Koran als moordwapen: moeder doodt zoontje

Als we de media moeten geloven kunnen boze moslims er geen genoeg van krijgen om hun verontwaardiging met geweld te tonen. Vaak ontstaat er onrust na geruchten over het verbranden, verscheuren of hoe dan ook ontheiligen van de koran. Elke verdenking kan de vlam in de pan doen slaan. Die gaat dan als een lopend vuurtje door dessa, madrassa of stad. Massaal zijn moslims op zoek naar identiteit. In sommige landen loopt dat langs de weg van moord. We kijken allang niet meer op als in Pakistan, Egypte, Irak, Indonesië of Afghanistan weer een christen, atheïst of een moslim van een niet erkende islamitische minderheid wordt aangevallen. Waarbij de politie zich afzijdig opstelt. We kennen de beelden en kijken er niet meer van op.

Maar de koran kan ook moordwapen zijn. Dat opent ongebruikelijke perspectieven. Het herinnert aan de  balpenmoord, de ijspinmoord of de kussenmoord. Afgelopen juli verstikte in het Zweedse Halmstad een 28-jarige vrouw haar zoontje van 5 maanden met de bladzijden van een koran. Met 39 verwondingen tot gevolg. In haar psychose wilde ze hem redden van demonen. Ze zag horens uit zijn voorhoofd groeien, lange lianen op zijn lichaam en het gezicht van een oude man er bovenop. Dat beeld laat niet onberoerd. Ze geeft haar daad toe. Advocaat Göran Ruthberg eist vrijspraak, want de vrouw had niet de opzet om te doden. Aanklager Anders Johansson ziet dat anders, volgens hem smoorde de vrouw haar zoontje opzettelijk met de koran.

Of zelfs bij vrijspraak de beproeving voor de vrouw ten einde is valt te bezien. Demonen kunnen haar blijven bezoeken. In ieder geval heeft haar man haar vergeven. Of moslims hetzelfde doen is minder zeker. Want de koran is hoe dan ook ontheiligd. Daar weegt geen leven of lijdensweg tegen op. Of de vrijheid van godsdienst in Zweden zover strekt dat hetzelfde met de IKEA-gids mogelijk is, blijft deo volente een theoretische vraag.

Foto: Geopende Koran

Moslims vernietigen boeddhistische tempels in Bangladesh

Bij rellen in Bangladesh hebben duizenden moslims gisteren 12 boeddhistische tempels en kloosters, en meer dan 50 huizen platgebrand. Onder de vernietigde tempels zijn eeuwenoude pagodes, zodat cultureel erfgoed in vlammen is opgegaan. De identiteit van de boeddhistische minderheid is aangetast. Ook een hindoeïstische tempel was doelwit. De overheid probeerde de onlusten te beteugelen, maar de politie was in de minderheid. Pas in de loop van zondag kreeg de politie greep op de situatie zodat de rust kon terugkeren.

Kennelijke aanleiding voor deze verstoring van de openbare orde was dat de boeddhistische jongen Uttam Kumar Barua een foto van een verbrand exemplaar van de koran op Facebook had gezet. Moslims vatten dat op als belediging en een vrijbrief om tempels en huizen plat te branden. Mogelijk had de Birmese islam-minderheid Rohingya de hand in de onlusten. Zo’n verwijzing kan ook dienen om een zondebok aan te wijzen.

In een persbericht liet de Bangladesh Telecommunication Regulatory Commission weten dat het Facebook had verzocht de gewraakte foto te verwijderen. De BTRC zei dat het doorging met haar inspanningen om ‘anti-islam-elementen’ van sociale netwerksites verwijderd te krijgen, YouTube te blokkeren en het drong er bij allen op aan om zich te onthouden van het posten van ‘geringschattende’ anti-religieuze berichten en foto’s.

Een trieste dag in Bangladesh waar trouwens niet de onlusten, maar overstromingen het nieuws beheersen. Enkele meer dan 250-jaar oude boeddhistische tempels zijn vernietigd. De staat is te zwak om het gepeupel in de hand te houden en grijpt aan de noodrem door het beperken van de vrijheid van meningsuiting. Direct gevolg van de onlusten is dat de internetvrijheid en de sociale media ingeperkt worden. Enkele vermeende daders zijn opgepakt. De kloof tussen Oost en West over de vrijheid van meningsuiting is opnieuw vergroot.

Foto: Een standbeeld van Boeddha is blijven staan ​​te midden van de ruïnes van een tempel die in brand werd gestoken door een gewelddadige menigte bij Ramu upazila in Cox’s Bazar op 30 september 2012. Credits: Focus Bangla.

Islam verliest in Pakistan hoofd en hart

Gouden tijden voor religiekritiek. De absurditeit van religie wordt door gelovigen tot grote perfectie gevoerd. Het idee dat wat door toedoen van religie misgaat ‘politiek‘ wordt genoemd en wat niet misgaat ‘religie‘ is aardig gevonden, maar feitelijk niet meer dan een afleiding om wat religies teweegbrengen bij de massa’s te ontkennen. En de verantwoordelijkheid daarvoor niet te willen nemen. Sommige religies weten zich echter te gedragen en zich een schijn van beschaving aan te meten. Maar andere religies zijn nog lang niet zover.

In de Pakistaanse hoofdstad Islamabad is wegens godslastering het 11-jarige meisje Rimsha Masih gearresteerd omdat ze pagina’s uit de koran zou hebben verbrand. Ze is afkomstig uit een christelijk gezin en heeft het syndroom van Down. Syed Muhammad Ummad diende een klacht in. Naar verluidt zijn haar moeder en zuster ook gearresteerd. Christenen uit de regio ontvluchtten daarop hun huizen omdat ze zich niet veilig voelden. Pakistaans president Asif Ali  Zardari roept op tot ‘bescherming van iedereen, in het bijzonder kwetsbare groepen in de samenleving, vanwege elk misbruik van de wet tegen godslastering‘.  Om dezelfde redenen hebben ook mensenrechtenactivisten, onder wie Ansar Burney om de vrijlating van Rimsha gevraagd.

Foto: Stop het moorden in de naam van de islam