Advies Raad voor Cultuur: Stedelijke regio centraal in cultuurbeleid

Volgens het vandaag aan minister Jet Bussemaker aangeboden advies Stedelijke regio’s meer centraal in cultuurbeleid van de Raad voor Cultuur zijn stedelijke regio’s ‘de natuurlijke brandpunten’ in het culturele aanbod en verdienen ze daarom een centrale rol. Meer maatwerk en onderscheid wordt zo mogelijk meent de raad. Dat klinkt tegenstrijdig omdat het een herverdeling van middelen is waarbij men op zijn best mag hopen dat de middelen niet worden verminderd. Is het inboeken van doelmatigheid hier ook al de boekhoudkundige truc? In een reeds tot op het bot uitgebeende sector. Hoe dat tot kwaliteitsverbetering leidt is de vraag.

Positief in het advies is de herwaardering voor talentontwikkeling dat in het advies ‘Slagen in Cultuur‘ (2012) aangekondigd werd, maar toen niet gerepareerd kon worden wegens onvoldoende geld. In een kamerbrief van augustus 2014 deed minister Bussemaker een halfslachtige poging door geschuif met middelen om geld vrij te maken voor talentontwikkeling. Nu wordt dit hopelijk krachtdadig en meer dan kosmetisch aangepakt.

De raad vraagt 29,5 miljoen euro extra voor een in afgelopen jaren uitgeholde cultuursector: ‘De afgelopen jaren is er zwaar bezuinigd op de cultuursector. De minister heeft zich ingespannen om een aantal nijpende knelpunten weg te nemen, maar deze maatregelen hebben vaak geen structurele dekking. De raad maakt zich zorgen over een verdere uitholling van de rijksbegroting en roept op de financiering van cultuursector op peil te houden.’ Het advies is vooral een beroep op fatsoen bij de politiek. Is dat nog voldoende aanwezig?

Bussemaker maakt geld vrij voor talentontwikkeling. Een reparatie

clay-08

Op de laatste pagina van de kamerbrief van minister Jet Bussemaker (OCW) komt de aap uit de mouw: ‘In de periode 2014-2016 maakt het kabinet in totaal 5 miljoen euro vrij voor talentontwikkeling. Deze middelen zijn afkomstig uit de post Specifiek cultuurbeleid.’ Daarnaast is er drie miljoen euro dat beschikbaar komt ‘voor een revolverend fonds voor kleine laagrentende leningen aan talenten’. Dat is afkomstig uit ‘het budget dat binnen het frictiebudget was gereserveerd voor flankerend arbeidsmarktbeleid.’ Er komt dus geen cent bij voor talentontwikkeling, het geld wordt van de ene post binnen de begroting naar de andere doorgeschoven.

Toch is het zinvol dat het accent op talentontwikkeling wordt gelegd. In het advies ‘Slagen in Cultuur’ van mei 2012 over de culturele basisinfrastructuur 2013 – 2016 had de Raad van Cultuur al forse kritiek op die talentontwikkeling omdat de overheid deze in de basisinfrastructuur nog onvoldoende steunde. Opzet is nu om dat meer dan twee jaar later te repareren. Minister Bussemaker had dat in haar beleidsbrief ‘Cultuur beweegt’ van juni 2013 al aangekondigd: ‘Talentontwikkeling is een investering in onze samenleving. Professioneel talent komt niet altijd vanzelf bovendrijven. (..) Vervolgens kan talent niet zonder training en scholing om tot bloei en volle wasdom te komen.’ Kortom, noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud.

Foto: De Nederlandse kunstenaars Olivier van Herpt maakt keramiek met een 3-D printer. Zie ook hier.

Raad voor Cultuur forceert optimisme in verkenning. Waarom?

DSC_4195

De toon van het politieke debat is een tijd lang negatief geweest (..)’ en ‘De (nasleep van de) economische crisis, de toon van het politieke debat in de afgelopen jaren en de terugtredende overheid trekken potentiële sponsoren en particulieren bepaald niet naar de cultuursector’, aldus twee passages uit de vandaag gepresenteerde Cultuurverkenning van de Raad voor Cultuur. De verkenning signaleert veel veerkracht in de cultuursector. Waarmee het de kunstsector bedoelt. Hoe dan ook staan de kunsten nog steeds onder druk door bezuinigende overheden en de markt die dat niet kan compenseren. Inhoudelijk dreigt de fragmentering van de korte baan zodat continuïteit en talentontwikkeling in gevaar komen. Een oude klacht.

