Managers van RTV Noord huren columnist Willem van Reijendam niet meer in omdat hij kritiek heeft op managers

Schermafbeelding van deel columnColumn: Verdienen en waard zijn‘ van Willem van Reijendam voor RTV Noord, 12 juni 2021.

Wow, ik kan het bijna niet geloven dat managers van RTV Noord een columnist de wacht aanzeggen omdat hij kritiek heeft op het functioneren van managers. Er bestaat onderhand toch maatschappelijke overeenstemming over het feit dat de handen aan het bed, kortom de werknemers in het veld die vitale beroepen uitoefenen financieel en anderszins ondergewaardeerd worden? In combinatie met de hoge werkdruk. 

Uiteraard is een bepaald percentage managers noodzakelijk, maar de consensus is toch dat er veel overbodige managers zijn? Het blijft doorgaans echter bij mooie woorden omdat managers hun positie goed verdedigen en daarom niet makkelijk ontslagen worden. Want zij zitten zelf aan de knoppen van hun eigen personeelsbeleid en ontslaan zichzelf niet. Maar de kritiek op hun bevoorrechte positie moeten ze zich toch onderhand kunnen laten welgevallen? Of willen ze naast macht en goede arbeidsvoorwaarden ook nog maatschappelijke waardering en aanzien afdwingen? Dat laatste lijkt echter een gepasseerd station en is te veel gevraagd.

Het zal simpel gedacht zijn, maar het geld dat nodig is voor vitale beroepen kan weggehaald worden bij niet-vitale beroepen in de publieke sector en de semi-publieke sector zoals RTV Noord. Dat betreft voorlichters, marketeers, beleidsmedewerkers, projectleiders en managers. Ze zijn in grote mate misbaar. De wildgroei van dit type vage en bij nader inzien overbodige beroepen is afgelopen jaren ongekend geweest. Deze beroepen kunnen zinvol zijn en niet alle individuen hoeven ontslagen of gekort te worden in hun salaris, maar er bestaat overeenstemming over de conclusie dat een meerderheid van dit soort medewerkers in niet-vitale beroepen overbodig is. Dat vraagt om ander beleid.

Waar gaat het concreet over? De column van Willem van Reijendam van 12 juni 2021 zegt over managers:

Schermafbeelding van deel columnColumn: Verdienen en waard zijn‘ van Willem van Reijendam voor RTV Noord, 12 juni 2021.

Dit is een volkomen logische redenering. Van Reijendam herhaalt een standpunt dat maatschappelijk geaccepteerd is en sinds de COVID-19 pandemie van de afgelopen twee jaar alleen maar aan rugwind gewonnen heeft. Die redenering bestaat eruit dat geld dat nodig is voor vitale beroepen bij niet-vitale beroepen weggehaald kan worden.

Van Reijendam reflecteert hiermee op een dubbel maatschappelijk probleem. Het eerste is het bestaan van de wildgroei aan overbodige beroepen die maatschappelijk en economisch niets toevoegen aan het welzijn en de welvaart van Nederland. Het tweede bestaat eruit dat op deze analyse dat het belang van de overbodige beroepen moet worden teruggebracht niets gebeurt omdat de overbodige beroepen dat verhinderen. De kwestie Van Reijendam is een voorbeeld van managers die hun positie verdedigen en zich laten kennen als usurpator. Ofwel, personen die op een illegale wijze bevoegdheden naar zich toetrekken.

In een FB-post van 26 juni 2021 waar Bart Fm Droog me opmerkzaam op maakte zegt Van Reijendam het volgende: ‘Voor wie de wekelijkse zaterdagcolumn mist die ik al ruim zes jaar schrijf voor RTV Noord: die is door het management van deze omroep stopgezet, wegens een ‘ernstige vertrouwensbreuk. In het kort, en in mijn bewoordingen: het management voelt zich ‘geschoffeerd en gekleineerd’ door mijn column van twee weken geleden over (gebrekkige) marktwerking op de arbeidsmarkt, waarin ik vaststel dat ic-verpleegkundigen, waar grote vraag naar is, er geen geld bijkrijgen, terwijl managers, waar je de grachten mee kunt dempen, er niet op achteruit gaan.’  

