Cenk Uygur legt uit dat het onvermijdelijk is dat links terugvecht met hooivorken. Uit machteloosheid en een verziekt politiek bestel

In een schrandere analyse gaat Cenk Uygur in op de persoonlijke aanvallen vanaf de linkerflank op rechtse medewerkers van de regering-Trump. Hij voorziet dat van een context. Te weten Uygurs vaste thema, de verderfelijke invloed van het grote geld op de politiek. Aanleiding is het incident met perswoordvoerder Sarah Huckabee Sanders die werd verzocht een restaurant in Virginia te verlaten en de strijdvaardige uitspraak ‘If you see anybody from that cabinet in a restaurant, in department store, at a gasoline station, you get out and you create a crowd … tell them they’re not welcome anymore, anywhere!‘ van de Democratische, Californische afgevaardigde in het Huis Maxine Waters waarvoor ze door de partijleiding op de vingers werd getikt.

Het is een dubbele strijd tussen Trumpianen en de rest, en establishment Democraten zoals de fractieleider in het Huis Nancy Pelosi (78) en de merendeel jonge Democraten die de Resistance zoeken en niet meer geloven dat Republikeinen in beleefdheid of compromis zijn geïnteresseerd. De Democraten zijn stuurloos en hebben tot nu toe niet echt voor een progressieve lijn gekozen door de voet op de rem van Pelosi, Chuck Schumer of Hillary Clinton die een middenkoers varen. Axios voorziet nu vooral strijd binnen de Democratische partij. Het is achterstallig onderhoud van een bange, inspiratieloze leiding die geen passend antwoord op Trump heeft.

Nederland kan wat opsteken van deze analyse, in die zin dat kiezers niet buiten de politiek moeten worden gewerkt zoals dat in de VS is gebeurd. Daar bepalen de sponsors en donors grotendeels de loop van de politiek. Met de miserabele stand van de democratie als gevolg. In Nederland is dat nog niet zover, maar er zijn wel signalen dat het die kant opgaat. Dat is ongewenst. Ook in Nederland is de schaduwzijde dat het bedrijfsleven en andere belangengroepen met de politieke partijen in de kern van de macht afspraken maken buiten het politieke systeem zelf om. Concreet voorbeeld is de afschaffing van de dividendbelasting. Economisch-strategisch beredeneerd is dat niet eens een domme maatregel, maar voor de acceptatie van het politieke systeem door burgers was het van een groteske arrogantie en domheid van de VVD in het bijzonder.

De Nederlandse Leeuw en het luchtkasteel van een ‘progressief-liberale denkcultuur’

Gisteren kwamen volgens een bericht van de NOS 2000 mensen bij elkaar ‘voor een brainstormsessie over de multiculturele samenleving. Het is de eerste debatavond georganiseerd door De Nederlandse Leeuw. Een stichting die “de progressief-liberale denkcultuur wil doorbreken”.’ De NOS volgt de framing van alt-right over zoiets als een ‘progressief-liberale denkcultuur’ die leidend is. Wie vanuit het centrum van het Nederlandse politieke spectrum naar politiek en samenleving kijkt ziet -naast relicten van culturele hegemonie van links- echter geen ‘progressief-liberale denkcultuur’, maar vooral de economisering van de politiek onder druk van multinationals en financiële instellingen -inclusief de economisering door ECB of IMF- die het sinds de jaren ’80 voor het zeggen hebben gekregen. Aan de flanken nemen onwrikbare standpunten het politieke centrum in de tang. Aan de linkerkant wordt dat gevoed door nostalgie naar een sinds 15 jaar afgesloten periode van het multiculturalisme, aan de rechterkant door nostalgie naar de 19de eeuw van natiestaat en nationalisme. Behalve met de druk vanaf de flanken, worstelt het centrum met de druk van bedrijven en de gevolgen van de globalisering waar het door gebrek aan ambitie, macht en middelen onvoldoende weerstand aan kan bieden.