M’n oog blijft haken aan dat eerste citaat: ‘De toon van het politieke debat is een tijd lang negatief geweest’. ‘Een tijd lang’, suggereert dat nu in het politieke debat de kunstsector minder negatief wordt benaderd. Waar die positieve verandering dan in de praktijk uit zou volgen onderbouwt de Raad voor Cultuur niet. Wellicht is op landelijk niveau de grofste neerbuigendheid van VVD en PVV achter de rug evenals de stilzwijgende instemming daarmee van PvdA of CDA. Die samenging met bovengemiddelde bezuinigingen op de kunsten.

Maar het is voorbarig van de Raad voor Cultuur om te suggereren dat de negatieve toon van het politieke debat omgeslagen is in iets positief. Da’s tegen beter weten in een nieuwe werkelijkheid creëren die nu nog niet bestaat. Hoogstens heeft de Haagse politiek de botte bijl van staatssecretaris Zijlstra ingeruild voor de welwillendheid van minister Bussemaker. Vooral een kwestie van cosmetica. De kunstbezuinigingen zijn nooit teruggedraaid en op gemeentelijk niveau moeten de hardste klappen nog komen. Deze verkenning verhult.

Foto: Isabel Ferrand, fragment van Trooping the Colors, 2004. Collectie Legermuseum, Delft dat in 2014 opgaat in het Nationaal Militair Museum te Soesterberg.

Wang houdt niet van ‘grappen’ Gordon. Maar heeft spreekverbod

rtl

Update: Xiao Wang heeft een verklaring gegeven. In vertaling: ‘Mijn naam is onlangs opgedoken in diverse wereldwijde media naar aanleiding van mijn deelname aan een talentenjacht op de Nederlandse televisie. Ik heb me er lang tegen verzet me in de discussie te mengen over de opmerkingen van de juryleden en een daarvan in het bijzonder, maar wil nu graag een laatste verklaring afleggen. Ik wil graag het volgende zeggen, en hoop dat de discussie hiermee eindigt. Nederlandse vrienden die ik hier heb ontmoet zijn warm, vriendelijk en zorgzaam. Ik ben dol op ze. Ik probeerde vriendelijk te zijn en mijn vrienden niet teleur te stellen, omdat ze zo enthousiast waren over mijn zang en ervan genoten. Op het podium besteedde ik aanvankelijk weinig aandacht aan de exacte woorden van de jury, maar voelde wel een soort onbeleefdheid. Na het bekijken van de beelden moet ik zeggen dat ik de ‘grappen’ hekel. Ik geloof dat in een multiculturele samenleving, waar mensen worden verondersteld fatsoenlijk en met respect te worden behandeld, men voorzichtig moet zijn de ander niet te beledigen. En mensen moeten twee keer nadenken voordat ze ‘grappen’ maken.’ 

De discriminerende praatjes van Gordon in de talentenshow ‘Holland Got Talent‘ (HGT) die RTL uitzendt krijgen een staartje. De entertainer liet zich kwetsend uit over de Chinese wetenschapper Xiao Wang en probeerde dat recht te praten door te stellen dat het een grapje was en hij het niet zo had bedoeld. Een onzinnig argument omdat het niet om Gordons goede bedoelingen gaat maar om het feit hoe dat uitpakt. Het maakt niet uit of dat ingegeven wordt door de wereldberoemde Amsterdamse humor of lompheid. Het staartje is dat Xiao Wang erg ongelukkig is met de ontstane verklaring en met een verklaring komt, aldus het AD.

Naast het verschil in opvatting wat humor is en het onderscheid tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur spelen er nog andere verschillen in deze kwestie. Xiao Wang is Chinees, bijna-gepromoveerd wetenschapper en kan niet vrijuit spreken vanwege het contract dat-ie voor deelname aan HGT moest ondertekenen. Hierop is de laatste jaren kritiek gekomen. Des te meer omdat de shows de contracten angstvallig geheim proberen te houden. Jurist M.R. Gerritsen spreekt over wurgcontracten voor deelnemers aan talentenshows en NRC verwijst naar een afspraak bij HGT: ‘Zonder schriftelijke toestemming van de producent  is het deelnemers niet toegestaan ‘op enig moment’ met de pers in contact te treden met betrekking tot deelname aan het programma.

