In Amersfoortse raad klinkt de roep om een diepgaand onderzoek naar het MOA. In de Utrechtse raad blijft het opvallend stil

Het was vanaf eind 2010 uit openbare bronnen duidelijk dat het Armando Museum (later omgedoopt tot Museum Oud Amelisweerd; MOA) geen succes kon worden. De voorwaarden voor succes ontbraken aantoonbaar. Iedereen met ogen in de kop kon dat in het volle daglicht zien. Er waren ontelbare mensen die sinds die tijd gewaarschuwd hebben voor de gebrekkige levensvatbaarheid van het omgekatte Armando Museum in de bossen van Bunnik (Rini Dippel/ex SM, Paul van Vlijmen/ex-Spoorwegmuseum, Eymert-Jan Goossens/Huis Doorn, Jesper Rijpma/VVD UT, Xander van Asperen/D66 UT, SP, Nieuw-Rechts UT, SP UT, Burgerpartij A’foort, Ben Stoelinga/A2014 A’f, Ramón Smits Alvarez/PvdA A’f, Raphaël Smit/Vliet A’f, Simone Kennedy/CU A’f, Hiske Land/GL A’f, Ben van Koningsveld/CDA A’f), maar ze werden niet gehoord en hun argumenten werden weggepoetst. Daarnaast waren er nog mensen uit de museumsector die achter de schermen hun ongenoegen uitten, maar dit vanwege hun functie of positie niet in het openbaar konden zeggen. Het opknappen van het vastgoed sinds begin jaren ’90 onder leiding van Centraal Museum en gemeentelijke diensten van de gemeente Utrecht is overigens geen weggegooid geld en moet niet verward worden met de ongelukkige en mislukte doorstart van het Amersfoortse Armando Bureau in Bunnik.

Een diepgaand onderzoek is nodig. Raadslid Ben Stoelinga van de Amersfoortse partij A2014 vindt dat de onderste steen boven moet komen over de gang van zaken van het MOA. Stoelinga is vooral geïnteresseerd in de financiële afwikkeling. Hij schetst twee scenario’s die in de raadsvergadering van 5 februari 2019 besproken worden: een onderzoek door externe onderzoekers of een raadsenquête. De laatste optie lijkt vanwege de transparantie en de mogelijkheid om betrokkenen, zoals ambtenaren en bestuurders onder ede te horen zijn voorkeur te genieten, zoals uit een notitie blijkt. Vanwege de werkdruk kunnen delen van de raadsenquête uitbesteed worden aan externe onderzoekers, zodat een combinatie van beide soorten onderzoeken wellicht het meest werkbaar is omdat het openheid en diepgang combineert met volledigheid.

Complicatie is de veelheid aan betrokken gemeenten (Utrecht, Amersfoort, Bunnik), de snelle wisseling van cultuurwethouders en de gefragmenteerde besluitvorming waardoor niemand zich blijkbaar verantwoordelijk voelt. Het is opvallend dat met Ben Stoelinga, maar ook met de langzittende raadsleden Hans van Wegen (BPA), Ben van Koningsveld (CDA) en Simone Kennedy-Doornbos (CU) het historisch geheugen in de Amersfoortse raad nog aanwezig is omdat deze raadsleden de beslissende debatten zelf hebben gevoerd en door hun dossierkennis weten waarover ze praten. In de Utrechtse gemeenteraad ontbreekt dat geheugen en die kennis op één uitzondering na, te weten SP’er Tim Schipper. In de Utrechtse raad is de omloopsnelheid zo groot dat bij de belangrijkste partijen in dit dossier, te weten D66 en VVD de woordvoerders elkaar in snel tempo hebben opgevolgd (D66: Xander van Asperen, Aline Knip, Ellen Bijsterbosch; VVD, Jesper Rijpma, André van Schie, Marijn de Pagter). Voor leden van de Utrechtse raad is de geschiedenis, besluitvorming en financiële complicatie van het MOA een ver-van-hun-bed-show waar ze geen persoonlijke betrokkenheid bij hebben. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Daarom is het verklaarbaar dat de kritiek op het MOA uit de Amersfoortse en niet uit de Utrechtse raad klinkt. Terwijl laatstgenoemde er een groter belang bij en verantwoordelijkheid voor heeft omdat landhuis Amelisweerd eigendom van de gemeente Utrecht is.

