Commerciële en politieke marketing van het Gansu Provincial Museum

Is er een grens aan de marketing van musea? Wanneer is het dienend om de traditionele functies van musea te ondersteunen en wanneer schiet het zijn doel voorbij in merchandising en gezochte zichtbaarheid op sociale media?

De strategie van het Gansu Provinciale Museum in het noordwesten van China is om antiek speelgoed met hedendaags speelgoed te promoten. Maar waar gaat het nog om? Wordt de merchandising geen doel op zichzelf dat voor het museum komt te staan?

Je kunt het ook nog anders zien, namelijk commerciële marketing als afleiding voor ‘moeilijke’ politieke onderwerpen. Neem het berichtBetter education being provided for China’s ethnic groups‘ op de site van het Gansu Provinciale Museum dat een schijn van vrijheid in China voor etnische groepen suggereert die niet bestaat.

Schermafbeelding van deel artikelBetter education being provided for China’s ethnic groups‘ van 4 juli 2022 van het Gansu Provincial Museum.

Dit is propaganda of politieke marketing die nog onaangenamer voelt dan de flutterige commerciële marketing van dit museum. ‘Education in Tibet is advancing with each passing day. A complete modern education system has been established there‘, zegt de Chinese wetenschapper Wang Yanzhong, directeur van het ‘Institute of Ethnology and Anthropology‘ van de Chinese Academy of Social Sciences. Je kunt je afvragen voor wie dit bericht is bedoeld en wie in het Westen het zal geloven.

Hoe dan ook gaat dit museum de realiteit uit de weg en leent het zich ervoor om een vals beeld van China en zichzelf op te hangen. Dat tast de integriteit van zo’n museum aan. Kortom, tweemaal niks.

Advertentie

Hypocrisie is dat de EU Hongarije aanpakt, maar niet China en de Russische Federatie

Schermafbeelding van deel artikel ‘’t Is de hypocrisie, stupid!’ van Steven Van Hecke in De Tijd, 25 juni 2021.

Prachtig commentaar van Steven Van Hecke op de Vlaamse zakensite De Tijd over de hypocrisie van premier Orbán, degenen die hem subsidies geven, de Europese Commissie, de sportwereld en de critici die ontkennen dat sport en politiek nauw verbonden zijn. Iedereen heeft boter op het hoofd. Aanleiding zijn de anti-homowetten in Hongarije. Maar hij mist een ander soort hypocrisie.

Denk eens aan de aanleg van de Russische gaspijplijn Nord Stream II en de samenwerking met China waar de EU zich niet tegen verzet of zelfs maar een beleid voor ontwikkelt om de EU minder afhankelijk te maken. Dat beleid is er deels wel, maar wordt door de regeringsleiders niet nagevolgd. Dat maakt de EU afhankelijker dan nodig is van beide autoritaire staten.

In beide landen worden de mensenrechten in veel grotere mate geschonden dan in Hongarije. Uiteraard is dat land lid van de EU en zou daarom de Europese waarden hoog moeten houden, maar vooral China vertrapt in Hong Kong, Tibet en Xinjiang op industriële schaal de mensenrechten dan premier Orbán in Hongarije zich maar wensen zou.

Het fel reageren op Hongarije en niet op China is de echte hypocrisie van de Europese regeringsleiders. Ze geven de indruk dat ze alleen reageren als het economisch weinig pijn doet en weinig kost. Handel en winsten bepalen op voorhand de uitkomst van het protest, niet de mate van schending van de mensenrechten.

Uiteraard is premier Orbán een opportunistische boef die niets in de EU te zoeken heeft, maar de Chinese en Russische leiders zijn veel grotere criminelen die hun bevolking onderdrukken en er mee wegkomen vanwege hun machtspositie.

En met die landen hebben de EU-lidstaten hechte economische banden. Het protest tegen Orbán is gerechtvaardigd, maar ook potsierlijk omdat toch het idee bestaat dat hij als kleine kruimeldief ferm wordt aangepakt, terwijl de grote criminelen China en de Russische Federatie buiten schot blijven. Als olifanten in de kamer.

Zo wordt premier Orbán het symbool van een actie van daadkracht zodat het grote onrecht van de belangrijke handelspartners China en de Russische Federatie ongestraft kan blijven. Dat is de echte hypocrisie van de regeringsleiders van de EU.

Chinese burgerjournalist moet cel in omdat ze waarheid sprak over COVID-19. Westen moet sancties tegen Communistische Partij China overwegen

De Chinese regering treedt hard op tegen activistische burgerjournalisten die verslag deden van de uitbraak van COVID-19 in Wuhan. Daarmee gaan ze in tegen het verhaal van Peking dat China dit doelmatig en tijdig heeft aangepakt. Die waarheid prikken burgerjournalisten als Zhang Zhan door. Maar de Communistische Partij China staat geen andere waarheid toe, zeker niet als dat de echte waarheid is die het als schadelijk ervaart voor het prestige van China. Toch is het optreden van de Chinese communisten tegenstrijdig omdat deze persbreidel en het harde optreden tegen journalisten eveneens het prestige van China in het Westen beschadigt. Zie hier voor het verslag van de goed geïnformeerde NRC-journalist Garrie van Pinxteren over de veroordeling van Zhang Zhan.

