Ruud Koopmans meent dat in Nederland de kritiek op de radicale islam vooral door links ontkend wordt

Het is een oude constatering, islamkritiek moet, maar mag niet in Nederland. Het islamdebat is geamputeerd en gesaboteerd. Socioloog Ruud Koopmans ziet in gesprek met WNL de radicale islam als probleem. Er heerst volgens hem bij linkse en gematigd-rechtse politieke partijen een taboe om kritiek te uiten. Bijvoorbeeld wat de positie en bejegening van vrouwen of homoseksuelen binnen de islam betreft die niet te rijmen valt met de rechtsstaat. Toch blijft het behalve bij radicaal-rechts stil en klinkt er nauwelijks kritiek op de radicale islam.

Vooral door de halfslachtige opstelling van links die valt samen te vatten als wegkijken en goedpraten. Terwijl enkele decennia daarvoor kritiek van links op het christendom op dezelfde aspecten wel overbodig klonk. Dat verschil is opvallend en niet logisch. Zodat islamkritiek nog meer met radicaal-rechts wordt geassocieerd en nog meer een taboe wordt. Met als gevolg dat het gedrag van links er alleen nog maar extra krampachtig op wordt. Het ontkennen van de waarheid over de islam door links is een destructieve daad. Gelukkig zijn er uitzonderingen op dat goedpraten van de onderdrukking door de radicale islam, zoals Koopmans, maar ook ex-PvdA’er Eddy Terstall. Die laffe houding van de PvdA kondigde al voor 2010 de leegloop van de partij aan.

Het islamitisch fundamentalisme kan het best bestreden worden met fundamentele kritiek. Maar in Nederland gebeurt het niet of te aarzelend. De verklaring is duidelijk, moslims worden als slachtoffer beschouwd en moeten in bescherming genomen worden omdat ze zielig zouden zijn. Hoewel het volgens Koopmans juist de islamregimes zijn die slachtoffers maken. Niet in het minst de goedwillende moslims die onder het islamitisch radicalisme lijden. Het wegkijken van bedrijfsleven en voltallige Nederlandse politiek voor landen als Qatar of Saoedi-Arabië die hun islamitisch fundamentalisme naar Nederland mogen exporteren is een ander taboe.

Ruud Koopmans: Westen moet zich weerbaarder opstellen tegenover intolerante islam. Kansen voor de sociaal-democratie?

ad

Als zoiets in naam van jouw religie gebeurt, heb je de verantwoordelijkheid om te handelen. Maar ook nu wordt weer gezegd dat dit niets met de islam te maken heeft’. Aldus de in Duitsland werkzame Nederlandse hoogleraar sociologie en migratie-onderzoek Ruud Koopmans in een interview met Wierd Duk in het AD naar aanleiding van de recente aanslag op een kerstmarkt in Berlijn in naam van de islam.

Het stoort Koopmans dat moslims, linkse media, linkse wetenschappers en politici zeggen dat zo’n aanslag niets met de islam te maken heeft. Dat kan uitgebreid worden met christelijke opiniemakers. Zo framede Trouw in 2015 in een kop in een indirect witwassen van het christendom dat de verwoesting van Palmyra niets met religie te maken had. President Obama en toenmalig premier Cameron meenden in 2014 zelfs te moeten zeggen dat ISIS niet met de islam te maken had, terwijl ze dat als niet-moslims helemaal niet te bepalen hadden. Het is menselijk om verdiensten te claimen en geen verantwoordelijkheid te nemen voor negatieve ontwikkelingen. Maar het wordt een politieke chaos als allerlei belanghebbenden vanwege de eigen politieke agenda de islam voor hun eigen karretje spannen. Dat ontneemt het zicht op de werkelijkheid en blokkeert een open debat over de islam. Het ontkennen van de kwalijke kanten van de islam is een politieke ramp.

Koopmans voelt zich een roepende in de woestijn. Hij neemt zowel afstand van de rechts-populisten van de PVV en AfD waar hij niets mee te maken wil hebben, als van de intolerante islam die naar zijn schatting zo’n 500 miljoen moslims omvat waarvan er 50 miljoen geweld zouden accepteren om de islam te verdedigen, als van de linkse kosmopolieten die hun kop in het zand steken en zich neerbuigend gedragen tegenover de critici van de multiculturele samenleving die al te makkelijk als achterlijk en racistisch worden benoemd.

