Theo Hiddema verlaat FvD voor zoveelste keer

Weerhuisje, 1952.

Theo Hiddema is de Heintje Davids van de ultrarechtste politiek. Dit Eerste Kamerlid neemt telkens afscheid van FvD, komt na verloop weer terug, en neemt daarna weer afscheid. Waarna hij weer terugkomt. Hoe vaak gaat hij dat nog herhalen?

Theo Hiddema is zo veranderlijk als het weer. De ene dag schijnt de zon en is het 20 graden, de volgende dag ligt er een laagje sneeuw op straat. Theo Hiddema is op zichzelf zijn eigen weerhuis. Hij heeft alle soorten weer in huis.

Zolang Hiddema centraal in de belangstelling kan staan maakt het voor hem niet uit wat voor weer het is. Of FvD nou naar radicaal- of extreem-rechts buigt maakt hem niet uit. Op termijn komt hij weer terug op het basisstation. Terug gezwiept door het elastiek waar hij aan is verbonden.

Deze keer was voor Hiddema de aanleiding om uit FvD te stappen het gedrag van de FvD-fractie in de Tweede Kamer dat de toespraak via een videoverbinding van de Oekraïense president Zelensky niet wilde bijwonen. Daar was Hiddema het niet mee eens.

In een gezamenlijke verklaring met Paul Frentrop die ook om deze reden uit de FvD-fractie in de Eerste Kamer stapte en partijleider Baudet wordt een en ander toegelicht:

Gezamenlijke verklaring van Hiddema, Frentrop en Baudet, 30 maart 2022.

Inhoudelijk lijkt er weinig te veranderen. Want Hiddema en Frentrop zeggen te blijven samenwerken met de FvD-fractie in de Eerste Kamer. Want het is duidelijk, Hiddema moet weer kunnen schuilen onder de paraplu van FvD als het politieke weer omslaat.

Hiddema houdt vol dat de kiezer voor ‘democratische vernieuwing’ bij FvD moet zijn. Hij blijft zich daar buiten FvD samen met FvD sterk voor maken. Begrijpt u het nog? Of heeft Hiddema zijn bril niet goed op zijn hoofd staan en dacht hij dat er ‘democratische vernieling’ stond?

Wees realistisch, niets is zo veranderlijk als het weer. En Theo Hiddema.

Van de 12 zetels uit mei 2019 heeft FvD drie jaar later nog 1 zetel over. Dat is een wanprestatie van formaat. Hiddema blijft de nederlaagstrategie van FvD omarmen. De afstand van zijn omarming varieert.

Meeus waarschuwt de media, ze moeten Baudet checken op wat hij kan. Diens ereplaats in het narcistenkartel is een doodlopende weg

Aldus de conclusie van de zaterdagse column in NRC over Haagse politiek van Tom-Jan Meeus. Hij verwijt niet zozeer ultra-rechtse partijen als de PVV of FvD dat ze er een potje van maken (wat ze doen), maar dat de media daar geen goed verslag van doen. Daarin heeft Meeus gelijk. Het is een terugkerend verwijt aan de gevestigde media dat ik onder meer hier, hier en hier heb verwoord. Ik schreef in maart 2017 in een commentaar: ‘Baudet is even weinig elitair als Donald Trump en even tegenstrijdig in zijn houding daarover. Goede voornemens om het moeras droog te leggen, maar in de praktijk pakt het volledig tegenovergesteld uit. Wie Baudet en Hiddema de afgelopen maanden heeft zien opereren kon gewaarschuwd zijn en zal niet verrast zijn dat deze twee heren bij uitstek vertegenwoordigers van het establishment zijn. Alleen, binnen het establishment heerst een strenge hierarchie waar Baudet en Hiddema zich nu proberen in te vechten. Met het volk heeft dat niets te maken, maar vooral met hun eigenbelang en carrière. Ambitie is menselijk en geen schande, maar meer moeten we er niet van maken. Baudet gaat voor Baudet. De rest is bijzaak.’

Meeus voegt er een ander dimensie aan toe, namelijk politiek vakmanschap en kennis. Wat kan Baudet? Want iedereen kan zich politicus noemen, maar niet iedereen die zich politicus noemt bezit het vakmanschap en de kennis die een politicus succesvol maakt. Baudet is weliswaar een jonge, beginnende politicus en moet de kans gegeven worden om te groeien in zijn vak, maar na drie jaar FvD als politieke partij kunnen de media hem toch de vraag gaan stellen in hoeverre hij is gevorderd in het onder de knie krijgen van het vak politicus.

