Mannelijke blik verbreedt en versmalt zich tot multiculturele museumblik. Is de nieuwe preutsheid het nieuwe progressief?

Filmtheoreticus Laura Mulvey introduceerde in een essay uit 1975 in het Britse Screen 16/3 het begrip de mannelijke blik in de film. The male gaze. Hiermee doelde ze niet alleen op de blik van de mannelijke toeschouwer op de vrouwen die in het filmverhaal in beeld worden gebracht als ‘to-be-looked-at’, maar ook op de blik binnen de film van de man op de vrouw. Onder invloed van het feminisme en met verwijzing naar denkers als Roland Barthes, Louis Althusser en Michel Foucault vond in die jaren 1970 een grote recycling plaats van ideeën uit het Franse cultuurgoed die via tijdschriften als Screen de Angelsaksische (universitaire) wereld bereikten. Zo waaide de sfeer van de Parijse opstand van 1968 ietwat vertraagd toch nog over water richting Verenigd Koninkrijk, Canada en de VS. De rest is geschiedschrijving.

De mannelijke blik is niet onschuldig, maar dat wil nou ook weer niet zeggen dat die blik schuldig is. Hoe dan ook is de blik tijdgebonden. Wat ooit kon, kan nu in veel gevallen niet meer. Het wordt als vrouwonvriendelijk of seksistisch beschouwd. Bovenstaande foto uit 1960 van de Franse fotograaf Marc Riboud toont twee vrouwen die beschut tegen de noordenwind op een Nederlands strand van de zon genieten. De titel is: ‘A l’abri du vent du nord sur la plage, Hollande’. Zo’n foto kan 60 jaar later in 2020 nog gemaakt worden. Het verschil lijkt dat de mannelijke fotograaf uit 2020 beseft wat een fotograaf uit 1960 niet wist, namelijk dat hij met zo’n foto een grens overgaat. Maar eigenlijk nog meer, dat de ‘mojo’, de magische charme ontbreekt. Het heeft in 2020 geen meerwaarde meer voor een fotograaf om deze foto te maken. De betovering is weg.

De mannelijk blik is een gepolitiseerd onderwerp. Dat bleek niet alleen in de jaren 1970 in de filmtheorie door de opkomst van het feminisme en feministische filmtheoretici als Mulvey, Annette Kuhn of Judith Mayne, maar dat blijkt nog steeds. Sinds enige jaren is het door de opkomst van de MeToo-beweging weer geactualiseerd. Het is een complex onderwerp vol gevoeligheden en kans op ontsporingen. Zeker als er teruggekeken wordt op het verleden met de ogen van nu. Het gaat om macht. In een cultuur waar het beeld dominant is en oude beelden circuleren die de hedendaagse cultuur dragen dwingt het beeld macht af. Of niet als een beeld wordt opgevat als het tegenovergestelde, namelijk de afbeelding van iemand in een afhankelijke en mindere positie.

Afgelopen zondag was er het interview van directeur Emilie Gordenker van het Van Gogh Museum in het televisieprogramma Buitenhof waarin ze naar aanleiding van de aankoop van een naakt van Edgar Degas pleitte voor het toelaten van allerlei ‘blikken’ in het museum. Ik noemde haar opmerkingen in een commentaar ongelukkig: ‘Je krijgt meerdere blikken op zo’n kunstwerk door de reacties van meerdere mensen met meerdere achtergronden, zegt ze in andere bewoordingen. Ze meent dat we daar allemaal beter van worden. Dat betwijfel ik en volgens mij gaat ze daar de fout in. Een reactionaire, betuttelende, moralistische blik valt moeilijk als positief te zien. Want waar laat dat de voorbeeldfunctie van een museum? Zo laat het museum zich onnodig vermaatschappelijken en in de verdediging drukken. Uiteraard moeten musea rekening houden met de achtergrond van de bezoekers, maar zonder te wijken voor radicale activisten en fatsoensrakkers die hun perspectief van identiteit ofwel moraal aan het museum willen opleggen’.

