Islamkritiek helpt de positie van moslimvrouwen: Brendel en Dibi

Voormalig kandidaat-lijsttreker van GroenLinks Tofik Dibi stelt kamervragen over het adviseurschap van het instituut Dar-al’Ilm. Omstreden sharia-geleerde Haitham al-Haddad is spreker van dit instituut dat hem naar Nederlandse islamcongressen haalt. Dibi vraagt zich af hoe zich dat rijmt met een instituut dat Nederlandse overheden en instellingen adviseert. Want: ‘hoe kan een overheid zich in de ontwikkeling van haar beleid laten adviseren door organisaties die zich mogelijk laten inspireren door mensen met radicale denkbeelden’.

In zijn vragen verwijst Dibi naar oud AD-journalist Carel Brendel. Hij volgt al jaren radicale moslims en brengt hun samenwerking met overheden en instellingen in kaart. Zo ook Haitham Al-Haddad en Dar-al’Ilm. Brendel brak in een eerder stuk een lans voor Dibi toen deze door zijn eigen partij afgebrand werd. Brendel verklaart dat als een richtingenstrijd omdat Dibi onder Halsema opgeschoven is van activist  tot een links-liberaal die het opneemt voor de vrijheid van meningsuiting. Met deze kamervragen onderstreept Dibi deze observatie.

Dit verbond tussen Dibi en Brendel in hun zorg over de invloed van de radicale islam is nieuw. Het verbindt allochtonen met autochtonen en doorbreekt links-rechts tegenstellingen. De Roemeens-Nederlandse schrijfster Nausica Marbe voegt zich in een Volkskrant-column bij de kritiek op de ‘progressief wanende intellectuelen die het volk minachten die de sharia minachtend afwijzen’. Ze noemt oud NRC-hoofdredacteur Folkert Jensma en arabist Maurits Berger als ‘leunstoeldenkers’ die meisjes en vrouwen die lijden onder de sharia in de steek laten. Zo is Jensma weliswaar tegen een shariaraad, maar relativeert-ie de slechte positie van moslimvrouwen: ‘Huwelijksdwang is geen moslimmonopolie‘ en ziet-ie volop ruimte voor arbitrage.

De verbreding en hergroepering van islamcritici is een ontwikkeling die Geert Wilders de pas kan afsnijden. Allochtonen als Dibi en Marbe praten van binnenuit en ontzeggen de islam niet haar bestaansrecht, maar pleiten voor praktische aanpassingen. Met als doel dat overheden en instellingen er voortaan niet meer aan meewerken om onwetend en naïef de radicale islam te steunen. En er zo verantwoordelijk voor te zijn om de positie van moslimvrouwen in Nederland te verslechteren. De Nederlandse islam is gebaat bij zakelijke kritiek.

Foto: ‘Women attend a celebration of Libya’s liberation in Misurata on Sunday. Libya’s transitional leader said the country’s new constitution will be based on Islamic law, which raised fears about what would happen to women’s rights in the traditionally secular country’, oktober 2011

Advertentie

Sharia-raad bevordert ongelijkheid van moslimvrouwen en is ongewenst

Eind februari 2012 bezocht de Brits-Pakistaanse vertegenwoordiger van de Islamic Sharia Council Haitham Al-Haddad Nederland. Al-Haddad is een vrouwonvriendelijk moslimgeleerde die niet met ongesluierde vrouwen aan tafel wil zitten. Dat ondervond de Nederlands-Pakistaanse presentatrice Naeeda Aurangzeb van de talkshow De Halve Maan. Al-Haddads gebrek aan openheid past niet bij de Nederlandse pluriforme samenleving. Hij kreeg kritiek en werd als een malloot geportretteerd, maar zei van de Nederlanders te houden en terug te komen. Nu wordt duidelijk waarom, hij wil dat er ook in Nederland een sharia-raad komt.

Volgens Al-Haddad behandelt zijn raad in Londen meer dan 200 zaken per maand.  Andere religies kennen overigens hetzelfde soort bemiddeling dat religieuze eenheid beschermt. Het is geen rechtbank, heeft geen wettelijke bevoegdheid en kan geen sancties opleggen. Toch heeft het macht. Het krijgt kritiek van moslimvrouwen die zich gediscrimineerd voelen omdat het door conservatieve mannen geleid wordt die mannen bevoordelen. Moslimvrouwen die er gerechtigheid zoeken zitten klem als vrouw en als moslim.

Ook Britse mensenrechtenactivisten hebben kritiek op de sharia-raad. In gevallen van familierecht worden vrouwen onder druk gezet en benadeeld. Dat ondermijnt het gelijkheidsbeginsel. Door cultureel-religieuze gevoeligheden en een zwakke sociaal-economische positie kunnen ze zich niet onttrekken aan de raad. Al-Haddad claimt dat er per jaar zo’n 20 Nederlandse moslimvrouwen bij zijn sharia-raad aankloppen om een islamitisch huwelijk te laten ontbinden. Het is ongewenst om deze sharia-raad naar Nederland te importeren.

De rol van de Nederlandse overheid is om Nederlandse moslimvrouwen die onder dwang in een islamitisch huwelijk gevangen zitten te bevrijden. Ze voelen zich gedwongen om bij de sharia-raad aan te kloppen. Het instellen van een sharia-raad is voor het tegengaan van vrouwongelijkheid geen oplossing, maar juist een bevestiging ervan. Via bemiddeling of het strafrecht zou de overheid de moslimvrouwen moeten kunnen helpen in hun emancipatie. Zodat een sharia-raad vol conservatieve mannen vanzelf overbodig wordt.

Foto: Haitham Al-Haddad houdt van Holland