Geef Bakema’s stadhuis van Terneuzen de status van rijksmonument

Een bericht voor alle inwoners van Terneuzen, oud-inwoners van Terneuzen en allen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van Terneuzen én 20-eeuwse architectuur. Ik spreek als geboren en getogen Terneuzenaar. Ze kunnen zich uitspreken over de vraag of het stadhuis een rijksmonument moet worden.

Het gaat over de vraag van de regionale krant PZC of het stadhuis (mei 1972) van Jaap Bakema dat als een schip achter de zeedijk oprijst een rijksmonument moet worden. Het behoort tot de stroming van het brutalisme, ofwel béton brut of ‘ruw beton’. De aanleiding voor de vraag is dat het 50 jaar bestaat. Het ontwerp dateert van 10 jaar daarvoor. De gemeente Terneuzen viert het met een symposium op 11 november 2022.

Met de enquête probeert de PZC de gemeente onder druk te zetten. De stemmen zijn nu bijna gelijk verdeeld, met een kleine meerderheid die meent dat het stadhuis geen rijksmonument moet worden. Wellicht kan dat kantelen als iedereen die Bakema’s stadhuis een warm hart toedraagt ervoor stemt om het de status van rijksmonument te geven. Dan moet de gemeente reageren. Stemmen kan hier.

Schermafbeelding van deel artikelU mag het zeggen: moet het stadhuis van Terneuzen een rijksmonument worden?‘ van Raymond de Frel in de PZC, 2 november 2022.

Ik ben van mening dat het stadhuis van Terneuzen het label rijksmonument waard is. Het is in mijn ogen een bijzonder gebouw dat staat voor een stroming in de architectuur die niet altijd meer zo positief wordt gewaardeerd. Het wordt te zwaar, te betonnerig gevonden. Veel van dit soort gebouwen zijn daarom gesloopt, zoals het in 2017 deels gesloopte Robin Hood Gardens complex in Oost-Londen. Zie mijn commentaar daarover.

Mijn persoonlijke herinnering aan het stadhuis is dat ik het in de zomer van 1971 gebouwd zag worden, terwijl ik met vrienden en vriendinnen op de dijk aan Westerschelde verkoeling zocht. Als in het slot van de film ‘Otto en mezzo‘ (8½) van Federico Fellini verscheen langzaam een staketsel, een Fremdkörper, een onuitgenodigde indringer in het landschap. We hadden geen idee wat het zou worden. Dat maakte de bouw des te spannender.

Publiciteitsfoto voor 8½ (1963).

Een en ander is een reden te meer om dit voorbeeld van brutalisme voor de toekomst te behouden. De status van rijksmonument geeft extra bescherming. 

Ook omdat Terneuzen geen architectuur van niveau kent. Het werd in de (eerste) Nota inzake de Ruimtelijke Ordening van 1960 aangewezen als Ontwikkelingskern in het industrialisatie beleid en heeft sinds de Tweede Wereldoorlog geen beleid gehad om goede architectuur te bouwen. En wat er aan waardevols was werd afgebroken. Zoals de Watertoren en Kloos’ ziekenhuis. Het stadhuis van Bakema, hoe men het verder ook waardeert, is de uitzondering. 

In het commentaarWaarom heeft Terneuzen de geschiedenis veronachtzaamd en cultureel erfgoed verkwanseld?‘ beschreef ik dat als volgt: ‘Bestuurders van Terneuzen hebben geen historisch geheugen. Burgemeesters komen niet uit Terneuzen of Zeeuws-Vlaanderen en worden geparachuteerd zonder enig besef te hebben van de geschiedenis en het cultureel erfgoed van Terneuzen. Ron Barbé was de uitzondering. Raadsleden zijn vaak wel opgegroeid in de streek, maar missen de culturele nieuwsgierigheid, belangstelling en creativiteit.‘ 

De veronachtzaming van de geschiedenis kan nu deels worden gerepareerd door het icoon van 20ste eeuwse brutalistische architectuur officieel tot rijksmonument te maken. Het gemeentebestuur van Terneuzen wordt gevraagd zich daar sterk voor te maken.

Toevoeging: Zie hier de vragenlijst van de gemeente Terneuzen ‘50 jaar stadhuis; Het stadhuis van Terneuzen bestaat 50 jaar. Het is een uniek gebouw. Wat vindt u van het stadhuis? En moet het behouden worden voor de toekomst? Geef uw mening via deze korte vragenlijst‘. Stelling 5 luidt: ‘Het stadhuis moet een rijksmonument worden‘.

De verbijsterende verburgelijking van Anonymous: Jan Fabre

Anonymous valt de site van kunstenaar Jan Fabre aan die dieren mishandelt. Zo scheurde kat Cesar tijdens filmopnamen de kruisbanden. Dat gebeurde vorig jaar oktober onder regie van Pierre Coulibeuf voor de reconstructie van Dali Atomicus van fotograaf Philippe Halsman en Salvador Dali in het Antwerpse stadhuis. Daar vlogen de katten door de lucht. In de nasleep werd Fabre bedreigd en naar eigen zeggen in een park door zeven mannen opgewacht en met knuppels in elkaar geslagen. Anonymous zegt een half jaar later in een bericht aan Jan Fabre dat het ontoelaatbaar is dat voor de opnamen verschillende katten misbruikt werden.