Maar dan komt het en vervolgt Van Reijendam: ‘Het management van RTV Noord is vooral not amused dat ik managers vergelijk met voortwoekerende schimmel en wenst die vergelijking persoonlijk op te vatten. Het schrijft: ‘… er zijn wel fatsoensgrenzen waar wij ons aan vasthouden. Die grenzen zijn ver overschreden.’ Ik word per direct ook niet meer ingehuurd voor redactionele diensten.’

Het lijkt er inderdaad op dat er fatsoensgrenzen zijn overschreden. Maar niet door Willem van Reijendam die ik overigens niet ken, maar door de managers van RTV Noord die jammergenoeg in deze kwestie anoniem blijven en tot nu toe publiekelijk aan niets of niemand verantwoording hebben afgelegd over deze kwestie. Dat is hun macht die ze nu uitbuiten door een columnist de laan uit te sturen. Is een column in een krant of bij een omroep trouwens niet een vrijplaats waar de ruimte om een afwijkende en scherpe opinie te geven groter is dan in de reguliere verslaggeving? 

Hemeltje, als de feiten kloppen dat voor de managers Van Reijendams column voor RTV Noord de reden was om hem niet meer in te huren, dan laten ze zich van hun kinderachtige kant kennen. Dit lijkt sterk op vergelding. Blijkbaar uitsluitend omdat Van Reijendam een maatschappelijk probleem signaleert, namelijk dat de wildgroei aan overbodige beroepen nog steeds geen halt is toegeroepen. Zonder dat hij overigens iemand bij naam noemt. De managers van RTV Noord worden naar mijn idee meer beschadigd door hun reactie op Van Reijendam, dan door zijn column.

De managers van RTV Noord verschuilen zich achter hun opvatting van burgermansfatsoen die ze Van Reijendam als een norm voorhouden die hij dient te accepteren. Verwijzing naar fatsoen is altijd een zwaktebod van de zittende macht en om verschillende redenen ongelukkig. Het is een hoogst subjectief begrip waarvan de interpretatie niet bij voorbaat vaststaat. De managers van RTV Noord hebben zich echter niet onmogelijk gemaakt omdat ze fatsoensridders zouden zijn, maar omdat ze het diepste wezen van de journalistiek overduidelijk niet begrijpen. Ze kunnen niet tegen tegenspraak en hebben daarom bij een nieuwsmedium niets te zoeken.

Harma Heikens stopt als kunstenaar wegens vertrutting van de kunstsector

De in Groningen gevestigde kunstenares Harma Heikens stopt ermee. Ze zegt het gehad te hebben met de vertrutting van de kunstsector. In een bericht van André Walhout voor RTV Noord doet ze opzienbarende uitspraken die het waard zijn om herhaald te worden. Ik besteedde in augustus 2015 in een commentaar  aandacht aan haar werk toen festival Noorderzon niet de twee mannen buitensloot die dreigden haar werk over kindermisbruik te vernietigen, maar het kunstwerk ‘Toys in the Attic’ (zie: 7) afsloot voor het publiek. De omgekeerde wereld. Daarop trokken galerie Sign en Heikens het werk terug. Heikens’ galeriehouder weigerde laatst bovenstaand werk ‘World’s Most Burned’ uit 2016 (zie: 1) van een brandende Amerikaanse vlag te exposeren. Uit angst? Uit projectie? Uit labbekakkerigheid? Uit commerciële overwegingen? Uit gebrek aan overtuiging, burgermoed of collectieve moed dat in het Duits ‘Zivilcourage’ wordt genoemd? Of alles samen?

De kunstsector is uitgegroeid met opleidingen, kunstmanagement, kunstambtenaren, beleidsmakers, zo merkt Heikens op. Schaalvergroting dus. De sector is meer in de breedte dan in de diepte gegroeid. Gevolg daarvan is dat een sector waar zovelen hun broodwinning, carrière of positie aan ontlenen minder scherp wordt en getemd is. Zoals Heikens het verwoordt: ‘Alles moet tegenwoordig publieksvriendelijk zijn’. Naast die schaalvergroting is een bijkomend aspect de geringschatting van de politiek zoals dat in 2011 werd verwoord door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD). Hij maakte onder druk van de PVV en zijn partij de VVD in de beeldvorming kunst tot iets van een kleine groep, terwijl tot die tijd kunst als algemeen belang werd gezien. Die omslag in het denken is bij velen in de kunstsector ongemerkt naar binnen geslagen. Niet in het minst in de museumsector die meer dan voorheen op veilig speelt en marketing voor verdieping stelt.