De Chinese regering denkt hier mee weg te komen zoals ze dat ook terecht dacht over het terzijde schuiven van de afspraken met het Verenigd Koninkrijk over Hong Kong. De concentratiekampen waarin de Oeigoeren in Oost-Turkistan in worden opgesloten en de gelijkschakeling van Tibet zijn andere pijnpunten. Evenals de Chinese expansie over grenzen heen in de Zuid-Chinese zee waarmee China internationale afspraken schendt.

Zo slaat deze kwestie van journalisten die de waarheid vertellen en daarom in de cel belanden terug op ons. Waar blijft de reactie van het Westen? Hoe kunnen landen als Nederland normaal handel blijven drijven met China?

Wat China doet is kwalijker dan de apartheid regimes in Zuid-Afrika en Rhodesië waartegen economische boycots werden opgetuigd. Onderhand zelfs kwalijker door die optelsom van talloze grensoverschrijdende gedragingen van de Communistische Partij China dan de sancties tegen de Russische Federatie als gevolg van de onrechtmatige bezetting van de Oekraïense Krim in 2014 en de oorlog die het Kremlin in Oost-Oekraïne begon om Oekraïne te destabiliseren en zo de toegang tot de NAVO te blokkeren. De logica in de relatie tot China is volledig zoekgeraakt. Het uitblijven van sancties tegen China is een wantoestand waarmee Westerse landen zichzelf ethisch vernederen.

Museum Nantes breekt samenwerking met Chinees museum over tentoonstelling Djengis Khan af na Chinese censuur en intimidatie

Onder druk van de Chinese autoriteiten ziet het historisch museum van Nantes zich genoodzaakt om een tentoonstelling die in samenwerking met een Chinees museum in Hohhot zou worden gehouden over de Mongoolse heerser Djengis Khan met vier jaar uit te stellen. Hohhot is de hoofdstad van de autonome regio Binnen-Mongolië. De tentoonstelling zou op 17 oktober 2020 openen. Voor 2024 wordt geprobeerd de tentoonstelling met Europese en Amerikaanse bruiklenen alsnog door te laten gaan.

In een verklaring zegt museumdirecteur Bertrand Guillet niet te zwichten voor Chinese druk. China probeerde het Franse museum te intimideren. De Chinezen probeerden de Mongoolse geschiedenis ite herschrijven. Dat is een idee van cultureel imperialisme dat onaanvaardbaar was voor het Franse museum (Google Translate):

‘We zijn nu genoodzaakt de tentoonstelling uit te stellen tot oktober 2024 vanwege de verharding van het standpunt van de Chinese regering tegen de Mongoolse minderheid deze zomer.

Aanvankelijk had deze verharding het effect van ons plan om de centrale Chinese autoriteiten opdracht te geven om elementen uit het vocabulaire (de woorden Genghis Khan, Keizerrijk en Mongol) uit de tentoonstelling te verwijderen. Vervolgens werd in een tweede stap, aan het einde van de zomer, de aankondiging gedaan om de inhoud van de tentoonstelling te wijzigen, vergezeld van een verzoek om controle op al onze producties (teksten, plannen, catalogus, communicatie ). De voorgestelde nieuwe synopsis, geschreven door het Beijing Erfgoed Bureau, toegepast als censuur op het oorspronkelijke ontwerp, bevat elementen van bevooroordeeld herschrijven om de Mongoolse geschiedenis en cultuur helemaal af te schaffen ten gunste van een nieuw nationaal verhaal.

Natuurlijk hebben we, op advies van historici en specialisten die ons vergezellen, het besluit genomen om deze productie stop te zetten in naam van de menselijke, wetenschappelijke en ethische waarden die we verdedigen in onze instelling.’

De Chinese regering krijgt steeds meer kritiek om minderheden binnen haar grenzen te onderdrukken en een campagne te voeren om hun cultuur uit te willen wissen. Dat is een politiek van culturele genocide van de Chinese regering. Dat betreft niet alleen de grotere regio’s Tibet, Xinjiang (Oost-Turkestan of Oiegoerië) en Mongolië, maar ook kleinere minderheden zoals Zuid-Chinese bergvolkeren. Het Westen treedt vanwege economische en politieke druk van de Chinese regering niet op tegen deze onderdrukking. Bijvoorbeeld door een boycot van China. Tamelijk recent is dat de Chinese regering ook westerse landen stevig onder druk zet zodat die landen worden gedwongen hun eigen normen over universele rechten geweld aan te doen en zo hun integriteit te verliezen. Wat er door toenemende Chinese druk gebeurde bij dit Franse museum is daar een voorbeeld van. Tegelijk verliest de Chinese regering door dit soort acties respect en geloofwaardigheid in westerse landen en neemt de bewustwording over de onaanvaardbaarheid van de Chinese politiek toe.