NRC wijdt aan Gordenkers opmerkingen een twistgesprek over de vraag of musea zich aan moeten passen aan gevoeligheden van het publiek. Léon Hanssen vindt van wel en zegt in gesprek met museumdirecteur Andreas Blühm die de bezoeker zelf wil laten oordelen het volgende: ‘Wie het standpunt van een ander voor zedig uitmaakt, claimt dat hij vrijgevochten is. Maar ik laat me niet op de mouw spelden dat ik een zedenmeester ben! En mocht ik het woord als een geuzenterm aanvaarden, dan alleen omdat ik geloof dat dit zogenaamd ‘zedige’ of ‘preutse’ juist het nieuwe progressieve is. En trouwens: ik pleit allerminst voor het uitbannen van naakt of Degas, ik pleit voor een grotere diversiteit aan perspectieven en debat.’ Wat bedoelt Hanssen met de opmerking dat dit zogenaamd zedige of preutse het nieuwe progressieve is? Meent hij dat ironisch of serieus?

Als het zogenaamd zedige of preutse de nieuwe vooruitstrevendheid is, dan valt erover het ergste te vrezen. Het politiek correcte denken van Hanssen haalt de preutsheid van de orthodoxe religie rechts in. Hij laat zich kennen als cultureel conservatief dat hij van de weeromstuit het nieuwe progressieve noemt. De verwarring die hij creëert is ongelukkig. Opmerkelijk in het twistgesprek is dat Blühm Hanssen hier niet frontaal op aanvalt. De visie van twee witte mannen op de mannelijke en vrouwelijke museumblik geeft aan hoe het onderwerp van de mannelijke blik zich in 45 jaar heeft verbreed en nieuwe gevoeligheden en taboes oppakt.

Foto 1: Marc Riboud, ‘A l’abri du vent du nord sur la plage, Hollande’ (‘Beschut tegen de noordenwind op het strand, Holland’), 1960. Collectie: Musée d’Art moderne de Paris.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelMusea moeten zich wel/niet aanpassen aan gevoeligheden van het publiek’ in NRC, 14 februari 2020. Een twistgesprek onder leiding van

Advertentie

Waarom valt het op als Merkel en May identiek gekleed gaan? Mannen en hun kleding zijn de standaard die geen aandacht trekt

Wie zich beelden van EU-vergaderingen in Brussel voor de geest haalt ziet vooral witte mannen van middelbare leeftijd die gekleed gaan in monochrome blauwe pakken met daaronder een wit overhemd en een zwarte of blauwe das en zwarte schoenen. De mannen bootsen elkaar na in gelijkmatigheid, rimpelloosheid, gladheid, uitdrukkingsloosheid en vlakheid. Ze dragen het uniform van de maskerade dat ook het uniform van de schijnvertoning is. Hun theaterkostuum is hun werkkostuum. Mannen zijn de onzichtbare standaard.

Hoe anders is dat bij vrouwelijke politici. Ze vallen buiten deze boot. Buiten deze blauwe schuit. Ze kunnen zich niet kleden in zo’n mannelijk pak omdat het niet bij hun gestalte past. De door de praktijk opgedrongen oplossing is een vrouwelijke vertaling van het mannelijke kostuum. Met een blazer op een broek of rok.

Gisteren ontmoetten de Duitse kanselier Angela Merkel en de Britse premier Theresa May elkaar op een top in Brussel. De spanning was opgelopen vanwege de Brexit. Ondanks Franse tegenstand kreeg het Verenigd Koninkrijk uitstel om tot 1 november 2019 in de EU te blijven. Merkel en May hadden voor het begin van de vergadering een onderonsje over hun kleding. Het bleek dat ze identiek gekleed waren. Een azuurblauw ensemble over een zwarte blouse. Terwijl ze zo naast elkaar gekleed gingen keken ze op de iPad van Merkel naar foto’s van hun respectievelijke verschijning. Dat is de ultieme omleiding, aanpassing en onderwerping.

Het valt niet op dat de mannen identiek gekleed gaan. Het valt op als vrouwen identiek gekleed gaan. Dat zegt vooral iets over onze gewaarwording en de vastgeroeste rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Mannen zijn de standaard zonder dat ze het goed beseffen. Als ze het wel beseffen willen ze niet dat het genoemd wordt. Vrouwen voegen zich in hun rol. Deels noodgedwongen, deels ook uit berusting en een zakelijke aanpak.

Foto 1: ‘ENEX Premier May lacht met een foto die bondskanselier Merkel toont op haar iPad.’ In artikelHilariteit op brexittop: May en Merkel lachen om zelfde outfit’ op HLN, 11 april 2019.