Anonymous vindt de kunstenaar hardleers vanwege een project vorig jaar november in het Belgische Eupen. Ze moesten door een doolhof met scheermessen navigeren. Fabre blijft de confrontatie zoeken, en Anonymous blijft daarbij niet achter. Het beschouwt Jan Fabre als een recidivistische dierenbeul.

Opmerkelijk richt Anonymous zich op het kleine kwaad van een Belgische kunstenaar. Wat zegt dat over de prioriteit en de focus van politieke hackers? Is Jan Fabre de macht die bestreden moet worden? Het voordeel van Anonymous lijkt verkeerd in een nadeel. Onder de paraplu kan alles en iedereen schuilen. Anonymous verwordt door gebrek aan scherpte en focus in een sleets merk. De pretentieuze vormgeving van een gelikte voice over achter het Guy Fawkes-masker benadrukt de anonimiteit zonder verantwoordelijkheid.

Het gemis van Anonymous is dat geen onderscheid maakt tussen de macht van overheden en een kunstenaar die over de schreef gaat, maar relatief onschuldig is. Een kunstenaar schuurt altijd met de werkelijkheid. De schade aan Cesar valt trouwens eerder de filmploeg van Pierre Coulibeuf dan Jan Fabre aan te rekenen. Anonymous zou zich beter richten op die ontwikkelingen die ons leven voor de toekomst bepalen. Zoals de opbouw van de controlestaat door overheden en de inperking van de burgerrechten. Maar kritiek daarop vraagt inzicht, kennis, een lange adem en het opbouwen van weerstand tegen de invloed van geheime diensten. Een aanval op een individuele kunstenaar is net zo gemakzuchtig als wat overheden doen door de kunstensector bovenmatig te korten. De aanval op Jan Fabre symboliseert de verburgelijking van Anonymous.

486149_474215062645492_342456889_n

Foto: Jan Fabre in Skulpturenpark Waldfrieden, maart 2013.

Haatcampagne tegen Jan Fabre. En de kunst.

De Antwerpse kunstenaar Jan Fabre moest lopen voor zijn leven. Zo beweert-ie in De Standaard. Joggend door een park werd-ie afgelopen zondag door zeven mannen opgewacht en met knuppels in elkaar geslagen. Sinds die tijd voelt-ie zich bedreigd. Hij heeft bewakers voor de deur. Al meer dan 20.000 haatmails ontving-ie.

Fabre voelt zich slachtoffer van het politiek opportunisme van N-VA-politici die mensen opjutten en hem gebruiken om zich te profileren. Ten koste van de kunst. De kunstenaar en theatermaker vindt dat de zaak enorm wordt opgeblazen. De N-VA is de partij van Bart de Wever die de recente gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen won. De socialisten worden afgelost aan de macht. In die overgangsfase wordt Fabre beschimpt. Huidig burgemeester Patrick Janssens heeft trouwens onder strenge voorwaarden toestemming gegeven voor vervolgopnamen met dieren. Maar de Antwerpse Zoo gaf afgelopen week geen toestemming voor opnamen.

Aanleiding is het ‘kattenincident‘ in het Antwerpse stadhuis. Regards Productions met Pierre Coulibeuf maakt een portret van en met Fabre. In 2002 maakte deze regisseur Les Guerriers de la beauté over Fabre, ofwel Strijders voor Schoonheid. Een YouTube-filmpje over de opnamen trok veel bekijks en lokte reacties uit.

Heeft Fabre gelijk met zijn beschuldiging aan het adres van de N-VA? Door wie de haatcampagne tegen Fabre gevoed wordt is onduidelijk. Tegenwoordig is de geringste verwijzing naar kinder- of dierenmishandeling in de eigen omgeving al voldoende voor massale mobilisatie. Sterk aangejaagd door sociale media die telkens uitkomen bij verontwaardiging. Het besef van gebrek aan zeggenschap over grote problemen eindigt zo in extra gevoeligheid voor het kleine. In een vlucht naar de wereld van de onschuld. De campagne tegen Fabre doet denken aan de rancune van de VVD en PVV tegen de kunst. Da’s op zijn beurt het kleine van de politiek.

Foto: Jan Fabre, Pietà’s in Park Spoor Noord, Antwerpen, 2012.

Fabre Atomicus: kat of kunst

In het Antwerpse stadhuis vlogen katten door de lucht. Een Franse filmploeg draaide beelden voor een film over de Belgische kunstenaar Jan Fabre. Op de Vlaamse tv heeft Fabre publiekelijk betreurd ‘dat twee katjes slecht zijn neergekomen‘, aldus een bericht in De Standaard. De Antwerpse wethouder van Dierenwelzijn Luc Bungeneers dient een klacht in wegens dierenmishandeling tegen de filmmakers. Dat vindt Fabre overdreven. Want de katjes zijn ongedeerd. De filmploeg reconstrueerde een performance van Fabre, die was gebaseerd op Dali Atomicus van fotograaf Philippe Halsman en Salvador Dali. Moeilijke tijden, voor dieren en kunst.

Foto: Philippe Hartman en Salvador Dali, Salvador Dali A of Dali Atomicus, 1948