitenlandse Zaken worden. Volgens velen de slechtste minister sinds Chris van der Klaauw. En waar Van der Klaauw ontwapende door zijn goedaardigheid verbaast Rosenthal door zijn eigenwijsheid en eendimensionaliteit. Afgelopen vrijdagmiddag heeft demissionair minister Rosenthal bekend gemaakt met ingang van 2015 de subsidie aan het Parijse Institut Néerlandais (IN) te stoppen. Dit alles in weerwil van de Raad van Toezicht, die met onmiddelijke ingang collectief is afgetreden, aldus het persbericht (hierboven). Het IN ziet de besluitvorming als onzorgvuldig bestuur en gaat in bezwaar.

CDA’ers Marieke van der Werf (cultuur) en Henk Jan Ormel (buitenland) hebben kamervragen gesteld aan minister Rosenthal. Ze memoreren dat eerder een verlaging van de subsidie met 20% aangekondigd werd, maar tijdens het zomerreces ineens de hele subsidie wordt gestopt. Saillant is dat staatssecretaris Ben Knapen (CDA) eerder een subsidiestop aankondigde voor het Tropeninstituut (KIT). Het KIT ging in mei 2012 in beroep bij de Raad van State. Evenals het IN zegt het KIT zich overvallen te voelen door de beslissing van Buitenlandse Zaken. Zodat de mogelijkheid ontbreekt zich met een doorstart voor te bereiden op een nieuwe toekomst.

Rancune van de VVD jegens cultuur is groot. Voor kleine bezuinigingen wordt een groot deel van de culturele infrastructuur vernietigd. Zo wordt de steun aan de talentontwikkeling van kunstenaars op een laag pitje gezet, en over enkele jaren zo goed als gestopt. Bij uitstek een overheidstaak. Het prestige van Nederland als open en creatief land wordt geschaad. Geen enkele nadenkende Fransman begrijpt de sluiting van het unieke Institut Néerlandais. Maar de JSF moet worden aangeschaft om de luchtvaartindustrie te steunen. De VVD is akelig selectief in het dogma van een terugtredende overheid. Logisch dat Atzo Nicolaï is opgestapt.

Job Cohen relativeert, maar hoopt op progressieve volkspartij

In een NRC-interview van Marc Chavannes kijkt Job Cohen terug op zijn leiderschap van de PvdA. Naar eigen zeggen mislukte hij omdat-ie onvoorbereid was. Over Wouter Bos zegt Cohen: ‘Die had me laten weten dat er een moment zou komen waarop hij wilde stoppen als partijleider. Hij dacht dat ik degene was die het moest overnemen. Als je kijkt hoe het gelopen is kan je je afvragen waarom hij dat dacht.’ Sommigen dachten dat al vanaf het moment dat Cohen het van Bos overnam. Twijfels over Cohen werden ook hier herhaaldelijk geuit.

Job Cohen gebruikt het interview om afstand te nemen van de Haagse politiek en een staatsman-achtige pose aan te nemen. Als politicus die het allemaal gezien heeft en nu probeert boven de partijen uit te stijgen. Eindelijk vrij om te spreken. Terwijl Cohen als partijleider vooral PvdA-er was, neemt-ie daar nu afstand van: ‘Als je er middenin zit dan zie je de verschillen tussen cultuur en opvattingen van de partijen; van de SP, van de Partij van de Arbeid, van GroenLinks, van de Partij voor de Dieren; die zie je allemaal haarscherp. Sta je er wat verder vanaf, dan denk je, jongens, wat moeten we in hemelsnaam met al die partijen?’ 

