Culturele psychologie van Keyvan Shahbazi is prikkelende opinie

Keyvan Shahbazi presenteert in de Opinie van Zondag van de Volkskrant een prikkelende opinie. Als voedsel voor het publieke debat. Hij gooit een steen in de vijver zonder wetenschappelijke pretentie. Hij is als cultureel psycholoog en gastdocent/onderzoeker verbonden aan de Politieacademie. Zijn focus is de culturele psychologie: het zoeken naar verbanden en/of verschillen tussen bepaalde culturen. Dat is de sterkte én de zwakte van zijn benadering. Shahbazi perst elk maatschappelijk probleem door de mal van zijn vakgebied. Met als uiterste gevolg dat het opsporen en benoemen van culturele verschillen zijn eenzijdige stof tot nadenken wordt. In zijn prikkelende opinie doet Shahbazi pogingen om verschillen te benoemen, maar komt hij (nog) niet aan overkoepeling en verbinding toe. Hij beschrijft wat hij ziet zonder zicht op een oplossing.

Laten we veronderstellen dat Nederland een waardengemeenschap is zoals Shahbazi stelt. Dat gaat over het delen van ervaringen, maar in Nederland is de beperkende voorwaarde wel dat dat gebeurt in dienstbaarheid aan de nationale rechtsstaat. Dat betekent onder meer dat wetten van godsdiensten en levensovertuigingen ondergeschikt zijn aan rechtsstaat en grondwet, aan democratische instituties en grondrechten. Dat geldt dan ook voor multinationals, monarchie en multimiljonairs. Als dat gegarandeerd wordt door de overheid en betreffende individuen publiekelijk aangeven de rechtsstaat ondubbelzinnig te accepteren als hoogste instantie, dan lijkt er geen probleem te zijn wie er in Nederland woont en wat de geschiedenis, kleur, etniciteit of levensovertuiging van zo iemand is. Zo wordt iedereen in een gemeenschappelijk kader geplaatst. Dat gaat verder dan het lijkt. Dat betekent ook door de overheid actief gegarandeerde en beschermde rechten van vrouwen die nu die rechten missen binnen orthodoxe godsdiensten. Daarvoor moet de autonomie van die godsdiensten worden opengebroken. En prioriteit worden aangebracht tussen de grondrechten. Dat verstoort het sociale contact van Nederland dat een wankel machtsevenwicht is dat in eeuwen is gegroeid.

Integratie is geen eenrichtingsverkeer, want rechten en plichten komen er in wisselwerking in samen. In een uitruil van het één tegen het ander. Shahbazi concentreert zich op de rechten van individuen en verwaarloost de plichten. Met als gevolg dat hij de structuur die van bovenaf een oplossing kan bieden uit het oog verliest en alles ophangt aan gedrag van en culturele verschillen tussen individuen. Hoe problematisch en aanwezig die ook zijn. Die benadering van onderaf mist de pretentie van het overkoepelende gebaar dat de problemen terugdringt. Daarnaast kiest hij de verkeerde focus door de relatie tussen burgers centraal te stellen, terwijl de relatie van de individuele burger tot de staat bepalender is voor integratie en het tegengaan van discriminatie en/of vooroordelen. Modieus gezegd, als de overheid er bewust voor zou kiezen, dan zou het de rechtsstaat als symbool en referentie succesvol kunnen inzetten als instrument om het onderbewuste gedrag van burgers te beïnvloeden (’nudging’). Ook is het trouwens mogelijk om zowel van onderaf als van bovenaf te werken en aldus problemen gecoördineerd aan te pakken. De auteur reduceert alles tot sociaal-culturele onderwerpen en het (geïnstitutionaliseerde) gedrag van burgers en prikkelt vooral de reacties die deze simplificatie corrigeren.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelIntegratie is geen eenrichtingsweg’ van Keyvan Shahbazi. De Volkskrant, 19 augustus 2018.

