Met vallen en opstaan zoekt overheid een weg uit de coronacrisis. Helpt kritiek van burgers daarbij of verstoort dat juist het beleid?

In de publieksinformatie over het coronavirus COVID-19 zegt het RIVM dat het nog niet bekend is of men het meerdere keren kan krijgen. Want ‘nog niet alles over het virus bekend’ om ‘met zekerheid te kunnen zeggen dat iemand niet nog een keer de infectie op kan lopen‘. De stellige mededeling dat het ‘overgrote merendeel van de mensen die het nieuwe coronavirus heeft gehad’ dit niet nog een keer zal krijgen lijkt hiermee in tegenspraak. Dat is een inschatting waarvan het onduidelijk is waar die op gebaseerd is. Want virologen of epidemiologen kunnen niet met zekerheid zeggen dat iemand de infectie niet meerdere keren kan oplopen.

Dat is van belang omdat premier Mark Rutte in zijn toespraak van 16 maart 2020 aan het Nederlandse volk over het coronavirus verwees naar de groepsimmuniteit dat hij gebruikte voor de verantwoording van het gekozen scenario: ‘Wie het virus heeft gehad, is daarna meestal immuun. Net als vroeger met de mazelen. Hoe groter de groep die immuun is, hoe kleiner de kans voor het virus om over te springen op kwetsbare ouderen en mensen met een zwakke gezondheid. Met groepsimmuniteit bouw je als het ware een beschermende muur om hen heen. Dat is het principe.’ Let op Ruttes nuancering ’meestal’ immuun.

Het idee is dat als 60% van de bevolking (wat tevens het worst case scenario wordt genoemd) het coronavirus heeft gehad de situatie stabiliseert. Hoewel het onduidelijk is hoe dat precies bereikt kan worden door gedragsbeïnvloeding van de bevolking. Dat blijkt uit een recente notitie die beperkende maatregelen (mitigatie) afzet tegen de verspreiding. Bij de onzekerheden over het virus wordt de herhaling niet genoemd.

Als mensen het virus meermalen kunnen krijgen, wat dus niet uitgesloten is, dan is het onduidelijk wat dat voor de groepsimmuniteit betekent. Een andere onzekerheid is de looptijd van de uitbraak. Die kan na een hoogtepunt in de zomer in september 2020 afzwakken, maar evengoed in 2021 weer de kop opsteken. Als er dan nog geen vaccin is ontwikkeld, dan is het mogelijk dat ontstane varianten in het virus van het op dat moment al 15 maanden bestaande virus (na november 2019 toen het in China ontstond) de kans vergroten dat een aanzienlijke minderheid van de mensen die het al hebben gehad nogmaals de infectie oploopt.

Is het in dit stadium van wetenschappelijke onzekerheid en oplopende paniek over de gevolgen van het coronavirus wel verantwoord om het met de ‘normale’ kritiek te benaderen? Of is juist het zwijgen daarover onverantwoord omdat het misverstanden ongenoemd laat? Dat is op dit moment de afweging voor publicisten. Premier Mark Rutte en zijn staf construeren met behulp van medische deskundigen met een mix van zekerheden en onzekerheden het op dit moment optimale beeld dat meerdere doelen dient: de bevolking geruststellen, informatie overdragen, het vertrouwen in de overheid versterken en het gedrag beïnvloeden.

Complicatie lijkt niet zozeer dat niet alle wetenschappelijke informatie gegarandeerd zeker is, maar dat daar beleidsmaatregelen op worden gebaseerd die achteraf fundamenteel verkeerd zijn. Maar er is geen alternatief.

Foto 1: VraagKun je het nieuwe coronavirus (COVID-19) meerdere keren krijgen?’ met antwoord op de site van het RIVM.

Foto 2: Televisiebeeld van premier Rutte tijdens toespraak van 16 maart 2020 over het coronavirus. Bron: Rijksoverheid.

Dromen met Asscher: goed werk, eerlijk werk en meer werk

pv

Opzienbarend nieuws. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vice-premier namens de PvdA Lodewijk Asscher wordt in een tweet geciteerd. Hij zegt dat de PvdA goed werk, eerlijk werk en meer werk wil. Hij werkt dat uit in een toespraak die hij vandaag uitsprak op het partijcongres van de PvdA in Breda. Hoe onderbouwt Lodewijk Asscher zijn claim? Want elke politicus kan wel beweren goed werk, eerlijk werk en meer werk te willen. Hoe moet dat volgens Asscher gerealiseerd worden? Welke oplossingen draagt-ie aan? 

