Twee gemeenschappen op één kussen, daar slapen de Rode Duivels tussen

Voetbal, opnieuw voetbal. Deze keer niet over de verspilling van Braziliaans overheidsgeld en corruptie bij de FIFA of de beet van Luis Suarez, maar over België. Waarvan gezegd wordt dat het eenheid in verscheidenheid biedt. Een manier van zeggen dat bedoelt dat er meer verscheidenheid dan eenheid is. Blijkbaar stromen de Belgische supporters mee in de gekte zoals Nederland dat met Oranje al decennia lang kent. Zeker sinds de verloren WK-finales van ’74 en ’78 en de gewonnen EK-finale van 1988. In andere landen is dat niet anders.

Ggggooooaaaaaallllll … dat geschreeuw klinkt door open ramen. Media in landen die deelnemen gaan uit hun bol en geven achtergrondinformatie die even spannend en nieuwswaardig is als een Andy Warhol-film, politici proberen op het succes van het nationale team mee te surfen en supporters worden in het format van een dwangbuis gewrongen. Dat valt de Belgen met hun Rode Duivels niet mee. Ze moeten wennen aan hun rol.

Bruegel

Foto: Pieter Bruegel, Dulle Griet, 1562. Collectie Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen.

Brazilië: voetbal is oorlog. Sport is politiek. Wie is de verliezer?

Voor de liefhebbers is voetbal leuk. Of niet. Bijvoorbeeld bij verlies. Voor bedrijven is voetbal commercie, voor politici invloed. Het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië is in elk geval meer dan voetbal alleen. Het is ook chaos, onrust, ongelijkheid, onderdrukking en een land op de rand van een zenuwinzinking.

Oud-wereldkampioen schaken en politicus Garry Kasparov die in de race is voor het presidentschap van wereldschaakbond FIDE en daartoe moet opboksen tegen de Russische overheid is duidelijk over de vermenging van sport en politiek. Die bestaat en wordt bewust gezocht door politici. Daarom wijken zoveel sportevenementen uit naar niet-democratische landen. Of een semi-ontwikkelingsland als Brazilië. Met sport als verliezer. Hij zegt op Facebook: ‘And don’t say, “Keep politics out of sport!” when the only reason Putin and other dictators want to host these events is for international prestige and internal political distraction away from their repression. Economic and cultural engagement with dictatorships does not reform them; it corrupts the other side while providing lifelines to the dictators.’ Alleen sportbobo’s ontkennen het verband.

Tegen het WK in Brazilië. De keerzijde van verspilling

Het WK Voetbal in Brazilië dat komende donderdag begint ontmoet veel tegenstand. Waarom? De kosten voor voetbalstadions, infrastructuur en veiligheid bedragen 14 miljard dollar, zo’n 10,4 miljard euro. Da’s extreem veel. En dat in een semi-ontwikkelingsland. Kan Brazilië het zich veroorloven zoveel geld niet te besteden aan armoedebestrijding of onderwijs? Nee, allicht niet, maar het gebeurt. Want wie profiteert ervan? Dat zet kwaad bloed bij de demonstranten. Die niet zozeer tegen voetbal zijn, maar tegen de besteding over hun hoofden heen van het overheidsbudget. Demonstraties en stakingen nemen alleen nog maar toe nu het WK voor de deur staat. Massale inzet van veiligheidsdiensten zal ongetwijfeld de openbare orde garanderen. Maar is een nederlaag voor het Braziliaanse establishment dat onrust oogst waar het met spelen rust meende te kopen.

GeenStijl doet aan journalistiek die telt. Best bijzonder

Wat toont Tom Staal voor GeenStijl aan? Is het dat dat er in het Europarlement geld verspild wordt en er op die verspilling geen controle zit? Of is het dat het opmerkelijk is dat de journalistiek zoiets laat zien? Want het nieuws over het nieuws is dat het filmpje internationale aandacht trekt. Maar is het zo bijzonder om te zien dat de Tsjechische afgevaardigde Miroslav Ransdorf en zijn Italiaanse collega Raffaele Baldassarre zich aan het eind van de dag melden om 300 euro op te strijken en weer vertrekken? Dat weten we toch allang? Bijzonder is dat deze grootschalige verspilling bijna nooit in beeld gebracht wordt. Het is de journalistiek die het af laat weten. Onbegrijpelijk, want dit nieuws scoort. GeenStijl laat zich echter niet intimideren door de macht.

Wouter Bos schreef laatst in z’n Volkskrant-column over de rol van journalisten in een democratie: ‘Hebben journalisten niet de taak om mensen ook voor te lichten, op te voeden wellicht, over hoe een democratie werkt en hoe waardevol het is als die partijen die elkaar naar het leven staan in een campagne vervolgens toch in staat blijken compromissen te sluiten en met elkaar verder te gaan?‘ Nee, da’s niet de rol van journalisten. Wat Bos schrijft en ontleent aan filosofe Martha Nussbaum over een ‘ethisch model’ is onzin. Hij past dat te ruim toe. Bos wil de journalistiek tot een verlengde van de partijpolitiek maken. Dat kan het nooit zijn. Journalistiek moet haaks op de macht staan. Journalistiek moet niet voorlichten, maar tegels lichten. Journalistiek moet niet opvoeden, maar aan de poorten van de macht rammelen. GeenStijl begrijpt die rol beter dan Wouter Bos.