Cohen ziet een fusie op links voor zich: ‘Nu ik op meer afstand sta, denk ik: waarom kan dat niet gewoon in één club? Niet nu, maar in de komende jaren zou je met een grote progressieve volkspartij zoveel sterker staan’. Cohen ziet dus de SP en de PvdA als progressieve partijen. De afgelopen week noemde de VVD’er Halbe Zijlstra D66 zijn favoriete partner. En D66 ziet zichzelf als kern van de vrijzinnige politiek die door kan groeien naar tientallen zetels. Als een Vrijzinnig Democratische Bond die de Doorbraak juist terugdraait.

Toch heeft Cohen gelijk dat herschikking van partijen nodig is. Het is alleen de vraag of dat volgens de lijnen moet die hij schetst. Recent waren er talloze centrum-linkse pogingen om de partijpolitieke verstarring te doorbreken. In december 2010 was er het initiatief van een fusie tussen D66 en GroenLinks. In september 2011 ‘Leden van zes PvdA-afdelingen starten een traject om de Nederlandse progressieve beweging van nieuwe ideeën en energie te voorzien‘. In december 2011 was er het initiatief van een vrijzinnige beweging tussen leden van D66, GroenLinks en PvdA. En Tofik Dibi sprak in mei 2012 over een progressieve bundeling.

Een herschikking kan ook bestaan uit  een vrijzinnig blok (D66, Piraten, delen GroenLinks, PvdA en VVD), een links-conservatief blok (SP, delen PvdA, PvdD en GroenLinks), een liberaal blok (delen VVD, Brinkman, 50Plus), een religieus blok (deel CDA, CU en SGP) en een conservatief blok (PVV, delen VVD en CDA). De herschikking die Cohen voor ogen staat is dus niet de enige mogelijkheid. Daarom zal niet snel gebeuren wat-ie voorziet.

Foto: Partijen

GroenLinks: de ondraaglijke lichtheid van een gewichtige partij

GroenLinks heeft problemen met democratie. Het valt binnen de partij niet in goede aarde dat Tofik Dibi zich kandideert als lijsttrekker. Fossielen als Bas de Gaay Fortman, Herman Meijer en Wijnand Duyvendak bestoken hem vanuit de tweede linie. Partijvoorzitter Heleen Weening stelt in een zuinige reactie dat Dibi ‘alle recht heeft zijn sollicitatie bekend te maken‘. De mededeling op Weenings site is exemplarisch: onder constructie.

Partijpolitiek in werking is geen fraai gezicht. Bij de kandidaatstelling voor verkiezingen knokken leden van de Tweede Kamer voor een hoge plaats op de lijst. Hun carrière staat op het spel. Of facties trekken de macht naar zich toe met uitsluiting van rivalen. Zie 50PLUS. Op het spel staan functies in het openbaar bestuur die volgens een ongeschreven regel zijn voorbehouden aan leden van politieke partijen. Feitelijk is dit nepotisme van 2% partijleden over 98% niet-partijleden een weeffout die alle politieke partijen actief in stand houden. Maar geen enkele maatschappelijke groepering stelt de vanzelfsprekendheid van deze claim ter discussie.

Jolande Sap is sinds december 2010 een weinig overtuigende leider van een partij die niet goed met de macht omgaat. Het Kunduz-akkoord knelt nog steeds en nu zijn er weer geruchten dat GroenLinks de JSF steunt. Onder Femke Halsema probeerde de partij de weg naar het centrum te vinden. De paradox is dat Halsema faalde waar Sap met het ‘Lenteakkoord‘ slaagde. PvdA-partijleider Diederik Samson bood haar die kans, zodat GroenLinks niet meer naar links getrokken werd. Maar Sap is tweeslachtig als ze zegt de ruimte naar de PvdA open te willen houden. En zelfs met de SP wil praten. Telkens bezorgt Sap haar partij een onduidelijk profiel.