Zo kondigt zich een vijfdeling aan. In de politiek: radicaal links – centrum – radicaal rechts. In de economie: economische macht van bedrijven en financiële instellingen die de politiek in de zak heeft. In de cultuur (kunst, universiteiten, media, religieuze instellingen): naar links leunende posities die steeds meer uitgehold worden door de economisering van samenleving en politiek, en opgevuld worden door rendementsdenken dat vanuit de politiek en economie de cultuur in de greep neemt. Aan de buitenkant ziet het er nog links (of: ‘progressief-liberaal‘) uit, maar in de kern is het inmiddels grotendeels in het omgekeerde veranderd.

Het is begrijpelijk dat de vertegenwoordigers van radicaal-rechts die verschijningsvorm van de cultuur op de korrel nemen. Het is zowel een makkelijk te framen doelwit (‘linkse kerk’) als een afleiding voor het gebrek aan durf en een teveel aan gemakzucht als verhulling van opportunisme dat wordt gevoed door eigenbelang om de echte macht van multinationals, financiële instellingen en de veiligheidsindustrie niet aan te spreken.

Om te begrijpen hoe dat in de praktijk werkt is het goed om te beseffen wat alt-right is. Is het een politieke beweging binnen de gevestigde politiek zoals de Tea Party, of een subcultuur die vooral een maatschappelijk fenomeen is waarvan leden zich politiek losjes organiseren? Dat laatste is het geval. Sinds binnen de regering-Trump vertegenwoordigers van alt-right op afstand zijn gezet is dat er alleen maar duidelijker op geworden. Het feit dat binnen die subcultuur rechts-extremistische activisten en ideologen met racistische ideeën over blanke hegemonie verzameld zijn, betekent nog niet dat alt-right een rechtse politiek voorstaat binnen de randvoorwaarden van de bestaande politiek. Het grootste misverstand is dat het een conservatieve inslag heeft, het verzet zich juist tegen het conservatisme in de maatschappij. Alt-right is nihilistisch (in de zin van: ‘ontkenning van het bestaande’) zonder op dit moment een alternatief voor het bestaande te kunnen bieden.

Als De Nederlandse Leeuw zegt ‘de progressief-liberale denkcultuur te willen doorbreken’ dan moet men erop gewiekst zijn wat het ermee bedoelt en door wie het zich laat inspireren. Vooralsnog is een verzameling van radicaal-rechtse denkers bezig een stropop van de ‘progressief-liberale denkcultuur’ op te tuigen die in werkelijkheid allang niet meer bestaat, en hoe dan ook sterk gedevalueerd is. Om een organisatie van de grond te tillen en diverse subgroepen te verbinden kan het behulpzaam zijn om een vijandbeeld te creëren waarin die subgroepen zich kunnen vinden. De Nederlandse Leeuw staat voor de keuze welke kant het opgaat en welke leiders het wil volgen. Gaat het in de richting van het nihilisme van alt-right of beweegt het zich binnen de randvoorwaarden die de bestaande politiek stelt? Als het het gevecht met de macht van banken en multinationals aangaat en de politieke marketing van de ‘progressief-liberale denkcultuur’ achter zich laat omdat het dat frame niet meer nodig heeft om zich te bewijzen en te formeren, dan kan De Nederlandse Leeuw brullen. Niet tegen het luchtkasteel van de progressief-liberale denkcultuur, maar tegen echte macht.

Foto: Schermafbeelding van tweet van Joost Niemoller van 19 januari 2018, met reactie.

Na Charlottesville. Hoe succesvol is de misleiding door Michael van der Galien van DDS dat het geweld ‘van twee kanten komt?’

Michael van der Galien is een hardliner die zonder nuancering op DDS de extreem-rechtse agenda verkondigt. In modieuze termen wordt dat tegenwoordig Alt-Right genoemd. Hij volgt nauwgezet de talking points van zijn Amerikaanse geestesgenoten van Breitbart of de Daily Stormer. Zo neemt hij in een reeks artikelen in de nasleep van het geweld in Charlottesville de mening over dat het geweld van twee kanten kwam. DDS is trouwens verdeelder dan het lijkt. Tim Engelbart nam in het commentaarNeonazi’s zijn enorm blij met Trumps non-veroordeling van nazigeweld: “Heel erg goed! Niet specifiek tegen ons!”’ afstand van Trump: ‘Extreem-rechts gedachtengoed is een beetje meer gemeengoed geworden, en dat is geen vooruitgang’.