Koopmans zegt zich een ouderwetse sociaal-democraat te voelen, maar geeft aan dat het lastig is om je met het onderwerp van integratie en islam politiek in het midden op te houden. Des te meer omdat het gezag van de sociaal-democratie is weggevaagd. Tussen ‘gewone’ religiekritiek op de islam en de islamofobie van rechts-populisten in. Koopmans gaat uit van een rechtsstatelijke opstelling en vraagt om wat gezond verstand: ‘We moeten veel duidelijker definiëren wat de kern van de rechtsstaat is. Nu is het enorm moeilijk om migranten, die zonder papieren of met valse identiteitsbewijzen zijn binnengekomen, uit te zetten. (..) Dit soort verwrongen gedrag ondermijnt juist de rechtsstaat. Het is een gevolg van verkeerde politieke beslissingen als hier zoveel kwaadwillenden kunnen rondlopen, die niet uitgezet kunnen worden. Dat zijn misstanden die doden kunnen kosten. Het is ook niet rechtsstatelijk om iedereen maar binnen te laten en daarmee gewetenloze mensensmokkelaars in de kaart te spelen. Hoe kan dat een ‘Europese waarde’ zijn?

Koopmans sluit aan bij sociaal-democratische denkers als Paul Scheffer die voorstander zijn van de EU, en het als noodzaak zien dat de buitengrenzen goed bewaakt worden en staten weer controle over het eigen territorium krijgen. Zie hier zijn artikel ‘Groot Europa is zwak Europa’. Niet de derde, maar de vierde weg. Tussen de 1) intolerante islam, 2) multiculturele denkers en goedwillende  kosmopolieten die vanuit hun eigen reservaat neerkijken op burgers die zich uit arren moede wenden tot het tegengeluid van rechts-populisten en 3) rechts-populisten die de EU en de democratie willen breken en de islam daarvoor als middel gebruiken.

Koopmans meent dat de westerse democratieën zich veel weerbaarder dan nu op moeten stellen om de eigen waarden overeind te houden. Feitelijk biedt deze klare rechtsstatelijke lijn de sociaal-democratie enorme kansen tussen het elitaire kosmopolitisme (GroenLinks, D66), het rechts-populisme (PVV, VNL, GeenPeil, FvD) en het goedpraten van de kwalijke kanten van de islam en religie in het algemeen in (DENK, CDA). PvdA-leider Lodewijk Asscher kan zo met gematigd nationalisme en anti-globalisme nieuwe kansen creëren voor zijn partij als hij bovengenoemde uitgangspunten duidelijk en overtuigend verwoordt. Luistert hij naar Koopmans?

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHet Westen moet zich veel weerbaarder opstellen’’ in het AD, 4 januari 2017.

Waarom treedt haatimam Khalid Yasin in Vlissingen op?

277106_314592148662848_2007986277_n

PvdA’ers Keklik Yüçel en Tanja Jadnanansing stellen kamervragen over de komst van wat ze een omstreden imam noemen aan minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken en Jet Bussemaker (PvdA) van Onderwijs. Een kwartet sociaal-democraten onder elkaar. Het gaat om de Amerikaan Khalid Yasin die in Engeland woont en optrad in de aula van het Vlissingse Scheldemond College. Een openbare middelbare school. De directie van de school zegt van niks te hebben geweten en onvoldoende geïnformeerd te zijn.

Yüçel en Jadnanansing willen weten hoe de bijeenkomst tot stand is gekomen. Vraag is of werkgroep van islamitische vrouwen Isra die de imam uitnodigde in volle openheid heeft geopereerd. Zoja, dan heeft de school wat uit te leggen. Zonee, dan hebben de vrouwen van Isra wat uit te leggen. Op hun Facebook-pagina menen ze dat Yasin niet als ‘haatimam‘ en ‘radicale spreker‘ te boek staat. Maar de archieven leren anders.

Yasin is een hedendaagse conservatief die makkelijk met media omgaat, maar ouderwetse denkbeelden heeft. Zo ziet hij homosexualiteit als een afwijking die met de dood bestraft moet worden. Het AIDS-virus zou door de VS ontwikkeld zijn en in zwarte Afrikanen geïnjecteerd zijn om het bevolkingsvraagstuk op te lossen. In Australië ontstond enkele jaren geleden weerzin over de woorden van Yasin. Sarah Ferguson tekende het op. En de Islamitisch-Zeeuwse vrouwen van Isra hadden ook van Carel Brendel kunnen leren dat Khalid Yasin het tegendeel van een progressieve geestelijke is. Yüçel en Jadnanansing praten terecht over een omstreden iman.