Haar onvastheid maakt het onvermijdelijk dat iemand Sap uitdaagt. Dibi kiest eenduidig voor hervormingen en het centrum. De tragiek van GroenLinks is dat Dibi als ‘lichtgewicht‘ evenmin voldoet, aldus de Volkskrant. Halsema is jonger dan Sap en zou de geschikte kandidaat zijn. Zij kan niet meer terugkomen. GroenLinks is zowel meer als minder dan Sap. Opsplitsing en aansluiting van een deel bij D66 en PvdA is het beste dat de partij kan overkomen. Zodat principes niet langer verward worden met realisme binnen hetzelfde debat.

Foto: Emile Roemer, Job Cohen en Jolande Sap presenteren een gezamenlijk alternatief voor het bezuinigingsbeleid van het kabinet Rutte, januari 2012.

Crisis binnen GroenLinks biedt zicht op vernieuwing

Er is gedonder binnen GroenLinks. Volgens een bericht in de NRC kunnen vier van de tien kamerleden zich niet vinden in de koers van fractievoorzitter Jolande Sap. Het komt erop neer dat Sap niet voor individuele vrijheid kiest zoals Femke Halsema deed, maar voor linkse samenwerking met SP en in mindere mate de PvdA. Sap volgde Halsema in december 2010 op. GroenLinks scoort slecht in de peilingen en de missie in Kunduz werkt als een splijtzwam. Overigens een erfenis van Halsema. Dat zorgt voor onzekerheid binnen de fractie.

Fractievoorzitters moeten rijpen. Van Emile Roemer bleek al na 2 maanden dat-ie het in zich had, bij Job Cohen is dat na 2 jaar nog steeds niet aangetoond. Jolande Sap is een twijfelgeval. Na 14 maanden heeft ze nog niet bewezen een leider te zijn, maar evenmin valt ze zo door de mand als Cohen. Haar uitleg met de stekkerdoos tijdens de Algemene Beschouwingen 2011 was tenenkrommend. De econome Sap zou zich tijdens de huidige crisis beter kunnen profileren als economisch expert. Met als complicatie dat ze dan financieel-economisch woordvoerder Bruno Braakhuis opzij moet zetten die een van de vier opposanten is.

Het gaat om een richtingenstrijd. Kiest GroenLinks voor oud-links en haakt het aan bij SP en PvdA of zet het de links-liberale koers van Halsema voort en stelt het zich vergelijkbaar op als D66? Ofwel, het gaat om een afweging tussen de gevestigde belangen van de verzorgingsstaat tegenover hervormingen voor de toekomst. Omdat komende bezuinigingen alleen te halen zijn met hervormingen lijkt de optie oud-links achterhaald.

Recent zijn op centrum-links pogingen ondernomen om de partijpolitieke verstarring te doorbreken. Omdat ze teleurgesteld zijn in hun eigen partij zoeken individuele leden van GroenLinks, D66 en PvdA in wisselende combinaties samenwerking over partijgrenzen heen. In december 2010 was er het initiatief van een fusie tussen D66 en GroenLinks. In september 2011 ‘Leden van zes PvdA-afdelingen starten een traject om de Nederlandse progressieve beweging van nieuwe ideeën en energie te voorzien‘. In december 2011 was er het initiatief van een vrijzinnige beweging tussen leden van D66, GroenLinks en PvdA. Tot nu toe tevergeefs.

Kan de huidige crisis in GroenLinks helpen bij nieuwe partijvorming? Als de stemming tussen de kamerleden van GroenLinks representatief is voor de richting dan is 40% bereid om te hervormen met anderen. Om samen te gaan met kritische VVD’ers (type Voorhoeve), liefdevolle PvdA’ers (type Terstall) en vrijzinnige D66’ers (type Van der Ham). Voor zo’n seculier-vrijzinnige hervormingspartij moeten tien zetels te halen zijn. Een wetmatigheid is dat partijen alleen bewegen als het slecht gaat. Het wachten is op een crisis binnen D66.

Foto: Jolande Sap probeert tijdens een debat in de Tweede Kamer met een stekker en stekkerdoos Geert Wilders iets te vertellen, 2011. Credits: ANP