Is de fundamentele zwakte van Baudet niet zijn wegvluchten in vergezichten en filosofieën om te verhullen dat hij als politicus nauwelijks vordert in zijn vakmanschap? Zo laadt Baudet net als Trump de sterke verdenking op zich dat hij uitblinkt in grootspraak, narcisme, vergezichten, onheilsfantasieën, toekomstplannen en het gooien van verbale bommetjes, maar tamelijk vruchteloos is in het bedrijven van praktische politiek en het realiseren van zijn kernpunten. Hoewel dat bij Trump genuanceerd ligt, bijvoorbeeld in het slinks en succesvol benoemen van rechtse rechters. Geert Wilders heeft zich verregaand geïsoleerd in een vlucht naar de marge, Thierry Baudet wacht hetzelfde lot als hij niet tijdig tot inkeer én inzicht komt en hersenschimmen inwisselt voor doorzettingsvermogen, grilligheid voor vakkundigheid en eigenliefde voor inlevingsvermogen.

Foto: Schermafbeelding van deel columnHoe de crisis in FVD bewijst dat media in campagnetijd hun taken verzaken; Deze week: Baudet en zijn plaats in het narcistenkartel. Ofwel: grote vragen voor politiek en media na de crisis in Forum voor Democratie’ van Tom-Jan Meeus in NRC, 27 april 2019.

Het geval Fred Walravens: Zeeuwse lijsttrekker van FvD maakt zich onbereikbaar & onzichtbaar. Wat zegt dat over de partijdemocratie?

Een jaar geleden werden in februari 2018 drie voormalige Kamerkandidaten uit Forum voor Democratie (FvD) gezet. Ze vroegen om democratisering en overleg. Gert Reedijk, Arthur Legger en Freek Jan Berkhout kregen een brief van het bestuur die als redenen geeft dat ze geprobeerd hebben ‘de gecontroleerde uitbouw van de partij actief tegen te werken’ en het partijbestuur te ondermijnen. Punt van kritiek van de kritische leden die om meer partijdemocratie vroegen was juist dat het partijbestuur vanaf november 2017 de uitbouw van de partij ondanks eerdere toezeggingen abrupt had afgebroken. Onder meer op provinciaal niveau.

Juist dat gebrek aan interne democratie van FvD wreekt zich bij de campagne voor de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 20 maart 2019. Het heeft van eigen lijsttrekkers lege hulzen gemaakt van wie onduidelijk is hoe ze over regionale problemen denken. Ze maken zich onbereikbaar zoals het Zeeuwse voorbeeld aantoont. Volgens onderstaande tweet van het door het hoofdbestuur in februari 2018 geroyeerde kaderlid van de partij Robert de Haze Winkelman hebben de kandidaten een spreekverbod opgelegd gekregen door penningmeester Henk Otten. De interne democratie van FvD is op provinciaal niveau door de partijleiding niet alleen de nek omgedraaid, maar leidt tot een gesloten en krampachtige manier van politiek bedrijven.

FvD is doorzichtig in haar ondoorzichtigheid. Gezien de winst in de peilingen lijkt dat besef nog niet tot het electoraat doorgedrongen. Hoewel het kan dat een deel van de kiezers een spreekverbod voor regionale lijsttrekkers een aanvaardbare politieke strategie vindt en dat waardeert als de ultieme vorm van anti-politiek.

Hoe dan ook zijn de beweringen over democratie van het bestuur van FvD een façade waarvan het de vraag is of die al is doorgeprikt. Want welk doel dient de nepshow over democratie van FvD? Waarom wordt het de lijsttrekkers verboden hun mening te geven in de openbaarheid, en hoe kunnen ze zich zonder verlies van hun zelfrespect daar mee inlaten? Notabene op het moment dat PVV’er Geert Wilders in de zogenaamde ‘linkse pers’ voor het eerst sinds lange tijd optreedt vanwege de hete adem van FvD in zijn nek. Wie onthult wat FvD tot nu toe wil verbergen? Het is er nog steeds niet van gekomen. Het cynische antwoord is dat het niet uitmaakt. De Zeeuwse lijsttrekker Fred Walravens maakt zich onzichtbaar, praat niet met journalisten, neemt niet deel aan verkiezingsdebatten en maakt zich onderhorig aan het partijbestuur. Het is veelzeggend voor een partij dat kandidaten zich daartoe lenen en voor kiezers dat ze op deze spookkandidaten stemmen.

Foto: Tweet in reactie op Robert de Haze Winkelman, 7 maart 2019.

Onrust bij FvD duurt voort: drie geroyeerde kandidaat-Kamerleden. Is de partij een nepshow over democratie? Wat verbergt de façade?

