Sluiting Museum Oud Amelisweerd is tragiek van een aangekondigde dood

694

Het doek lijkt nu echt definitief gevallen voor het Museum Oud Amelisweerd (MOA) in Bunnik. De gemeente Utrecht geeft ondanks het advies in mei 2016 van de Advies Commissie Cultuurnota over de periode 2017-2020 geen jaarlijkse subside van 75.000 euro. Dat advies was overigens niet onverdeeld positief en wees op de zwakke plek: de financiële positie en onderbouwing: ‘Maar ze concludeert tevens dat de begroting weinig transparant is, zeker op het punt van de voorwaarden die gesteld zijn bij diverse geldstromen en hoe de diverse gelden besteed worden. Ze beveelt het museum aan om hierin meer inzicht te verschaffen. Aldus adviseert de commissie positief over de aanvraag met het verzoek aan het MOA om een nieuwe begroting in te dienen waarin ook de besteding van de bij de gemeente aangevraagde subsidiegelden wordt verantwoord.’

Maar een Adviescomissie Cultuur heeft geen rekening te houden met gemaakte afspraken. Het was een noodgreep van het MOA om de aanvraag in te dienen waarvan het op voorhand wist dat die niet toegekend kon worden. Want bestuur en directie wisten dat het Utrechtse gemeentebestuur de raad in verhitte debatten had toegezegd dat er geen cent exploitatiesubsidie van de gemeente Utrecht naar het MOA zou gaan.

Insiders wisten dat het MOA onder de verkeerde voorwaarden opereerde vanwege de zwakke financiële basis en de hoge kosten van exploitatie in een rijksmonument. Het was niet de vraag of het MOA zou omvallen, maar wanneer dit zou zijn. Museumdirecteur Paul van Vlijmen voorspelde in 2012 dat het MOA een fiasco zou worden: ‘Ik zou bedrijfsmatig nooit in zo’n avontuur stappen. Want het museum -zonder subsidie- is niet rendabel te krijgen.’ Deze kritiek op het ondernemingsplan die niet gezond te krijgen was kwam bovenop de artistieke kritiek. Zo was vriend van Armando en oud-conservator Rini Dippel in 2011 vernietigend over het ‘verstopte museum’ in de bossen van Bunnik dat volgens haar niet paste bij het werk van Armando. Zoals velen na haar zag Dippel niets in de combinatie van landgoed, de 18de eeuwse Chinoiserieën van Oud-Amelisweerd en het werk van Armando. De kunsthistorische logica van de combinatie ontging haar.

Hoe het MOA ontmanteld wordt ligt in de oprichting ervan besloten. Het is de zogenaamde terugvaloptie die in een commissiebrief van B&W van Utrecht van 13 december 2011 wordt geschetst en er al rekening mee hield dat de huidige exploitant het niet zou redden: ‘Mocht openstelling volgens de uitgesproken ambities niet realiseerbaar zijn dan volgt in de lijn van overwegingen een variant met openstelling van het landhuis en het behang als een museumstuk waarvoor bezoekers komen, net zoals dat nu voor het Rietveld Schroderhuis het geval is. Een openstelling van het landhuis als “sitemuseum” of “open monument” kan een alternatief bieden voor museale openstelling zoals in deze brief is beschreven. Het Centraal Museum is beheerder van de collectie historische behangsels en kan worden gevraagd deze met het landhuis te gaan exposeren.

In een artikel in het AD vraagt raadslid Aline Knip (D66) wat de plannen van het college zijn. Zij is blijkbaar niet op de hoogte van de bestuurlijke geschiedenis van het museum en de financiële martelgang die het sinds 2011 is gegaan. Eruit blijkt ook dat de PvdA-fractie met het weggaan van Bert van der Roest het historische geheugen over dit dossier kwijt is. Het zegt uit te zoeken wat er over de subsidie afgesproken is. In 2011 zei woordvoerder Jeroen Bosch namens het Utrechtse college: ‘Wel wil de gemeente Utrecht geld uittrekken voor de renovatie van en het gereedmaken van Oud Amelisweerd, maar de exploitatiekosten zijn voor Amersfoort, of voor het Armando Museum.’ Door dit gebrek aan kennis bij de cultuurwoordvoerders in de Utrechtse raad zijn de beleidsambtenaren het geheugen van dit dossier en is er geen controle op de macht mogelijk.