Foto 2: ‘Vlnr: Sebastian Kurz (premier Oostenrijk), EU-onderhandelaar Michel Barnier, Giuseppe Conte (president Italië), Emmanuel Macron (president Frankrijk), Donald Tusk (voorzitter Raad van Europa) en Mark Rutte (premier Nederland): de elite van de EU op een brexit-conferentie in Brussel. foto: ©Reporters’. In artikelVERKIEZINGEN 2019 DE ELITE DE PUPPETS EN DE MUPPETS’ op SDB, 19 maart 2019.

Rietveld Academie schrapt bijeenkomst met Kirac en Bert Kreuk vanwege ‘racisme’ en ‘seksisme’. Waar is de intellectuele vrijheid?

Er is een relletje in de maak over een bijeenkomst bij de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Het Parool bericht erover in een artikel van Marcel Wiegman. Het gaat om een bijeenkomst van de kunstcritici van Kirac (Keeping It Real Art Critics) over kunsthandel (met verzamelaar Bert Kreuk) die op 8 februari om 16.00 uur zou worden gehouden, maar door de Rietveld Academie op het laatste moment is afgelast. Kirac geeft als uitleg dat het door studenten van racisme en seksisme zou worden beschuldigd. Kirac laat het er niet bij zitten en roept iedereen op vooral te komen. De Academie schermt met de veiligheid van studenten en docenten.

Is het een storm in een glas water? De harde koppen van Kirac die hun plek in de kunstwereld willen innemen botsen tegen de harde koppen van studenten van de Rietveld Academie die in navolging van de richtingenstrijd op Amerikaanse universiteiten lichtvaardig omgaan met beschuldigingen van racisme en seksisme. Daartussen heeft het bestuur van de Rietveld Academie zich klem laten zetten en uit laten rangeren. Dat is een wanprestatie van hoog niveau. College en directie weten niet meer goed hoe de vrijheid van het publieke debat bij hun instelling gegarandeerd moet worden en hoe ze in de harde praktijk moeten opereren.

Het uit angst en door politieke druk verbieden van politieke meningen in een openbaar debat op een Nederlandse kunstacademie is een verschrikkelijk teken aan de wand van bijbelse proporties. Voordat de bijeenkomst heeft plaatsgevonden stelt collegevoorziter Annelies Eenennaam al dat Kirac een ‘platform aan racisme en seksisme’ geboden zou worden. Dat is wegduiken voor angst van de Rietveld Academie. Dat is het buigen voor de politieke druk van studenten en het weinig standvastig en moedig optreden van het college.

Heeft NRC goed nagedacht over plaatsing artikel Baudet en FvD?

NRC maakt in mijn ogen een slechte beurt door een kritiekloos artikel over Thierry Baudet en zijn partij Forum voor Democratie te plaatsen. Het grootste gemis is het ontbreken van een schets van Baudets buitenlandse contacten, zoals die bijvoorbeeld in februari 2016 tot uiting kwam door de aanwezigheid van Baudet op een Poolse conferentie. Hij begaf zich daar in extreem- en radicaal-rechtse kringen die gelieerd waren aan de fractie van Europa van Naties en Vrijheid in het Europarlement die wordt gedomineerd door het Front National. Aan een profielschets van Baudet zonder het Front National te noemen ontbreekt iets fundamenteels. Een ander gemis is dat het niet focust op de verwerpelijke uitspraken die Baudet doet, zoals politiek journalist Jaap Jansen nog gisteren optekende op een partijbijeenkomst van Forum voor Democratie in Den Haag.

NRC trapt in de valkuil van de traditionele ‘enerzijds-anderzijds’ journalistiek die hoor en wederhoor biedt en daarom zelden tot een harde afwijzing komt. NRC had óf door moeten pakken door tot de kern te gaan door internationaal onderzoek óf moeten zwijgen wegens onvoldoende materiaal. Nu werkt NRC gewild of ongewild mee aan de normalisering van een radicaal-rechtse partijpoliticus die lacherig of op een badinerende toon de meest vreselijke uitspraken doet die haaks staan op de opvatting van parlementaire democratie waar de liberale NRC zich hard voor maakt. Dat rijmt niet, maar vloekt. Het leek wellicht een aardig ideetje om Baudet en zijn partij als een interessant fenomeen te beschrijven, maar zonder goed na te denken over de gevolgen van zo’n profielschets is het tamelijk naïef. Het past evenmin in de opvatting van de weerbare democratie.

Foto 1: Schermafbeelding van FB-posting van NRC met reactie, 4 november 2017.

Foto 2: Tweets van Politiek verslaggever/commentator BNR Nieuwsradio Jaap Jansen, 3 november 2017.