Occupy en middenklasse vinden elkaar in kleinere publieke sector

wl-11occupy-mw81650

In VPRO’s Tegenlicht zegt ondernemer en miljonair John Fentener van Vlissingen dat de Occupy-beweging voor een groot deel gelijk heeft. Hij zou er bijna zelf een tentje bijzetten. Raken de machtigen en machtelozen elkaar? Wie maken feitelijk het tussengebied uit? Occupy symboliseert een nieuwe opvatting van burgerschap. Deels uit idealisme, deels gedwongen omdat de  herverdeling van macht en productiemiddelen stagneert. Een jonge generatie wordt buiten de deur gehouden. Maar ook anderen. Da’s het gevolg van een bewust proces.

Wie is de vijand van Occupy en van de anderen met gelijklopende belangen? Da’s iedereen die met een greep naar de macht de zeggenschap in de publieke sector naar zich toe heeft getrokken. En niet meer afstaat. Overheidsgeld houdt die motor draaiende. Hoe meer volume, hoe onoverzichtelijker de geldstromen en de controle erop worden. Verspilling loont. Niet stroomlijnen, maar compliceren is het instrument van deze belanghebbenden. Omdat de middenklasse met belastinggeld in meerderheid de motor van de publieke sector smeert is het de natuurlijke bondgenoot van Occupy. Door een cultuurverschil beseft het dat nog niet. Geholpen door de gevestigde media die de gevestigde belangen verdedigen en Occupy meestal verketteren.

Hoogleraar corporate governance bij Nijenrode Paul Fentrop schreef afgelopen zaterdag een NRC-artikel ‘De elite werd een kongsi die voor zichzelf zorgt‘. Trouwens een bijzondere plek omdat Paul Frentrop ooit de journalistiek van de NRC laakte en NRC-redacteur Menno Tamminga op zijn beurt vragen zette bij de integriteit van Frentrop. Hoe dan ook toont Frentrop overtuigend aan dat ‘de semipublieke mismanagers op een vulkaan vol borrelend ongenoegen leven’. Die overbodige laag van managers in de semipublieke sector die ondernemer spelen zonder eigen risico te lopen. Ingedekt en ingelikt als lid van een politieke partij.

Wat is de oplossing? De publieke sector moet minder zwaar worden. Deze dreigt onder druk van de crisis en de veelverdieners te bezwijken. Ze teren op de beurs van de belastingbetaler. Bijstandsgerechtigden en werklozen worden gekort. De Occupy-generatie komt niet aan de bak. De veelverdieners blijven door hun politieke dekking buiten schot terwijl ze een groter beroep op de schatkist doen. Een en ander kan bereikt worden door overbodige managers te ontslaan en bestuurslagen te schrappen. Een kleine compacte overheid kan dan belastingen verlagen, de economie stimuleren en zorgen dat het geld terechtkomt waar het nodig is.

Is zo’n oplossing binnen handbereik? Nee. De gevestigde belangen in politieke partijen, semipublieke sector en media houden dat uit alle macht tegen. Als een geheim genootschap dat immer indirect reageert. Zo praat de VVD over een terughoudende overheid en lagere belastingen, maar zadelt het de burger op met een BTW-verhoging van 2% en andere lastenverzwaringen. De overeenkomst tussen een echte ondernemer als Fentener van Vlissingen en Occupy is duidelijk. Ze vinden elkaar in de afkeer van de publieke sector en de wens voor transparantie, eerlijkheid, doelmatigheid en overzichtelijkheid. Het eerste doel is de bewustwording van de middenklasse. Het heeft alles te winnen bij wat Occupy voorstaat. Het wordt ze alleen door niemand verteld.

Foto: Tekstbord Occupy Amsterdam, 2011.

Haperende EU beïnvloedt Nederlandse verkiezingsstrijd

Het Vlaamse Terzake vertoont een bewerkte uitzending van de RTBF over de Europese instellingen in Brussel. Verdienen de Europese ambtenaren werkelijk zoveel als altijd wordt beweerd? Het antwoord is eenduidig ja. Maar commissievoorzitter Barroso wil 4% extra geld van de belastingbetaler. In welke werkelijkheid leven de Eurocraten? Begrijpen ze de tekens van de tijd? In Nederland vrezen 1 op de 10 werknemers voor hun baan.

Daarnaast hebben veel Europarlementariërs (EMP) meerdere functie. Zodat ze nog meer verdienen. Volgens een onderzoek van Corporate Europe is bij 1 op de 7 EMP’s met een tweede functie het risico op belangenvermenging -‘conflict of interest’- groot. Het voorbeeld van Jean-Luc Dehaene is ontluisterend. Als bestuursvoorzitter van Dexia stemt-ie als EMP over regelgeving voor de  financiële sector. Deze vermenging is er opnieuw  een bewijs voor dat banken de politici kopen en daarom niet stevig aangepakt worden.

Voor de verkiezingen van 12 september geven berichten over Brusselse zelfverrijking eurosceptische partijen de wind in de rug. Naar aanleiding van de Terzake-uitzending stelde de PVV kamervragen aan premier Rutte en staatssecretaris Knapen. Vragen die de zweem van objectiviteit voorbij zijn. Het gaat over ‘zakkenvullende eurocraten’ en ‘perverse salarissen’. In kamervragen aan opnieuw premier Rutte en staatssecretaris Knapen over EC-voorzitter Barroso die meer geld vraagt zet de PVV Rutte neer als iemand die geldverspilling steunt.

De tragiek van het Europese project is dat PVV en SP goede argumenten hebben met hun kritiek op verspilling, ondoelmatigheid en belangenvermenging van de onbestuurbaar geworden Europese kolos. Naar verwachting zal een eurofiele partij als D66 haar virtuele winst in de peilingen verliezen. Dat de verkiezingen over Europa gaan is duidelijk. Daar zorgen de opeenvolgende crises in Griekenland, Spanje en Italië wel voor. En in Brussel.