Quinzel, Cornelius, Hasan en Helen Stummer. Hoe zit het met handel in geëngageerde kunst?

Helen M. STUMMER »
Quinzel, Cornelius and Hasan

Het is wellicht een domme vraag, maar hoe verhouden deze twee afbeeldingen zich tot elkaar? De bovenste foto is van Helen M. Stummer die zich in een interview in de Cerise Press een ‘concerned photographer’ noemt. Dus betrokken of geëngageerd. Intussen gaat ze vanwege ziekte niet meer de straat op omdat dat te zwaar is en ze ervoor de energie mist. Ook zorgt ze voor haar demente man.

Zij zegt: ‘The concerned photographer is an advocate. It means you’re concerned about humanity. War photography, journalists… caring about people. And I’m a concerned photographer. There are books on it. Eugene Smith was a concerned photographer… those wartime photographs… Robert Capa… we’re concerned about what’s going on with humanity. We’re not concerned about flowers or fashion. It’s like Jacob Riis, Lewis Hine, Dorothea Lange was concerned because she was getting paid by the government. Ansel Adams did a whole series on the Japanese internment camps. Lewis Hine with child labor… he spent his whole life trying to get child labor laws’.

Dat klopt allemaal. Helen M. Stummer heeft prachtige reportages in het ruwe deel van Newark, New Jersey gemaakt. De meerderheid van de bevolking is Afro-Amerikaans. Haar intenties zijn welgemeend en haar betrokkenheid staat buiten kijf.

Maar een afdruk van de foto ‘Quinzel, Cornelius and Hasan’ die ze vanuit haar welgemeende betrokkenheid heeft gemaakt is te koop voor 750 dollar. In datzelfde interview zegt ze ook dat ze de opbrengst met de drie jongens wilde delen. Het is ontwapenend zoals ze dat vertelt: ‘I went to find them because I wanted to share the money with them. I said: “Why did you let me photograph you?” They said,”Well, here you are, my hair is flying, a little old lady… you don’t seem like a threat… we thought you might be a nun… you were kind of funny.”  Helen Stummer klopt.

Helen M. STUMMER »
Quinzel, Cornelius and Hasan Te koop op PicassoMio voor 750 dollar

Een ‘kunstmanager’ is geen kunstenaar die kunst maakt. Vragen bij het project ‘De glimlach in de openbare ruimte’ van Christel Jansen

Is wat een ‘kunstmanager’ maakt of bedenkt ook kunst? Dat is nog helemaal niet zo vanzelfsprekend als een artikel van Omroep Zeeland suggereert. Indirect roept dit vragen over de waarde van de journalistiek op.

Wat is overigens een ‘kunstmanager’? ‘Kunstmanager’ Christel Jansen zegt daar zelf over: ‘Als kunstmanager (..) breng je kunstenaars en liefhebbers bij elkaar.’ Dat klinkt procedureel, zonder dat het over de inhoud gaat.

Hoe dan ook heeft Christel Jansen uit het Zeeuws-Vlaamse Hoek kunstenaars een fiets met een badkuip laten bouwen. In een leegstand winkelpand in het Terneuzense winkelcentrum Steenen Beer heeft ze de badfiets laten beschilderen. Het publiek kijkt toe. ‘Deze gekke fiets’ noemt ze het zelf.

Het afstudeerproject van Christel heet ‘De glimlach in de openbare ruimte‘. Met dit project wil ze de kunst naar de mensen toebrengen en ze een glimlach bezorgen, zo vat het artikel van Omroep Zeeland het samen.

Maar wat de kunst, haar product is behalve de verwijzing naar kunst wordt niet duidelijk. De badfiets lijkt eerder een foefje, dan dat het fundamentele vragen over kunst oproept of kunst naar de mensen brengt.

Dat kunstenaars naar de mensen in de wijk gaan en projecten in de openbare ruimte realiseren is niet nieuw. Denk aan Jeanne van Heeswijk met haar sieradenkraam of Tilmann Meyer-Faje met zijn buurtkroket. Of denk aan Domenique Himmelsbach de Vries of Nelle Boer met hun sociaal maatwerk en mystificaties. Dat betreft sociaal geëngageerde kunstenaars die hun kunst of hun opvatting over kunst inzetten om verbinding te maken of tot nadenken aan te zetten. Een kunstmanager kan zeker de welgemeende opzet hebben om kunstenaars en liefhebbers bij elkaar te brengen, maar het zwakke punt in die redenering is dat de inhoud van de kunst er bij inschiet. Daar zou het een ‘kunstmanager’ toch in de eerste plaats om te doen moeten zijn.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelChristel brengt kunst naar de mensen toe met een badfiets’ van Omroep Zeeland, 11 juli 2020.