Jan van de Beek bestrijdt standpunt Lubbers dat vluchtelingen een economisch belang voor Nederland hebben. Onderzoek gevraagd

In de NRC is een polemiek ontstaan tussen oud-premier Ruud Lubbers en emeritus hoogleraar Paul van Seters en onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam Jan van de Beek over het economisch belang van migratie voor Nederland. Lubbers plaatste samen met Van Seters een opinie-artikel op 7 augustus waarin zij niet alleen betoogden dat het volgens het Vluchtelingenverdrag van 1951 de plicht is voor een land om vluchtelingen op te nemen, maar ook dat het een noodzakelijk economisch belang voor Nederland is. In een reactie weerlegt Van de Beek stuk voor stuk de argumenten van Lubbers en Van Seters en zet vraagtekens bij hun motivatie.

Oud-ondernemer Lubbers krijgt van Van der Beek lik op stuk: ‘Gastarbeid heeft Nederland miljarden gekost. De gastarbeiders werden naar Nederland gehaald omdat de overheid destijds arbeidsmarktkrapte creëerde door de lonen kunstmatig laag te houden. Voor veel niet-innovatieve bedrijven een uitkomst. Ze profiteerden van de lage lonen en hoefden niet te investeren in kennis en machines.’ Het waren bedrijven zoals Hoogovens die in de jaren ’60 wegens arbeidskrapte werknemers wierven in Zuid-Europa of Marokko in plaats van te innoveren. De rekening van de werving van de laaggeschoolde werknemers werd later bij de belastingbetaler gelegd. Niet bij de bedrijven die de werknemers naar Nederland hadden gehaald. Het is opvallend dat Lubbers die mede aan de basis van deze scheefgroei stond nu twee carrières verder (politiek CDA, Hoge Commissaris Vluchtelingen VN) het moreel goede voorbeeld probeert te geven en daarbij zijn eigen verleden vergeet.

Een en ander is des te kwalijker omdat zoals Van de Beek aantoont dat in de jaren ’60 al bekend was. Het zou geen onwetendheid of naïviteit, maar een bewuste uitruil van belangen voor het aldus begunstigde bedrijfsleven zijn geweest: ‘Maar na de eerste en zeker na de tweede oliecrisis gingen veel van die bedrijven failliet of verplaatsten ze de productie alsnog naar lagelonenlanden. Dat was niet geheel onvoorzien: zoals ik in mijn proefschrift beschrijf had de directeur van de afdeling economische zaken van het ministerie van Sociale Zaken – het latere PvdA-kamerlid Berg – in 1967 al voor dit scenario gewaarschuwd.’

Van de Beek betwijfelt aan de hand van onderliggende cijfers dat de huidige migranten het beter doen dan de toenmalige gastarbeiders: ‘Ook de asielmigranten die wel werken dragen vaak niet of nauwelijks bij. Velen van hen zijn ongeschoold of laaggeschoold en degenen die wel goed geschoold zijn functioneren vaak onder hun niveau. Dat komt omdat menselijk kapitaal – zoals scholing en werkervaring – nu eenmaal moeilijk is mee te nemen naar een ander land. Daardoor verdienen ze weinig en mensen die weinig verdienen zijn vanwege onze uitgebreide verzorggingsstaat niet zelden netto-ontvangers.’ Hij oordeelt hard over Lubbers en Van Seters: ‘Ik vind de keuzes van Ruud Lubbers en Paul van Seters tegenover de zwaksten in onze samenleving immoreel. Je kunt het natuurlijk met hen eens zijn, maar wees dan wel geïnformeerd en eerlijk over de feiten. Zodat de Nederlandse burger weet waar hij of zij aan toe is.’ Hij verwijt ze oneerlijkheid en manipulatie van de feiten.

Van de Beek wijst op een open zenuw van de Nederlandse politiek met betrekking tot de kosten en baten van immigratie: ‘Vanuit mainstream politiek Den Haag bestond en bestaat hoegenaamd geen behoefte aan deze kennis.’ Voor de goede verstaander: toenmalig premier Ruud Lubbers (1982-1994) had zowel tijdens zijn premierschap als in zijn latere carrière (Vluchtelingen, duurzaamheid) geen boodschap aan de kennis over immigratie. Kortom, het kan op ethische of politieke gronden gewenst zijn om asielmigranten op te nemen. Maar de mening van Lubbers dat er een bijkomend economisch voordeel is wordt door Van de Beek weerlegd. Dat economisch belang bestaat niet en heeft in de recente Nederlandse geschiedenis nooit bestaan.