Als angst om zich uit te spreken eenmaal bezit neemt van iemand, dan is er geen redden meer aan. Zeker niet als overheidssubsidie dreigt te stoppen of de economische situatie verslechtert. Aan die neergang weten de sterkste kunstprofessionals zich te onttrekken. Daar zijn er gelukkig nog heel wat van, maar door de groei in de breedte en de verambtelijking van de sector zijn ze een kleine minderheid geworden. Zelfs een voorhoede die niet altijd gevolgd wordt. Als angst regeert, dan verliest kunst de functie om de samenleving een spiegel voor te houden en aan te scherpen. Professionele kunst wordt getemd en verglijdt ongemerkt in de richting van het soort kunst van amateurs dat pleziert, op veilig speelt en uitsluitend nog een therapeutisch doel heeft.

Vertrutting is een maatschappelijk verschijnsel dat nu blijkbaar ook de kern van de beeldende kunst bereikt heeft. Het is moedig van Harma Heikens dat ze dit in de publiciteit signaleert. Na de publieke omroep, de gevestigde media, de sociale media, de samenleving en de politiek is nu blijkbaar ook de beeldende kunst aan de beurt om langs de meetlat gelegd te worden. De rot van de vertrutting heeft ingezet. Kunstenaars worden betutteld en laten zich betuttelen. Vraag is of dat proces nog gekeerd kan worden en wat daartoe nodig is.

Moet de kunstsector krimpen en de oneigenlijke elementen van platte vercommercialisering, intellectuele vervlakking, zelfcensuur en angsthazerij buitenschoppen om weer terug tot de oude kern te keren? Kan die geest ooit weer in de fles gestopt worden? Een voorwaarde daartoe is in elk geval de bewustwording erover.

Foto 1: Harma Heikens, World’s Most Burned’ uit 2016.

Foto 2 en 3: Schermafbeelding van passages uit het berichtOmstreden kunstenares stopt: ‘Zoveel weerstand dat het niet meer leuk is’ van René Walhout voor RTV Noord, 7 september 2017.

CDA danst de polonaise. Subcultuur van burgerlijkheid

De verkiezingen zijn geweest en de uitslagen druppelen binnen. De VVD is de grootste partij en het ziet er naar uit dat de PVV de tweede partij wordt. CDA en D66 volgen daar kort achter. En daar weer achter SP en GroenLinks. De PvdA heeft grandioos verloren. Een aantal kleinere partijen snoept de winst van het PvdA op.

Uit de verslagen van de bijeenkomsten van de partijen op de uitslagenenavond was te zien dat elke achterban een subcultuur is. SP is een sociale werkplaats van communale snit met een leider die door de voorzitter op de achterste rij gecontroleerd wordt. VVD als een jolijtig clubje dat overduidelijk tevreden met zichzelf is en waar ontwikkeling de pret niet in de weg staat. D66 dat de beschaving van de hogere burger uitdraagt en dat zo gereserveerd doet dat het een kennisgeving is. GroenLinks als de zoekende partij die tot op het laatste moment gevangen zit in de greep van de marketing waar de spontaniteit moeite doet om door te breken. En dan is er het CDA als de meest kleinburgerlijke partij met de meest bekrompen en humorloze leider die Nederland op dit moment heeft. Het CDA waagt zich aan de polonaise. Als uiting van haar ultieme fantasie.

Kerkje van Woldendorp in Groningen is als het leven zelf

In dit verslag komt alles samen. Dat maakt het tot een staalkaart van actuele problematiek. 1) De ambitie van Pieter Stapel om een muziektheater in een voormalig kerkje te Woldendorp in te richten. 2) Leegstand van kerken die niet meer gevuld kunnen worden omdat het aantal gelovigen afneemt en er daarom sloop of een alternatieve bestemming wacht. 3) Aardbevingen vanwege de gaswinning in Groningen die vele huishoudens fysiek en psychisch ontwrichten. 4) De reactie van de NAM die door Groningers als terughoudend, bestuurlijk onzuiver en kil wordt ervaren. Wat het kerkje ondergaat is als het leven zelf: opkomst, groei, neergang en dood. Of een uitgestelde dood van weer een nieuwe bestemming. Het kerkje weerspiegelt een levenscyclus.

