Investeren met Thim Muskee in de TOPkunst van Jack Liemburg

Het betoog van galeriehouder, pardon: topkunsthandelaar zoals hij zichzelf noemt, Thim Muskee van Galerie Muskee in Groningen is kort ‘toeslaan en wegrennen’. Thim geeft een beleggingsadvies: ‘investeer vandaag nog in topkunst!’ Bij TOPkunst denkt Thim aan Jack Liemburg. Wie zegt u? Jack Liemburg, ‘een kunstenaar die op geheel eigen en onnavolgbare wijze een kunstbeleving biedt’. Aldus een toelichting bij een filmpje op Jacks YouTube-kanaal met als onderwerp ‘RTL4 Lifestylexperience te gast bij kunstenaar Jack Liemburg’. Zijn kunst is niet voor de poes, want: ‘Zijn schilderijen zijn vaak doorspekt met passie, kracht en rebellie‘. Vaak ook niet?

Waarschijnlijk bent u ondertussen benieuwd geworden waar Jack zijn inspiratie vandaan haalt en wat Thim in hemelsnaam in Jacks werk ziet. Onze TOPkunstenaar haalt zijn inspiratie zo ongeveer overal vandaan: ‘Jack haalt zijn inspiratie uit het alledaagse maar vooral ook uit bijzondere ontmoetingen, reizen en muziek. Al deze elementen zijn terug te vinden in zijn unieke schilderijen die als ware statements van de muur spatten’.

Toe maar, unieke schilderijen die van de muur spatten. Eén ding is hoe dan ook duidelijk: bescheiden is Jack Liemburg niet. Hij is een zelfverklaarde TOPkunstenaar voor wie het nog niet wist. Investeren dus, voor wie durft. Koop geen aandelen, koop een schilderij van Jack Liemburg. U haalt een Lifestylexperience in huis. Prijs?

Vlaamse cultuurminister Sven Getz spreekt zich uit. En positioneert zich kunstig

Gatz

De Vlaamse minister van Cultuur Sven Gatz van de liberale Open VLD spreekt zich in zijn boek ‘Bekentenissen van een cultuurbarbaar’ uit over de aankoop van de twee schilderijen van Rembrandt door de Nederlandse en Franse overheid. Hij vindt de hoge prijs die voor de werken wordt neergeteld immoreel. De redactie.be bericht.

Dient deze opvallende uitspraak om zijn boek te promoten? Is het aannemelijk dat Gatz die zichzelf afficheert als cultuurbarbaar dat ook is? Dit in tegenstelling tot VVD’er Halbe Zijlstra die zich er als staatssecretaris van Cultuur op voorstond geen affiniteit met kunst te hebben en ook echt een cultuurbarbaar was in kennis, inzicht en betrokkenheid. En daar nog trots op was ook. Gatz wil ook bezuinigen en korten op kunst, maar weet door het verschuiven van zijn marges zijn imago op te poetsen. Zo zegt hij vandaag in De Morgen meer te willen investeren in jonge kunstenaars: ‘We kunnen dat beter aan andere dingen besteden. Zoals investeren in jonge kunstenaars en in musea die jong werk aankopen.’ Vraag is dus wat zo’n uitspraak waard is in een sfeer van bezuinigen. Maar toch, kom daar eens om in Nederland. Een minister die zelf nadenkt over kunst.

GATZ cover-1

Foto 1: Schermafbeelding van passage in “Visie en terugblik” in nieuw boek van minister van Cultuur Sven Gatz

Foto 2: Boekomslag.

Een schijnoplossing van GroenLinks: grenzen aan politieke kunst

VVD2

‘Politieke kunst wil de wereld niet alleen verbeelden; zij wil de wereld veranderen. Politieke kunst is daarom de natuurlijke bondgenoot van progressieve politiek. Politieke kunst wil nuttig zijn.’ aldus Erica Meijer in een redactioneel bij een themanummer van De Helling over politieke kunst. Hier te bestellen voor  € 9,50. Zij is hoofdredacteur van dit door GroenLinks uitgegeven tijdschrift. Voor Joop licht zij in een opinieartikel aan de hand van enkele voorbeelden (Zentrum für Politische Schönheit in Berlijn, Jonas Staal) toe wat ze bedoelt.

