Na 9/11 kopte Le Monde in een hoofdredactioneel van Jean-Marie Colombani ‘We zijn allemaal Amerikanen’ (Nous sommes tous Américains). Hij besloot met ‘Waanzin, zelfs onder het mom van wanhoop, is nooit een kracht die de wereld kan hervormen (régénérer). Dat is de reden waarom we vandaag Amerikanen zijn’.
De PvdA startte voor de gemeenteraadsverkiezingen de T-shirtactie ‘Ik ben ook Marokkaan‘. T-shirts met genoemde tekst waren voor 15 euro te koop inclusief verzendkosten. Elk volgend shirt kostte 7 euro. Bedoeld om ‘met name niet-Marokkaanse Nederlanders op ludieke wijze hun steun aan de Marokkaanse gemeenschap [te] laten blijken‘, aldus PvdA Utrecht. Initiatiefnemers waren PvdA-raadslid Bouchra Dibi en de leden Ahlam El Yaakoubi en Lucinda van Ewijk. Als reactie op de vraag van Geert Wilders om minder Marokkanen te regelen.
Een prima actie die in de uitvoering echter niet te begrijpen was. Waarom noemde de PvdA het een ludieke actie? Het middel is wellicht speels, maar het doel is dat niet. Waarom mag iets serieus niet serieus genoemd worden? Waarom altijd de ironie als het serieus dreigt te worden? Nog minder valt het te begrijpen waarom er niet werd gekozen voor de tekst ‘We zijn allemaal Nederlands-Marokkanen‘? De gevoelswaarde van ‘Ik ben ook Marokkaan‘ volgt exact het frame van Wilders die praat over ‘de Marokkanen‘. Hoe denkt de PvdA een vooroordeel te kunnen doorbreken door het te bevestigen? Zo komen we nooit af van de praatjes over ‘buitenlanders’. Met de politieke marketing van PVV of PvdA waarbij Turken of Marokkanen verworden tot halffabrikaat voor partijpolitieke electorale aspiraties en positionering van de voormannen Wilders of Asscher.
Foto: ‘Conservatieve Turken protesteren op het Museumplein tegen het beleid van de Amsterdamse wethouder van Onderwijs, dat in hun ogen tegen de waarden van de Turkse en islamitische cultuur indruiste.’ Circa 1973. Historisch Beeldarchief Migranten.