Pop-up museum is geen museum. Marketing van Castello en DWDD

Er is iets opmerkelijks aan de hand met deze video van het Spaanse mediabedrijf ampliffy voor Castello. De voice-over spreekt van een pop-up (Nederlands: popupmuseum van kaasmerk Castello in New York. Een dochter van het Deense bedrijf Arla. Castello noemt het zelf een pop-up store. Dat dekt de lading beter. Zo’n presentatie die ook Londen en Kopenhagen aandoet heeft alles van een winkel. Het gaat om het vergroten van de bekendheid en het prestige van een merk met als doel een hogere verkoop. Zo werkt commercie.

Er bestaat dus een misverstand over wat een pop-up museum is. Bedacht moet worden dat ‘museum‘ geen beschermde naam is. Denk maar aan een martel- of sexmuseum of Amsterdam EXPO die zich museum noemen zonder aankoop, collectiebeheer, educatie of documentatie. De term pop-up museum probeert die bezwaren te ondervangen door de toevoeging pop-up die tijdelijkheid suggereert. Zo’n museum ‘duikt op‘ en gaat weer weg, en zou er dus niet op afgerekend hoeven worden dat het de kenmerken van een museum mist.

Ook Nederland wil bij de tijd zijn en vermengt media, marketing en museum met elkaar. Op initiatief van het televisieprogramma DWDD kent het een pop-up museum (ook popup genoemdin het Amsterdamse Allard Pierson Museum. Zo wordt het nog ingewikkelder dan het in de hal van het New Yorkse Grand Central Station met Castello was. Met het Allard Pierson leent een echt museum zich ertoe om in de eigen zalen een als ‘museum‘ genoemde tentoonstelling voor een mediaprogramma met medewerking van tien Nederlandse musea in te richten. Om de bekendheid en het prestige van dat mediaprogramma DWDD te helpen vergroten.

Wat bezielt de 11 Nederlandse musea, te weten Drents Museum, Nederlands Fotomuseum, Van Abbemuseum, Stedelijk Museum Amsterdam, Groninger Museum, Centraal Museum Utrecht, Museum Catharijneconvent, Museum de Fundatie, Rijksmuseum/ Bijzondere Collecties UvA, Gemeentemuseum Den Haag en het Allard Pierson Museum om hieraan mee te doen? Is het de angst om achter te blijven bij de concurrent die wel met DWDD in zee gaat? Is het de behoefte om kinky te willen zijn voor een groot publiek? Als dat zo is dan tekent dat het gebrek aan zelfvertrouwen van musea die de weg kwijt zijn en zich vooral door politiek, media en marketing laten sturen. Niet door eigen visie. Oppervlakkigheid en angst regeren in Nederland-Museumland.