Als het bestuur van het MOA definitief de stekker eruit trekt, dan is het aan het Utrechtse gemeentebestuur om een nieuwe exploitant te vinden. Dat kan de terugvaloptie via het Centraal Museum zijn, maar ook een Museum voor Chinoiserie of een historisch museum dat bij de plek past. In 2011 formuleerde ik 10 raadsels over wat toen nog het Armandomuseum werd genoemd. De tragiek is dat in 2016 deze raadsels nog steeds bestaan en de vragen waarom het MOA precies opgericht moest worden nog steeds niet beantwoord zijn door de politiek verantwoordelijken in Amersfoort, Utrecht en de provincie Utrecht. Dat geeft te denken.

Zie hier voor een overzicht van artikelen over dit onderwerp.

Foto: Museum Oud Amelisweerd, credits © Jeroen Jumelet.

Museum Oud-Amelisweerd verzoekt Amersfoort om vervroegde uitbetaling subsidie

schema

Zoals voorspeld gaat het niet goed met de bedrijfsvoering van Museum Oud-Amelisweerd (MOA) in Bunnik. De voorwaarden om het kunnen realiseren werden gaandeweg zo aangescherpt dat het de bedrijfsvoering in een rijksmonument praktisch onmogelijk maakte. Die randvoorwaarden blijven het museum achtervolgen. In de Utrechtse raad zetten VVD en D66 in 2011 en 2012 fundamentele vragen bij de onderbouwing van de exploitatie. VVD: ‘Helaas hangt het exploitatiemodel van het nieuwe museum, zoals dat aan de Utrechtse gemeenteraad is gepresenteerd, aan elkaar van onrealistische aannames.’  Vanaf het begin was duidelijk dat het Museum Oud-Amelisweerd tegenslagen niet op zou kunnen vangen vanwege ontbrekende reserves.

Bestuur MOA heeft het college van Amersfoort nu gevraagd het subsidieschema aan te passen (zie boven), met als belangrijkste verandering dat er over 2015 niet 100.000, maar 258.341 euro uitgekeerd wordt. Het verzoekt de subsidies over 2020 en 2021 in 2015 uit te betalen. Amersfoort gaf het museum in 2011 een bruidsschat van 1 miljoen euro mee die in 10 jaar zou worden uitgekeerd. Om bij een faillissement niet het hele bedrag kwijt te zijn. Bestuur MOA stelt het voor dat het verzoek om subsidies eerder uit te betalen door incidentele tegenslagen wordt bepaald. Zoals een latere opening en oplevering van het Koetshuis.

De aanpassing voor het subsidieschema Museum Oud-Amelisweerd staat op de agenda (De Ronde) voor 31 maart 2015 van de Amersfoortse raad. Wethouder Pim van den Berg brengt het voorstel in. Het voorstel is een mix van optimisme en pessimisme die karakteristiek geworden is voor de plannen van het Museum Oud-Amelisweerd. Het bevat een optimistische kijk die vermoedelijk door directie en bestuur MOA aangeleverd is -en in het voorstel verwerkt- waarvan men zich af kan vragen hoe objectief de informatie is. Er schemert de waarschuwing van de wethouder doorheen: ‘MOA heeft een aangepaste begroting opgesteld, indien sprake zou zijn van een betaalschema van 8 jaar. Daaruit blijkt dat de begrote inkomsten van derden fors zijn en wellicht aan de optimistische kant.’ Heeft de Amersfoortse raad nog ruimte om zich hierover uit te spreken?

Foto: Schermafbeelding uit raadsvoorstel ’Aanpassing subsidieschema Museum Oud Amelisweerd’ van het college van de gemeente Amersfoort.