Van de Beek staat niet alleen in zijn kritiek, maar geeft er wel geloofwaardigheid aan. De vraag naar de kosten en baten van immigratie is een terugkerende stijlfiguur van de PVV, Pieter Lakeman constateerde in zijn boek Binnen zonder Kloppen (1999) dat de immigratie van niet-westerse allochtonen naar Nederland de staat sinds 1974 naar schatting ten minste zeventig miljard gulden heeft gekost en toenmalig CPB-directeur en PvdA’er Coen Teulings beweerde in 2010 dat Nederland ‘de slechte immigranten kreeg’. Nog steeds is niet goed uitgezocht waarom dat zo was en welke beslissingen daaraan ten grondslag lagen. Nog steeds hangen de suggesties van de PVV uit 2010 boven het publieke debat dat de immigratie ons land jaarlijks 7 miljard euro kost. Dit als uitkomst van een onderzoek van Nyfer. Het kabinet Balkenende IV wenste het niet uit te zoeken. Een politiek-economisch onderzoek naar de immigratie sinds de late jaren ’50 (vdve) kan Nederland en de PVV eindelijk antwoord geven op deze terugkerende vragen die maar niet afdoende beantwoord worden.

Foto: Buitenlandse werknemers in Hilversum, 1960-1970.

Online cursus religiewetenschap op edX

Wat is in hemelsnaam religie? Waarom is het ontstaan en welk belang dient het? Wie of wat omsluit het en wie of wat sluit het uit? Wat is de oorsprong van religie? Bij welke menselijke behoefte sluit religie aan? Waarom groeperen mensen zich rond duizenden religies die ze alle afzonderlijk als uniek beschouwen? Als het waar is dat religie slecht begrepen wordt, zit dat ingebakken in het kenmerk ervan? Anders gezegd, is het de opzet van religie om slecht begrepen te worden omdat het dan beter doorvoeld kan worden? Omdat zo de werking ervan op het gedrag van mensen krachtiger wordt? Maar zijn de vaag omschreven uitgangspunten niet tegelijk de zwakte? Want het maakt religie over de ruggen van de gelovigen kwetsbaar voor misbruik en manipulatie.

Religie verdient het om als ‘naturalistisch fenomeen’ beter begrepen en empirisch onderzocht te worden volgens de wetenschappelijke methode zoals die gangbaar is in de wetenschap. Vanaf 15 maart 2017 geeft The University of British Columbia een gratis online cursus ‘The Science of Religion‘ op edX. Het YouTube-kanaal van MIT en Harvard. Zie hier voor meer informatie. Het containerbegrip religie wacht op afbakening.

Utrechtse wethouder Jongerius zegt af te treden vanwege bestuursstijl. Is het echt?

Thomas_Benjamin_Kennington_-_Orphans

‘Het openlijk mogen twijfelen, de tijd nemen en krijgen om nuances en alternatieven te kunnen afwegen is in mijn ervaring een krachtig middel om te komen tot kwalitatief goede en succesvolle resultaten. Het feit dat dit in de politieke arena niet altijd mogelijk of gewenst is, doorkruist mijn bestuursstijl. Mijn stijl van besturen is gericht op het samen bereiken van concrete resultaten. Dat doe ik als verbinder en bruggenbouwer op zowel inhoud als tussen mensen – organisaties. Investeren in een dialoog met raadsleden, ook die van de oppositie, met inwoners en organisaties in de stad om zo te komen tot breed gedragen oplossingen: dat is mijn stijl.’ Aldus de Utrechtse wethouder Margriet Jongerius (GroenLinks) in haar ontslagbrief aan gemeenteraad en burgemeester. Met in haar portefeuille welzijn, zorg en opvang, wijkgericht werken, participatie en cultuur.

