Rachel Maddow baseert zich voor een analyse over de banden van president Trump met de georganiseerde misdaad en het Kremlin op een artikel van Tim O’Brien van Bloomberg View. Zoals dat heet in de Amerikaanse journalistiek, hij verbindt de puntjes met elkaar zodat een beeld ontstaat. Dat alles tegen de achtergrond van de onderzoeken door speciale aanklager Robert Mueller en congrescommissies die op stoom komen. Ze dringen Trump steeds meer in de verdediging. En verleiden hem tot steeds driestere reacties en tweets die zijn positie beschadigen in een neerwaartse vicieuze cirkel. De Russische maffiabaas Felix Sater speelt een hoofdrol in het verhaal over financiële marktmanipulatie, witwassen en het onroerend goed bedrijf van Trump.
Maar het belangrijkste, laatste puntje wacht nog op onderbouwing. Namelijk de verwijzing naar president Putin. Het is vooralsnog anekdotisch en nog niet met bronnen onderbouwd. O’Brien: ‘they had to take FL’s funds for deals they were doing with Trump because the investment firm was “closer to Putin.”’ Vooralsnog is het de getuigenis van investeerder Jody Kriss die aangeeft dat er een directe link tussen de Trump organisatie en investeringen door Putin in die Trump organisatie bestaat. Reken maar dat aanklager Mueller en zijn team documenten en getuigen vinden om de bewering van Kriss verder te onderbouwen. Trumps dagen zijn geteld.
Edward Snowden verdient immuniteit. President Obama kan hem die geven. Teken hier de petitie van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging ACLU. Tevens juridische vertegenwoordiger van Snowden. Hij maakte de weg vrij voor anderen, zoals de senatoren Rand Paul of Ron Wyden die pas moed toonden nadat Snowden moed toonde. Maar nu vrijheid geniet in een niet-vrij Rusland. Wikileaks-oprichter Julian Assange twijfelt wie het laatste woord in de regering heeft: president Obama of de veiligheidsdiensten? Assange suggereert dat Obama gechanteerd wordt en zijn handen gebonden zijn omdat de veiligheidsdiensten de macht hebben: ‘Congress would impeach him for some act or another, or he would have been found to have committed some criminal act.’ De geluiden dat Obama niet durft op te treden en voor z’n leven vreest klinken al jaren. ‘Don’t you remember what happened to Martin Luther King Jr.‘ zei Obama ooit tegen vrienden. Had de president maar dezelfde moed en vastberadenheid als Edward Snowden. Dan kwam het alsnog goed met de VS.
Foto: Schermafbeelding van petitie ‘President Obama: Grant Edward Snowden Immunity Now‘ van ACLU, 9 maart 2013.
Glenn Greenwald verenigt drie rollen in zich. Als onderzoeksjournalist werkte hij de afgelopen 6 maanden in The Guardian en talloze internationale nieuwsmedia als initiator en poortwachter van de Edward Snowden-documenten mee aan stukken die de spionagepraktijken van vooral de NSA en de Britse GCHQ ter discussie stelden. En in Engelstalige en Braziliaanse media opereert Greenwald als een geharnaste woordvoerder voor het pro-Snowden kamp. Elke aanval weet-ie te pareren en succesvol om te buigen in een tegenaanval. Hij is de schaker die zijn gesprekspartners telkens drie zetten vooruit is. Als moreel baken en burgerrechtenactivist herinnert Glenn Greenwald de ander eraan hoe ze door een andere keuze hun betere ‘ik’ hadden kunnen zijn.
Die vermenging van rollen roept irritatie op en lokt tegenstanders vaak uit hun tent. Deze drie rollen vallen in bovenstaand fragment prachtig samen. Kristen Welker van het linksige MSNBC redeneert zo strikt vanuit het perspectief en het belang van president Obama -en niet uit dat van de burgers of dat van de grondwet- dat ze het in het gesprek niet eens kan verbergen. Greenwald gaat op z’n bekende wijze frontaal in de tegenaanval als Welker persoonlijk wordt en hem indirect verwijt een woordvoerder van Snowden te zijn. Hij riposteert door te zeggen dat journalisten dat in openheid mogen zijn als ze daar eerlijk over zijn. Want MSNBC neemt het altijd op voor Obama en de Democratische partij. Wat een feit is en het pro-Snowden kamp enorm stoort.