Tuinontwerp Oud-Amelisweerd is kwalitatief nog niet op orde

OA Tuin

Uit de presentatie van bureau Copijn over de tuin van Oud-Amelisweerd blijkt dat tekst ondergeschikt is. Er staat geen zin in met een begin, midden en eind. Foto’s, schetsen, pijlen en citaten zetten de toon. Niet wordt duidelijk gemaakt wie eraan gewerkt hebben en wie ervoor verantwoordelijk zijn. Een landschapsarchitect met cultuurhistorische kennis, een architect zonder die kennis of een stagiaire? De expertise of juist het gebrek eraan blijken wellicht morgenavond uit de informatieavond over de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen.

Vanwege bijzondere cultuur- en natuurwaarden zijn de landgoederen op de Rijksmonumentenlijst geplaatst. Evenals landhuis en koetshuis. Dat vraagt zorgvuldigheid omdat de monumenten beschermd zijn. De status van het schetsontwerp van Copijn is onduidelijk. Belangengroep De Vrienden van Amelisweerd is geschrokken van de voorlopige schets van het tuinontwerp: ‘In een tijd dat de gemeente in de stad aan bewoners vraagt hun tuinen vooral natuurvriendelijk in te richten, komt men met een tuinontwerp dat vooral uit een stenen voorplein bestaat. Wij roepen de gemeente en het MOA op hier nog eens goed over na te denken.’ Vraag is overigens of een exploitant als MOA iets over het ontwerp van een Rijksmonument te zeggen dient te hebben.

De Vrienden vinden dat de gemeente Utrecht onduidelijk is over de plannen, de uitvoering, de procedure en de inspraak. Gezien de hoge kosten vinden ze dat ongewenst. Omwonenden, belangengroepen en inwoners van Utrecht en Bunnik behoren in hun ogen volgens de normale gang van zaken inspraak te hebben.

De RCE is op afstand betrokken. In de procedure zijn historisch onderzoek en ontwerp uit elkaar gehaald. Mede om te voorkomen dat de beschrijving en de waardering van de historische gegevens worden beïnvloed door vooropgezette plannen of verborgen agenda’s van de opdrachtgever. Daarnaast gaat de RCE ervan uit dat onderzoekers inventiviteit en ontwerp vaardigheid missen om een goed inrichtingsplan te maken. Door historische onderzoekers/landschapsarchitecten wordt hier bezwaar tegen gemaakt. Een goed plan vraagt juist geen strikte scheiding tussen onderzoek en ontwerp. Samenwerking tussen historische onderzoekers en ontwerpers leidt in deze visie tot meer diepgang en betere resultaten. Voorzover niet verenigd in een persoon.

Bij een gescheiden traject is overdracht van onderzoeker naar ontwerper onontbeerlijk, maar niet afdwingbaar. Daar hapert de procedure. Dat lijkt zich nu te wreken. Bureau Copijn is los van het historisch onderzoek door ecologisch adviesbureau Maes en landschapsarchitecte Anja Guinée aan de slag gegaan. Werken aan een Rijksmonument stelt hoge eisen. Daarom is het gebrek aan afstemming dat zich nu voordoet onacceptabel.

OA-BA

Foto 1: Schermafbeelding van het schetsontwerp voorplein Oud-Amelisweerd door bureau Copijn.

Foto 2: Schermafbeelding van de kaart van de belangrijkste historische elementen als uitgangspunt voor een ontwerp door Anja Guinée in: ‘De tuin van Oud Amelisweerd – uitgangspunten voor inrichting en beheer‘, 2012. Historisch onderzoek in opdracht van de gemeente Utrecht.

Renovatie koetshuis Oud-Amelisweerd zonder uitgebreide vergunning

Bunnik1

Bunnik2

Het landhuis, koetshuis en tuin, prominent gelegen aan de Kromme Rijn zijn een rijksmonument.’ Aldus de omschrijving op armandomuseum.nlDeze informatie staat in alle publicaties over de ‘Historische Buitenplaats Oud-Amelisweerd‘. En moet dus als bekend worden verondersteld bij betrokken wethouders en ambtenaren van de gemeenten Bunnik (grondgebied en vergunningen) en Utrecht (eigenaar en financiering).