Foto 3: Eigen tweet, 4 november 2107.

‘Morning Joe’: Donny Deutsch noemt Trump een ordinair varken en mentaal niet oké. Mika en Joe reageren op tweets

Een reactie in het programma ‘Morning Joe’ kon niet uitblijven na de tweets van gisteren van president Trump over Mika Brezinski die zoveel stof deden opwaaiden en veel Republikeinse congresleden tot de oproep aan Trump brachten ermee te stoppen omdat het onwaardig en niet presidentieel is. Gast Donny Deutsch pakte vanochtend de handschoen op en gaat (na 2’10’’) in de aanval op Trump die hij onaantrekkelijk en een ordinair varken noemt (‘He’s a vulgar pig — he’s physically disgusting to look at’). Deutsch kiest niet voor een moreel superieure houding, maar betaalt Trump met gelijke munt terug: ‘You guys take the high road, I’ll go low. He’s physically disgusting to look at. So beyond the fact he’s obviously not well, the misogyny … besides the obvious vulgarity, the obvious stupidity, he’s not mentally okay. This is what — we have to start paying attention to it and he’s disgusting to look at.’ In het tweede uur van het programma reageerden Joe en Mika:

Mediahuis zet GeenStijl te koop. Welk bedrijfsmodel gaat voor dit weblog werken?

De nieuwe eigenaar van weblog GeenStijl (GS) wil dit weblog verkopen. Zo zegt Bert Ysebaert in een interview met De Volkskrant. Deze topman van het Vlaamse Mediahuis heeft afgelopen donderdag na een moeizame partij schaduwboksen met John de Mol de Telegraaf Media Groep (TMG) gekocht waar GS een dochter van is. GS werd de afgelopen tijd beschuldigd van seksisme. Maar of dat de enige reden voor het Mediahuis is om GS van de hand te doen is de vraag. Het lijkt eerder dat het gebrek aan perspectief en het slechte vooruitzichten om zwarte cijfers te schrijven bepalend zijn. De  winstgevendheid van GS staat al vele jaren onder druk.

Ooit was het in 2003 opgerichte GS een voorloper op internet dat naar alle kanten schopte. Dat maakte het fris en eerlijk. Het bond zich niet en verzette zich tegen politiek extremisme. Maar die houding wist het niet vol te houden. Het werd steeds meer de rechts-populistische hoek ingetrokken. Wat voor het vasthouden van de ongebondheid niet hielp was dat het onderdeel van het Telegraaf-concern was. De anarchistisch-kritische houding van weleer ging over in conservatisme. Dat op zich hoeft echter geenszins de dood in de pot te zijn. Want profileerde de in 2013 overleden NRC-columnist Jérôme Heldring zich ook niet als conservatief? Dat staat originaliteit, ongebondenheid of opstandigheid niet in de weg. Maar daar draaide het bij GS wel op uit. Het werd een zich herhalende vorm zonder veel inhoud. Het zette zichzelf in de hoek, opereerde lollig, werd voorspelbaar en wist nog weinig invloed uit te oefenen buiten de eigen kring. De anarchistische subtiliteit van ooit was uitgewerkt. Het heilig vuur werd alleen nog kunstmatig opgestookt voor commerciële doeleinden.

Een voorbeeld maakt dat duidelijk. Vanaf zomer 2015 maakte GS zich sterk voor het Oekraïne-referendum en tegen de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Dat was een opstelling die GS voor langere tijd bond aan een segment van het politieke spectrum. Opvallend was dat dat andere oude weblog Retecool (sinds 2000) zich aan de andere kant opstelde. Achteraf gezien heeft het verzet van GS politiek tot niets geleid. Een meerderheid in de Eerste Kamer stemde onlangs in met de associatie-overeenkomst. Maar GS trok aandacht en wist haar positie binnen TMG te consolideren. Zo werd door GS een politiek onderwerp ingezet vanwege economische doeleinden en de eigen positie binnen het concern waar het deel van uitmaakte. Maar het was een nipte overwinning vol verlies. Want hiermee beschadigde GS in de kern haar profiel van ongebondenheid.