Foto: De Duits-Nederlandse kunstenaar Tilmann Meyer-Faje met zijn buurtkroket. Almere, 2007.

Sociaal artistiek maatwerk voor Nederland: Marieke Warmelink en Domenique Himmelsbach de Vries

Sociaal kunstenaar Marieke Warmelink denkt na over de samenleving. Over vanzelfsprekendheden die niet voor zoete koek moeten worden aangenomen. Een verstandig advies. Maar ze gaat verder. Ze adviseert niet zomaar af te gaan op de feiten, maar om door te lezen en verder te kijken. Met welk doel? Verandert dat de feiten of de kijk op de feiten? Filosofische vragen vormen de basis van sociale kunst. Met sociaal kunstenaar Domenique Himmelsbach de Vries vormt Warmelink de Embassy of Goodwill. De doelstelling ervan is om in naam van het volk de sociale reputatie van Nederland op te vijzelen. Warmelink en De Vries ervaren Nederland als een voedingsbodem voor negativisme. Dat kan volgens beide ambassadeurs bestreden worden met nieuwsgierigheid en openheid. Sociaal handelen wordt hun antwoord op alle vragen. Met humor. Dat wel. 

fe86a8_40740e1aa8284d829fe56f5a67ae655a

Foto: Embassy of Goodwill (Marieke Warmelink & Domenique Himmelsbach de Vries), One Hour of Free Help.  Oktober 2015.

No Place to Hide in Standort Stuttgart

3352670599_7152cca8dd_o

Schimmen uit het verleden dringen zich op. Overal, maar vooral in Duitsland. Ze lopen over pleinen en door stations. Ook buitenstaanders bemoeien zich ermee. De geschiedenis helt zwaar over. Loden boeken waarin alles geschreven staat zijn een last. Ze proberen het heden te verdringen. Ook de kunst trekt het zich aan.

Soms gaat er niks boven de belofte. Het opnieuw beginnen. Zoals een verpakking beter blijkt dan de inhoud. Dat gevoel kent iedereen die de foto aan de buitenkant vergelijkt met het in plastic gesealde voedsel binnenin.

In Duitsland houden demonen van nu de oude demonen op afstand. Da’s makkelijker moeilijk. Het gaat om de tentoonstelling ‘no place to hide – Ort Kontrolle Produktion‘ die studenten van de Stuttgartse kunstacademie in een Arbeidsbureau tonen. Samensteller is Felix Ensslin, hoogleraar Esthetiek en Kunsteducatie. Hij trekt veelbelovend van leer door te zeggen dat we in de overgaan naar de controlestaat leven: ‘Wir leben in einem Übergang zur Kontrollgesellschaft‘. Locaties waarop iemand nog vrij is worden zeldzaam: ‘Die Orte des Außen, der Ruhe, der Freiheit, in denen niemand Macht über einen ausüben kann, die sind rar geworden.’

Hoe waar wat professor Ensslin zegt. Kunst onttrekt zich niet aan de controlestaat. Ook daar verdwijnen de vrijplaatsen waar kunst ademde. Om niet te stikken moet kunst op zoek. Maar de plekken bestaan niet meer: ‘Auch in der Kunst verschwinden die Orte, Kunst beschränkt sich nicht mehr auf Galerien und Museen. Kein Künstler kann von einem Galeristen leben.’ Oude demonen jagen kunst in de richting van een nieuwe afgrond.

Is er een somberder beeld mogelijk? Kan het zo zwaar zijn? Of is het soms een pose? Wat komt er na de politiek-filosofische inleiding die een Duitse hoogleraar Esthetiek en Kunsteducatie past? Hoe voeren de 50 studenten het uit? Het valt niet terug te vinden in de publicaties met aankondiging, de belofte van de opbouw en de continue verwijzing naar elders. Het draait dol en landt nergens. ‘No place to hide‘ krijgt zo een dubbele betekenis. Deze kunst kan de last van alle referenties niet aan. De uitleg van professor Ensslin wordt grotesk.

Foto: Schillerplatz, Stuttgart, Duitsland. 1881.

