Oud-sportjournalist van De Volkskrant Ben de Graaf spreekt zich uit in een stukje met de titel ‘Uitzinnig geschreeuw‘ in de VPRO Gids over het 60-jarig bestaan van Studio sport. Die titel representeert volgens De Graaf de stijl van dit sportprogramma. Het suggereert dat het raakt aan hysterie en onbeheerstheid. Hij was er tussen 1960 en 2002 bij betrokken als commentator voor voetbal, atletiek en biljarten. De Graaf stoort zich vooral aan het ‘eindeloze geouwehoer over voetbal‘ De Graaf: ‘Sport is eigenlijk een waardeloos fenomeen’.
Dat laatste zegt hij lachend. Hij beseft dat hij ermee ook zichzelf aanspreekt als oud-sportjournalist. Er zit wat Studio sport betreft een kern van waarheid in. De commentatoren en verslaggevers van Studio sport maken met hun eindeloze geouwehoer sport tot een waardeloos fenomeen. Je zou bijna zeggen, ze weten niet beter en ze kunnen niet beter. Sport wordt bij Studio sport gereduceerd tot commercie, competitie, cliché, amusement, tijdvulling en drukdoenerij. Bovenstaande video geeft aan wat het kenmerk van Studio sport is: vorm boven inhoud, oppervlakkigheid en soundbites boven analyse, mannetjesmakerij boven de sporten zelf.
Neem het wielrennen. De diepte die Roland Barthes in zijn beschouwing over de Tour in Mythologieën, Dino Buzzati over de Giro van 1949 in De ronde van Italië of Tim Krabbé in zijn autobiografie De Renner weten te bereiken heeft Studio sport in de eindeloze reportages over Tour, Giro en Vuelta bij lange na niet weten te benaderen. Terwijl die grote wielerrondes toch het heldendicht, de sociologische verklaring of de tragiek in zich dragen. Maar niet voor Studio sport. En zelfs in het pure verslaggeving over de basale feiten mist het programma de boot, zodat de echte liefhebbers uitwijken naar de verslaggeving op de Vlaamse televisie.
Sport raakt aan vele aspecten van het leven. Het is als het leven zelf. Het overstijgt verschillen en weet soms te verbinden. Maar niet altijd, soms vergroot het ook verschillen. Denk aan de WK-finale voetbal in 1974 tussen West-Duitsland en Nederland die kwam op een moment dat de verschillen tussen beide landen groot waren en aangescherpt konden werden. De emotionele kamerdebatten over de Drie van Breda waren kort daarvoor geweest, in 1972. Sport was niet de oorzaak voor de aanscherping, maar wel de aanleiding. Sportjournalistiek moet verslag doen en niet verhullen, in slaap sussen en sport isoleren van de maatschappelijke en politieke context. Dan is sportjournalistiek misleiding die sport inderdaad tot een waardeloos fenomeen maakt.
De finesses en intenties om sport breed op te vatten en diepte te geven gaan jammerlijk voorbij aan Studio sport. Mogelijk heeft Ben de Graaf zich als oud-medewerker van het programma ingehouden. Had hij willen zeggen; ‘Studio sport is eigenlijk een waardeloos fenomeen’, maar wilde hij toch geen ruzie met zijn oud-collega’s en maakte hij er toen maar van ’Sport is eigenlijk een waardeloos fenomeen’? Dat klinkt logisch.