Update 27 juni 2020: Vandaag & Morgen Rotterdam: ‘Op vrijdag 26 juni tussen 10:00 en 11:30 verwijderde ‘Witte de With center for Contemporary Art’ zoals de volledige naam tot dat moment luidde, de logo’s en namen van het gebouw. Ook het briefpapier en de berichten bij tentoonstellingen worden in dezelfde zin aangepast. Het ‘Center for Contemporary Art’ voorheen bekend als ‘Witte de With’ zegt de komende zeven maanden ‘naamloos’ te zullen doorgaan en wel tot en met 27 Januari 2020, dan wordt de nieuwe naam van het kunstcentrum van kracht.’ Het is onjuist en krom beredeneerd om de tijdelijke naam naamloos te noemen.
De rol van de geschiedenis is een onderwerp waar iedereen een mening over heeft. En waar radicaal-links en radicaal-rechts zich heerlijk mee kunnen profileren. Ten koste van elkaar, en van de middengroep. Het is grote politiek die kleine politiek nadert. Dat vraagt van bestuurders om terughoudendheid, afstandelijkheid en bezinning als vanaf de flanken de verbale bommen over en weer over hun vergadertafel vliegen. Ze moeten het hoofd koel houden en zich niet op laten jutten door belangengroepen met een gespierde overtuiging.
De Raad van Toezicht van ‘Witte de With Center for Contemporary Art’ in Rotterdam heeft naar eigen zeggen ‘een onderzoek in gang gezet naar de naam van het instituut’. Het geeft gemengde signalen af of er al beslist is of de naam verdwijnt of dat nu uitsluitend geïnventariseerd wordt of dit wenselijk is. Zoals het een kunstencentrum betaamt maakt het van de nood een deugd en thematiseert het zichzelf in de tentoonstelling ‘Witte de With; What’s in a name? die opent op 8 september. In het spiegelpaleis van de creatieve klasse.
Nuancering is dat de naam van kunstencentrum Witte de With niet direct verwijst naar de historische figuur ‘dubbelwit’ die van 1599 tot 1658 leefde, maar naar de straat waar het instituut aan is gelegen. Uiteraard gaat een zelfstandige organisatie over de eigen naamgeving. Bedrijven of semi-overheidsinstellingen wisselen voortdurend van naam, vaak pseudo-Griekse namen die een traditie moeten suggereren die ontbreekt. Zoals de uitgevonden traditie van de volkscultuur, bijvoorbeeld de in de 19de eeuw ontstane Sinterklaas-viering.
De naamsverandering van de V.P.R.O. in VPRO geeft een passend voorbeeld hoe de Raad van Toezicht de recente geschiedenis van het kunstencentrum in een nieuwe naam kan laten terugkomen zonder daar onnodig veel afstand van te nemen. De VPRO sneed de band met de verwijzing naar het vrijzinnig-protestantisme door omdat dat gedachtegoed binnen de V.P.R.O. zo goed als verdwenen was. Een geabstraheerde naam als ‘WdW Institute for Contemporary Art‘ is dan een optie. Of het cynische ‘DoubleWhite Center for Contemporary Art’.
In elk geval moet de Raad van Toezicht van kunstencentrum Witte de With het beeld vermijden dat het zich door belangengroepen op laat jagen en niet meer autonoom beslist. Of zich zelfs op laat zadelen met schuld. Want als de ene ongewenste naamgeving die volgt uit politisering (kolonialisme, Nederlands imperialisme) wordt vervangen door een andere ongewenste naamgeving die volgt uit politisering (anti-kolonialisme, anti anti-racisme) dan is dat geen winst. Een valkuil voor de Raad is de radicalisering die zegt dat er geen normaal bestaat. Maar onderdrukking of een historische werkelijkheid is geen racisme of een situatie die gecorrigeerd of weggepoetst kan worden. De Raad moet een middenweg van normaliteit bewandelen waarin het toelicht wat verkeerd was met de uitleg dat dat een historische werkelijkheid is die niet veranderd kan worden. Tussen radicaal-rechts die alles bij het oude wil laten en radicaal-links die alles wat het niet bevalt wil veranderen.
Schermafbeelding van FB-pagina van Witte de With met eigen reactie, 7 september 2017.