De inzet van Ben Stoelinga is prima en vanuit zijn verantwoordelijkheid voorbeeldig te noemen, maar loopt ook tegen grenzen aan. Het kent nu eenmaal een Amersfoorts perspectief. En dat kan per definitie niet het hele perspectief zijn. Het is zoals gezegd verklaarbaar, maar ongelukkig dat de Utrechtse raad geen initiatief neemt voor een onderzoek van een project waarover jaren van tevoren met argumenten werd aangetoond dat het zou mislukken. Daarnaast is er ook de provincie Utrecht waar de statenleden Elly Broere, PVV en Truke Noordenbos, SP kritische vragen stelden, maar zij waren de uitzondering. Zijn het in de Utrechtse raad alleen het historisch geheugen en het gebrek aan kennis en affiniteit die ontbreken of is er meer aan de hand? De omstandigheid dat sinds 2010 alle grotere partijen bestuursverantwoordelijkheid hebben gedragen en boter op hun hoofd hebben in dit dossier MOA kan het zwijgen in de Utrechtse raad verklaren. Zodat geen van de grotere partijen happig is op een onderzoek dat met terugwerkende kracht de eigen bestuurders zou kunnen beschadigen. En de leden van de kleinere partijen (PvdD, DENK, S&S, PVV, Stadsbelang) leggen of andere prioriteiten of beseffen niet eens hoe slecht dit project vanuit het gemeentebestuur is uitgedacht en begeleid.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelOnderste steen boven rond faillissement MOA’ van Artwin Kreekel in het AD, 5 februari 2019.

Beantwoording vragen in Provinciale Staten Utrecht over gevolgen van het faillissement van de Stichting Museum Oud Amelisweerd

In de Provinciale Staten van de provincie Utrecht heeft het bestuur geantwoord op schriftelijke vragen van PVV Statenlid Elly Broere over de afhandeling van het faillissement van de Stichting Museum Oud Amelisweerd in Bunnik. Uit de antwoorden blijkt dat een tentoonstelling van Armando’s werk in het Chinese Guangzhou een tekort van minimaal 40.000 euro heeft opgeleverd. Dat is niet gedekt. Wie het terugtransport gaat betalen is vooralsnog onduidelijk. Op de vraag of de provincie nog wat terugziet van de in 2015 aan de Stichting Museum Oud Amelisweerd verstrekte renteloze lening van 160.000 euro antwoordt het provinciebestuur ontwijkend. De opmerking dat onderzocht wordt of ‘een doorstart realistisch is’ is niet realistisch. In 2015 stelde de fractie van de SP onder meer de vraag wat ‘de exacte financiële schade voor de Provincie Utrecht’ zou zijn als het museum failliet zou gaan en diende het vanwege het ontbreken van ‘een duidelijke financiële onderbouwing’ een motie in met de strekking af te zien van de lening. Het antwoord van het provinciebestuur was dat de financiële schade ‘maximaal 160.000 euro’ kan bedragen. Vraag is of door Provinciale Staten een bestuurder politiek verantwoordelijk gaat worden gesteld voor het verstrekken van de lening waarvan het toentertijd ook al de vraag was of die volgens normale objectieve maatstaven wel verleend mocht worden.

Foto’s: Schermafbeelding van Beantwoording schriftelijke vragen betreffende Museum Oud Amelisweerd, ingediend door de PVV 17-08-2018 in de Provinciale Staten van Utrecht.

Opnieuw aanwijzing financiële problemen Museum Oud-Amelisweerd

oa

De Utrechtse wethouder van Financiën Jeroen Kreijkamp antwoordt op vragen van Stadsbelang Utrecht in het kader van de Programmabegroting (zie bijlage)  over de financiële positie van Museum Oud-Amelisweerd (MOA). Het museum heeft volgens Kreijkamp een huurachterstand (inclusief servicekosten) over de maand oktober 2015 van 2.541,99 euro en een achterstand van 91.871 euro in de herontwikkeling van het koetshuis.