Beide stukken zijn in lijn met de politieke opstelling van Groen Links zoals in 2011 geformuleerd door toenmalig kamerlid Mariko Peters in reactie op de bezuinigingen op de cultuursubsidies door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD): ‘Dit voelt als een valse dolk in de rug van de cultuursector. Straks vullen alleen nog buitenlandse kunstenaars de Nederlandse podia en musea. Het kabinet houdt topinstellingen uit de wind, maar wat kunnen die zonder broedplaatsen?’ Afgelopen week publiceerde Rektoverso de resultaten van een online enquête onder 311 Vlaamse en Nederlandse kunstenaars waaruit onder meer blijkt dat 64% niet kan leven van het kunstenaarschap. Meer dan 50% heeft een jaarinkomen dat onder de 10.000 euro ligt.

Het is lovenswaardig dat GroenLinks een lans voor kunst breekt. Net als de SP dat bij monde van Jasper van Dijk vaak doet. Maar deze partijen hebben de cultuurbezuinigingen van de Rijksoverheid niet alleen niet kunnen voorkomen, maar hebben er sinds 2011 evenmin een halszaak van proberen te maken zich in een positie te manoeuvreren waarin ze teruggedraaid konden worden. Peters’ en Meijers woorden zijn eerder op te vatten als praten voor de bühne en het binden van de eigen achterban, dan als politiek speerpunt. Hoewel ze zeker programmatisch aansluiten bij de wereldvisie van GroenLinks en meer zijn dan politieke marketing.

Kunst kan per definitie geen natuurlijke bondgenoot van politiek zijn. Laat staan van progressieve politiek. Waarbij dat laatste in de opvatting van oud partijleider van GroenLinks Femke Halsema ‘internationalistisch, toekomstgericht, veranderingsgezind, anti-bureaucratisch en democratisch’ is. Kunst kan deels, toevallig en tijdelijk gelijk opgaan met een bepaalde politieke stroming, maar daar op straffe van verlies van eigenheid en bewegingsvrijheid nooit een natuurlijke bondgenoot van zijn. Kunstenaars die een alliantie sluiten met de politiek worden ingesloten en houden op kunstenaars te zijn die kunst maken die per definitie ongebonden is.

De woorden van Erica Meijer hebben hun waarde omdat ze kunst proberen te bevrijden uit de gevangenis van het rendementsdenken en de marktwerking, en het idee van topkunst als life style voor een maatschappelijke elite. Maar een nieuwe gevangenis die kunstenaars tot instrument maakt van de zogenaamde progressieve politiek is een slecht idee. Politieke partijen moeten werken aan het verbeteren van de voorwaarden waaronder kunstenaars kunnen functioneren. Daar houdt hun verantwoordelijkheid en aanspraak op de kunsten op.

Foto: Nelle Boer, VVD: dictators in eigen regio opvangen. Cartoon, 2014.

Grol pleit in open brief voor steun topsport. Voeg ook topkunst toe

Koning_Willem-Alexander_Rutte_Sotsji_HQ_ANP

Het is gemakkelijk om in Sotsji te juichen‘, zegt judoka Henk Grol. Nu de Olympische Spelen van Sochi afgelopen zijn blijken sport en politiek ineens samen te hangen. Terwijl dat tot nu toe glashard werd ontkend door leden van het kabinet. En sporters zwegen. Ook degenen die niet in de baan kwamen. Grol opent de aanval op de politiek met een open brief in De Telegraaf aan premier Rutte en ministers Schippers.

Grol windt er geen doekjes op en wijst op het opportunisme van regering en koningshuis. Hij pleit voor een eind aan de belasting op prestatiebonussen, een langetermijnvisie, meer overheidssteun en verwijt kabinet en koning alleen maar goede sier te maken met de successen: ‘Alle ministers, het koninklijk huis, iedereen is in deze periode blij voor de sporters en wil maar wat graag met ze op de foto. Maar later dit jaar ploft bij al deze toppers een blauwe envelop op de mat waarin staat dat de helft van de premie moet worden terugbetaald.

En: ‘Een financieel vangnet heeft ook in mentaal opzicht een positieve werking. Anders leef je toch in onzekerheid over je toekomst. De Sven Kramers van deze wereld redden zich wel, omdat ze commercieel aantrekkelijk zijn. Maar hoe gaat het verder met grote sportmensen als Bob de Jong en Jorien ter Mors? Ik vrees dat niemand zich straks om hen bekommert, terwijl ze in veel andere landen de rest van hun leven absolute helden zouden zijn.