Het gerotzooi binnen Forum voor Democratie bereikte vandaag opnieuw een nieuwe hoogte. Drie voormalige Kamerkandidaten zijn uit de partij gezet. Ze vroegen om democratisering en overleg. Gert Reedijk, Arthur Legger en Freek Jan Berkhout kregen een brief van het bestuur die als redenen geeft dat ze geprobeerd hebben ‘de gecontroleerde uitbouw van de partij actief tegen te werken’ en het partijbestuur te ondermijnen. Punt van kritiek van de kritische leden die om meer partijdemocratie vragen is juist dat het partijbestuur vanaf november 2017 de uitbouw van de partij op een laag pitje heeft gezet. Onder meer op provinciaal niveau.

De conclusie mag zijn dat het partijbestuur de geest niet meer in de fles krijgt. Het is ook de vraag of het royeren van leden slim is. Want elk geroyeerd partijlid staat borg voor voortdurende kritiek vanaf de zijlijn op de partij. De uitspraak  van president Johnson maakt dat inzichtelijk: ‘It’s probably better to have him inside the tent pissing out, than outside the tent pissing in’. FvD doet het omgekeerde en jaagt critici de tent uit.

Het door het bestuur onlangs geroyeerde kaderlid van de partij Robert de Haze Winkelman is duidelijk in zijn tweets. Hij heeft het over zuiveringen in de partij ‘die in de DDR niet zouden hebben misstaan’. Hij vraagt zich af of de ‘beweringen over pro-democratie’ van de partijtop dan alleen maar een façade zijn. Maar wat moet de nepshow over democratie bij FvD dan aan het zicht onttrekken? Wie onthult wat FvD tot nu toe wil verbergen?

Foto: Schermafbeelding van tweets van 16 februari 2018 van Robert de Haze Winkelman.

Kritiek op de gebrekkige partijdemocratie bij FvD dekt vooralsnog het debat over de politieke verschillen binnen de partij toe

Het lijkt erop dat alle kaderleden die nu als lemmingen FvD verlaten geen kritiek hebben op de koers van de partij. Vandaag is het Susan Teunissen die na Baudet en Hiddema, nummer drie op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer stond. In elk geval als er de politieke koers mee bedoeld wordt. Punt van kritiek van deze spijtoptanten zoals ze dat nu naar buiten brengen is het gebrek aan interne democratie van FvD, maar niet de extreem-rechtse stellingname of de contacten van Baudet met Europese of Amerikaanse rechts-extremisten.

Het is mogelijk dat dit politieke geschil van mening bij spijtoptanten aanwezig is, maar ze het op dit moment te complex vinden om dat zo te benoemen en hun kop uit te steken. Het is makkelijker om het over de boeg van de interne democratie te gooien. Maar het zou toevallig zijn als er geen politiek verschil bestaat tussen de partijverlaters (Robert de Haze Winkelman, Betty Jo Wevers, Kees Eldering) en de politieke koers van FvD.

Emeritus hoogleraar Frank Ankersmit die lijstduwer, maar geen lid was heeft in november 2017 de partij de rug toegekeerd. Hij had wel inhoudelijke kritiek. In een bericht in het DVHN zei hij over partijleider Thierry Baudet: ‘Hij vertelde dat Nederland terug moet naar 1850. Dat vind ik geen goed uitgangspunt voor een politieke partij. Dat gaat mij veel te ver.’ Dat was niet de partijvernieuwing waar Ankersmit op hoopte, maar naar zijn idee het omgekeerde: nostalgische teruggang naar de 19de eeuw. Maar hij lardeerde dat vervolgens toch ook weer met het gebrek aan interne democratie bij FvD. DVHN over Ankersmit: ‘Hij vindt het ook ernstig dat Baudet ervan wordt beticht dat hij geen democratie toestaat in het bestuur van zijn partij, ‘terwijl hij naar buiten toe democratisering hoog in het vaandel heeft staan’. ,,Dat is een wonderlijke constructie.’’

Zo kan de verwijzing naar het gebrek aan interne democratie en de vermeende almacht van het bestuur met penningmeester Henk Otten als spin in het web een containerbegrip voor alle soorten onrust worden. Er lijkt vooralsnog geen richtingenstrijd uitgebroken binnen FvD. Maar uitsluitsel dat dit niet zo is bestaat niet. Want het één kan uit het ander volgen. Als er namelijk geen interne democratie binnen een politieke partij is, dan is er ook geen open debat mogelijk over de politieke koers waarin accentverschillen, nuanceringen, facties, richtingen of stromingen tot uiting komen. Zonder open debat kan een politiek verschil zich niet openbaren.