Over de betalingsachterstand antwoordt directeur Yvonne Ploum het AD dat de overschrijving van de huur is blijven liggen. En: ‘Wel hebben we de 91.000 euro voor de verbouwing van het koetshuis nog niet overgemaakt, omdat we onze financiële huishouding willen stabiliseren.’ Deze raadselachtige formulering voorspelt weinig goeds over de financiële situatie. Een teken daarvoor is dat de jaarrekening over 2014 nog steeds niet is verschenen. Er zijn meer aanwijzingen dat de financiële situatie penibel is. Een verzoek van het museum aan Amersfoort om vooruitbetaling van 158.341 euro subsidie (‘bruidsschat’) werd in april 2015 door de Amersfoortse raad afgewezen. Later klopte het museum bij de provincie Utrecht aan voor een renteloze lening van 160.000 euro. De SP had hierop kritiek en diende een motie in de lening niet te verlenen.

Zoals al in 2012 voorspeld gaat het niet goed met de bedrijfsvoering van Museum Oud-Amelisweerd. De voorwaarden werden zo aangescherpt dat het de bedrijfsvoering in een rijksmonument praktisch onmogelijk maakte. Die randvoorwaarden blijven het museum achtervolgen. Raadslid Cees Bos (Stadsbelang Utrecht) vindt de geldproblemen niet verrassend. Hij zegt in het AD: ‘We konden erop wachten dat het MOA in de knel zou raken’. Hij vraagt om een onderzoek om te weten te komen hoe gezond de exploitatie van het MOA is.

Foto: Schermafbeelding van vraagnummer 120 in ‘Bijlage beantwoording schriftelijke raadsvragen Programmabegroting 2016 en 2e Berap 2015‘ van de gemeente Utrecht.

Geschil in provincie Utrecht over lening Museum Oud Amelisweerd

pu

Zoals voorspeld gaat het niet goed met de bedrijfsvoering van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd. De voorwaarden om het kunnen realiseren werden zo aangescherpt dat het de bedrijfsvoering in een rijksmonument praktisch onmogelijk maakte. Die randvoorwaarden blijven het museum achtervolgen. In maart 2015 verwierp de Amersfoortse raad het voorstel van het college voor een nieuw subsidieschema dat erop neerkwam dat er over 2015 niet 100.000 euro, maar 258.341 euro uitgekeerd zou worden. Het verzoek van het museum aan het Amersfoortse college was om de tranches uit de bruidsschat over 2020 en 2021 al in 2015 uit te betalen. Met het verzoek richtte het museum de aandacht op de eigen financiële problemen.

Wat het museum op de reguliere geldmarkt of bij de gemeente Amersfoort niet lukte, probeerde het bij de Provincie Utrecht door een renteloze lening van 160.000 euro met een looptijd van zes jaar aan te vragen. Op 30 juni stelde de Statenfractie van de SP hierover kritische vragen aan Gedeputeerde Staten (VVD, CDA, D66, GL). De antwoorden zijn hierboven te lezen. Gedeputeerde Pim van den Berg (D66) was in Amersfoort cultuurwethouder toen het college welwillend op het later afgewezen verzoek van het museum reageerde.

Opvallend is dat de Stichting Museum Oud-Amelisweerd in september 2015 nog geen jaarrekening over 2014 heeft opgesteld. Zoals blijkt uit de antwoorden. Doorgaans vereisen de statuten dat deze zes maanden na afloop van het boekjaar worden vastgesteld. Waarom dit bij het Museum Oud Amelisweerd niet is gebeurd is de vraag. Ook het antwoord van de provincie is raadselachtig omdat er in tegenspraak met wat het stelt wel degelijk een Jaarrekening 2013 van Stichting Museum Oud Amelisweerd is die in december 2011 opgericht werd. Het tekort over 2013 bedroeg ongeveer 70.000 euro. Het antwoord van Gedeputeerde Staten roept de vraag op op welke informatie het zich baseert en of het wel met volledige kennis van zaken spreekt.

