
Gisteren besteedde ik aandacht aan de kwestie-Bert van der Roest. De Utrechtse acteur en het PvdA-raadslid heeft als penningmeester van de Stichting Straatnieuws Utrecht mogelijk zo’n 40.000 euro verduisterd uit de kas van de daklozenkrant. Het bestuur maakte bekend geen aangifte te doen, maar er wel op te rekenen dat Van der Roest het verduisterde geld tot op de laatste cent terugbetaalt. Hij is door de PvdA uit de Utrechtse raad gezet, Independer en het reclamebureau dat hem inhuurde voor commercials zeggen niet meer met hem samen te werken en media met voorop De Telegraaf, GeenStijl en het lokale DUIC lieten niet na de misstap te belichten en het uitblijven van een aangifte door de Stichting Straatnieuws Utrecht ter discussie te stellen.
Gisteren mengde ik me hier en op DUIC in de discussie. Ik kreeg van alles naar m’n hoofd geslingerd omdat ik er begrip voor toonde dat het bestuur geen aangifte tegen Van der Roest deed. Ik vond dat-ie door de hoon die hem trof en de publieke beschimping genoeg gestraft was. Juridische vergelding hoefde daar van mij niet bij te komen. Daarbij is het het autonome besluit van een bestuur om aangifte te doen voor verduistering. Voorwaarde is wel dat betrokkene schuld bekent. Dat heb ik nog niet gezien. Kritiek is niet erg, want wie niet tegen de hitte van de keuken kan moet geen blog beginnen. Maar enkele zaken vielen me op die naar mijn idee juist de politieke partijen in de kaart spelen. En dat stoort me meer dan het gescheld en de rancune.
1) Een debat is een uitwisseling van standpunten tussen mensen in een specifieke omgeving. Argumenten dienen om de ander te overtuigen. De argumentatieleer kent logische, individueel-gezaghebbende en emotionele aspecten. Aristoteles noemt ze logos, ethos en pathos. Wie denkt dat het naar voren brengen van logische argumenten volstaat om de ander te overtuigen mist de essentie van wat een debat is. Maar wie van de andere kant denkt om er alleen met emoties te komen door hartstocht of niet-onderbouwde claims achter elkaar te zetten begrijpt het evenmin. Een debat vereist heen-en-weer schakelen tussen de verschillende aspecten waarin geloofwaardigheid van de spreker, argumenten en beroep op emoties nauw samengaan.
2) Er is naar mijn mening een onderscheid tussen het aanvallen van mensen, en structuren of ideeën. Het standpunt dat politieke partijen, religies, grootbedrijven, de overheid of het koningshuis niet deugen neem ik graag voor m’n rekening. Maar zeggen dat een persoon niet deugt die onderdeel van die structuren uitmaakt is in mijn ogen wat anders. Waarmee niet gezegd is dat iemand niet voor gold digger, zakkenvuller of onbenul uitgemaakt kan worden. De mens is per definitie eindig, deel van een geheel en op zichzelf aangewezen. Daarom moeten we ons altijd terdege realiseren wat het grotere effect is als we een individu bekritiseren.
3) Nu en dan toon ik me kritisch op het functioneren van politieke partijen. Ik vind dat ze in hun huidige vorm hun doel voorbijgeschoten zijn en eerder met hun voortbestaan en personeelsbeleid dan het landsbelang bezig zijn. Hoewel ook dat betrekkelijk is, in de VS is het nog verder ontspoord. Ik zou graag de burger weer een centrale plaats in het politieke systeem geven. Maar dat vraagt van die burger wel organisatie, discipline, realiteitszin en binding met anderen. Zolang (de meeste) burgers niet begrijpen hoe een debat gevoerd moet worden en emoties alleen niet kunnen overtuigen blijven de politieke partijen eenogen in het land der blinden.
Foto: Cycloop (reus met een oog), illustratie uit 1680.
Vind ik leuk:
Like Laden...