Dat FvD een partij met een rechts-nationalistische agenda is lijkt wel duidelijk. Zoals minister Ollongren in haar Ien Dales-lezing zei gaat FvD verder waar de PVV stopt. Met als gevolg dat leden die in 2017 door Baudet werden voorgespiegeld dat FvD een fatsoenlijk en maatschappelijk aanvaardbaar alternatief voor de PVV was, zich nu realiseren dat FvD extremere standpunten over ras en afkomst inneemt dan Geert Wilders. En als ze zich het niet realiseren kunnen ze er door hun omgeving op aangesproken worden. De PVV lijkt nu – op het netelige islam-standpunt na – het fatsoenlijke en maatschappelijk aanvaardbare alternatief voor FvD te zijn.

Het is lastig voor leden van FvD die beseffen dat ze zich bij de verkeerde partij hebben aangesloten om dat volmondig toe te geven. Daarmee tornen ze aan hun eigen oordeel dat verkeerd was. Om dat verschil te overbruggen gooien ze hun verschil van mening met de partij (en het gebrek aan harmonie met zichzelf) niet op hun verkeerde inschatting en de rechts-extremistische koers van FvD (die zich in 2017 al aankondigde en in 2018 duidelijk naar buiten kwam), maar op het gebrek aan interne democratie en een dictatoriaal bestuur dat als een duiveltje uit een doosje en buiten hun schuld de volle verantwoordelijkheid van FvD zou zijn.

Foto: Tweet van Susan Theunissen met eigen reactie, 9 februari 2018.

Forum voor Democratie kampt met groeistuipen. Zijn ze incidenteel of structureel? Heeft de partij voldoende benul van politiek?

Politiek leider van Forum voor Democratie Thierry Baudet heeft een aangifte wegens smaad en laster gedaan tegen minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren. Volgens juristen is dat kansloos en daarom op te vatten als een publiciteitsstunt. In de Ien Dales lezing zei ze over Baudet en zijn partij: ‘De nieuwste afsplitsing van het populisme gaat verder waar Wilders ophoudt. De partij van Baudet lijkt geobsedeerd te zijn door één van de weinige taboes waar ik als progressieve liberaal aan hecht: Het praten over rassen in het politieke debat. Rassenmenging kwam al voorbij uit de mond van Forumleden. Rassenverdunning ook. De afgelopen weken ging Baudet opnieuw verder. Geconfronteerd met uitspraken dat Nederlanders met een donkere huidskleur minder intelligent zouden zijn dan andere rassen, een uitspraak van een kandidaat van Forum bij de verkiezingen aanstaande maart, zei de voorman van Forum dat hij daar geen afstand van wilde nemen. Volgens Baudet was dit een wetenschappelijk debat. Daar wilde hij zich niet in mengen. Zo laat hij het dus onweersproken als zijn partijgenoten openlijk discrimineren op basis van ras. Het populisme wil sommige Nederlanders dus anders behandelen dan andere. En daarmee bedreigt het kernwaarden van Nederland. Het is in deze tijd dan ook belangrijker om artikel 1 van de Grondwet te koesteren dan ooit.

Of het verstandig is dat een minister zich uitlaat over een parlementariër is de vraag. Want een parlementslid moet de minister controleren. Van de andere kant mag een minister een politieke mening uitspreken. Dat Baudet zich meende te moeten mengen in een wetenschappelijk debat met metereoloog Gerrit Hiemstra over het klimaat, maar over ras een wetenschappelijk debat uit de weg gaat oogt selectief. Het is niet consequent.

De afgelopen dagen bleek dat het bestuur twee kaderleden zonder dat ze zich konden verdedigen uit de partij heeft gezet: Robert de Haze Winkelman en Betty Jo Wevers. In een verklaring zegt FvD over deze twee leden dat ze: ‘op oneigenlijke wijze en door gebruikmaking van dreigementen en kwaadsprekerij, geprobeerd hebben de gecontroleerde uitbouw van de partij actief tegen te werken en het partijbestuur over te nemen.’ Wat FvD daar mee bedoelt is onduidelijk en evenmin wat eigenlijk de kern van het geschil is en de werkelijke reden om deze leden te royeren. De Haze Winkelman neemt extreme standpunten in over de Holocaust en Rusland en dat kan door de leiding van FvD als een publicitair risico gezien worden. Vanwege de stapeling van incidenten. Allerlei FvD’ers halen landelijk en in Amsterdam met extreme standpunten over ras de publiciteit. Dat staat de normalisering van de FvD in de weg en bedreigt de verzilvering van de gunstige peilingen.

