Er zit maar één ding op. Modale belastingbetalers die van weinig tot wat duizendjes euro inkomstenbelasting per jaar betalen moeten in inkomstenbelasting-staking gaan. Zoals in het Griekse drama Lysistrate van Aristophanes de vrouwen door een seksstaking hun mannen ertoe dwongen eindelijk eens werk te maken van de vrede. Nu moeten de modale burgers van Nederland grijpen naar het wapen van de inkomstenbelasting-staking. Niet omdat het makkelijk is, maar omdat de overheid werk moet maken van eerlijke belastingdruk.
De publicatie van de Paradise Papers met douceurtjes van honderden miljoenen euro’s voor bedrijven is er het zoveelste bewijs voor dat multinationals en vermogende individuen geen of te weinig belasting betalen. Het is al jarenlang bekend, maar niets verandert. Met als gevolg dat de belastingdruk op de modale belastingbetaler opgeschroefd moet worden om het voorzieningenniveau in stand te houden. De Nederlandse overheid doet aan simplisme en lui handelen. Wie blijft zitten en zich correct gevraagd wordt geplukt, wie beweegt en de randen van de wet opzoekt en daar ethisch -en mogelijk juridisch- overheen gaat betaalt geen belasting.
We kennen ‘cloud computing’, ofwel ‘the cloud’ waarin onze data worden opgeslagen. Maar er is ook een andere cloud. Die van buitengaats (offshore) geld dat nooit ergens landt. En waarover geen belasting wordt betaald. Verbazingwekkend en tamelijk ontluisterend voor de geloofwaardigheid van de partijpolitiek is dat dit type belastingontwijking legaal is. Degenen die er schade van ondervinden, maar er geen invloed op kunnen uitoefenen vinden het een immorele praktijk. Vermogenden en internationale bedrijven maken er misbruik van, betalen geen of nauwelijks inkomens- of vermogensbelasting in de landen waar ze gevestigd zijn, maar profiteren wel van alle voorzieningen die door de burgers van die landen worden betaald. Dat is immoreel.
Belastingparadijzen zijn van invloed op het draagvlak van de democratie. Als de modale belastingbetaler gaat beseffen dat rijken en bedrijven zich onttrekken aan het betalen van belasting dan zal dat ooit een reactie oproepen. Of deze burgers bewegen zich in de richting van valse profeten (nationalisme, populisme) die een oplossing beloven of ze verliezen het vertrouwen in de werking van de democratische rechtsstaat en keren zich ervan af. Omdat de nationale politiek afhankelijk is geworden van grensoverschrijdende financiële instellingen en erdoor gegijzeld wordt heeft de politiek geen ruimte meer om daadkrachtig te handelen. Een oplossing moet komen door samenwerking van landen, maar dat wordt gefrustreerd door bedrijven die dat blokkeren. Bedrijven kopen de politiek. Zie hoe Shell het afschaffen van de dividendbelasting -met een lastenverlichting voor het bedrijfsleven van 1,4 miljard euro- op de politieke agenda zette buiten de besluitvorming van de partijpolitiek om. En zonder dat het effect voor de economie ervan duidelijk is.
Door die dubbele standaard neemt het vertrouwen in de politiek af. Politiek is de gewichtloosheid van de middelmaat. Partijen houden zich bezig met onbelangrijke zaken en cijfers achter de komma, en de eigen marketing in het besef dat ze niet in staat zijn iets te veranderen aan de grote lijn. Politieke partijen beseffen dat ze onmachtig zijn en te weinig invloed hebben om de afbraak van de verzorgingsstaat een halt toe te roepen of een eerlijke belastingheffing op te leggen waarbij bedrijven en individuen naar draagkracht belast worden. Oprechtheid om toe te geven dat de verzorgingsstaat voorbij is en ze er geen invloed op hebben kunnen politieke partijen niet opbrengen. Begrijpelijk, want dat zou hun overbodigheid extra benadrukken. Daarom houden ze in hun gesloten systeem met zijn allen de leugen van hun eigen belangrijkheid in stand.
Over belastingheffing gaat de nationale politiek allang niet meer alleen. Dat wordt eerder beslist in de EU of in de bestuurskamer van multinational of trustkantoor, dan in de Trêveszaal. Maar wat de nationale politiek kan doen aan het opleggen van een systeem van eerlijke belastingdruk en -heffing laat het liggen. De modale belastingbetaler heeft geen boodschap aan de machteloosheid, de traagheid en lakse sloomheid -of in voorkomende gevallen het geveins- van de partijpolitiek. Belastingontwijking door bedrijven en vermogende individuen loopt zo naadloos over in het ontwijken van een rechtvaardig belastingbeleid door de overheid.
De modale belastingbetaler moet niet fatalistisch zijn of genoegen nemen met de bevoordeling van bedrijven en rijke individuen. Omdat de overheid gebrekkig handelt zit er maar één ding op: een inkomstenbelasting-staking. Om te voorkomen dat ze van foute bedoelingen of onwil beschuldigd worden en om aan te geven dat het om een politieke (maar: geen partijpolitieke) actie gaat, moeten modale belastingbetalers het bedrag dat ze aan de Belastingdienst schuldig zijn storten op een rekening van een neutrale organisatie, zoals de Triodos Bank. Dat kan als drukmiddel dienen om actie af te dwingen. Dat aspect van de actie kan samengaan met een stappenplan dat de overheid verplicht om het percentage dat het ophaalt aan belasting bij bedrijven en rijke individuen jaarlijks beduidend te laten stijgen. Genoeg is genoeg. De burger moet de overheid onder curatele stellen. Het vertrouwen in de overheid als belastingheffende instantie is tot nader orde finaal opgebruikt.
Foto: Ben van Meerendonk, Archiefmedewerkers van het belastingkantoor, Amsterdam, 23 augustus 1951.