Voormalig effectenhandelaar Jérôme Kerviel die in 2008 door speculaties zijn werkgever Société Générale met een verlies van bijna € 5 miljard opzadelde was tot gisteravond 11 uur op de loop. In Italië. Hij meldde zich in Menton aan de Frans-Italiaanse grens vlak voordat een deadline verliep van de Franse overheid om een internationaal opsporingsbevel tegen hem uit te vaardigen. In maart besliste het Franse Hof van Cassatie in hoger beroep dat Kerviel z’n straf uit moest zitten. Vijf jaar waarvan twee jaar proeftijd. Hij zit nu in de gevangenis van Nice. Tot nader orde. Voor sommigen is-ie meer slachtoffer dan dader.
Jérôme Kerviel bekende in z’n in 2010 verschenen boek ‘L’engrenage : mémoires d’un trader’ fouten gemaakt te hebben, maar sluit zich aan bij kritiek op het financiële stelsel en de door de banken niet genomen verantwoordelijkheid in de crisis van 2007-2011. Kerviel praat over de tirannie van de financiële markten en zoekt als een Robin Hood bondgenoten onder de anti-kapitalisten. Zoals bij de Parti de Gauche van Jean-Luc Mélenchon. Het is lastig in te schatten hoe iemand van superkapitalist in een anti-kapitalist kan veranderen.
Met opmerkelijke eensgezindheid deelt de rechtse Marine Le Pen de kritiek van de linkse Jean-Luc Mélenchon. Deze laatste vergeleek de kwestie-Kerviel met de ruim 100 jaar oude Dreyfus-affaire. Voor Franse politici leeft hun vaderlandse geschiedenis en is het vinden van een open zenuw als het boren in een oude goudmijn. De analogie is dat rond 1900 het leger door de gevestigde politiek de hand boven het hoofd werd gehouden terwijl dat tegenwoordig met de banken gebeurt. Mélenchon voegt toe dat de Société Générale tot nu toe een onafhankelijk onderzoek geweigerd heeft om te reconstrueren hoe door toedoen van Kerviel een verlies van bijna € 5 miljard kon optreden. Anderen zoals Michel Sapin omschrijven Kerviel ondubbelzinnig als een boef.