Uit een reactie van oud kandidaat-kamerlid Kees Eldering voor TPO onder de titel ‘De problemen bij Forum voor Democratie zijn het topje van de ijsberg’ wordt penningmeester Henk Otten afgeschilderd als een idioot: ‘Daarnaast maak ik me ernstig zorgen over de wanen die Henk heeft over “afgeluisterd” en “achtervolgd” worden.’ Hieruit blijkt hoe erg de onderlinge verhoudingen binnen FvD zijn verziekt. Het lijkt een partij met generaals en zonder soldaten waar het absurdisme nu door het vernis breekt. Ook De Haze Winkelman richt zich in een reeks tweets op de macht van het bestuur met Baudet (voorzitter), Otten (penningmeester) en Rob Rooken (secretaris) dat als een soort politbureau de macht achter de schermen in handen zou hebben:

Foto:  Tweets van Robert de Haze Winkelman, 5 februari 2018.

Gevestigde media verantwoorden zich voor hun buitensporige aandacht voor Baudet. Maar ze geven verkeerde argumenten

De weinig kritische aandacht voor Baudet van de gevestigde media is een terugkerend thema. In NRC vroeg econoom en columnist (onlangs gestopt) Coen Teulings zich af waarom NRC zoveel kritiekloze aandacht aan Baudet besteedt. NRC-ombudsman Sjoerd de Jong had er geen goed antwoord op. Ik vraag het me ook herhaaldelijk af. Verzaken de media hun plicht in de berichtgeving? De Jong tekent de reactie van chef Den Haag René Moerland op: ‘Wij zijn er niet om politici groot of klein te maken, we willen nieuwsgierig en kritisch zijn tegenover iedereen’. Dat eerste klopt, maar dat tweede staat juist ter discussie. Want het lijkt er sterk op dat in de berichtgeving de gevestigde  media juist niet kritisch genoeg zijn tegenover Baudet en zijn partij.

Wat is dat voor mechanisme van de media om zoveel aandacht aan Baudet te besteden? Ook nog kritiekloos. De 2,5 maal zo sterk in de Tweede Kamer vertegenwoordigde PvdD krijgt minder media aandacht.

Naast de juridische invalshoek van Mihai Martoiu Ticu in zijn open brief aan de hoofdredacteur Philippe Remarque van De Volkskrant is er een politiek-filosofische invalshoek die te maken heeft met de weerbare democratie. Zoals dat door Bastiaan Rijpkema onder de aandacht wordt gebracht in het publieke debat. Deze opvatting houdt in dat een weerbare democratie grenzen dient te stellen aan anti-democratische krachten. Vooralsnog is dat geen kwestie van tijdig ingrijpen om een politieke partij als FvD te verbieden, maar van bewustwording en signalering om te beseffen dat een politicus die zich buiten het politieke spectrum begeeft en niet ondubbelzinnig de democratische instituties steunt een gevaar voor die democratie kan worden.

Het is niet gezegd dat de politiek leider Thierry Baudet op dit volledig samenvalt met zo’n anti-democratische kracht, maar met zijn gedachtengoed leunt hij wel stevig aan tegen radicaal gedachtengoed zoals dat door nationalisten, populisten en de nihilisten van de alt-right beweging wordt vertegenwoordigd. Dat zou de Nederlandse journalistiek kritisch en alert moeten maken, maar dat gebeurt op dit moment onvoldoende.

Hoewel het er raakvlakken mee heeft, gaat de koers van FvD voorbij aan het traditionele rechts-conservatisme dat de status quo verdedigt. Baudet wil juist de gevestigde orde omver schoppen zonder dat hij overigens duidelijk maakt wat daarvoor in de plaats moet komen. Of men moet de mantra over de natiestaat Nederland die het autonoom rooit in een financiële, economische, politieke en militaire arena vol concurrente krachten een geloofwaardig en consistent verhaal vinden. Met politiek realisme heeft het echter weinig te maken.

Waarom stellen interviewers Baudet geen kritische vragen over zijn ideologie? Waarom stellen de interviewers Baudet geen kritische vragen over zijn contacten in rechts-radicale kringen? Waarom is er nog steeds geen achtergrondartikel verschenen dat deze rechtse en nihilistische contacten gedetailleerd in kaart brengt? Waarom vragen interviewers -die zich politiek, economisch en militair geschoold hebben- niet door over de onhaalbaarheid van een zelfstandige natiestaat Nederland die weerloos, machteloos en krachteloos zal zijn tussen de eigen multinationals, bevriende en vijandige naties of supranationale organisaties (IMF, EU)?