De Statenfractie van de SP geeft in een verklaring aan ‘verre van gerust’ te zijn over de toekomst van wat het het Armandomuseum in Amelisweerd noemt. Het wil de beslissing van Gedeputeerde Staten terugdraaien om een renteloze lening van 160.000 euro aan de Stichting Museum Oud Amelisweerd te verstrekken en dient daarom onderstaande motie in ‘totdat er een deugdelijk financieel verhaal ligt’. De motie is voor de vergadering van Provinciale Staten op 21 september als ingekomen stuk ingediend (zie 2. Vaststellen agenda).

moa

Foto 1: Statenbrief ‘Beantwoording schriftelijke vragen SP mw. Noordenbos betreffende Museum Oud Amelisweerd’.

Foto 2: Motie ‘Geen lening voor Museum Oud Amelisweerd‘ van de Statenfractie van de SP in de provincie Utrecht.

Kritiek SP op provincie Utrecht vanwege lening aan Museum Oud Amelisweerd

moa

Stichting Museum Oud Amelisweerd in Bunnik is in financiële problemen en heeft de provincie Utrecht om een renteloze lening van 160.000 euro verzocht die is toegekend. Het jaarverslag 2013 gaf een tekort van 70.376 euro aan. In maart 2015 verzocht de Stichting aan de gemeente Amersfoort om de subsidie die in 2020 en 2021 uitbetaald zou worden al in 2015 uit te keren. Dat zou dan een meerbedrag over 2015 van 158.341 euro opleveren. Ongeveer hetzelfde bedrag dat de provincie Utrecht nu leent. Het college was welwillend, maar het werd geweigerd door de Amersfoortse raad: ‘Merendeel geeft aan twijfels te hebben over de haalbaarheid van de voorgestelde oplossing (op langere termijn).’ Cultuurwethouder Pim van den Berg zegde toe om met de gemeente Utrecht en de provincie Utrecht om de tafel te gaan zitten voor een oplossing.

De SP in de provinciale Staten wijst in een verklaring op de rol van de inmiddels afgetreden Amersfoortse cultuurwethouder Pim van den Berg (D66) die nu gedeputeerde is: ‘Toenmalig wethouder Pim van den Berg mocht niet van de raad. Gedeputeerde Staten, met -inmiddels gedeputeerde – Pim van den Berg aan boord, trekt nu wel de knip. De SP-Statenfractie heeft vragen gesteld.’ De SP twijfelt net als de Amersfoortse raad aan de levensvatbaarheid van het museum, maar ook aan de bestuurlijke gang van zaken: ‘Met deze beslissing van GS lijkt het net of van den Berg een lange neus trekt naar de raad van Amersfoort, maar ze zijn daar toch niet gek als van links tot rechts het onverantwoord vindt. Ook de gemeente Utrecht steekt er geen cent extra in.’ Formeel  is trouwens niet Pim van den Berg, maar Mariëtte Pennaerts (GroenLinks) portefeuillehouder.

gs

Zoals voorspeld gaat het niet goed met de bedrijfsvoering van Museum Oud-Amelisweerd. Voorwaarden om het te realiseren werden zo aangescherpt dat een gezonde bedrijfsvoering in een rijksmonument praktisch onmogelijk werd. Die randvoorwaarden blijven het museum achtervolgen. In de Utrechtse raad zetten VVD en D66 in 2011 en 2012 fundamentele vragen bij de onderbouwing van de exploitatie. VVD: ‘Helaas hangt het exploitatiemodel van het nieuwe museum, zoals dat aan de Utrechtse gemeenteraad is gepresenteerd, aan elkaar van onrealistische aannames.’ Vanaf het begin was duidelijk dat het museum tegenslagen niet op zou kunnen vangen vanwege ontbrekende reserves. Een faillissement kon ook toen al niet worden uitgesloten.

Foto 1: Schermafbeelding van besluit door de provincie Utrecht over renteloze lening aan Stichting Museum Oud Amelisweerd.

Foto 2: Schermafbeelding van vragen SP over lening van 160.000 euro aan Museum Oud Amelisweerd door provincie Utrecht.