Het leek te werken, want TMG schopte GS niet de deur uit. Maar GS was intussen ver af komen te staan van de dwarse houding van de rebel die naar alle kanten schopt. Het weblog was zelf partij geworden of had zich tot partij laten maken. In dat proces had het een deel van het oude publiek van zich vervreemd. Het valt te bezien of een doorstart mogelijk is. Het is uiteraard geen 2003 meer en GS kan de eigen geschiedenis niet meer terugdraaien. Het zeult op dit moment een rechts-populistisch en seksistisch profiel met zich mee als ballast. GS is afgelopen jaren een doodlopende weg ingestapt waar het bedrijfsmodel leunt op een publiek dat GS economisch niet overeind kan houden. Een nieuwe leiding van GS moet vooral daar een oplossing voor vinden.

Foto: Schermafbeelding van postingAlweer Te Koop. Weldenkend weblog GeenStijl’ van GS op Facebook met eigen reactie, 24 juni 2016.

Samuel aanvaart excuus Van Zanen. Maar het internet mort verder

ms

De Utrechtse burgemeester Jan van Zanen heeft z’n excuses aangeboden aan Monique Samuel. Hij had de Egyptisch-Nederlandse publiciste en politicologe tijdens een Bevrijdingsfestival toegevoegd ‘wat zonde, wat zonde‘ toen-ie hoorde dat ze lesbisch was en dus op vrouwen viel. Van Zanen redeneerde duidelijk vanuit een mannelijk standpunt. Hij geeft achteraf tegen RTV Utrecht volmondig toe dat het een stomme opmerking was. Hij bijt in het zand: ‘Ik ben enorm op mijn nummer gezet en denk dat dat terecht is.’ Samuel aanvaardt de excuses, meent ook dat de burgemeester het als compliment bedoelde, maar vond wat-ie zei toch denigrerend en kwetsend. Voor haar is hiermee de discussie klaar.

Maar voor Roffel, Frans Tjepkema, Gruwel en Bas Blokland is het debat nog springlevend. Met hun deelname blazen ze het juist leven in. Geen zand erover, maar olie op het vuur. Lekker jennen op de site van Binnenlands Bestuur. Zo klinkt in Nederland de digitale stem van het volk die achteraf graag een gelijk haalt. Iedereen krijgt een veeg uit de pan van deze mannen die manmoedig hun mannetje staan achter hun scherm. Deze admiraals Tromp en De Ruyter van het Nederlandse internet stellen met hun salvo’s orde op zaken.

Jan van Zanen zou een slappe zak zijn. Niet omdat-ie in z’n loslippigheid een seksistische opmerking maakt, maar omdat-ie z’n excuses ervoor aanbiedt. En tuinbroeken en humor gaan niet samen. Draagt Samuel een tuinbroek? Zij komt voor haar rechten op en wijst Van Zanen terecht. Is zij humorloos en mediagel? Zelfs als ze dat zou zijn doet dat niet terzake. Ze geeft aan hoe actief burgerschap in de Nederlandse praktijk werkt, en wijst een vertegenwoordiger van het publiek bestuur z’n plaats. Da’s mooi om te zien. Van Zanen bindt in en probeert met z’n team door toegeven van grootmoedigheid een voordeel te maken. Uit schadebeperking en bevreesd om als zijn voorganger Aleid Wolfsen met een imago van intolerantie en kleinzieligheid te eindigen.

Foto: Schermafbeelding van reactie bij ‘Burgemeester van Utrecht heeft excuses aangeboden‘ op Binnenlands Bestuur, 7 mei 2014.

Brussel buigt voor intimidatie op straat door allochtonen

De Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) wil mannelijke studenten verbieden zich te verkleden als vrouw, en andersom. Directe aanleiding is de verkrachting door een groep allochtonen van de student Sam die als vrouw was verkleed. Een Belgisch gebruik dat met de ontgroening te maken heeft. Sam deed aangifte op 15 oktober en pas een maand later werd de eerste verdachte opgepakt. Naar verluidt verkrachtten de allochtonen in de tussentijd nog een tweede slachtoffer. De studenten zijn ongerust en vragen zich af waarom de Brusselse politie niet sneller heeft ingegrepen. Des te meer omdat de aanwijzingen overtuigend waren.

In een verklaring zegt studentenbegeleider van de HUB Marc Ophalvens dat het afgelopen moet zijn dat mannen zich bij de ontgroening als vrouwen, en vrouwen als mannen verkleden. ‘Want bepaalde groepen ervaren dat als provocerend‘, aldus Ophalvens. De Brusselse staatssecretaris voor Gelijke Kansen Bruno De Lille reageert afwijzend op de maatregelen van de HUB. De Lille vindt dat de schuld niet bij de slachtoffers, maar bij de daders ligt. De maatregel houdt in dat de slachtoffers zich moeten aanpassen, en niet de daders.

