
Is kunst het kind van de rekening? Het lijkt erop. Met name hedendaagse kunst wordt slecht begrepen. Dat betreur ik als liefhebber van beeldende kunst, film, literatuur en muziek. Het is een proces van jaren dat het zover is gekomen. Het raakt me recht in het hart. Kunst heeft geen reputatie, heeft geen oren zoals men zegt. In een serie van drie ga ik er op in.
Steden als Utrecht kenden nog in de jaren ’70 en ’80 (vdve) PvdA-wethouders van cultuur die op de bres stonden voor kunst. Die de gemeentelijke kunstinstellingen altijd het voordeel van de twijfel gunden. Befaamde ouderwetse sociaal-democraten in de lijn van Monne de Miranda en Henri Polak die vanuit hun eigen opvoeding en het voorbeeld van William Morris wisten dat kunst meer was dan kunst alleen.
Dat idee vindt nu nog nauwelijks bijval. Geen enkele socialist of links-liberaal komt in het openbaar nog vol vuur op voor cultuur. Passie voor kunst maakt verdacht. In de visie van de oude SDAP’ers was kunst een middel van permanente educatie en verheffing van de burgers. Volgens het principe van Johan Rudolf Thorbecke namen ze afstand van de kunst en lieten dat in goed vertrouwen aan de professionals over. Dat bleef niet zo.
Charles Esche en Steven ten Thije borduren verder op dit aspect. Dit principe schept volgens de staf van het Van Abbemuseum een bufferlaag van experts tussen parlement en veld (..) die vanuit een pseudoautonomie de regering adviseren. Ofwel, de BV Kunsteend van de Kunst keurt BV Kunsteend en zegt dat het goed is. Het zet de geloofwaardigheid van de kunst op het spel. Een zwakte die in tijden dat instituties moeten inleveren de kunsten van Nederland verzwakt.
Hoe gaat het immers als een PvdA-er of GroenLinkser in een grote stad wethouder van cultuur wordt? In lijn van oud-staatssecretaris van cultuur Rick van der Ploeg zijn door links het doelgroepenbeleid en de marktwerking vooropgezet. Zoals ook in zorg en onderwijs zijn de professionals uit de sector op afstand gezet door de introductie van een pseudoautonomie van deskundologen en managers. Kunstenaars zijn vervreemd in hun eigen specialisme.
Tandeloze kunst is geen kunst, maar maatschappelijk behang in de anti-chambre van de macht. Kunst moet een positie innemen, zonder pamflettistisch te worden. Dat laatste leidt tot een reductie van de werkelijkheid. Kunst moet zoeken naar abstracties, naar het achterliggende mechanisme, naar een hogere waarheid om het duur te zeggen, zonder eenzijdig partij te kiezen. Die positie is haar vrijheid.
Sommige kunstenaars hebben zich te eenzijdig vereenzelvigd met politiek. Kunst en politiek kunnen elkaar naderen, maar nooit samenvallen. Kunstenaars moeten zich in een vrije samenleving nooit binden aan politiek. Zo verliezen ze bewegingsvrijheid en eigenzinnigheid. Ze besmetten hun métier.
Een deel van de kunstwereld heeft zich uitgesproken tegen Wilders. Als deel van een brede beweging tegen de PVV. Dat kan, maar werkt alleen als het verstandig gebeurt. En juist dat ontbreekt. Vraag is of dat nog kan veranderen als de PVV een omslag maakt om kunst en cultuur te annexeren in een boodschap van volkse eigenheid. Links claimt onterecht culturele hegemonie. Da’s geen bezit van een klasse of groepering.
Is het een wonder dat Wilders met steun van CDA en VVD de kunst hard aanpakt? Het gaat niet om kaalslag van de culturele infrastructuur, die staat in het welvarende Nederland nog redelijk overeind, maar om het gebrek aan empathie door politici met kunst en kunstenaars. Door de politiek worden kunstenaars als leprozen gezien. In het verlengde van staatsbezoeken mogen ze soms opdraven. Maar terwijl bijna alle kunstsectoren hoge kwaliteit bieden ligt hun reputatie bij de politiek aan flarden.
In Nederland hecht geen enkele stroming of politieke partij waarde aan kunst. De PVV in haar afkeuring nog het minst. De waardering voor hedendaagse kunst die de maatschappij op scherp zet en bijt in de hand die het voedt is nog lager. Kunst wordt als een sluitpost gezien of onder modieus Berenschot-proza ingezet als economisch wondermiddel.
Diepere zin van kunst die het mensen mogelijk maakt naar zichzelf te kijken en ze uit hun eigen situatie opheft wordt niet meer begrepen. Of in elk geval onvoldoende erkend. Zoals de dichter zei is alles van waarde weerloos. Veelzeggend is dat het CDA dat omvormde tot Alles van waarde is weerbaar. Politiek misbruikt de kunst die onbegrepen achterblijft. Zonder oren.
Foto: William Morris. Cray, 1883-4. Illustratie.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...