RTL maakte afgelopen weken misbruik van de situatie dat Wang niet kon spreken en legde hem in de mond dat-ie de grappen van Gordon helemaal niet erg zou vinden. Niets is minder waar. Omdat Wang een contract tekende heeft-ie nog steeds een spreekverbod. RTL’s Kim Koppenol zegt tegen AD weliswaar dat Wang ‘vrij is zijn mening over het incident te geven‘, maar Wang en hoogleraar Wilfried Dolfsma die z’n promotie begeleidt geloven dat niet op voorhand. Dolfsma: ‘Die contracten rond zo’n programma gaan heel ver. Daarom winnen we nu eerst juridisch advies in. RTL kan wel zeggen dat alles mag, maar dat willen we zeker weten.’

Als er geen juridische belemmeringen meer zijn omdat RTL de contractvoorwaarden intrekt of Wang er niet aan gehouden kan worden, dan zal Wang laten weten dat-ie de ‘grappen’ van Gordon erg onprettig vond. Een fatsoenlijke manier om te zeggen dat Gordon een lompe vlerk is die Nederland met z’n uitingen beschadigd heeft. Maar terwijl Gordon nog nagegeven kan worden het niet slecht te bedoelen of berekenend te zijn kan dat van RTL niet worden beweerd. Om te kunnen scoren ontkent deze omroep uit economische motieven dat het ruimte biedt aan rascistische uitingen en weigert het toe te geven dat dat zo is. Over de rug van Wang en Gordon. Nu de publicitaire tegenwind toeneemt ontkent het zelfs lafjes dat Wang een spreekverbod heeft.

Foto: Xiao Wang met juryleden in talentenshow Holland Got Talent, 2013.

Petitie tegen racistische Gordon vraagt RTL om excuses

cha

Sara Lee‘ is de petitieRTL: Apologize for Gordon Heuckeroth’s racist remarks at Chinese singer Xiao Wang‘ begonnen op Change.org. ‘Wij willen dat RTL excuses aanbiedt aan de Chinese gemeenschap’, luidt de vertaling van de Engelstalige petitie. Sara Lee richt zich niet op Gordon, maar op omroep RTL dat het programma ‘Holland Got Talent‘ op zaterdagavond op RTL5 uitzendt. Gordon Heuckeroth (en niet ‘Hueckeroth’ zoals Sara Lee schrijft) is een van de drie juryleden van de talentenshow.

Gordon maakte zijn als racistisch ervaren opmerkingen bij het optreden van de Chinees-Nederlandse Verdi-vertolker en wetenschapper Xiao Wang. Indirect  ook door RTL4 dat onder verwijzing naar auteursrechten het fragment van sociale media probeerde te weren. Nederlandse media negeerden het voorval omdat ze Gordon niet serieus nemen. Maar buiten Nederland kreeg het Engelstalige fragment volop aandacht. Het kwam bovenop alle beschuldigingen van de VN over Zwarte Piet, de Raad van Europa en de Nationale Ombudsman dat Nederland racistisch is. Ik eindigde m’n vorige posting over deze kwestie aldus: ‘Het is van een tenenkrommende platheid wat Gordon zegt. Wat is zijn talent eigenlijk?‘ Tekenen van de petitie kan hier

Sara_Lee_logo_Large

Foto: Logo ‘Sara Lee‘.

Gordon praat racistisch en RTL censureert. Holland op z’n smalst

Zo ziet alledaags racisme anno 2013 van de tegen de VVD aanleunende Gordon Heuckeroth in de talentenshow Holland Got Talent eruit. Hij ligt nu internationaal onder vuur vanwege deze opmerkingen tegen de wetenschapper van Chinese oorsprong Xiao Wang die verdienstelijk een aria van Verdi zingt. Mede omdat het gesprek in het Engels werd gevoerd en voor een internationaal publiek goed navolgbaar is. Gordon lijkt z’n eigen belediging niet eens te doorzien. Maar RTL wel, dat zorgde dat het fragment van onder meer YouTube werd verwijderd omdat zogenaamd de auteursrechten geschonden zouden worden. Altijd een probaat, en weldadig indirect middel om censuur toe te passen. Want zo gek is het niet dat producent RTL op deze lijn gaat zitten. Het is van een tenenkrommende platheid wat Gordon zegt. Wat is zijn talent eigenlijk?

Noord-Korea propageert de grootste talenten te bezitten

Met filmpjes van propagandazender Stimmekoreas zijn blogs te vullen. Vervreemding maakt het interessant. Indirect kijken we immers door de Noord-Koreaanse bril naar onszelf. Het stelt ons via een omweg de vraag wat normaal is. Of liever gezegd, wat wij normaal vinden. Want waarom is iets welbeschouwd normaal?