Zoals bijna altijd bij dit soort discussies in Amerikaanse media verschuift zo het debat naar de dubieuze rol van de Amerikaanse journalistiek. Die volgens critici als Greenwald -maar ook conservatieve en progressieve, niet partijgebonden journalisten- te braaf, te kritiekloos en te ondergeschikt aan de zittende politieke macht is. Kristen Welker toont dit aan en bereikt daarmee het omgekeerde van wat ze wilde: Obama verdedigen.
President Obama’s Nationale Veiligheidsadviseur Susan Rice verscheen zondag op ‘60 Minutes‘ van CBS bij Lesley Stahl. De interviewster zet dit fragment scherp aan door te stel stellen dat Snowden 1,5 miljoen ‘more documents‘ heeft. Onduidelijk is waarop ze dat baseert en waarom ze het zegt. De NSA zegt er nog steeds geen idee van te hebben wat Snowden gekopieerd heeft en Snowden en z’n medestanders laten er zich niet over uit. Amnestie voor Snowden acht Rice uitgesloten, ze meent zelfs dat-ie ‘teruggezonden’ moet worden. Door president Putin dus. Haar argument is dat Snowden geen amnestie verdient en de rechter onder ogen moet komen. Daarmee suggererend dat klokkenluiders een eerlijk proces wacht, wat juist betwijfeld wordt.
Het wordt absurdistisch als Lesley Stahl vraagt naar liegende vertegenwoordigers van de NSA. Stahl zegt: ‘Officials in the intelligence community have actually been untruthful both to the American public in hearings, in Congress, and to the FISA court.’ Rice antwoordt:’There have been cases where they have inadvertently made false representations, and they themselves have discovered it and corrected it.’ Dus: ‘Er zijn gevallen waar ze per ongeluk valse verklaringen hebben afgelegd, die zij zelf hebben ontdekt en gecorrigeerd’.
Dit is zulke onzin waarvan iedereen weet dat het onzin is dat het lachwekkend zou zijn als het niet zo ernstig was. Pas door wereldwijde publicitaire druk van journalisten die gebruik konden maken van de Snowden-documenten, politieke druk van landen als Duitsland en Brazilië, en enkele kritische senatoren als Ron Wyden, Mark Udall en later Rand Paul zijn de leugens van James Clapper, Keith Alexander of John Inglis gecorrigeerd. Dat deden ze niet op eigen initiatief of op dat van de regering-Obama, maar alleen omdat ze betrapt werden de grondwet te overtreden. Potsierlijk en beschamend van Rice is het om ambtenaren die jarenlang publiek, congres en FISA-rechtbanken voorlogen in bescherming te nemen door hun liegen een incident te noemen.
‘There are too many of us who happily embrace Madiba’s legacy of racial reconciliation, but passionately resist even modest reforms that would challenge chronic poverty and growing inequality. There are too many leaders who claim solidarity with Madiba’s struggle for freedom, but do not tolerate dissent from their own people. And there are too many of us who stand on the sidelines, comfortable in complacency or cynicism when our voices must be heard.’ Aldus president Obama in z’n lofrede op Nelson Mandela. Door overheden te veroordelen die ‘geen afwijkende meningen van hun eigen volk tolereren’ plaatst Obama zich op ’n standpunt afwijkende meningen toe te staan. Waar haalt-ie het recht vandaan om met z’n vinger naar anderen te wijzen?
Vraag is wat erger is, een boef of een hypocriet. De recente geschiedenis roept de vraag op met wie de wereld slechter af is, met president Bush of Obama. Het antwoord hangt af van eigen voorkeur. De zalvende en prekende Obama loopt de grootste kans het diepst te vallen en het meest teleur te stellen door de pretenties die hij niet waarmaakt. Z’n woorden zijn mooier dan z’n daden. Hij eigent zich Mandela toe en gebruikt hem om eigen onvolkomenheden en gebrek aan ruggengraat te verhullen. Ook om te verduidelijken wat vuile handen maken in de politiek betekent. Wat deze Obama doet is perfide: dubbeltongig, oneerlijk en vals. Voor wie wil geloven dat dit verraad aan Mandela en een betere versie van Obama de waarheid is klinkt het mooi.