Oplossingen geeft de minister van werkgelegenheid niet. Hij lijkt op een moment concreet te worden met de bevinding ‘dat we snoeihard moeten optreden tegen oneerlijke verdringing en tegen de uitwassen van arbeidsmigratie‘. Ascher treedt snoeihard op. Laat niemand zeggen dat-ie geen handen uit de mouwen steekt. Hij treedt naar eigen zeggen snoeihard op. Bij dat vergezicht blijft het. De rest is een analyse van hoe het niet moet. Geen ‘liberale pavlovreactie‘ van ‘meer marktwerking, privatiseren, minder sociale bescherming, lagere lonen en lagere uitkeringen.‘ Asscher stapelt er zijn eigen sociaal-democratische pavlovreactie bovenop.

De rest van de toespraak gaat over dromen: ‘Wij blijven altijd dromen van en vechten voor een betere toekomst.‘ Maar hoe realiseert Asscher nou goed werk, eerlijk werk en meer werk? Door herverdeling van productiemiddelen, door zelfbestuur van werknemers, door lagere belastingen en minder lastenverzwaringen? Asscher praat over dromen die hij lardeert met wat beleidspunten. Hij pronkt met een Nederlandse economie die diep uit het dal komt door de aantrekkende economie elders. Als een pingpongballetje dat door een zuchtje wind het laagste punt verlaat. Niet dankzij, maar ondanks het economisch beleid van het kabinet. Lodewijk Asscher houdt een verdienstelijke campagnetoespraak die nergens over gaat. Vooral over dromen.

Foto: Tweet van de PvdA, 16 februari 2014.

Wilders roept PvdA op tot referendum over Europa

Het viel te voorspellen na de toespraak van de Britse premier David Cameron waarin-ie aan de Britten voor 2017 een referendum toezegde. PVV’er Geert Wilders roept PvdA en SP op om via een tijdelijke referendumwet samen een referendum over Europa te organiseren. Aanleiding is de uitspraak van PvdA-leider Diederik Samsom dat-ie een referendum wel aandurft, aldus De Volkskrant. PVV, PvdA en SP hebben samen 68 zetels in de Tweede Kamer, zodat voor een meerderheid minimaal acht zetels van andere partijen nodig zijn. Zoals het pro-Europese D66 dat graag de burger centraal zet en voorstander is van het correctief referendum.

Op 1 juni 2005 wees 61,5% van de Nederlanders het referendum over de Europese Grondwet af. Drie dagen nadat Frankrijk tegenstemde. Omdat EU-verdragen in alle lidstaten moeten worden goedgekeurd, kon de Europese Grondwet daardoor niet ingevoerd worden, aldus het Referendum Platform. Daarna besloten de Europese leiders in 2007 onder elkaar om het Hervormingsverdrag Europese Unie in te voeren dat voor 98% gelijk was aan de Europese Grondwet. Ondanks de toezegging van toenmalig PvdA-leider Wouter Bos voor een referendum bij een verdragswijziging. Deze verbroken belofte deed het vertrouwen in de politiek weinig goed. Volgens de Barometer 2013 van PR-bureau Edelman is in Nederland het wantrouwen in de politiek hoog.

Het vertrouwen van de PvdA in de directie democratie staat in schril contrast tot de VVD. De campagnespot uit 2005 met VVD-er Jan Mulder blinkt uit in bevoogding, sentiment en volksbedrog. Fractieleider Halbe Zijlstra liet in de talkshow Pauw & Witteman weten dat zijn partij tegen referenda is. Deze houding doet denken aan de schemertoestand van 2005-2007 waarin bijna de hele politieke klasse het oordeel van de burger niet aandurfde. Als de PvdA en SP, PVV en D66 voor een referendum over Europa zijn, dan is dat een schrale troost voor wat de Nederlanders in 2007 door de neus geboord is. Maar met het houden van een referendum ligt de uitkomt nog niet vast. Naar verwachting steunen alleen PVV, SP, PvdD en ChristenUnie een tegen-campagne.