Zakkenrollende asielzoekers in Groningen leggen falende uitzettingsprocedure bloot

In Groningen zorgen zakkenrollende asielzoekers ‘uit veilige landen’ voor problemen. Staatssecretaris Klaas Dijkhoff reageert: ‘hij ergert zich kapot‘. Dat is nogal een apolitieke reactie die verantwoordelijkheid afschuift. In gesprek met RTV Noord zegt burgemeester Peter den Oudsten dat de zakkenrollende asielzoekers voor een deel uit Noord-Afrikaanse landen zoals Marokko komen, maar ook uit Georgië. Over hoeveel zakkenrollende asielzoekers uit veilige landen het gaat is vooralsnog niet duidelijk. Hoe dan ook staat het buiten kijf dat het Vluchtelingenverdrag niet geldt voor criminelen die met dat doel naar Nederland komen. Niet elke asielzoeker is vluchteling. Dijkhoff en de landelijke politiek zijn er schuldig aan dat er nu niet passend wordt opgetreden.

Het is merkwaardig dat er nog geen procedure is ontwikkeld en in werking is getreden om dit type criminele asielzoekers versneld uit te zetten. Dat is om vier redenen gewenst. 1) Het Vluchtelingenverdrag is er niet voor bedoeld. 2) Bij de bevolking neemt het draagvlak voor opvang van vluchtelingen volgens de definitie van het Vluchtelingenverdrag erdoor af. 3) Het zorgt voor onrust waar rechts-extremistische partijen van profiteren. 4) Het zorgt voor afnemend vertrouwen in de overheid door deze aanpak die veel te wensen overlaat.

Miljoen verlies voor vliegveld Eelde. Het perspectief blijft slecht. Wat doet de regionale politiek?

In december 2014 schreef ik dit commentaar over de martelgang van dit regionale vliegveld: ‘Groningen Airport Eelde wil een voorbeeldfunctie vervullen voor regionale luchthavens in Nederland‘, zo zegt het. Dus voor Rotterdam, Eindhoven, Maastricht, Enschede en Lelystad. Schiphol is eigenaar van Rotterdam, Eindhoven en Lelystad. Daarom valt niet in te zien hoe Groningen Airport een voorbeeldfunctie kan vervullen voor regionale burgerluchthavens die met steun en expertise van de Schiphol Group opereren. Een rapport uit 2004 van Rand Europe concludeert uit analyse van de aspecten bedrijfsresultaat, werkgelegenheid en milieueffecten, en reistijdwaardering en grondlasten dat Groningen Airport -samen met Enschede en Lelystad- ‘op basis van de beschouwde aspecten waarschijnlijk een negatieve toegevoegde waarde hebben’.

RTV Drenthe citeert directeur Evert Wind van het routefonds: ‘Wij hopen de komende jaren, en dat is ook het signaal van de aandeelhouders, dat men wel bereid is om het fonds verder te vullen om daarmee zoveel mogelijk nieuwe lijnvluchten te bevorderen en het vliegveld winstgevend te maken’. Aandeelhouders zijn de provincies Drenthe en Groningen en de gemeenten Tynaarlo, Assen en Groningen. Regionale luchthavens zijn als regionale professionele voetbalclubs of orkesten. Met een beroep op regionale trots en emotionele chantage op betrokkenen om niet af te haken, het voorspiegelen van toenemend bereik en winstgevendheid wordt tegen beter weten in een kaartenhuis van verwachtingen gebouwd. Maar Airport Groningen Eelde blijft een toegevoegde negatieve waarde houden. Ondanks alle mooie praatjes van lobbyisten. Dus: niet doen.

Waarheen met de binnensteden? Leegstand en horecaïsering. Ziet het openbaar bestuur de urgentie?

Leegstand in de binnensteden. Het is al een kleine 10 jaar aan de gang. Zoals in Groningen en andere steden. Wellicht op Utrecht, Amsterdam en een enkele stad na. Wat doen de lokale overheden om winkels die soms al tientallen jaren bestaan te helpen? Uiteraard kan het openbaar bestuur de bedrijfsvoering niet overnemen. Die kennis heeft het niet en het is geen kerntaak. Maar wel kunnen gemeenten bijsturen met het parkeerbeleid, openbaar vervoer, het verlagen van gemeentelijke belastingen of het aantrekkelijk maken van de binnenstad.

