Voormalig PvdA-leider Wouter Bos verwijt het CDA en haar politieke leiding dat het populistisch is. Het opmerkelijke is dat Wouter Bos zelf iets heeft met het populisme en daar niet afwijzend tegenover staat. In zijn Johan de Wittlezing 2004 die hij in februari 2005 hield over ‘De toekomst van de democratie’ meende hij dat een beetje populisme goed is voor de democratie. Het maakt politici immers grijpbaar en menselijk. De personalisering van de politiek maakt deze voor velen boeiender en aantrekkelijker. Politiek functioneert pas optimaal als vorm en vent samengaan. Maar ze behoren in evenwicht te zijn. Uit Bos’ woorden blijkt dat inhoud die slecht verwoord wordt niet overkomt. En dat goede verwoording zonder inhoud tot niks leidt.
In 2008 herhaalde Bos zijn pleidooi voor een beetje populisme in een lezing in Londen: ‘Bos ziet echter zowel buiten als binnen Nederland ‘alom fronsen als je beweert iets van populisten te kunnen leren‘. Vandaag verwijt Wouter Bos in zijn Volkskrant-column het CDA een hoog populistisch gehalte te hebben. Hoe verhoudt zich dat tot de lans die Bos in 2005 en 2008 over het populisme brak? Is de Wouter Bos van 2005 en 2008 van zijn geloof gevallen, of redeneert-ie consistent? Hoe geloofwaardig is-ie in 2013 nog met z’n kritiek?
Paul Lucardie ziet populisme als een niet complete ideologie die aanschurkt tegen een ‘dikke’ ideologie. In ‘Rechts-extremisme. Populisme of Democratisch Patriotisme‘ over de PVV en TON ziet-ie drie varianten: 1) rechts of nationaal-populisme, dat een etnisch min of meer homogeen volk bedreigd ziet door immigranten en/of vreemde overheersers; 2) liberaal populisme, dat zich vooral keert tegen een bureaucratische elite of politieke kaste die de eigen zakken vult in plaats van het landsbelang te dienen; 3) links populisme, een combinatie met elementen van socialisme of sociaal-democratie: het volk staat tegenover een elite van kapitalisten, bankiers en bureaucraten. Bos positioneerde zich in 2005 en 2008 als linkse ietsist populist.
Het valt niet mee om Bos’ kritiek op het CDA te begrijpen. Hij verwijt oppositiepartij CDA de verkeerde oppositiestrategie te hebben: ‘Deze strategie kenmerkt zich door een hoog populistisch gehalte‘. Dan komt het: ‘Allereerst omdat het CDA zich nadrukkelijk oppositioneel en niet-bestuurlijk opstelt‘. Maar het CDA zit in de oppositie en fracties in de Tweede Kamer behoren niet het openbaar bestuur te schaduwen, maar de macht te controleren. Het CDA stelt zich voorbeeldig op. Bos bedrijft platte partijpolitiek vanuit de coulissen.
Vervolgens gebruikt Bos de term ‘hervormingen‘ en stelt dat het CDA deze grotendeels afwijst. Van woningmarkt tot gezondheidszorg. Als Bos met ‘hervormingen’ lastenverzwaringen bedoelt, dan valt het CDA alleen maar te loven dat het deze ‘hervormingen’ afwijst. Waarom zou het de regering redden? Bos verwijt het CDA gebrek aan financiële degelijkheid omdat het gaten in de dekking schiet. Maar hebben VVD en PvdA niet de meerderheid in de Tweede Kamer en er onder regie van informateur Bos bewust voor gekozen om het draagvlak in de Eerste Kamer niet te verbreden? Verwijt hier Wouter Bos met een omweg zichzelf niet iets?
Bos’ column kabbelt naar een dieptepunt als-ie Sybrand van Haersma Buma verwijt dat populisme niet bij deze CDA-leider past. Bos valt de persoon Buma aan die niet zou samengaan met populisme. Waarom zou de middenpartij CDA niet een mix van populistische elementen kunnen gebruiken om zich te profileren? Zo goed vergaat het het CDA niet. Bijvoorbeeld rechtse elementen die met eigenheid te maken hebben, linkse die uitgaan van het volk tegenover de bankiers en liberale die kijken naar het landsbelang. Wouter Bos pint het CDA vast en staat niet toe dat het zich aanpast. Is dat omdat het CDA net als de PvdA een communitaristische partij is die tot nu toe ‘in naam’ zweerde bij de gemeenschap? Als het CDA daarvan afscheid zou nemen doet het de interne verdeeldheid van de PvdA nog beter uitkomen. De PvdA die praat over waarden en solidariteit met het volk, maar ‘ja’ zegt tegen de lastenverzwaringen van de VVD. Bos heeft betere momenten gekend.
Foto: Wouter Bos en Jan-Peter Balkenende in de Tweede Kamer, 2003. Credits: ANP.