Wat kan het einddoel van Digital Disruption zijn?

Digital Disruption, de titel knipoogt naar het verleden. Media-educatie die de overheid niet biedt om jongeren te bolsteren tegen propaganda en de niet aflatende stroom aan invloeden. Nieuwe ontwikkelingen dagen oude uit. YouTube verdringt televisie. Decentrale journalistiek op internet verdringt traditionele kranten. Zoals ooit televisie de radio verdrong, Instagram het fotoalbum, video de bioscoopfilm, Facebook de muurkrant en Twitter het pamflet. Regels veranderen. En producenten en consumenten die zich niet aanpassen missen de aansluiting. Totdat de verbreking van het contact weer het nieuwe cool wordt. Het boek, de radio, het gesprek tussen mensen of de handgeschreven brief. Nu nog is het rappen, samplen en trappen. Straks volgt de bezinning. Digitale Disruptie is een geuzennaam. Weg uit de dwang om sociaal en digitaal te doen. Jezelf. 

Digital_Transformation-300x220

Foto: Who’s In Charge of Transformation?

Mark Rutte neemt terecht geen afstand van het ‘Polenmeldpunt’

Kandidaat voor het leiderschap van de PvdA Martijn van Dam heeft kamervragen gesteld ‘over het bericht dat de voorzitter van het Europees Parlement heeft gezegd dat de minister president volledig afstand heeft genomen van het ‘Polenmeldpunt’. In het Vragenuurtje van de Tweede Kamer ontkent Mark Rutte dat-ie afstand heeft genomen van het meldpunt en evenmin dat-ie dat achter de schermen tegen Martin Schulz heeft gezegd. Tegenstrijdige verklaringen van Rutte en Schulz roepen de vraag op wie er van de twee liegt.

Nu hij aan tafel zit met Geert Wilders en Maxime Verhagen om over bezuinigingen en besparingen te praten komt het Rutte niet slecht uit dat-ie het meldpunt een initiatief van een politieke partij kan noemen. En dat het geen regeringsstandpunt verwoordt. Voor wat het waard is merkt Rutte op dat-ie positief staat tegenover emigratie uit Midden- en Oost Europa. Schulz merkt in een gezamenlijke persconferentie na een gesprek tussen hem en Rutte op 1 maart overigens op dat er in Europa meerdere van dit soort meldpunten zijn.

Op de neutrale opstelling van Rutte is kritiek geuit. Waarom spreekt-ie zich niet uit? Moet een regeringsleider zich ook in zijn woorden niet ondubbelzinniger en duidelijker aansluiten bij verdragsteksten? Rutte antwoordt daarop dat-ie de verdragsteksten onderschrijft, maar anderen de ruimte geeft daar anders over te denken.

Rutte is liberaal en Schulz sociaal-democraat. Ze hebben verschillende wereldbeelden en een ander type overheid voor ogen. Rutte zegt voor een terugtredende overheid te gaan. Moralisme probeert-ie te beperken. Rutte heeft het Euroscepticisme van Wilders te aanvaarden en zoekt op dat dossier steun bij de oppositie.

Toch ontstaat nu het slechtste van twee werelden met volop publiciteit voor de PVV. In alle hijgerigheid en politieke berekening praten media en tegenstanders van Wilders over het meldpunt terwijl Rutte er liever over zwijgt. Want Wilders zwijgt. Vervolgens kloppen tegenstanders van Geert Wilders bij Mark Rutte aan met de vraag waarom-ie het meldpunt niet veroordeelt. Zodat de PVV en het meldpunt opnieuw aandacht trekken.

Als de PVV gebruik maakt van de vrijheid van meningsuiting, dan kan Rutte dat toch ook? Zo is de logica. Het kan, maar het is ook de vrijheid van Mark Rutte om niet inhoudelijk te reageren. Het meningsverschil is terug te brengen tot een interpretatie over de vrijheid van meningsuiting. Zolang iets binnen de wet valt mag het gezegd worden. Dat geldt voor het meldpunt dat in de ogen van velen op de onderbuik speelt, maar wettelijk niet verboden is. In het publieke debat kan volop kritiek op het meldpunt worden geuit. Rutte verplichten om in het openbaar een mening te uiten die hij niet wil uiten valt niet meer onder de vrijheid van meningsuiting.

Foto: Voorzitter van het Europees Parlement Martin Schulz ontvangt Mark Rutte, 1 maart 2012

Meldpunt PVV over Midden- en Oosteuropeanen verdient navolging

De PVV is een meldpunt Midden- en Oosteuropeanen gestart. De partij legt uit dat er sinds 1 mei 2007 vrij verkeer van werknemers is tussen Nederland en acht lidstaten uit Midden- en Oost Europa: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Hongarije. Deze MOE-landen traden met Malta en Cyprus in 2004 toe tot de EU in de vijfde uitbreiding. De PVV zegt dat er naar schatting 200.000 tot 350.000 personen uit deze landen in Nederland verblijven. In 2010 hadden ongeveer 11.700 daarvan een uitkering.

De landen van de zesde uitbreiding uit 2007 zijn Bulgarije en Roemenië. Tot 2014 kan in een overgangsfase het vrije verkeer van werknemers uit deze twee landen beperkt worden. Een overheidsonderzoek uit 2008 over de economische invloed van Bulgaren en Roemenen concludeert over werknemers uit de MOE+-landen (de acht van de vijfde uitbreiding minus Cyprus en Malta plus Bulgarije en Roemenië) dat hun netto bijdrage klein, maar bescheiden positief is. Maar in de vier jaar sinds dat onderzoek kan het beeld gekanteld zijn.

De PVV-fractie heeft volgens minister Kamp het recht een meldpunt op te zetten. Anderen noemen het stemmingmakerij of discriminatie. De Poolse ambassade is kwaad over het initiatief. Toch erkennen velen dat er problemen zijn met werknemers uit MOE+-landen. Zo wil de Haagse PvdA-wethouder Marnix Norder werkloze Oost-Europeanen uitzetten. Hij sprak in december 2010 over een tsunami van Oost-Europeanen.

Zorgvuldigheid ligt in voorwaarden. Inventariseren van ‘overlast, vervuiling, verdringing op de arbeidsmarkt en integratie- en huisvestingsproblemen‘ kan geen kwaad. Het activisme van de PVV vraagt om navolging, het relativeert het belang van politieke partijen. Andere partijen kunnen meldpunten opzetten over sjoemelende bankiers of directeuren in de semi-publieke sector. Het is pas discriminatie als individuele gevallen niet op hun eigen waarde worden beoordeeld. Onze rechtsstaat is echter krachtig genoeg om dat te garanderen.

Foto: Warszawa Pride protest in Polen tegen discriminatie van (sexuele) minderheden, 2008. Met op spandoek Europa = Tolerantie. Credits: Joe Ruffles.