Foto: Schermafbeelding van deel verklaringLe report de l’exposition Gengis Khan : le choix déontologique d’un musée’ (Uitstel van de Genghis Khan-tentoonstelling: de keuze van een museum voor ethiek) van Bertrand Guillet, Directeur van het Château des ducs de Bretagne – musée d’histoire de Nantes, oktober 2020.

Export van een controlestaat. Wat doet Nederland op dit moment om zich te wapenen tegen Chinese druk in eigen land?

Dat is ook globalisme, namelijk dat autoritaire landen als China de onderdrukking van de eigen publieke opinie opleggen aan ‘de vrije wereld’. Het is goed om te beseffen dat die onderdrukking en intimidatie over grenzen gaat en verder dan het eigen land, Tibet, Xinjiang (Oeigoeren) of Hong Kong. In dit geval strekt de lange arm van China zich uit tot de VS, maar vermoedelijk ook Nederland. Dat betekent dat Nederlanders door politieke en economische druk uit China in hun eigen land tot zwijgen worden gebracht. Demonstranten in Hong Kong zien hun strijd voor autonomie als een strijd tegen de export van de Chinese onderdrukking en proberen de Westerse publieke opinie van die dreiging te overtuigen. De reactie in ‘de vrije wereld’ is dat het ‘zo’n vaart niet loopt’. Maar wat als blijkt dat het wel zo’n vaart loopt? Wat doet Nederland op dit moment om zich te wapenen tegen Chinese druk in eigen land? De dreiging is nog niet in kaart gebracht. Uncharted.

Met sluiting Chinese heropvoedingscentra verandert er niks

Het is geen geheim dat het slecht is gesteld met de mensenrechten in China. Zo zijn er heropvoedingscentra door arbeid die feitelijk martelkampen zijn. Bijvoorbeeld Masanjia dat in het westen volop publiciteit kreeg. De Chinese regering houdt niet van negatieve publiciteit en kondigde onlangs de afschaffing van deze centra -het ‘Laojiao‘-systeem- aan. De kampen bestaan al sinds 1957. Een Amerikaanse mensenrechtencommissie concludeerde eufemistisch dat de kampen de sociale stabiliteit ondermijnen. Zelfs in China zijn ze onwettelijk.

Is het gedaan met het grootschalig onrecht door de overheid als het ‘Laojiao‘-systeem wordt afgeschaft? Nee, het is een cosmetische zet want er blijven ‘zwarte’ gevangenissen, hersenspoelcentra en ‘juridische leercentra’. In China waar evenmin vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting of een functionerend rechtssysteem bestaat. Enfin, premier Rutte en andere westerse leiders hengelen bij de Chinese leiders naar opdrachten voor hun bedrijfsleven.  Dat geeft steun voor de onderdrukking door de Chinese communistische partij van de Chinese burgers. Iets om trots op te zijn. En het gekke is dat westerse leiders evenmin als de Chinese communistische leiders iets van kritiek op de onderdrukking willen weten. Hoe vreemd is dat?

Geen religie voor Chinese communisten. Ondanks godsdienstvrijheid

Lid zijn van de Chinese Communistische Partij (CCP) gaat niet samen met het belijden van religie. Aldus Zhu Weiqun, directeur van het etnische en religieuze comité van de adviesraad Politieke Consultatieconferentie van het Chinese Volk. Religie zou onverenigbaar zijn met het programma van de CCP. Een partijlid mag geloven, maar dient dan volgens Zhu de CCP te verlaten. Opvallend genoeg verbieden de partijbeginselen niet dat communisten geen religie mogen belijden. Laat staan in gedachten mogen geloven. En de Chinese grondwet verbiedt evenmin het hebben van een religie. Formeel bestaat er in China vrijheid van religie. Maar praktisch niet. Om voor bepaalde functies of opdrachten in aanmerking te komen dient men lid van de CCP te zijn.

Sommige critici maken het even bont als de CCP. Commentator Heng He meent dat al de belangrijke religies aan de mensen werden gegeven voordat de menselijke beschaving op gang kwam. Hij suggereert hiermee te weten dat religies niet door mensen werden geconstrueerd en ontwikkeld. Want ‘Goden leren mensen hoe te leven en hun ethische normen te ontwikkelen’. Als zowel de CCP als haar critici de waarheid opeisen over wat religie en vrijheid van godsdienst moeten inhouden, dan blijft er weinig vrijheid over voor het ware geloof.

279px-Confucius_Lao-tzu_and_Buddhist_Arhat_by_Ding_Yunpeng

Foto: Ding Yungpeng (1547-1628), Meester van drie religies. Met Confucius, Lao-tzu en een verlichte (Arahant) Boeddha. Papierrol. Collectie Paleismuseum, Beijing.