Het gewone benadrukt het ongewone. Buigen en masse op het nieuwjaarsfeest Seollal als het Jaar van de Slang zich aankondigt en het volk hulde aan de leiders brengt. Of een kookcompetitie in een land vol hongersnood. Of een dansende beer in het circus. Daarnaast de gewone portie anti-imperialisme. In elk geval de filmpjes over het dagelijkse leven doen zo hun best gewoonheid uit te drukken dat het er ongewoon door wordt.

Vervreemding blijkt ook uit de roboteske toewijding van de jonge talenten die hun kunstje opvoeren. Op het ritme van martiale marsen in een vormgeving vol zuurtjeskleuren. Ze lijken niet te stoppen. De kinderen hebben talent. Ze tonen toewijding. Om de eentonigheid te doorbreken mag een jongetje op de trommel slaan. Na 13’15”. Een doorbrekend grimlachje op zijn gezicht symboliseert de menselijkheid van het regime.

Overal scoren kinderen. Met hun talenten die ouderen inzetten. Of het nou ouders, scouts of politieke leiders zijn. Verschil lijkt dat er voor Noord-Koreaanse kinderen geen ontkomen aan is. Dat ze makkelijker te sturen zijn dan volwassenen die altijd kunnen afwijken is hun pech. In zo’n circus wordt dat niet op prijs gesteld.

Nederland en Brabant doen zichzelf tekort door kunstbezuinigingen

De directeur van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg Rien van der Vleuten pleit ervoor de kunsten niet in de steek te laten. Dan doelt-ie voornamelijk op Brabant. In een toespraak luidt hij de noodklok. Z’n betoog valt in twee delen uiteen: een algemeen-politiek, en een regionaal-infrastructureel deel.

Van der Vleuten meent dat niemand aansprakelijk kan worden gehouden voor de bovenmatige bezuinigingen op de kunsten: ‘Kunsten in Nederland zijn met de komst van de laatste regering in de hoek van linkse hobby gezet. Het navrante is dat bij de uitvoering van beleid met die opvatting, de regering die het heeft bedacht al is opgeheven.’ Toch sluit staatssecretaris Zijlstra in een Algemeen Overleg van 21 juni 2012 op vragen van de SP’er Jasper van Dijk niet uit dat na de kamerverkiezingen van 12 september tijdens de cultuurbegroting in november 2012 additionele maatregelen mogelijk zijn. Hoewel dat ook verder bezuinigen kan betekenen.

Van der Vleuten gaat voorbij aan de mogelijkheid om de bezuinigingen van 200 miljoen euro terug te draaien. Theoretisch bestaat daartoe ook nu nog nog steeds de mogelijkheid. Jammer dat Van der Vleuten dit perspectief niet uitwerkt omdat het de tegenkrachten die hij wil motiveren een focus zou geven. De tragiek is dat Van der Vleuten vanuit politiek realisme gelijk heeft, want ook van de progressieve partijen wordt niet aangenomen dat ze de bezuinigingen terugdraaien als ze daartoe de kans zouden krijgen. Maar de inzet van de PvdA om de bezuinigingen van 200 miljoen te verminderen tot 50 miljoen euro maakt wel een verschil.

Hij treft doel met zijn observatie dat kunst in Nederland niet begrepen wordt: ‘Immers in de politiek, en dus in bredere lagen van de bevolking wordt Kunst helemaal niet gezien als dienstig; als functioneel, laat staan als noodzakelijk. Meer en meer omgekeerd: Kunst is overbodig, disfunctioneel en bestaat of ontstaat bij vragers; opmakers.‘ Dat misverstand zou rechtgezet kunnen worden als de volksvertegenwoordigers weer dragers van cultuur werden. Als ze zich sterk maakten om de rol van cultuur in de samenleving te benadrukken. Dat besef ontbreekt echter bij het Nederlandse establishment. Zodat de kunstsector rugdekking mist en verloren is.

De bezuinigingen van 40% op de cultuurbegroting treffen volgens Van der Vleuten de Brabantse instellingen extra hard. Zo krijgt Brabant uit de Basisinfrastructuur niet langer 11,4 maar slechts 2 miljoen euro. Exclusief een Brabants-Limburgs Orkest voor Zuid-Nederland dat in een vervolgadvies van de Raad voor Cultuur 7 miljoen euro krijgt. Hij bespeurt een onevenredig zware aanslag op de regio en dan met name Brabant.

