Kan de urgentie van de eigen tijd in de eigen tijd herkend worden? Dat gaat over ontwikkelingen die sterk van invloed zijn op de toekomst. Valt dat los van de eigen voorkeuren en waarnemingen te bepalen of is zoiets per definitie een strikt persoonlijke inschatting? Wordt subjectief pas tot objectief als het velen raakt? Hoe dan ook ontbreekt het tegendeel van urgentie. Elke ontwikkeling blijft een proces met een begin, groei en een einde.
De opkomst van de computer, individualisering, ontkerkelijking en hergroepering van religie, het verschuiven van het globale evenwicht van West naar Oost, de economisering van de samenleving en de depolitisering van de politiek zijn van die ontwikkelingen die ernaar solliciteren belangrijk te zijn. Niet toevallig noem ik ze. Want ze hangen naar mijn idee samen. Ze zijn zelfs herkenbaar in een en dezelfde kwestie en werken op elkaar in.
Een vroeg stukje Geen platform burgerrechten, stupid eindigde ik in 2010 hoopvol: ‘De praktisch gerichte internetgeneratie van WikiLeaks lijkt beter dan oudere generaties te begrijpen dat het zich niet moet laten inkapselen door politieke partijen of levensbeschouwelijke, door de overheid gesubsidieerde organisaties. Deze zitten vast in een wereldbeeld van conferenties en ambtelijke nota’s. WikiLeaks gaat verder en voegt de daad bij het woord. Nu vasthouden en uitbouwen.’ Is dat gelukt of laat de gevestigde macht het niet toe?
De opkomst van de tegenbeweging waaronder WikiLeaks is een belangrijke ontwikkeling van deze tijd. Met Julian Assange die gedwongen werd asiel te zoeken in de ambassade van een Latijns-Amerikaans land. En publicitair steun krijgt van de Engelstalige poot van Russische, Arabische of Iraanse nieuwszenders omdat de Westerse media hem in de steek lieten. Met het risico dat de rechteloosheid die WikiLeaks nu treft morgen journalisten van de gevestigde media treft. Uit hun argeloosheid, labbekakkerigheid of eigenbelang blijkt dat media hun controlerende taken verzaken. Da’s overgenomen door de internetgeneratie en hun sociale media.
Gevestigde media kloppen zich nog op de borst voor hun vakmanschap. Niet onterecht. Maar wat is dat waard als het verkeerd ingezet wordt? Daarover hoor je deze media nooit. In zulke media wordt president Obama iemand die over mensenrechten praat die anderen moeten navolgen, zonder dat ze centraal zetten dat de regering-Obama als geen ander deze rechten schendt. Niet alleen in overzeese oorlogen, maar ook in het afluisteren en controleren van de eigen burgers in het Homeland. Dat valt alleen nog in de marge te lezen. De burger die het aan nodige middelen en vaardigheden ontbreekt om zich te informeren wordt dom gehouden.
Foto: Montage met president Obama, de controlestaat en het logo van het Witte Huis.