In de informatiekrant van Bunnik van 23 januari worden bovenstaande twee omgevingsvergunningen gemeld voor werkzaamheden aan de Historische Buitenplaats Oud-Amelisweerd. Wat opvalt is dat (links) voor ‘het renoveren van het koetshuis‘ (Koningslaan 11a) en het ‘aanpassen van verschillende ruimtes voor het Museum Oud Amelisweerd’ (Koningslaan 9) een ‘reguliere omgevingsvergunning’ verplicht wordt gesteld. En (rechts) ‘het restaureren van het papieren behang in landhuis Oud Amelisweerd‘ (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) WABO-vergunningsplichtig wordt gesteld met een uitgebreide omgevingsvergunning. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed RCE laat geen misverstand ontstaan over de werking: ‘Ook ‘gedeeltelijk’ slopen, verstoren, verplaatsen of aanpassen van een monument valt onder de werking van de WABO.’

Sinds 1 januari 2012 is het vergunningenstelstel voor onderhoud aan rijksmonumenten versoepeld. Dit houdt in dat minder ingrijpende werkzaamheden vergunningvrij zijn. Dit betreft onder meer ‘gewoon onderhoud’. Het ligt eraan waaruit het ‘renoveren van het koetshuis‘ bestaat. Zonder inzage in de werkzaamheden is niet uit te maken of een vergunning nodig is. Hoe meer materiaal vernieuwd wordt of handelingen verricht worden, hoe onwaarschijnlijker het echter is dat er geen vergunning nodig is. Dat de renovatie ingrijpend is blijkt uit het Ondernemings- en huisvestingsplan dat op p.8 zegt dat het koetshuis nog moet worden ‘gerestaureerd‘. Ook dit roept de vraag op waarom de gemeente Bunnik geen uitgebreide omgevingsvergunning verplicht stelt.

Foto’s: Schermafbeelding van delen van de informatiekrant Bunnik van woensdag 23 januari 2013. 

Oud-Amelisweerd: steun voor vastgoed, maar afkeuring voor exploitant

In een commissievergadering in de Utrechtse raadszaal stond gisteravond de Kredietaanvraag Museum Oud Amelisweerd op de agenda. De bijdrage van drie partijen was opmerkelijk: GroenLinks, D66 en CDA. De eerste door de argumenten die het koos en de laatste door de collegepartijen aan een meerderheid te helpen. In Utrecht vormen GroenLinks, D66 en PvdA het college. Net als de VVD hield D66 vast aan de eerder geuite bezwaren. De kritiek van de liberale partijen is niet weggenomen. Op 21 juni wordt in de plenaire raad verder gedebatteerd. De meerderheid is miniem en afvallers kunnen GroenLinks, PvdA en CDA zich niet veroorloven.

Jesper Rijpma (VVD) en na hem Xander van Asperen (D66) lokten wethouder Frits Lintmeijer (GroenLinks) uit zijn oude stellingen. Ze maakten een onderscheid tussen het vastgoed en de bedrijfsvoering van het museum. Rijpma vroeg zich af waarom een raadsvoorstel dat over het opknappen van een rijksmonument gaat, dus een voorstel over vastgoed is, door de wethouder verknoopt is met een culturele doelstelling. Opvallend was dat zowel Frits Lintmeijer als GL-woordvoerder Jan Ravesteijn hierop geen antwoord had en de kritiek overnam.