Zijn de journalisten die Baudet niet of op z’n best halfslachtig aanpakken lui en oppervlakkig? Klopt de aloude klacht dat de oudere generatie academische geschoolde journalisten superieur is aan de huidige generatie journalisten die academisch tekortschiet? Of is het de angst om teruggefloten te worden door de eigen hoofdredactie die de journalisten berooft van de ambitie, durf en de wil om de potentiële vijanden van de democratie niet minder hard, maar juist harder aan te pakken? ‘Dus de media presenteren zich als waakhonden van onze welzijn en vrijheid, maar ze doen hun plicht niet echt’, concludeert Mihai Martoiu Ticu. Ik denk ook dat de gevestigde media hun plicht verzaken. De media worden ook wel het venster op de democratie genoemd, maar in Nederland zitten de gordijnen potdicht om de democratie actief te verdedigen. 

Als de journalistiek signaleert en iedereen over één kam scheert is het verkeerd bezig. Het neemt daarmee onvoldoende verantwoording. Nieuwsgierig en kritisch zijn tegenover iedere politicus, is een abstracte en ondoelmatige werkwijze. Uiteraard moet de journalistiek niet op de plek van de politiek gaan zitten of zich tot deelnemer maken aan het politieke debat. Het moet aan de buitenkant blijven. Maar het standpunt van NRC-redacteur Moerland dat elke politicus dezelfde mate van nieuwsgierigheid en kritiek oproept is onzinnig en geeft precies aan wat er mis is met de Nederlandse journalistiek. Het weet dat het geen partij mag kiezen, maar verwart dat met het idee dat iedere politicus dezelfde mate van kritiek gegeven moet worden. Als een politicus uitspraken doet die erop duiden dat hij of zij de wet of de democratie in gevaar kan gaan brengen, dan is het de functie van de journalistiek om dat te melden. Dan passen meer nieuwsgierigheid en kritiek.

Foto: Schermafbeelding van deel FB-posting van Mihai Martoiu Ticu, 31 december 2017. 

Heeft NRC goed nagedacht over plaatsing artikel Baudet en FvD?

NRC maakt in mijn ogen een slechte beurt door een kritiekloos artikel over Thierry Baudet en zijn partij Forum voor Democratie te plaatsen. Het grootste gemis is het ontbreken van een schets van Baudets buitenlandse contacten, zoals die bijvoorbeeld in februari 2016 tot uiting kwam door de aanwezigheid van Baudet op een Poolse conferentie. Hij begaf zich daar in extreem- en radicaal-rechtse kringen die gelieerd waren aan de fractie van Europa van Naties en Vrijheid in het Europarlement die wordt gedomineerd door het Front National. Aan een profielschets van Baudet zonder het Front National te noemen ontbreekt iets fundamenteels. Een ander gemis is dat het niet focust op de verwerpelijke uitspraken die Baudet doet, zoals politiek journalist Jaap Jansen nog gisteren optekende op een partijbijeenkomst van Forum voor Democratie in Den Haag.

NRC trapt in de valkuil van de traditionele ‘enerzijds-anderzijds’ journalistiek die hoor en wederhoor biedt en daarom zelden tot een harde afwijzing komt. NRC had óf door moeten pakken door tot de kern te gaan door internationaal onderzoek óf moeten zwijgen wegens onvoldoende materiaal. Nu werkt NRC gewild of ongewild mee aan de normalisering van een radicaal-rechtse partijpoliticus die lacherig of op een badinerende toon de meest vreselijke uitspraken doet die haaks staan op de opvatting van parlementaire democratie waar de liberale NRC zich hard voor maakt. Dat rijmt niet, maar vloekt. Het leek wellicht een aardig ideetje om Baudet en zijn partij als een interessant fenomeen te beschrijven, maar zonder goed na te denken over de gevolgen van zo’n profielschets is het tamelijk naïef. Het past evenmin in de opvatting van de weerbare democratie.

Foto 1: Schermafbeelding van FB-posting van NRC met reactie, 4 november 2017.

Foto 2: Tweets van Politiek verslaggever/commentator BNR Nieuwsradio Jaap Jansen, 3 november 2017.

Foto 3: Eigen tweet, 4 november 2107.

Pleidooi voor zakenkabinet door FvD gaat voorbij aan hervorming van de partijpolitiek

De tweede man van het rechts-radicale Forum voor Democratie Theo Hiddema pleit voor een kenniskabinet of zakenkabinet. Dat zei hij gisteren 22 mei in een ochtendprogramma van de regionale Limburgese omroep L1. DDS besteedt er aandacht aan in een opinie-artikel. Mijn reactie op het idee van Hiddema is kritisch:

Op dit moment is de keuze voor een zakenkabinet een slecht idee. Want hoe dan ook moet zo’n kabinet beleid ontwikkelen. Dat is pure politiek. Anders gezegd, een zakenkabinet suggereert dat beleidskeuzes voortkomen uit een soort hogere logica die niets te maken hebben met prioriteiten die volgen uit opvattingen over de inrichting van de samenleving. Maar dat is niet zo. Het maken van die keuzes en prioritering is pure politiek.