Kunst openbare ruimte Bergen op Zoom: weerstand wijkcommissies

zonder titel PD 1

Komt er wel of niet in Bergen op Zoom een kunstwerk in het gebied van de Noordelijke wijken Meilust, Tuinwijk en Noordgeest? Domweg twee berichten over kunst in de openbare ruimte met woordvoerders die het tegenovergestelde beogen. Feitelijk zijn er vijf posities: gemeente, uitvoerende stichting, wijkcommissies, bewoners en kunstliefhebbers/ kunstenaars. Deze verdeling van vijf werkelijkheden naast elkaar tekent de onoverzichtelijkheid en maakt het plaatsen van kunst in de openbare ruimte complex. Waar gaat het over?

Op 17 december brengt de gemeente naar buiten dat er een kunstwerk komt in Noord. De Stichting KidOR (Kunst in de Openbare Ruimte) krijgt volgens BN De Stem van de gemeente opdracht voor de coördinatie. Het maakt er 75.000 euro voor vrij. KidOR-voorzitter Cees Vanwesenbeeck vindt dat ‘veel te weinig’: ‘Wij gaan voor kwaliteit. Daarom willen wij minimaal hetzelfde bedrag loskrijgen van andere subsidiegevers, zoals de provincie.‘ Vanwesenbeeck geeft aan dat dit in tijden van economische tegenspoed niet makkelijk zal zijn. Hij zegt een zeker een half jaar uit te trekken voor de voorbereiding. Zoals het benaderen van kunstenaars via vakblad BK-Informatie. Het thema wordt ‘verbinding’. Een exacte beschrijving van de opdracht ontbreekt nog.

Op 19 december reageert de voorzitter van wijkcommissie Tuinwijk Anita Hoppenbrouwers ook namens de wijkcommissies Meilust en Noordgeest. Volgens BN De Stem vindt zij de uitgave van 75.000 euro aan een kunstopdracht belachelijk in tijden van bezuiniging. Ze zegt dat het project niet welkom is en de commissies er aan mee weigeren te doen. Haar bezwaren tegen de besteding van 75.000 euro lijken niet principieel als ze zegt dat het geld beter gebruikt kan worden aan leefbaarheid. Zoals buitentrimtoestellen. ‘Daar heeft iedereen wat aan‘. Daarmee suggererend dat kunst in de openbare ruimte de leefbaarheid niet ten goede komt.

Wethouder Arjan van der Weegen (Lokale partij GBWP) legt uit dat hij de grieven begrijpt, maar dat de 75.000 euro al lang geleden was gereserveerd voor dit kunstproject. En volgens hem is het de opzet dat KidOR met de wijken in gesprek gaat over de verdere omschrijving van de opdracht. Bewoners hebben inspraak.

Anita Hoppenbrouwers’ reactie is tekenend. Een voorbeeld van het misverstand dat kunst in de openbare ruimte vaak treft. Soms aangezwengeld als bewoners in hun directe leefomgeving een kunstwerk door de strot wordt geduwd. Soms ook door vijandigheid van bewoners jegens kunst. Het idee dat iedereen wat aan buitentrimtoestellen heeft is even onjuist als het idee dat iedereen wat aan kunst in de openbare ruimte heeft. Algemeen belang kan nooit alle inwoners dienen. Tegen elke maatregel is oppositie. Het valt Hoppenbrouwers te verwijten dat ze zich onvoldoende verplaatst in het belang van de stad. Voordat KidOR haar uitnodigt voor een gesprek. Individuele bewoners en kunstenaars zwijgen tot nu toe. De anderen spreken namens anderen.

De oplossing uit de impasse kan de volgende zijn. Laat KidOR als coördinerende instelling proberen het budget op te hogen tot 125.000 euro. Ga niet uit van een klassiek beeld. Geef vervolgens zonder competitie een sociale kunstenaar als Jeanne van Heeswijk, Frank Koolen of Domenique Karl Himmelsbach de Vries opdracht om met alle bewoners een project te ontwikkelen. Neem het ongenoegen van Anita Hoppenbrouwers tegen kunst als uitgangspunt. Vul het thema verbinding zo in dat alle partijen verbonden worden: gemeente, uitvoerende stichting, wijkcommissies, bewoners en kunstliefhebbers/ kunstenaars. Einddoel is de bewustwording van de verschillen. In de vorm van een boek, film of Facebook-pagina.

Foto: Piet Dieleman, zonder titel. Bergen op Zoom, 1997.