De raad geeft brede steun aan het opknappen door de dienst vastgoed en de Rijksdient Cultureel Erfgoed van rijksmonument Oud-Amelisweerd. GroenLinks zocht daarom voor het debat in die hoek onderbouwing voor haar argumenten. Voor de lange termijn maakte het zo echter het raadsvoorstel ongeloofwaardig dat vastgoed en cultuur verknoopt. Want zelfs GroenLinks is niet enthousiast over de resultaten van de beoogde exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd. Veelzeggend voor dit gebrek aan vertrouwen in de exploitant was de moedeloosheid van Jan Ravesteijn: ‘het is uiteindelijk een inschatting‘ en ‘laten we maar niet nietsdoen‘.

Kritiek was er op het verkeersplan en de parkeerdruk, de toegangsprijs van 12,50 euro, de hoge inschatting van bezoekersaantallen, een niet onafhankelijke monitoring van het erfgoed en de niet-marktconforme huur die opgevat kan worden als impliciete bijdrage in de exploitatie. Naast het schrappen door het college van de hier ook al geconstateerde eis van een goed onderbouwde exploitatiebegroting. Het was een misvatting van de raad om de beoogde exploitant als ‘cultureel ondernemer‘ te bestempelen. De eerste voorwaarde daarvoor is anderen te overtuigen in te stappen, zoals Arjo Klamer betoogt. Die overtuiging ontbreekt zichtbaar.

Op de publieke tribune had bestuursvoorzitter MOA James van Lidt de Jeude hoorbaar moeite met alle kritiek. Hij riep uit: Wat is het alternatief? Da’s de hamvraag die in 2010 gesteld had moeten worden. Het breekt nu op dat wethouder Lintmeijer niet ver genoeg heeft gekeken en via een bestuursopdracht aan Edwin Jacobs het Armando Museum heeft binnengehaald. Met een weinig overtuigende directie en een collectie die niet past bij Oud-Amelisweerd. Een wisseltentoonstelling poetst dat niet weg. De erkenning door GroenLinks dat vastgoed en culturele bestemming niet in elkaar overlopen biedt kansen om uit te kijken naar een nieuwe exploitant. De wethouder en de meeste fracties voorzien dat de beoogde exploitant het niet langer dan drie jaar volhoudt.

Foto: Gezicht over de Kromme Rijn en op de achtergevel van het huis Oud Amelisweerd (Koningslaan 9) te Bunnik, 1954. Credits: G.J. Lauwers, Het Utrechts Archief

Oud-Amelisweerd: staalkaart van bestuurlijke onzorgvuldigheid

Sinds 13 december 2010 is dit het 53ste stuk over de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. De toon was kritisch vanwege de onlogische keuze, de slechte voorbereiding door de beoogde exploitant en de onheldere besluitvorming. Wethouder Lintmeijer gaf zonder openbaar debat de exploitant het groene licht. Met als gevolg dat deze gemeenschapsgeld ging uitgeven dat niet formeel gedekt was en zo een machtspositie opbouwde. De exploitant kreeg toegang tot Oud-Amelisweerd zonder dat dit formeel besloten was. Dit bracht ambtenaren van gemeentelijke diensten in een lastige positie, dat soms tot ontslag leidde. Als symbool van bestuurlijke onzorgvuldigheid verdient wethouder Lintmeijer een motie van treurnis.

Op 12 juni beslist een commissie van de Utrechtse raad over de kredietaanvraag voor een nieuw museum. Voor degenen die zich voor het eerst in dit dossier willen verdiepen en voor anderen die details willen opzoeken verwijs ik naar onderstaande selectie. In chronologische volgorde zijn alle stukken hier te vinden.

Achtergrond en overzicht:
Verhuizing Armando Museum naar Oud-Amelisweerd in 10 raadsels 28-10-11
Armando Museum past niet in Oud-Amelisweerd 11-04-11
Onderzoek Armando Museum roept vragen op 13-12-10

Samenhang museumsector in tijden van krimp
Utrechtse museumsector moet in samenhang gezien worden 24-05-12
Armando Museum en musea in tijden van krimp 01-11-11

Belangenverstrengeling Jacobs-Ploum
Wethouder Lintmeijer loopt risico door Oud-Amelisweerd 22-02-12
Belangenverstrengeling Oud-Amelisweerd in openbaarheid 17-02-12
Wethouder Lintmeijer wordt bij Oud-Amelisweerd niet aan goed bestuur gehouden 07-12-11

