
‘Je gaat het pas zien als je het door heb’, zo luidt een uitspraak van Johan Cruijff. Als je niet doorhebt wat je ziet, dan begrijp je bovenstaande foto niet. Op het eerste oog gaat het om een gezelschap goed geklede mannen in een luxe, exotische omgeving. Een gemengd gezelschap witte en gekleurde mannen. Op de achtergrond is een beeld van een persoon zichtbaar.
Wat is de sleutel om deze foto te kunnen begrijpen? Dat kan de meest rechtse man zijn, de invloedrijke tenorsaxofonist Lester Young die door zoals alle jazzmusici een bijnaam had: ‘Prez’. Die werd hem gegeven door zijn vriendin Billie Holiday. Ah, als dat beeld op de achtergrond nou eens de stichter van de Turkse staat Mustafa Kemal Atatürk is, dan heeft dit iets met Turkije te maken. De link tussen jazz en Turkije zijn de Turks-Amerikaanse broers Ertegun, Nehushi en Ahmet. De eerste voerde vanaf 1955 de jazzcatalogus van het platenlabel Atlantic tot grote hoogte. Met iconische opnames van John Coltrane en Ornette Coleman.
In 1934 was Munir Ertegun de vader van Nehusi en Ahmet benoemd tot Turks ambassadeur in de VS. Dat was hij tot hij in 1944 overleed. De zoons woonden in de Turkse ambassade bij hun ouders. Bij het Wikipedia-lemma van zijn naam staat: ‘As the Republic’s ambassador to Washington, Ertegun opened his embassy’s parlors to African American jazz musicians, who gathered there to play freely in a socio-historical context which was deeply divided by racial segregation at the time’. Het klopt dat pas vanaf het eind van de jaren 1930 langzaam de rassenscheiding binnen de jazz- en muziekindustrie veranderde. Onder meer door toedoen van witte musici als Benny Goodman en Charlie Barnet die ondanks maatschappelijke druk zwarte musici engageerden.
Het is aannemelijk om te veronderstellen dat dankzij de broertjes Ertegun de Turkse ambassade werd opengesteld voor witte én Afro-Amerikaanse jazzmusici. Want in de stad konden ze begin jaren 1940 niet samenspelen, zoals dit verslag verduidelijkt. Het bijschrift van de foto geeft uitsluitsel. Het is circa 1940 en de musici worden gefotografeerd in de Turkse ambassade in Washington DC. Lester Young gaat vergezeld van musici als Mezz Mezzrow, J. C. Higginbotham, Art Hodes, Lou McGarity, Sidney De Paris en Henry ‘Red’ Allen. Volgens een ander verslag begon Nehusi Ertegun met behulp van Herb Abramson vanaf 1941 in Washington DC jazzconcerten te organiseren, met het eerste geïntegreerde concert in 1942.
Aardig aan deze foto is dat het de beeldvorming over Turkije als een nationalistisch en etnisch bijziend land bijstelt. Hoewel het verschil tussen het seculiere en islamitische Turkije de koers van het huidige Turkije ook reliëf geeft. Zo staan de broers Ertegun en hun vader symbool voor een tolerant Turkije dat tijdens het Ottomaanse Rijk een veelvolkerenstaat met vele minderheden was. Toch is het bijzonder dat het in 1940 en de jaren daarna twee Turkse broers waren die hielpen de rassenscheiding in de VS te helpen doorbreken in de Turkse ambassade. Ofschoon het ook wel logisch is dat alleen buitenstaanders dat konden doen omdat ze de last van de toenmalige Amerikaanse samenleving niet voelden. Uiteraard is het triest dat dit nodig was omdat musici elders niet samen konden spelen. Of zelfs samenleven. Zo relativeert de foto vanzelfsprekendheden. Over de VS als open, pluriforme samenleving en over Turkije als gesloten samenleving. We hebben het door.
Foto: William Gottlieb, [Portrait of Nesuhi Ertegun, Herb Abramson, Ahmet M. Ertegun, Mezz Mezzrow, Jay Higginbotham(?), Art Hodes, Lou McGarity, Henry Allen, Lester Young, and Sadi Coylin(?), Turkish Embassy, Washington, D.C., ca. 1940]. Collectie: Library of Congress.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...