Grol heeft het grootste gelijk van de sportwereld. Als het gejuich verstomd is over de topsporters die Nederland vertegenwoordigd hebben, dan worden ze aan hun lot overgelaten. Door de gerichtheid op de sport hebben ze echter geen normale maatschappelijke loopbaan op kunnen bouwen. Daar is meer compensatie en flankerend beleid voor nodig dan waar de overheid nu in voorziet. Maak een uitzondering voor een paar duizend topsporters en kom ze om te beginnen fiscaal tegemoet. Maak het breder door zo’n maatregel uit te breiden naar alle beroepsgroepen die bezig zijn voor een hoger doel waarvan Nederland profiteert. Zoals ook kunstenaars en leden van de creatieve klasse. Kortom, minister Schipper en Bussemaker maak een Deltaplan Topsport en Topkunst en zoek daar een budget voor. Ter meerdere glorie van Nederland.

Foto: Koning, koningin en premier in Sochi, februari 2014.

Kunst is een madam zonder basis. Glans als cultuurpolitiek

Breitner GH 1890s model for painting

Financieel geograaf Ewald Engelen ziet in een column voor Het Parool de kunst als de hoer van de uitbater. Een pronkzuchtige madam die heeft afgerekend met haar verleden, de wereld is ingetrokken en op geen plek meer thuishoort. Hij is verheugd dat het Amsterdamse museumplein en de omringende musea er weer mooi bijliggen. Het Rijksmuseum, Stedelijk en Van Gogh pronken. De bouwputten zijn dicht, de steigers afgebroken en de zalen stijlvol ingericht. Alles glanst. Laat de toeristen maar komen met hun dikke portemonnee.

In die glanzende oppervlakken ziet Engelen tegelijk een probleem. Het glanst te mooi: ‘Het plein is een geldmachine geworden: visueel aantrekkelijk en esthetisch genotzuchtig, houdt het de bezoeker aanminnig een fictief zelfbeeld voor van avant-gardistisch, elitair kosmopolitisme, die ook bijvoorbeeld non-plaatsen als Schiphol en de Zuidas uitstralen.‘ Het bevalt hem matig, op de koop toe om ouderwets gevonden te worden.

De ouderwetsheid van Engelen is een verwijzing naar Nederland van voor de crisis. Of liever gezegd, van voor de culturele kaalslag door de VVD, geholpen door PVV en niet tegengewerkt door PvdA en CDA. In de optiek van Engelen schuurt er iets op het museumplein. Maar dat valt de witte wijn en kreeft etende elite niet te verwijten. Of de in zwarte kledij met designbrillen vernissages aflopende elite-in-aantocht op weg naar meer.

Het gemis dat Engelen constateert en ervaart zonder het goed onder woorden te kunnen brengen is een direct gevolg van het verstoorde evenwicht van het kunstbeleid. Zoals de VVD dat op de rails heeft gezet om het onder parvenu-achtig leedvermaak integer te laten ontsporen. Het verwijt dat het Rijks, Stedelijk en Van Gogh zijn zoals ze zijn zou een dwaas verwijt zijn. Voor de duidelijkheid, dat zegt Engelen ook niet. Wat Nederland, Engelen en alle kunstliefhebbers van Nederland missen is een tegenwicht voor de grote kunstinstellingen.

In de cultuurbezuinigingen zijn de topinstellingen ontzien. Mede om het beeld van een creatief landje naar het buitenland toe in stand te houden en het toerisme te laten blijven draaien. Op witte wijn en kreeft. Richard Florida als onmisbare noot in cultuurpolitieke beleidstukken die een creatieve klasse in elke stad van het land als een overal opduikend spookleger een basis laat leggen onder elke overheidsinvestering. Grootheidsdenken heeft een keerzijde. Experiment en talentontwikkeling zijn even blingbling als het repareren van het riool. Pas na enkele regeringsperioden wordt zichtbaar dat het ontbreekt. Wie maalt daar nou om? Wie weet dan nog wie Zijlstra, Bussemaker of Rutte waren? Hedendaagse blingblingkapitalisten schuiven de toekomst van de kunst onbezonnen voor zich uit. Da’s het gemis van het museumplein. Onder de oppervlakte ontbreekt de basis.

Foto: George Hendrik Breitner, Schildersmodel, circa 1890.