Waarom met een zakenkabinet net doen alsof politiek geen politiek is? Dan is het eerlijker tegenover de kiezer om gewoon toe te geven dat politiek politiek is. Nog anders gezegd, de politiek is er juist voor ontwikkeld om de macht te verdelen. Als politieke partijen -waar Hiddema met zijn partij ook deel van uitmaakt- slecht presteren wat zo maar mogelijk is, dan moeten die partijen niet afgeschaft of aan de zijlijn gezet worden, maar hervormd worden.

Daar komt bij dat een zakenkabinet altijd een profiel heeft en niet zonder kan. Hoe men het ook draait of keert, de keuze voor het profiel is een politieke keuze. Als het met de benoemingen van bewindslieden kiest voor de voortzetting van de gevestigde orde, dan is dat een politieke keuze. Partijen zoals de PVV of SP die er blijk van geven de gevestigde orde omver te willen werpen zullen met hun miljoenen kiezers hier niet blij mee zijn. En omgekeerd, als er een zakenkabinet komt dat juist wel de gevestigde orde ter discussie stelt dan zullen middenpartijen als VVD, CDA en D66 en hun achterbannen er niet blij mee zijn.

Een zakenkabinet is een oud idee. Voormalig VVD-leider Hans Wiegel pleitte herhaaldelijk voor een nationaal kabinet. Overigens niet toen hij in 1977 met de VVD toetrad tot het eerste kabinet Van Agt-Wiegel dat door CDA’er Dries van Agt werd geleid. In bijzondere omstandigheden kan een zakenkabinet zin hebben. Zo had Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog nationale kabinetten met de kabinetten Gerbrandy I en II (1940-1945). Maar in gewone omstandigheden biedt een zakenkabinet geen voordeel. Een bijkomende vraag is overigens ook hoe in het parlement de oppositie ertegen gevoerd kan worden omdat het geen politieke steun in Eerste en Tweede Kamer heeft.

Het voorstel van Hiddema is een verre echo van twee ontwikkelingen die de partijpolitiek niet bestrijden door de hervorming ervan, maar door het te willen omcirkelen. In de jaren ’30 (vdve) keerden fascistische partijen zich tegen het heersende politieke bestel door te pleiten voor een corporatieve staat, waarbij alle maatschappelijke geledingen vertegenwoordigd zouden zijn. En binnen met name de christen-democratie bestonden er de laatste decennia tendenzen die pleitten voor de herwaardering van de gemeenschap binnen de communitaristische beweging. Met de Amerikaanse socioloog Amitai Etzioni als leidsman.

Het probleem met een zakenkabinet, een corporatieve staat of de de communitaristische beweging is dat ze zich -zonder dat toe te geven- buiten de normale politiek begeven en onttrekken aan de gewone democratische controle. Ze kunnen door belangengroepen achter de schermen vervolgens makkelijk oneigenlijk gebruikt worden voor iets dat niet met zoveel woorden wordt gezegd. Zo is de kritiek op de communitaristische beweging van Etzioni dat het onder het mom van gemeenschapsdenken allerlei neo-liberale maatregelen heeft mogelijk gemaakt. Omdat dit buiten het parlement op een soort politiek-filosofisch niveau binnen partijen speelt kan er nergens verantwoording voor gevraagd worden.

Dat verschil tussen schijn en wezen is bij de partijpolitiek niet aan de orde, hoe onvolmaakt, ongeïnspireerd, corrupt en ondoelmatig de huidige politieke partijen ook zijn. Partijpolitiek is wat het is, ondanks de nadelen ervan. Als Hiddema had gepleit voor een fundamentele hervorming van de partijpolitiek of het politieke bestel had ik hem gesteund. Bijvoorbeeld door een grotere rol voor de burger door machtsdeling of invoering van E-democracy en een afwaardering van de politieke partijen. Maar hij laat te veel onduidelijkheid wat hij met zijn pleidooi voor een zakenkabinet echt beoogt.

Dus ja, graag hervorming van het politieke bestel en de partijpolitiek. Maar nee, niet door omcirkeling of het passeren van de politiek. Een zakenkabinet of nationaal kabinet is mogelijk, maar dan uitsluitend in bijzondere omstandigheden. Dat is op dit moment niet aan de orde.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelFVD wil dat het anders gaat: Hiddema pleit voor een “kenniskabinet” van Michael van der Galien voor DDS, 23 mei 2017.