Wat brengt Jongerius tot haar ontslag? Gaat het echt om de politieke spelletjes waarvan ze niet zegt te houden of zijn het concrete dossiers zoals het Muziekpaleis TivoliVredenburg dat kampt met exploitatietekorten en waarover de Utrechtse Rekenkamer op 3 november een vernietigend rapport publiceerde ook van invloed geweest op haar beslissing? Wat klopt er dan volgens Jongerius concreet niet aan de manier van politiek bedrijven in Utrecht die niet zou matchen met haar bestuursstijl vol ‘tijd nemen’, ‘nuances’ en ‘alternatieven’?

Haar achtergrond geeft een verklaring voor haar aftreden. Voordat Jongerius in mei 2014 wethouder werd had ze geen ervaring als politiek bestuurder. Ze is opgeleid als andragoog, een sociale wetenschap die zich bezighoudt met de opvoeding en vorming van volwassenen. Juist in dit vak kwamen de ideeën samen van wat ooit de ‘maakbare samenleving’ heette, zoals Jan Willem Duyvendak betoogt. Volgens hem werd andragologie de nek omgedraaid, niet door het neo-liberalisme van de jaren ’90, maar door ‘de radicale interpretatie van individuele autonomie (op grond van ‘maatschappijkritiek’) door progressieve wetenschappers die andragogische interventies onmogelijk maakten.’ Duyvendak citeert Okko Warmerhoven: ‘Door de andragoog gehanteerde bedenksels omtrent wat goed is voor de client en hoe veranderd moet worden, maken de concrete mens (de client) ondergeschikt aan een denkschema.’ Kortom, andragologie als schijnwerkelijkheid.

Het is kort door de bocht om iemand samen te laten vallen met de genoten opleiding, maar academische vorming bepaalt wel grotendeels iemand denken. Als dat een in diskrediet geraakte studierichting waaruit de kern is verdwenen is wordt het complex. Vorming van mensen (‘Mijn grootste passie is mensen tot hun recht te laten komen. Iedereen heeft kwaliteiten. Ik wil iedereen laten bloeien en zichzelf betekenis zien geven.’) draagt dan het gevaar in zich een bezwering tegen beter weten in of nostalgisch verlangen te worden zonder dat er nog instrumenten voor zijn om dat te realiseren. Het is dus niet zozeer het duale systeem waarin een wethouder opereert als manager die Jongerius lijkt te hebben genekt en die om een zakelijke bestuursstijl vraagt, maar haar achtergrond die haar deed beseffen dat ze midden in de politiek met lege handen stond.

Foto: ‘Orphans’ (1885) van Thomas Kennington.

Emoties over vluchtelingen. Waar is het overheidsbeleid dat uitgaat van economische effecten?

kar

Andries is Andries Knevel die in een uitzending van Jinek zat om zijn kijk op het vluchtelingenprobleem te geven. Heeft journalist Arnold Karskens gelijk dat een vlucht van het ene naar het andere veilige land iemand niet tot oorlogsvluchteling maakt? Stel dat in 1943 iemand via Nederland, België, Frankrijk, Spanje en Portugal naar het Verenigd Koninkrijk vluchtte. Hier zijn zeker twee veilige landen bij (Portugal en het Verenigd Koninkrijk). Volgens Karskens was zo’n oorlogsvluchteling geen oorlogsvluchteling. De consensus is anders.

Harm van der Gaag schiet in zijn antwoord in de emotie door met een als vraag verklede suggestie het idee te willen geven dat Karskens op dezelfde loonlijst als de PVV staat. Hiermee stelt hij Karskens’ motivatie ter discussie. Van der Gaag probeert met pathos op het publiek te spelen om te overtuigen. Maar deze ‘filosoof met een praktijk’ schiet in eigen voet. De vraag aan Karskens hoeft niet suggestief te zijn om te overtuigen.

