Het lezen van het artikel ‘Een jaar in het spoor van de leider van Forum’ van Tobias den Hartog in het AD brengt me tot de overpeinzing wat hier is misgegaan. Want naar mijn idee ontspoort dit artikel grandioos. Is het naïviteit, gebrek aan politiek en historisch inzicht, een foute bedrijfscultuur van het AD, angst voor het ‘volk’ of een verkeerde opvatting van wat journalistiek is die de journalist tot zo’n stuk brengt? Ik kan er niet anders dan een flinterdun, misplaatst stuk in zien. Dit had nooit in deze vorm gepubliceerd mogen worden. Hoofdpersoon Thierry Baudet komt er als leider van ‘een hele leuke club’ uit. Tobias den Hartog bedrijft hier reclame voor Forum voor Democratie. Heeft het AD zich bekeerd tot het gedachtegoed van radicaal-rechts?
Waarom heeft hoofdredacteur Hans Nijenhuis dit artikel laten passeren? Hij publiceerde vandaag een commentaar waarin hij naar aanleiding van de aanslag op Charlie Hebdo vijf jaar geleden kritisch is op trollen en twijfelzaaiers: ‘Het is goed dat we vandaag herdenken en eren, maar voor een goede informatievoorziening vormen trollen en twijfelzaaiers een grotere bedreiging dan terroristen’. Jazeker, die bestrijding is nodig, maar kan het best met het bedrijven van goede onderzoeksjournalistiek die verder gaat dan aanhaken bij het populisme, klikaas en aandacht voor vederlichte onderwerpen. Voor goede informatievoorziening is goede journalistiek nodig. Dat is het beste antwoord op Russische trolfabrieken of desinformatie in het algemeen. Het is de vraag of het AD met zo’n artikel van Den Hartog in voldoende mate in goede journalistiek voorziet. Zijn artikel wijst op het tegendeel omdat het onvoldoende naar de ideeën kijkt en in oppervlakkigheid blijft hangen. Een hoofdredactioneel commentaar dat strijdig is met het eigen medium is tamelijk potsierlijk. Zo wordt het AD deel van partijpropaganda. Mijn reactie bij Den Hartogs artikel op de FB-pagina van het AD:
‘Dit is op z’n best oppervlakkige en op z’n slechtst naïeve journalistiek. Baudet moet aangesproken worden op zijn ideeën en niet op zijn emoties of trivialiteiten. Het AD verzaakt ernstig haar taak als ze dat niet doet. Heeft dat ermee te maken dat de meeste journalisten geen specialistische academische vorming hebben genoten, maar op zijn best handige generalisten zijn? Tobias den Hartog maakt van een bijzaak hoofdzaak, en vergeet de hoofdzaak. Dat is onvoldoende om door het harnas van doorgewinterde politici te breken en tot een goede analyse te komen. De afweging bij dit kaliber middelmatige journalisten is, dat geen berichtgeving beter is dan deze ondermaatse berichtgeving die politici op oneigenlijke gronden legitimeert. Wat het AD hier doet. Het begin van begrip is om Baudet historisch te plaatsen en in de traditie te zetten waar hij het beste in past: het fascisme. Dat perspectief of die poging tot een passende duiding ontbreekt hier volledig. Deze journalist heeft geen ambitie om na te denken en beseft zijn verantwoordelijkheid niet. De AD dat in een hoofdredactioneel commentaar de mond vol heeft van trollen en twijfelzaaiers beseft niet dat het zelf met dit soort gelegenheidsstukjes die niet meer dan bladvulling zijn zelf actief meewerkt aan het zaaien van twijfel. Dieptepunt, AD. Met dit soort pseudo-journalistiek verspeelt het elke geloofwaardigheid. En dat geldt ook voor de hoofdredacteur.’
Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘Een jaar in het spoor van Thierry Baudet’ van Tobias den Hartog in het AD, 7 januari 2020.
Foto 2: Schermafbeelding van bericht ‘Een jaar in het spoor van Thierry Baudet’ op de FB-pagina van het AD met als aankeiler ‘Dit is gewoon een hele leuke club’, 7 januari 2020.