Van der Vleuten is helemaal bij een tijd door kunst met economie te verbinden. Waarmee-ie zijn standpunt over de zin van kunst relativeert. Die vermomming hoort erbij omdat in Nederland politieke uitspraken over kunst altijd ondersteuning van elders moeten krijgen om aan geloofwaardigheid te winnen. Het vertroebelt wel het debat over wat de zin en de kern van kunst is. Zodat dat uiteindelijk tot niemand meer doordringt. Maar in dit politieke klimaat van onwelwillendheid of apathie jegens de kunst is dat het hoogst haalbare.

Brabant kent volgens Van der Vleuten een rijke culturele infrastructuur met veel talent. Hij ziet juist in de combinatie van kunstopleiding, instellingen, publiek en festivals de bijzondere kracht van de Brabantse cultuur. Dat wordt nu afgebroken, zodat de afbraak van de kunstsector meer treft dan de gekorte instelling alleen. Straks vallen de talenten tussen wal en schip omdat de kritische massa in Brabant ontbreekt.

Exemplarisch is het in Den Bosch gevestigde Europees Keramisch Werkcentrum EKWC dat internationaal, nationaal en regionaal operereert. Het is uit de culturele basisinfrastructuur gegooid en moet op korte termijn het volledige administratieve personeel en de helft van de begeleiders in de werkplaats op straat zetten om te overleven op een karige subsidie van het Mondriaan Fonds. Het EKWC maakt deel uit van de samenwerkende Brabantse instellingen C10. Een topinstituut op wereldniveau met expertise op het gebied van keramiek en met deelnemers uit alle continenten wordt in de steek gelaten. Door overheden, bedrijfsleven en publiek. Alsof Epke Zonderland en Ranomi Kromowidjojo bij het oud vuil worden gezet. Was kunst maar sport. Dan begrepen publiek en politiek beter het belang van kunst. Aan de uitleg van Rien van der Vleuten ligt het niet.

Foto: Filip Jonker, Auto met carrosserie van keramiek die ontwikkeld en gestookt werd bij het EKWC in Den Bosch, 2012 (te zien op Lowlands 2012: klik op kunst en b’Lowlands).

Commissie museumbestel als bokswedstrijd tussen zwaar- en lichtgewichten

Wim Pijbes vond afgelopen mei het advies Slagen in Cultuur van de Raad voor Cultuur ‘zeer schadelijk voor de museumsector‘ en ‘onnodig grievend in taalgebruik‘.  Hij noemde de adviseurs van de raadeen stel lichtgewichten‘, want ‘wie zijn zij eigenlijk om de grote musea te beoordelen‘. De angel zit ‘m in dat ‘grote’. De directeur van het Rijksmuseum pikt het niet dat vertegenwoordigers van kleine en middelgrote musea, en enkele adviseurs hem de les lezen. Volgens de verantwoording zijn Marijke Brouwer, Roeli Broekhuis, Edwin Jacobs, Gitta Luiten, Gert-Jan van der Vossen en Diana Wind de lichtgewichten.

Pijbes heeft gelijk dat de toon van het advies onnodig belerend en grievend is. Het culturele veld neemt het de RvC kwalijk dat het in de verantwoording van de bezuinigingen verder ging dan nodig was. Kwaliteit staat daar los van, maar dat verband stopten de commissies er wel in. In de publiciteit beantwoordden Pijbes en anderen de neerbuigendheid van het advies met neerbuigendheid. Demonstratief zeiden ze in hun ongenoegen de RvC te willen passeren en naar staatssecretaris Zijlstra te stappen. Die uiteraard niets te bieden heeft.

De al in mei aangekondigde tegenactie krijgt vorm in een samenwerking van de Vereniging van Rijksmusea (VRM) en de Nederlandse Museumvereniging (NMV). De commissie Asscher-Vonk gaat zich buigen over de toekomst van het museumbestel. De opdracht luidt: ‘Onderzoek de kansen om vanuit de collectie het museumbestel in Nederland te versterken. Welke mogelijkheden zijn er om de samenhang te verbeteren, de samenwerking tussen musea te intensiveren en het publieksbereik te doen toenemen?’. Op 22 oktober wordt in een extra ledenvergadering van VRM en NMV het advies van de commissie Assscher-Vonk besproken.