Elke keer weer worden buitenlandse imams die achter een vlotte presentatie conservatieve denkbeelden over vrouwen of homosexuelen hebben door Islamitisch-Nederlandse organisaties naar Nederland gehaald. Zoals een jaar geleden haatimam Haitham al-Haddad. Veelzeggend is dat er geen progressieve imams te vinden zijn die de islam ondergeschikt achten aan de grondrechten van de Nederlandse rechtsstaat. Ze bestaan blijkbaar niet. Dat spoort met onderzoeken van onder andere socioloog Ruud Koopmans die constateren dat een ruime meerderheid van de Nederlandse moslims de waarden van de islam boven die van de rechtsstaat stelt. Iemand als Keklik Yüçel weet gelukkig het onderscheid tussen goeie en foute denkbeelden van imams wel te maken.

Foto: Aankondiging door Isra van lezing Khalid Yasin in Vlissingen, 16 maart 2013.

Integratie in Duitsland met Martin Huyn

Martin Hyun is een bekende Duits-Koreaan. Hij is vechter voor rechten van minderheden. Bijzonder is dat-ie de integratie van binnenuit bekijkt. Hij stelt zich naar alle kanten onafhankelijk op. Zijn kritiek geldt niet alleen iemand als Theo Sarrazin, maar ook voorstanders van integratie. Überheblichkeit, Spott und Arroganz, zegt hij over enkele integratie-deskundigen in een verslag van een Berlijnse bijeenkomst op 11 november 2010, Aanmatiging, Hoon en Arrogantie.

Op het symposium Zahlen machen Politik: Nutzen und Nebenwirkungen von Integrationsindikatoren werd onder leiding van Andrea Dernbach door Referent Andreas Kapphan, de Duits-Turkse Kenan Kolat en de Nederlandse sociale wetenschappers Han Entzinger en Ruud Koopmans gedebatteerd.

Hyun wordt slaperig van de wetenschappers met hun theoretische uitzettingen ‘Ich wurde schläfrig, als die Wissenschaftler von der Theorie sprachen und fast wäre ich eingeschlafen’, maar veert op als Kenan Kolat het woord krijgt ‘bis die Journalistin Kenan Kolat das Wort erteilte’. Alleen Kolat verbindt theorie en praktijk ‘Auf dem Podium war Kolat der Einzige, der das Wissen von Theorie und Praxis vereinte’ en spreekt authentiek.

Kolat bekritiseert dat gebrekkige kennis van het Duits bij autochtone kinderen als onderwijsprobleem en bij migrantenkinderen als integratieprobleem wordt gekenschetst. Er kritisierte, dass mangelnde Deutschkenntnisse bei biodeutschen Kindern als eine Bildungsfrage und bei Migrantenkindern als Integrationsfrage deklariert wird. Entzinger en Koopmans vinden het volgens Hyun waarschijnlijk verwonderlijk hoe impulsief en emotioneel Kolat dit verwoordt: Die beiden fanden es wahrscheinlich befremdlich, wie impulsiv und emotional Kenan Kolat an die Sache ging.
 
Martin Hyun maakt mijn inziens een terecht onderscheid tussen de deskundigen uit de sociale wetenschappen en ervaringsdeskundigen als hijzelf en Kenan Kolat. Entzinger en Koopmans die hoe goed ze het ook bedoelen van buitenaf tegen immigratie aankijken en het hele plaatje missen. Integratie wordt meer gediend door onafhankelijke en oorspronkelijke geesten als Huyn en Kolat. Zoals Hyun zegt ‘Theorie zonder praktijk is zonder geest’ en ‘Praktijk zonder theorie is zonder leven’. Theorie ohne Praxis ohne Geist ist und Praxis ohne Theorie ohne Leben.
 
Een NRC-artikel waarin Han Entzinger samen met Peter Scholten het kabinet veroordeelt voor zijn harde aanpak van de integratie onderstreept wat Martin Hyun beweert. Het bezit geen geest, is theorie zonder praktijk en stapelt mooie woorden zonder urgentie. Slaapverwekkend. Ook voor Nederland vertrouw ik meer op gezaghebbende migranten dan op deskundologen uit de sociale wetenschappen of ambtenarij. Ofwel, duizend maal liever Ahmed Marcouch dan Han Entzinger. Maar ik heb nog liever de Nederlandse evenknie van Martin Hyun of Kenan Kolat.

Foto: ‘Spirits of Korea‘ met jonge Koreanen in Duitsland