Cameron belooft referendum, pleit voor democratisering en eist vrijhandel

image_update_c29061e0dd15ffab_1358896637_9j-4aaqsk

David Cameron heeft zijn langverwachte toespraak over Europa gehouden. Hij zegt een ‘in of uit’-referendum toe voor de eerste helft van 2017. De tussenliggende periode moet gebruikt worden om uit de eurozone crisis te komen. Zodat er werkelijk iets te kiezen valt. De vertraging dient om het Verenigd Koninkrijk de komende jaren druk te laten opbouwen door onderhandelingen om de EU in haar eigen richting bij te buigen. Met een koers richting vrijhandel en open markt. Hij solliciteert met een dreigende voet tussen de deur voor invloed in de eurozone zonder het pound sterling op te geven. Maar de anderen moeten dan zijn wensen inwilligen.

Het is een lange toespraak met veel details en een Chuchilliaanse echo. De vrede is gewonnen en de welvaart dreigt verloren te worden. De compromistekst moet iedereen binnen en buiten de Conservatieve partij, het Verenigd Koninkrijk, de Eurozone en de EU tevreden  stellen. Of liever gezegd, niet blijvend voor het hoofd stoten. Dat lijkt gelukt. Maar het is ook een vlucht vooruit om de huidige problemen uit de weg te gaan.

Interessant wordt het ook voor Nederland als Cameron praat over de Verklaring van Laken uit 2001 dat de EU verplichtte om democratischer, transparanter en doeltreffender te worden. Het is het middelste van vijf principes die hij noemt voor een nieuwe EU: concurrentievermogen, flexibiliteit, machtsoverdracht naar nationale staten, democratische verantwoording en economische eerlijkheid. Cameron zegt dat aan de beloften van Laken nooit is voldaan en dat dit principe nu goed uitgevoerd moet gaan worden. Hierin heeft-ie gelijk en prima dat deze kritiek klinkt. Maar of Cameron zo begaan is met de Europese burger is de vraag.

Cameron gebruikt onder het mom van vrijheden een referendum om de macht van zijn land te vergroten. Op andere manieren dreigt echter het gevaar dat-ie de vrijheden weer inwisselt door zijn pleidooi voor ontheffing van EU-richtlijnen: ‘And I want us to be pushing to exempt Europe’s smallest entrepreneurial companies from more EU directives‘. De ideale uitkomst voor de Europese burger zou zijn dat het Verdrag van Laken wordt uitgevoerd zodat de EU eindelijk democratischer, transparanter en doeltreffender wordt, maar de bescherming van de burger niet afgebroken wordt ten koste van vrijhandel. Uitdaging voor het Europese bestuur is om een ander te verenigen. Als dat mislukt dan zal altijd de ene of andere helft fundamentele kritiek blijven hebben.

Foto: De Britse premier David Cameron.

Mitt Romney slachtoffer van eigen slachtoffer-commentaar

Republikeins presidentskandidaat Mitt Romney praat tijdens een fondsenwervingsbijeenkomst op 17 mei in Boca Raton in Florida voor rijke donoren over 47 procent van de Amerikanen die sowieso op Barack Obama stemt. Romney suggereert dat ze afhankelijk zijn van de regering, denken slachtoffer te zijn, geen inkomstenbelasting betalen en menen recht te hebben op zorg. De 47% die geen inkomstenbelasting betaalt is daarvoor te arm. Met de analyse dat hij begint met een achterstand van 47% op Barack Obama tekent Romney z’n hopeloze situatie. Romney gaat verder en geeft deze groep op: ‘And so my job is not to worry about those people.‘ Romney ziet z’n kans in het aan zijn kant krijgen van 5 tot 10 procent centrumkiezers.

In een geïmproviseerde verklaring heeft Romney inmiddels toegegeven dat zijn commentaar niet erg fijzinnig verwoord was. De authenticiteit van de opnamen met de verborgen camera betwijfelt-ie niet, maar wel vraagt-ie om weergave van de hele video. Het linkse Mother Jones publiceerde slechts clips. De Obama-campagne stortte zich erop door het in de publiciteit te houden. Juist op het moment dat Romney een nieuwe strategie had geschetst om zijn moeizame campagne nieuw leven in te blazen. De video dringt Romney opnieuw in de verdediging en benadrukt zijn image van kille saneerder, hoewel zijn analyse verre van onwaar is.