In een column voor Transport Online heeft Karskens zijn eigen suggestie over de vluchtelingenproblematiek en het gebrek aan een Europese aanpak: ‘De vluchtelingenstroom die Europa de laatste tijd treft, is geen toevallige samenloop van omstandigheden. Het is de uitvoering van stiekeme politiek gepland in Brussel: Voor de economische groei hebben we ze nodig, want al die mensen moeten eten en wonen. Een ‘man made disaster’ dus. Want anders zouden de migranten, zoals door Australië, direct worden teruggestuurd naar het veilige land waar ze net vandaan zijn gekomen. Daar in bijvoorbeeld Turkije, Libanon of Jordanië is de opvang veel goedkoper en kan hulp eerlijker worden verdeeld. Het pijnlijke bij de Europese aanpak is dat de HH politici wel de kraan openzetten maar de overlast en het dweilen aan de burgers overlaat.’

Deze invalshoek die de schuld bij overheid of EU legt -om het bedrijfsleven te dienen- doet denken aan het debat over de gastarbeiders die Nederland vanaf 1974 kreeg. Behalve de vraag of dat terecht of onterecht was gaat het vooral om de regulering. Toenmalig CBP-directeur Coen Teulings (PvdA) zei in 2010 dat Nederland een eigen immigratiebeleid moet kunnen voeren, want: ‘Dat wij de slechte immigranten krijgen is objectief waar’. Ook Pieter Lakeman en onderzoeker Jan van de Beek wilden op hun manier weten waarom economische effecten in het recente overheidsbeleid nauwelijks een rol speelden bij immigratie. Veertig jaar later herhaalt zich dit bij een nieuwe stroom immigranten. Lidstaten mogen geen eigen immigratiebeleid voeren en in EU-verband komt zo’n beleid niet tot stand. En daarom bekvechten opinieleiders over wat veilige landen zijn.

Foto: Schermafbeelding van tweet van Arnold Karskens, 24 augustus 2015.

Diederik Stapel in de fout op Retraction Watch. Ontkent/ geeft toe

Omroep Brabant confronteert sociaal-psycholoog Diederik Stapel met nieuwe leugens. Hij heeft onder de naam ‘Paul’ op Retraction Watch gereageerd. Het blog heeft bij alle reacties van Paul de volgende notitie gezet omdat de reactie van Stapel in strijd is met de richtlijnen: ‘Note from Retraction Watch: We’ve had reason to believe that this and several other messages being left by “Paul” were actually posted by Diederik Stapel. Because “Paul” refers to Stapel in the third person, the comments may include a misrepresentation, violating our comment guidelines. We’ve emailed the person who left those messages, and he or she refused to say whether Stapel is leaving the messages. We therefore wanted to post a notice alerting readers to our concerns.

Op 8 oktober gaf Stapel toe dat hij onder de naam Paul had gereageerd op berichten over hemzelf op het blog zoals uit onderstaande posting blijkt. Sockpuppeting (het onder meerdere namen aan het gesprek deelnemen) wordt op wetenschappelijk blogs niet toegestaan. Het doet merkwaardig aan dat Stapel doet alsof-ie daarvan niet op de hoogte is en het slechts om een miskenning, een verkeerde inschatting van hem zou gaan.

ds

Foto: Schermafbeelding van posting ‘Diederik Stapel loses teaching post, admits he was sockpuppeting on Retraction Watch’ op Retraction Watch.

Greenwald: Engelstalige geheime diensten manipuleren internet

Glenn Greenwald komt voor The Intercept met onthullingen die gebaseerd zijn op de Snowden-documenten: ‘How Covert Agents Infiltrate the Internet to Manipulate, Deceive, and Destroy Reputations‘. Westerse veiligheidsdiensten infiltreren stiekem het internet om de reputatie van degenen die ze als opposanten zien te vernietigen. Alle middelen worden door de geheime diensten ingezet waarbij een open debat gemanipuleerd wordt. Het gaat veel verder dan de normale spionage. Doel zijn niet politieke leiders, vreemde krijgsmachten of inlichtingendiensten, maar eigen burgers of maatschappelijke organisaties. Die nergens aangeklaagd of veroordeeld zijn. Zoals Anonymous of WikiLeaks. Daartoe plaatsen deze diensten vals materiaal op internet en gebruiken ze de sociale wetenschappen en andere technieken om online debatten en activisme in de door hen gewenste richting te manipuleren. Greenwald citeert vooral uit een gelekt document van de Britse GCHQ.

screenshot4

Foto: Schermafbeelding uit het JTRIG-programma (Joint Threat Research Intelligence Group) getiteld ‘The Art of Deception: Training for Online Covert Operations’ van de GCHQ.