Amersfoort
Politiek wikt en BMC beschikt over Museum Oud-Amelisweerd 28-03-12
Terugvaloptie Armando Museum op kosten van Amersfoort? 16-01-12
Armando Museum en het bestuurlijk onvermogen 07-01-11

Kritiek in Utrechtse raad
Bezwaren Utrechtse D66 en VVD tegen Oud-Amelisweerd niet weggenomen 06-06-12
Vragen van de VVD over Oud-Amelisweerd 01-04-12
Utrechtse VVD heeft kritiek op Armando Museum in Oud-Amelisweerd 19-12-11

Beheer Centraal Museum sinds 1990 en Lintmeijer
Koewaarheden, melkkoeien en koehandel bij Oud-Amelisweerd 03-02-12
Amersfoort-in-C verdraait waarheid over Oud-Amelisweerd 29-12-11
Wethouder Lintmeijer verdraait waarheid over Oud-Amelisweerd 26-11-11

Exploitatie en onderbouwing
Museum Oud-Amelisweerd nog steeds zonder goed onderbouwde exploitatiebegroting 01-05-12
Bedrijfsmodel Museum Oud-Amelisweerd buigt door onder voorwaarden 20-02-12
Economische afweging voor Armando Museum gevraagd 13-10-11

Kritiek van buitenstaanders
Toon Gispen stelt kritische vragen over Oud-Amelisweerd 21-01-12
Huisvesting Armando Collectie in Oud-Amelisweerd krijgt kritiek 16-12-11
Rini Dippel vernietigend over Armando Museum in Oud-Amelisweerd 07-11-11

Alternatieve locatie
Armando Museum heeft kansen in voormalig Moluks Museum 29-05-12
Provincie Utrecht beantwoordt vragen over Armando Museum 09-01-12
Huisvesting Armando Museum in Fort Vechten biedt kansen 14-11-11

Alternatieve bestemming voor Oud-Amelisweerd
Antwoorden over Oud-Amelisweerd pleiten voor Chinahuis 11-04-12
Oud-Amelisweerd als Museum voor Chinoiserie 04-10-11

Alternatieve bestemming voor Armando Collectie
Amersfoort blijft problemen Armando Museum van zich afschuiven 11-10-11
Collectie Tony de Meijere en Armando naar Kröller-Müller Museum 22-08-11

Foto: Wegwijzer naar Armando Museum in Amersfoort, Klaas Mulder

Bezwaren Utrechtse D66 en VVD tegen Oud-Amelisweerd niet weggenomen

D66 en VVD reageerden op 8 februari 2012 kritisch op de plannen van GroenLinks-wethouder Lintmeijer over landhuis Oud-Amelisweerd. D66 zegt bij monde van woordvoerder Van Asperen: ‘Er moet een financieel verantwoord plan liggen met een goed ondernemingsplan‘ en ‘Er kleven veel financiële risico’s aan het huidige exploitatievoorstel‘. De VVD is even kritisch: ‘Helaas hangt het exploitatiemodel van het nieuwe museum, zoals dat aan de Utrechtse gemeenteraad is gepresenteerd, aan elkaar van onrealistisch aannames. Zo moet het museum meer dan 40.000 bezoekers gaan trekken, waar het museum in Amersfoort in zijn hoogtijdagen maximaal 12.000 bezoekers trok. De VVD vreest dat het plan daarom financieel niet duurzaam is.

Op 12 juni wordt de kredietaanvraag in een commissievergadering van de Utrechtse raad behandeld. Dan wordt ook beslist hoe het daarna in de raad besproken wordt. Met debat of als hamerstuk zonder debat. Als D66 en VVD bij hun bezwaren van 8 februari blijven, dan kunnen ze niet instemmen met de kredietaanvraag. Want de Stichting Museum Oud-Amelisweerd mikt vanaf 2016 nog steeds op 40.000 bezoekers. En de onderbouwing van de exploitatie is eerder zwakker dan sterker geworden, en de tekorten in de investeringen zijn groter dan voorheen. Overigens leven bij andere partijen zoals GroenRechts, SP en CDA ook bezwaren.