In de commissie van acht zitten ook directeuren van grote musea: Sjarel Ex, Museum Boijmans; Wim Pijbes, Rijksmuseum; Axel Rüger, Van Gogh Museum en Benno Tempel, Gemeentemuseum Den Haag. Deze zware samenstelling is een correctie van de ‘lichtgewichten’ uit de commissie Musea van de RvC die zich lieten verleiden tot grievende uitspraken over hun collega’s. Spannend wordt het op 22 oktober als zwaargewichten en lichtgewichten elkaar ontmoeten op de ledenvergadering. Hoe snel gaan de lichtgewichten knockout?

Jammer is dat de talentontwikkeling in de beeldende kunst buiten de opdracht van de commissie Asscher-Vonk valt. Dat betreft de postacademische- en ontwikkelinstellingen: Rijksacademie, Ateliers, EKWC en Jan van Eyckacademie.  Ze zijn buitenproportioneel gekort en zullen vanaf 2016 hun rijkssubsidie verliezen. De RvC erkent dat deze afgebroken talentontwikkeling het cultuurbeleid ernstig schaadt, maar kan het niet repareren. Voor de VRM en de NMV biedt dit bijkomende kansen om het advies Slagen in Cultuur stevig aan te pakken.

Foto: Erwin Olaf, Hope – Boxing School, 2005

Raad voor Cultuur in advies dubbelzinnig over talentontwikkeling

De Raad voor Cultuur heeft het advies ‘Slagen in Cultuur’ over de culturele basisinfrastructuur 2013 – 2016 online gezet. Trouwens slecht te vinden. Het budget wordt 125 miljoen euro lager wat een bezuiniging van 25% is. De politiek hoeft het niet over te nemen. Maar de nieuwe voorzitter Joop Daalmeijer en de nieuwe wind van het Lenteakkoord zonder PVV wekken de verwachting dat dit wel gebeurt. Het gaat erom hoe culturele instellingen worden geclassificeerd en tot samenwerking worden aangespoord en wie er wel of niet niet subsidie krijgt. Staatssecretaris Halbe Zijlstra kan niet alle verzoeken inwilligen, juist daarom heeft-ie de raad gevraagd een logische lijn aan te brengen. Pas op Prinsjesdag is er een definitief besluit over de subsidies.

Bij de sectoranalyse Beeldende Kunst en Vormgeving valt op dat bij de talentontwikkeling de argumentatie van de Raad dubbelzinnig is. Toch de investering in de toekomst. Hoe er geschoven wordt met budgetten blijkt uit de enige van de vier postacademische instellingen die niet langer gegarandeerd is van subsidie: het Europees Keramisch Werkcentrum (sundaymorning@ekwc) in Den Bosch. Voortaan een ontwikkelinstelling.

Naast de Jan van Eyckacademie die ‘over de hele linie het meest overtuigt’ en de Ateliers en de Rijksacademie die ‘afzonderlijk onvoldoende toekomstbestendig zijn’. Sowieso stopt na 2016 de steun aan deze instellingen. De rijksoverheid ziet talentontwikkeling niet langer als taak. De raad vindt de effecten van de bezuiniging een gevoelige aderlating voor basisstructuur en internationaal aanzien van de kunstsector. Artist-in-residence plekken zorgen ervoor dat talentvolle kunstenaars naar ons land komen en expertise en ontwikkeling op peil blijven. Als stimulans voor het kunstklimaat. Onderzoeken tonen aan dat buitenlandse studenten later door belastingen geld opleveren. Vele artists-in-recidency blijven in Nederland met een succesvolle kunstpraktijk.

Dat het EKWC als enige postacademische instelling naar de ontwikkelinstellingen wordt overgeheveld kan voor de korte termijn negatief, maar voor de lange termijn positief uitpakken. Mits de eerste fase overwonnen wordt en de plannen beter worden beschreven. De raad adviseert dat het Mondriaanfonds een substantieel deel van de 2,5 miljoen euro beschikbaar stelt voor zowel de postacademische instellingen als het EKWC. ‘Speciaal dat deel dat is bestemd voor praktijkverdieping van talentvolle kunstenaars‘, aldus het advies. Maar hoe is onduidelijk. De onzekerheid over de toekomst is exemplarisch voor een instelling in beweging die deel uitmaakt van een sector in beweging. Instellingen moeten vanuit twee rijdende treinen hun plaats bepalen.

Foto: Sundaymorning@ekwc at the Gyeonggi International Ceramix Biennale, Korea 2011