Het standpunt van de HUB is onbegrijpelijk, defensief en verwart oorzaak en gevolg. De HUB doet een knieval voor de macht op straat van allochtonen die met name ’s avonds en ’s nachts studenten bedreigen, in plaats van samen met politie en de gemeente de confrontatie over de macht op straat te zoeken. Het verre van adequate optreden door de politie doet vermoeden dat daar nog veel winst te halen valt. De Lille merkt verder terecht op dat vrouwen en transgenders hun identiteit geweld aan moeten doen om de straten bij nacht te kunnen blijven betreden. Aanpassing aan allochtonen die worstelen met een gestoorde sexuele ontwikkeling kan niet de oplossing zijn die minderheidsgroepen als transgrenders, studenten en vrouwen raakt.

Dit incident staat niet op zichzelf. Sofie Peeters toonde de sexuele intimidatie op de Brusselse straten door voornamelijk allochtone mannen in haar documentaire ‘Femme de la rue die in juli 2012 in première ging. Volgens Peeters een complex probleem dat vaak mannen uit lagere sociale klassen betreft. In haar reactie was ze terughoudend om naar allochtonen te verwijzen. Wegkijken en aarzelen om man en paard te noemen tekent de koudwatervrees die een gerichte aanpak in de weg staat. Het geeft aan dat de emancipatie van een bepaalde groep allochtonen in België nog in de kinderschoenen staat. Mannenvoeten in pumps ingesloten.

Foto: ‘Het thema bij dopen waarbij mannen zich in vrouwen verkleden en vrouwen in mannen, mag niet meer’ Brussel 2012. Credits: Belga

Bewustwording seksisme in Brussel door documentaire

UPDATE 2 augustus: De media zijn eindelijk wakker en hun schroom voorbij. Ze noemen Marokkaanse en Antilliaanse jongens als degenen die vrouwen op straat naroepen. Niet alleen in Brussel, maar ook in Nederland. Volgens nrcnext-redacteur Sheila Kamerman ligt dat aan de opvoeding van deze allochtone jongeren. Waar blijft de politiek met een deltaplan van voorlichting en heropvoeding voor deze jongeren zonder respect voor meisjes en vrouwen? En dus zonder zelfrespect. Huiver van de getuigenissen op nrcnext

Vrouwen worden lastiggevallen in de straten van Brussel. Sofie Peeters toont het in de documentaire ‘Femme de la rue’. Volgens Peeters een complex probleem: ‘Het is moeilijk om een conclusie te koppelen aan mijn eindwerk’, zegt de documentairemaakster. ‘Maar mijn persoonlijke conclusie is dat seksuele intimidatie het gevolg is van een mix van factoren. Er is ten eerste een sociaal-economische factor. Het gaat vaak om mannen uit lagere sociale klassen, die vrouwen haast uit verveling lastigvallen. In Brussel gaat het ook vaak om allochtone mannen. Er zal wel een soort van cultuurclash meespelen, maar ik wil zeker niet de focus leggen op de allochtone gemeenschap, want het is maar een kleine groep die zich zo gedraagt. Het is heel nefast voor de hele allochtone gemeenschap’, zegt Sofie Peeters.

Wat bedoelt Peeters? Waarom spreekt ze zo omfloerst? Wijst ze nou wel of niet naar moslimmannen? In islamitische landen als Egypte is het lastigvallen van vrouwen een erkend probleem. En als een kleine groep allochtone- of moslimmannen vrouwen lastigvalt, dan kan dat beter gezegd worden om het probleem op te lossen. Waarom maakt Peeters anders haar documentaire? Vanzelfsprekend valt de hele moslimgemeenschap daar niet op aan te spreken. De koudwatervrees van Peeters om man en paard te noemen geeft aan dat de emancipatie van de allochtonen in België nog in de kinderschoenen staat. Het debat moet nog beginnen.

Vandaag heeft naar aanleiding van de première van de documentaire ‘Femme de la rue’ de Brusselse wethouder van Toerisme Philippe Close (PS) maatregelen aangekondigd tegen mannen die vrouwen beledigen, uitschelden of lastigvallen op straat, aldus brusselnieuws.be. De film stelt het machogedrag van heel wat mannen in enkele Brusselse wijken aan de kaak. Seksisme is ontoelaatbaar en het is onbegrijpelijk waarom er een documentaire voor nodig is om de vrouwen hun rechten te geven in de openbare ruimte. Bizar.