De voorkeur van de consument is veranderd en door de crisis heeft die sinds 2008 minder uit te geven. De webwinkels zijn in opkomst. Beseffen lokale overheden voldoende wat een verarming het is als goed geleide en gediversificieerde winkels hun deuren moeten sluiten? Winkels zijn net als kerken, industriële gebouwen, voetbalstations of publieke omroepen cultureel erfgoed. Niet alles hoeft bewaard te blijven om doorgegeven te worden aan de volgende generatie, maar nu lijken steden door winkelsluitingen door de bodem te zakken.

Horecaïsering van de detailhandel is hetzelfde spookbeeld als leegstand. Dat laatste is minder verhullend dan de ontelbare espressobars, broodjeszaken, cafés, kroegen, fastfoodzaken, kiosken en koffiehoeken in elke gevestigde detailzaak die steden overspoelen met voedsel en drank. Wat nu ontbreekt is dat de steden de urgentie inzien en constateren dat horecaïsering en leegstand twee aspecten van hetzelfde probleem zijn.

Colleges en gemeenteraden dienen te beseffen dat zowel het evenwicht tussen soorten detailzaken als het tegengaan van leegstand essentieel is om de binnensteden leefbaar te houden. Als de lokale politiek zegt dit serieus te nemen, dan dient het te handelen. Niet door nieuwbouw of grootse vastgoedprojecten, maar door gunstiger voorwaarden te creëren voor de traditionele detailhandel. Dit beleid dient ook niet door een wethouder Economie, Vastgoed of Woningbouw, maar door een wethouder Cultuur gecoördineerd te worden.

Bepaal een bovengrens voor het aantal horecazaken en verzin een list die de ondernemingszin van de VVD combineert met het sociale gezicht van de PvdA en de culturele belangstelling van D66. Maak afspraken met verhuurders en nodig kunstenaars, designers, allochtone of jonge ondernemers uit om horecaïsering en leegstand van binnensteden niet verder te laten toenemen. Ontwikkel een langetermijnstrategie van generieke maatregelen om die voor de toekomst terug te dringen. Consumeren en vreten is een lege, hoewel intens populaire bezigheid, maar hier gaat het om het kopen van primaire levensbehoeften. Ook dat is cultuur.

Trainer Erwin van de Looi (FC Groningen) aan het woord. Modekitsch

Sportjournalistiek, het blijft het verdomhoekje van de journalistiek waar de minst getalenteerden of minst ambitieuzen terechtkomen. FC Groningen trainer Erwin van de Looi beheerst de nietszeggendheid in hoge mate. En zoals dat tegenwoordig heet, da’s ook een kunst. De oefenmeester krijgt alle ruimte om niets te zeggen. In de sportjournalistiek is niets dwingend en kan alles alle kanten opgaan. Het doet er niet toe. Vaak raakt journalistiek aan het amusement, maar in de sportjournalistiek valt het er volledig mee samen. Die constatering doet niets af aan de prestatie van Erwin van de Looi. Als geen ander kletst hij geroutineerd een item vol zonder ook maar iets fundamenteels te zeggen. Het is de sportjournalistiek die het laat gebeuren.

Op stap met Marketing Groningen: Hendrik Werkman

In Groningen heeft Marketing Groningen een wandeling van zes kilometer uitgezet door het leven van de dode drukker en kunstenaar Hendrik Werkman (1882-1945). De bedoeling is dat het leven van Werkman nog beter bekeken kan worden door deze wandeling. Stadspromotie -of: citymarketing- van dode kunstenaars is iets waar levende kunstenaars alleen maar jaloers op kunnen zijn. Een afgerond verleden sluit zo goed als uit dat stadsmarketing voor onaangename verrassingen komt te staan. Daarom leeft stadspromotie bij dode kunstenaars. In hun nieuwe leven na de dood. Voor het heil van stad en land.

Grand Theatre Groningen failliet. Een doorstart wordt onderzocht

In Groningen gaat het Grand Theatre dicht. In elk geval voorlopig. Afgelopen woensdag werd het failliet verklaard.  Sinds het Rijk een paar jaar geleden de subsidie schrapte, kampte het theater al met tekorten. Toen onlangs ook de gemeente weigerde het theater te steunen met een overbruggingskrediet van 457.000 euro, werd een bankroet onvermijdelijk, aldus RTV Noord. Er komt een plan voor een doorstart waarbij talentontwikkeling vermoedelijk centraal staat. Cultuur staat onder druk door de terugtredende overheid.