Nuancering is niet aan Van der Galien besteed. Het gaat hem niet om het maken van onderscheid of het vinden van de waarheid, maar om misleiding. Zijn vergelijking van appels met peren gaat voorbij aan de hoofdzaak. Overigens ook aan de omstandigheid dat Senaat, Huis van Afgevaardigden en Witte Huis een rechtse meerderheid hebben. Hoe kan links nou links beschermen zoals hij beweert als rechts het voor het zeggen heeft? Zijn argumentatie oogt krakkemikkig, maar is blijkbaar doelmatig genoeg om zijn achterban te bedienen die deze denkbeelden voor zoete koek slikt. Dat vraagt om een reactie op zijn commentaarTrump zegt terecht dat het geweld van twee kanten kwam, maar linkse media worden he-le-maal gek.

Het kan best dat links af en toe over de schreef is gegaan. Dat moet dan per incident aangepakt worden. Maar daar gaat het op dit moment niet om. Georganiseerd geweld van extreem-rechts heeft in Charlottesville tot een dode vrouw geleid.

De reactie daarop staat nu ter discussie. President Trump krijgt ook uit zijn eigen partij van conservatieve senatoren zoals Orrin Hatch van Utah het verwijt dat hij te vergoelijkend is naar de Nazi’s en de witte suprematisten. Hij weigert hun optreden af te keuren. Dat maakt Trump volgens velen zelf tot een racist.

Het straatgeweld is echter niet de hoofdzaak van de kwestie Charlottesville. Wat nu onder een vergrootglas ligt is de houding van president Trump. Probeert hij door boven de partijen te staan het verdeelde land te verenigen of doet hij het omgekeerde en kiest hij partij? In de merkwaardige persconferentie in Trump Tower koos Trump er overduidelijk niet voor om het geweld van extreem-rechts in Charlottesville ondubbelzinnig te veroordelen.

Van een president of een regeringsleider wordt tegenwoordig een pastorale houding verwacht om de verschillen te overbruggen en perspectief op verbinding te bieden. Zelfs als dat niet overeenkomt met Trumps persoonlijke mening behoort hij als president toch zo’n houding aan te nemen. Dat wordt verwacht van een regeringsleider in crisismomenten. Trump kan het niet opbrengen. Trump faalt omdat hij dat blijkbaar niet kan of zelfs niet eens beseft dat die vaderlijke opstelling onlosmakelijk verbonden is aan het presidentschap.

Er is een verschil in politieke stellingname tussen linkse en rechtse radicalen. De term extremisten is voorbehouden aan degenen die geweld gebruiken en daarmee buiten de wet treden. De meeste activisten aan zowel linkse als rechtse kant zijn radicaal, maar niet extremistisch.

Het verschil tussen links en rechts is dat radicaal links zich sterk maakt voor gelijkheid tussen bevolkingsgroepen, religies en seksen en radicaal rechts die gelijkheid afwijst en zich sterk maakt voor witte hegemonie. Zo wijzen de Nazi’s, KKK en witte suprematisten de gelijkheid van Afro-Amerikanen, Joden, moslims, homoseksuelen en vrouwen af.

Dat streven naar gelijkheid is het uitgangspunt van Amerika. ‘All men are created equal’ is de belangrijkste uitspraak van de Amerikaanse revolutie zoals verwoord door president Thomas Jefferson. Het is van blijvend belang geweest en werd het kompas voor zijn opvolgers en in algemene zin het moderne Amerika.

Het is dus radicaal rechts dat nu door het gebruik van geweld afwijkt van de Amerikaanse traditie die in meer dan 200 jaar sinds de onafhankelijkheid is gegroeid. Extreem-rechts wil daar eenzijdig mee breken om een witte samenleving te vestigen. Het is radicaal links dat hierop reageert en zich verzet tegen die breuk.

Bezien in historische context kiest president Trump dus niet alleen niet ondubbelzinnig tegen het extreem-rechtse geweld van Klansmen, Nazi’s en witte suprematisten, maar breekt hij ook met de Amerikaanse traditie om op z’n minst in woord de traditie van Jefferson hoog te houden. Dat diskwalificeert hem als president omdat hij niet begrijpt waar het in de VS om te doen is.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelTrump zegt terecht dat het geweld van twee kanten kwam, maar linkse media worden he-le-maal gek’ van Michael van der Galien op DDS, 16 augustus 2017.

