Bij het overlijden van Gene Wilder werd de filmkomedie The Producers (1967) van Mel Brooks in herinnering gebracht. Het verhaal heeft actuele waarde, zoals blijkt. Het gaat om theaterproducent Max Bialystock (Zero Mostel) die met boekhouder Leo Bloom (Gene Wilder) een constructie bedenkt om de verliesgevende productie ‘Springtime for Hitler’ -die grenst aan de wansmaak en daarom niet kan slagen- op de planken te brengen. Maar de productie slaat aan ondanks de verwachtingen en de calculatie van Bialystock en Bloom en wordt een financieel succes. Alleen niet voor de producenten die een verlies nodig hadden om winst te maken.
Het verhaal van The Producers doet denken aan Donald Trump. De grandioze overdrijving, de slechte smaak, de pogingen om te mislukken die in hun tegendeel verkeren omdat het publiek het volstrekt anders opvat dan de initiatiefnemers het bedoelen. Ondanks alle moeite die Trump steeds weer doet om zijn eigen glazen in te gooien. Het sterke vermoeden bestaat dat Trump om twee redenen in de presidentsrace is gestapt. Om er financieel beter van te worden en om aan prestige te winnen die de statuur van de vastgoedmagnaat doet vergeten. Het plan van Trump was dat hij zou winnen door te verliezen. Verliest Trump straks door te winnen?
Amerikaanse media zijn vol van complottheorieën, zoals een commentaar van Brent Budowsky voor The Hill. Maar omdat het ook dient om Trumps kandidatuur in diskrediet te brengen is het toch minder eenduidig dan het op het eerste gezicht lijkt. Evenmin is het onmogelijk dat Trump zich halverwege de race heeft bedacht. Of twijfelt of hij wil winnen of verliezen. Er zit daarom geen plan achter omdat elke uitkomst hem uitkomt.
Het onmogelijke gebeurt. Eerst wint Trump tamelijk gemakkelijk de nominatie van de Republikeinse partij door in te zetten op wansmaak, persoonlijke emotie, overdrijving en interne tegenstrijdigheid en al zijn opponenten te vermorzelen. En nu maakt hij een redelijke kans om president te worden. Zijn tegenstander Hillary Clinton is bijna even impopulair als Trump en kan in de peilingen geen afstand van hem nemen.
Clinton heeft een ijzer in het vuur door een goede voorbereiding van de ground game in de afzonderlijke staten. Zij heeft lokale kantoren geopend die de kiezers naar de stembus moeten brengen, terwijl Trump dat aspect verwaarloost. Hij hoopt op de blanke kiezer en op onthullingen over de Clinton Foundation en haar privé email server waar de FBI en het ministerie van Buitenlandse Zaken onderzoek naar instelden. Het is in alle opzichten een asynchrone strijd. Terwijl Trump wansmaak, wispelturigheid en overdrijving tot zijn handelsmerk heeft gemaakt en er niet door wordt beschadigd is dat bij Clinton anders. Zij zet in op ernst en het uitstralen van ervaring en deskundigheid. Beide kandidaten kunnen ondanks zichzelf (mis)lukken.