CentERdata en VVD kloppen vragenlijst op tot onderzoek: ***%

cent

Een opinieonderzoek door het academische Tilburgse onderzoeksbureau CentERdata naar elektronisch stemmen wordt door dit bureau afwisselend een ‘onderzoek‘ en een een ‘enquête‘ genoemd. In totaal 2133 mensen die deel uitmaken van het CentERdata-panel vulden in mei 2013 de vragenlijst compleet in, aldus een persbericht van 27 november 2013. Met het logo van de VVD maar het adres van CentERdata:

dat

Naast de begripsverwarring tussen (opinie)onderzoek, rapport en enquête en de vraag naar de rol van de VVD -is er een opdrachtgever van het opinie-onderzoek?- is er de uitkomst die voor vele interpretaties vatbaar is. Op 18 december 2013 schrijft de VVD in een bericht: ‘Uit het onderzoek van CentERdata blijkt dat nu al een ruime meerderheid van de ondervraagden (59%) via internet zou willen stemmen‘. Het persbericht van 27 november zegt het anders: ‘Uit het onderzoek van CentERdata blijkt dat nu al een ruime meerderheid van de ondervraagden (*** %) liever via internet zou willen stemmen.‘  en: ‘Driekwart van de Nederlanders geeft de voorkeur aan elektronisch stemmen via stemmachines boven het stemmen met potlood‘. CentERdata noch VVD geeft een verwijzing naar de basisgegevens van het opinieonderzoek. Hoe waardevrij zijn ze bezig?

ele

Foto 1: Schermafbeelding van ongedateerd ‘Driekwart Nederlanders wil stemmachine terug‘ van CentERdata, 24 januari 2014.

Foto 2: Schermafbeelding van deel van VVD-persbericht ‘Driekwart Nederlanders wil stemmachine terug‘ van 27 november 2013, 24 januari 2014.

Foto 3: Schermafbeelding van deel bericht VVD ‘Driekwart Nederlanders wil stemmachine terug‘ van 18 december 2013, 24 januari 2014.

NIDI schetst toekomstscenario vol met honderdjarigen

adele100-1

Bij sommige berichten staat het verstand stil. Zoals het persbericht van onderzoeksinstituut NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) over de levensduur van pasgeborenen. Uit nieuwe prognoses blijkt dat honderdjarigen in de toekomst eerder regel dan uitzondering zijn. Volgens het meest optimistische scenario dat ervan uitgaat dat ‘de verhoging van de overlevingskansen zich onverminderd voortzet‘ ‘zou twee derde van de pasgeboren meisjes en de helft van de jongens een leeftijd van honderd jaar halen‘. Hier geeft het NIDI een beschrijving van scenario’s. Vraag is of dit groot nieuws is. In elk geval is het prikkelend nieuws.

Over bijna 100 jaar zouden twee derde van de pasgeboren meisjes nog in leven zijn. Het NIDI merkt op dat het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) prognoses tot het jaar 2060 maakt. Het NIDI breidt dat nu met liefst 50 jaar uit naar 2110. Da’s nogal een verschil. Het NIDI noemt zelf remmende effecten als obesitas op de stijging van de levensduur. Het acht dat gerelateerd aan een sociale klasse. Maar als effect valt ook te denken aan milieuproblemen, oorlogen, epidemieën, afnemende voedselkwaliteit, resistentie voor antibiotica, afnemend aanbod van goede zorg en sluitende verzorgingshuizen die min of meer voor iedereen gelden.