Foto 2: ‘Heavily armed alt-right militia at the ‘Unite the Right’ rally in Charlottesville, VA.

Trump als driekwart-fascist in Witte Huis past slecht bij Amerikaanse democratie

In een artikel voor The New York Times van 21 oktober 2016 legde de hoogleraar geschiedenis aan Georgetown University John McNeill Donald Trump langs de fascistische meetlat. Hij stelde zich toen in aanloop naar de verkiezingen met als uitgangspunt het historisch fascisme van Italië en Duitsland de vraag hoe fascistisch Trump is. De uitslag was dat Trump een semi-fascist is. Maar hoe is dat 10 maanden later? Moet McNeills evaluatie worden bijgesteld na Charlottesville en de vergoelijkende reactie van Trump daarop?

Wat opvalt is dat president Trump stilzwijgend de erfenis van twee totalitaire ideologieën ondersteunt. En zich niet plaatst in de traditie van zijn voorgangers die volmondig de liberale democratie verdedigden. Trump is kritisch op alles en iedereen, maar opvallend genoeg niet op de Russische president Vladimir Putin die een geactualiseerde versie van het Stalinisme propageert. Vermoedelijk heeft het ermee te maken dat Trump afhankelijk is van Russisch geld en machinaties via de Trump Organisatie van Russisch, crimineel geld dat jarenlang witgewassen werd. En Trump chantabel heeft gemaakt. De speciale aanklager Robert Mueller onderzoekt dat op dit moment. Daarnaast tolereert Trump aanhangers van de white supremacy beweging als Sebastian Gorka, Stephen Miller en Steve Bannon in het Witte Huis. Het is zonder precedent dat activisten met een extreem-rechtse signatuur zo dicht bij de kern van de macht in het Witte Huis zitten. Het vermoeden bestaat dat er een direct verband is tussen de Russische inmenging en het optreden van extreem-rechts.

In de inventarisatie van McNeill scoorde Trump gemiddeld (2 van de 4 Benitos) op de ideologische kenmerken hyper-nationalisme en militarisme. Sinds zijn aantreden in januari 2017 heeft Trump zich op deze kenmerken radicaler opgesteld dan verwacht. Een winst van 3 Benitos (1 voor hyper-nationalisme en 2 voor militarisme). Tegelijk blijft Trump aan de passieve kant wat het gebruik van binnenlands geweld betreft. Hij keurt het niet af, maar propageert het evenmin actief. Ondanks het feit dat Trump geen eigen politieke beweging heeft, maar op een improviserende wijze schippert om coalities te vormen met rechts-nationalisten, rechts-populisten, witte suprematisten, conservatieven en Republikeinen wint hij toch aan Benitos doordat hij de Republikeinse partij naar zijn hand heeft gezet. Ofschoon daar de laatste maand alweer een reactie op is gekomen en Republikeinen weer afstand van Trump nemen. Een winst van 3 Benitos (1 voor massamobilisatie en massapartij, 2 voor hiërarchische partijstructuur en neiging om disloyaliteit te zuiveren).

Dat geeft Trump als president 32 van de maximaal te behalen 44 Benitos. Was hij volgens John McNeill in oktober te kwalificeren als semi-fascist, nu lijkt Trump zich ontwikkeld te hebben tot driekwart-fascist. Door een combinatie van optreden waar hij weg moest kijken en wegkijken waar hij op kon treden. Maar Trump lijkt niet te groeien naar het echte fascisme. Daar is hij politiek te hybride voor en de steun die hem electoraal en financieel in het zadel houdt is te divers verdeeld. Maar ook een driekwart-fascist in het Witte Huis geeft te denken omdat het niet bij de Amerikaanse democratie past. Amerikaanse instituties en samenleving reageren en proberen dat terug te dringen wat ze ongewenst achten en niet vinden passen bij hun rechtsstatelijkheid.

Foto: Benito Mussolini (links) en Adolf Hitler (rechts), München, 1938. Collectie Bundesarchiv.