Uit stukken blijkt dat het college tussentijds de beoordelingsnormen heeft veranderd. Waar het in december 2011 nog een goed onderbouwde exploitatiebegroting eiste, is dat nu afgezwakt tot een exploitant met een sluitende exploitatie begroting. Door de onderbouwing van de exploitatie buiten het debat te plaatsen, gaat het college een zakelijke toetsing uit de weg. De kredietaanvraag wordt zo een geloofsartikel. Vraag is of beide liberale partijen een geloofwaardige draai menen te kunnen maken, of dat ze bij hun principes blijven.

Foto: Johanna Diehl, Mouttagiaka, Grieks Cyprus, 2009

Museum Oud-Amelisweerd nog steeds zonder goed onderbouwde exploitatiebegroting

Sinds vandaag is het voorstel Kredietaanvraag Museum Oud Amelisweerd van het Utrechtse college openbaar. Het college stelt de raad voor om 1,666 miljoen euro eigen geld beschikbaar te stellen voor Oud-Amelisweerd en het landhuis aan de Stichting Museum Oud-Amelisweerd (SMOA) in beheer te geven. De termijn moet in een gebruiksovereenkomst tussen Centraal Museum, SO Vastgoed en SMOA nog worden vastgelegd.

Het college laat zich slecht overtuigen door SMOA en geeft nog steeds gemengde signalen af. In een commissiebrief van 13 december 2011 kreeg dat vorm in het opnemen van een zogenaamde terugvaloptie. Nu in een kanttekening die zegt dat de exploitatieopzet van het museum ‘enige risico’s‘ blijft inhouden. Uit alles valt af te leiden dat het college de plannen van SMOA onvoldoende vindt. De gemeente moet er zelfs eigen eisen voor bijstellen. Zo worden ‘concrete eisen (..) van een goed onderbouwde exploitatiebegroting‘ uit de collegebrief van 31 mei 2011 in de toelichting gereduceerd tot ‘een exploitant met een sluitende exploitatie begroting‘. De ‘goede onderbouwing‘ laat het college in deze procedure vallen als harde eis.

Wat is de reden dat het college toch akkoord gaat met de SMOA die overduidelijk nog steeds geen goede onderbouwing overlegt? Stilzwijgend neemt het college deze beoogde exploitant op de koop toe. Utrecht laat het geld van de gemeente Amersfoort en sponsors voor zich werken. Over de aanpassingen aan het landhuis zegt het: ‘Ook bij een andere exploitant met een andere publieksfunctie zouden deze aanpassingen nodig zijn‘. Dit is de sleutelzin. Het gebrek aan overeenstemming zoals die uit de collegestukken en de SMOA-stukken blijkt is groot. Het college noemt de ‘Armando-collectie‘ geen enkele keer, de SMOA zwijgt niet over Armando die het presenteert als een panacee die zelfs haar ongezonde exploitatiebegroting zal genezen.

De cijfers van SMOA over bezoekersaantallen, inkomsten, exploitatie en dekkingsplan staan buiten de werkelijkheid en hebben weinig waarde in zichzelf. Ze dienen in de besluitvorming een kosmetisch doel. In vergelijking met de cijfers en de verantwoording uit 2011 van Amersfoort-in-C is er geen voortgang, maar achteruitgang geboekt. Cijfers zijn minder concreet geworden zodat de verwarring toeneemt. Zo redeneert de rekenschap van de bezoekersaantallen naar verwachtingen toe die uitblinken in stapeling en associaties, maar niet op feiten, vergelijkingen en tellingen gebaseerd zijn. Van een toegangsprijs voor volwassenen van 12,50 euro moet afgewacht worden of het realistisch en concurrerend is. Evenals van 100 kinderfeestjes per jaar.