Aandacht voor de persoon Baudet leidt af van zijn rechts-extremistische denkbeelden

Thierry Baudet is met de kleinste partij een tamelijk onbelangrijke speler in de Tweede Kamer. Maar met zijn persoonlijke inzet blijft hij de aandacht trekken. Niet voor zijn politiek, maar voor zijn persoon. Dat trekt Baudet zelfs naar een meta-niveau door de vraag of ‘kwestie’ op te werpen waarom de media zo door hem gefascineerd worden. Zo probeert Baudet aandacht voor zichzelf te trekken door vragen over de aandacht voor hem te thematiseren. Deze nieuwkomer in de Tweede Kamer die dronken van eigenwaan is probeert zijn aandachtscurve omhoog te slingeren. In de verslaggeving werken media daaraan mee door het wereldbeeld dat Baudet en zijn partij nastreven niet centraal te stellen. Dat is anti-modernistisch van mentaliteit, 19de eeuws van geopolitiek, extreem-rechts van denkbeeld en hooghartig in de maatschappelijke opstelling.

Gelukkig zijn er kritische columnisten die een begin maken met de analyse van Baudet en zijn partij. Maar ook zij blijven aan de oppervlakte en maken er eerder een sociologische schets dan een gedegen politiek analyse van. Het lijkt er niet op dat ze zich verdiept hebben in het programma van Forum voor Democratie of de contacten van Baudet met Europese rechts-nationalistische partijen hebben blootgelegd. Ger Groot komt in Trouw tot de volgende karakterisering: ‘Kijk naar Donald Trump en je zult je nooit meer vergissen. Er is veel domheid voor nodig om jezelf te bewieroken als de allerslimste.’ Maar wat moeten we met de open deur dat Baudet lijdt aan zelfoverschatting en Fortuynse arrogantie en uiteindelijk een dommerik is? Dat weten we al.

Thomas von der Dunk komt in een column voor TPO niet verder dan Groot. Hij is weliswaar kritisch, maar laat zich ook vangen in het frame dat Baudet heeft gezet door zich te laten vangen in de aandacht voor de persoon Baudet. Dat beeld van de persoon komt voor het politieke programma te staan. Die afleiding is de opzet, ondanks het feit dat Baudet vooral negatieve flak over zijn persoon en persoonlijkheid treft. Dat past bij de narcist die hoe dan ook midden in de belangstelling wil staan. Zo zet Baudet de aandacht voor zijn persoon in als afleiding voor zijn politiek die rechtser, extremer en in elk geval minder sociaal dan die van de PVV is. Von der Dunk constateert terecht dat Forum voor Democratie helemaal geen stem aan het volk wil geven.

Zonder de diepte in te duiken geven Von der Dunk en Groot wel goed aan hoe tegenstrijdig zelfs aan de oppervlakte de opstelling van Baudet is. De partij die zegt namens het volk te spreken heeft leidsmannen die in hun gedrag en politiek voorkeur het tegenovergestelde doen. De partij dreigt dan ook in tegenstrijdigheid onder te gaan, want Nederland kent geen 186.000 rechtse intellectuelen die zo’n wereldbeeld steunen.

Mijn reactie op TPO: ‘Baudet is even weinig elitair als Donald Trump en even tegenstrijdig in zijn houding daarover. Goede voornemens om het moeras droog te leggen, maar in de praktijk pakt het volledig tegenovergesteld uit. Wie Baudet en Hiddema de afgelopen maanden heeft zien opereren kon gewaarschuwd zijn en zal niet verrast zijn dat deze twee heren bij uitstek vertegenwoordigers van het establishment zijn. Alleen, binnen het establishment heerst een strenge hierarchie waar Baudet en Hiddema zich nu proberen in te vechten. Met het volk heeft dat niets te maken, maar vooral met hun eigenbelang en carrière. Ambitie is menselijk en geen schande, maar meer moeten we er niet van maken. Baudet gaat voor Baudet. De rest is bijzaak’. Het wachten is op een journalistiek portret van de politiek en de extreem-rechtse contacten van Baudet, met onder meer het Front National. Kritische schetsen over de persoon van een over het paard getilde zelfverklaarde intellectueel bereiken het omgekeerde van wat ze beogen. Ze leiden af van de racistische en extremistische politiek van Forum voor Democratie en helpen eraan mee die partij salonfähig te maken.

Zie voor een inhoudelijk-politieke analyse over Baudet en Forum voor Democratie mijn commentaar van 12 maart 2017: ‘Is de nationalistische romantiek van Thierry Baudet zinvol voor Nederland?

Foto: Schermafbeelding van deel artikelFvD’s zakenkabinet: laat ik nu juist denken dat Baudet een stem wilde geven aan ‘het volk’’ van Thomas von der Dunk voor TPO, 24 maart 2017.