De toekomstkunde of futurologie kent een constante, namelijk dat de uitkomsten achteraf nooit blijken te kloppen. Maar daarvoor is zulk onderzoek ook niet bedoeld. Het geeft een richting aan die van belang is bij de inrichting van ons land in 2040, 2060 of 2110. Om over de toekomstige inrichting van Nederland na te denken zijn de scenario’s van het NIDI daarom zinvol. Dat denken kan nu al begonnen worden. Want een huis dat 75 jaar staat moet anders gebouwd worden dan een huis dat 110 jaar staat. Vraag is hoe het verschil tussen een horizon van 4 (politiek), 50 (CBS) en 100 (NIDI) jaar overbrugd kan worden. Wellicht moet de politiek naar de toekomst bewegen en zich wat meer verbeeldingskracht aanmeten zoals het NIDI nu doet.

589px-Street_intersection_Futarama

Foto 1: Adele Rummens, de oudste vrouw van België in de bloemen in Leuven op haar honderdjarige verjaardag. 1937.

Foto 2: Norman Bel Geddes, Street Intersection Futurama voor de New York World Fair, 1939-1940. Met als thema ‘The world of tomorrow’. Zie ook: Futurama op GKKort.

PVV vraagt excuses massa-immigratie en islamisering. Onderzoek?

wl63

PVV’ers Geert Wilders en Joram van Klaveren stelden gisteren kamervragen onder de titel ‘De wens van het Nederlandse volk de voortgaande islamisering te stoppen‘ aan premier Rutte en vice-premier Asscher van Sociale Zaken. Ze verwijzen naar De Telegraaf dat resultaten geeft van een opinie-onderzoek door bureau Peil.nl van Maurice de Hond in opdracht van de PVV. Ofwel, de PVV verwijst in deze vragen naar zichzelf.

Uit het onderzoek blijkt dat meer dan driekwart van de Nederlandse bevolking de mening heeft dat de islam geen verrijking voor ons land is. En dat bijna 70% van de Nederlanders vindt dat er genoeg islam in Nederland is. Verder willen de vragenstellers weten hoe het kabinet gehoor gaat geven aan de wens van een meerderheid om de bouw van moskeeën te stoppen, een grondwettelijk verbod op de sharia in te voeren en de immigratie uit islamitische landen te stoppen. De slotvraag luidt wanneer het kabinet ‘het Nederlandse volk haar excuses aan[biedt] voor de massa-immigratie en het faciliteren en bevorderen van de islamisering van Nederland‘.

De PVV maakt het beide ministers en zichzelf te makkelijk. Afkeer van een bevolkingsgroep of een opinie-onderzoek over hoe ‘de Nederlandse bevolking’ over de islam denkt is geen grond voor beleid. Nederland is een land van minderheden waarbij over allerlei minderheidsgroepen negatieve uitkomsten mogelijk zijn. Roma, homosexuelen, gokkende en wokkende Chinezen, transgender mensen, pedofielen, WikiLeaks-supporters, agressieve atheïsten, naïeve koningsgezinden, solistische republikeinen, orthodoxe christenen, hitsige priesters, graaiende bankiers, zakkenvullende bestuurders, duikende journalisten of conservatieve politici. In de pluriformiteit wordt door de overheid iedere groep beschermd tegen de luimen van de ander.

In de vragen van de PVV is meer te vinden dan de automatische reflex en het eigen gelijk. De vraag naar de massa-immigratie is een terugkerende stijlfiguur van de PVV, maar biedt toch perspectief. Pieter Lakeman en Jan van de Beek deden vooronderzoek. CPB-directeur Coen Teulings beweerde in 2010 dat Nederland ‘de slechte immigranten kreeg’. Nog steeds is onduidelijk waarom dat zo was. Omdat massa-immigratie en islamisering niet samenvallen lijkt het verstandig dat te scheiden. Nog steeds hangen de suggesties van de PVV uit 2010 boven het publieke debat dat de massa-immigratie ons land jaarlijks 7 miljard euro kost. Dit als uitkomst van een onderzoek van Nyfer. Het kabinet Balkenende IV wenste het niet uit te zoeken. Een politiek-historisch onderzoek naar de massa-immigratie kan de PVV antwoord geven op haar terugkerende vragen.

Foto: Wim van der Linden, ‘Bij het Café Billard ‘Populair’ van H. Kroonen, Nieuwmarkt 9, tijdens de kermis, april-mei 1963‘. Credits: Stadsarchief Amsterdam.