De hoogte van de huur voor het landhuis van 49.000 euro verdient aparte aandacht van de raad omdat deze niet marktconform is. De huur voor het ensemble wordt 109.000 euro. Dit betekent dat De Veldkeuken voor het koetshuis 60.000 euro huur betaalt. Woordvoerder Jeroen Bosch zei najaar 2011 namens wethouder Lintmeijer dat Utrecht geen cent aan de exploitatie zou bijdragen. Nog op de raadsinformatieavond van 31 januari 2012 zei bestuursvoorzitter SMOA James van Lidth de Jeude rekening te houden met een huur van 100.000 euro. Nu blijkt dat De Veldkeuken meer betaalt voor het koetshuis dan SMOA voor het monumentale landhuis. Deze maatregel is een extra aanwijzing dat een goed onderbouwde exploitatiebegroting van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd nog steeds ontbreekt en dat kosten op derden worden afgeschoven.

Foto: Subsidie aan de kunst

Bedrijfsmodel Museum Oud-Amelisweerd buigt door onder voorwaarden

Er wordt getwijfeld aan zowel de aannames van het Huisvestings- en Ondernemingsplan als de mogelijkheden tot gezonde exploitatie van Museum Oud-Amelisweerd. Voorwaarden van zo’n museum zijn onder druk van erfgoeddeskundigen, natuurvrienden, wethouder Lintmeijer en raadsleden steeds meer aangescherpt.

Het doet denken aan de parabel van de hoed in een van de verhalen van Gerard Reve. Elke dag wordt met een schaar een stukje van de rand geknipt. De drager merkt het niet, maar na enige tijd mist de hoed een rand. Hoed houdt op hoed te zijn. Zo vergaat het het beoogd Museum Oud-Amelisweerd. Voorwaarden zijn stilaan zo aangescherpt dat bedrijfsvoering praktisch onmogelijk is geworden. Lastig te herkennen voor betrokkenen.

In een commissiebrief van 31 mei 2011 schetst het Utrechtse college de contouren: ‘een goed onderbouwde exploitatiebegroting waarbij met name de financiële toezeggingen van de gemeente Amersfoort, van stichting Amersfoort in C en van de provincie Utrecht voldoende moeten blijken en zeker zijn gesteld.’ Het college omschrijft cultuurhistorisch behoud expliciet als randvoorwaarde. In samenhang met een museale functie.

In een commissiebrief van 13 december 2011 scherpt het Utrechtse college de voorwaarden aan op het gebied van klimatisering, maximale bezoekersaantallen, gebruikersreglement, omkeerbare veranderingen, inrichting historische tuin, behoud monumentale karakter van het ensemble en verkeer/parkeren. Utrecht neemt financieel en bestuurlijk afstand van de exploitatie en rekent vanaf 2016 een huur van 100.000 euro per jaar.

Op een commissievergadering van 7 februari zegt de VVD dat de plannen aannames met een twijfelachtig realisme bevatten. D66 is kritisch over ondernemingsplan, inschatting aantal bezoekers, verkeersstroom en ‘financiële risico’s aan het huidige exploitatievoorstel‘. D66 vraagt ook om een uitspraak over de bestemming.

De raad neemt op 16 februari 2012 de Motie 2012/MO16 aan die de zelfstandigheid van De Veldkeuken bevestigt. Met tegenstemmen van GroenLinks en PvdA. De theeschenkerij heeft consequent gezegd geen onderaannemer te willen zijn van een museum dat voor 2016 al 70.000 euro aan horeca inkomsten inboekte. Nu De Veldkeuken niet tot onderdeel van een museum mag worden gemaakt raakt een gezonde exploitatie opnieuw een stapje verder uit beeld. De voorwaarden laten de bedrijfsvoering inmiddels akelig doorbuigen.

Foto: Caesar van Everdingen, Meisje met de brede hoed, bijgenaamd ‘Augusta’, circa 1645-1650. Collectie Rijksmuseum.