Juan Cole brandt Obama af wegens de dubbelhartigheid in bovenstaand citaat. In de controlestaat VS is een afwijkende mening praktisch niet mogelijk. Cole begrijpt Realpolitik en is als analyticus geen purist die de lat hoog legt. Hij wil ook niet ‘de politiek’ brandmerken als een klasse die per definitie niet deugt. Alleen, Obama doet alles wat in z’n macht ligt om afwijkende meningen te onderdrukken. Als het Obama werkelijk menens was zoals-ie pretendeert, dan had-ie onafhankelijke onderzoeken naar onrecht en machtsmisbruik ingesteld: ‘A man driven by a desire for social justice, on discovering what the NSA and other agencies have been up to, would have formed an urgent commission to investigate abuses and curb them. Obama instead kidnapped the president of Bolivia looking for Snowden and stiff-armed any talk from people like Sen. Ron Wyden (D-OR) about maybe reforming the practices.‘ De waardeloze Bush verdient de voorkeur boven de waardeloze Obama.
Het ergste wat Edward Snowden afgelopen juni vreesde toen-ie geheime NSA-documenten aan de journalisten Glenn Greenwald en Laura Poitras overhandigde was dat en geen publiek debat zou ontstaan. Dat het rimpelloos zou blijven in de eendenvijver. Z’n vrees is niet bewaarheid. De onthullingen die voornamelijk in Britse, Amerikaanse, Braziliaanse en Duitse gedrukte media verschenen hebben alles en iedereen in beweging gezet. Sinds juni loopt president Obama zichtbaar achter de ontwikkelingen aan. Hij is in het defensief gebracht. In het Amerikaanse congres zijn wetsvoorstelllen in behandeling genomen die het toezicht op de inlichtingendiensten aanscherpen. Latijns-Amerika en vooral Brazilië valt VS frontaal aan over NSA-spionage.
Macht staat nooit vrijwillig macht af. Verandering gaat langzaam. Politieke marges zijn smal, dat zei Den Uyl al in 1978: ‘ … marges gebruiken is soms het verschil tussen een spiraal naar beneden of naar omhoog. Het verschil tussen uitzichtloosheid en perspectief, tussen hoop en wanhoop.’ Daarom doet het merkwaardig aan dat maatschappijcritici nu wanhopen. Juist nu er perspectief is om de opbouw van de controlestaat te stoppen. John Naughton in The Guardian vindt de afzijdigheid van het brede publiek opvallend. Maar die van journalisten betreurt-ie meer. Feitelijk hebben de NSA-onthullingen het failliet van de Britse en Amerikaanse journalistiek aangetoond. Waarmee niet gezegd is dat een kleine minderheid niet kundig onderzoek en verslag doet. Zij beïnvloeden de politici en hebben de invloed. Niet de waterdragers voor die politiek.
In Nederland blinkt de voor de inlichtingendiensten verantwoordelijke minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk niet uit in kundigheid en inspiratie. Hij maakt een warrige en afwezige indruk op dit dossier. Hij weet geen goede houding te vinden. Omdat het onderwerp van privacy, meningsuiting, nationale veiligheid en spionage velen bezighoudt is dat jammerlijk. Ondanks de wanhoop van sommigen. Voor het kabinet is het belangrijk dat het kundig aangepakt wordt. De storm moet nog losbarsten. Glenn Greenwald komt met z’n onthullingen over Nederland. Dan moet het kabinet een antwoord hebben dat niet onderdrukt, maar kalmeert, vertrouwen wekt en perspectief op verbetering schetst. Met vice-premier Lodewijk Asscher heeft het kabinet een expert die dit dossier van partijgenoot Plasterk kan overnemen. Tijd voor herschikking van portefeuilles.
Onderzoeksjournalist Glenn Greenwald verlaat de Britse nieuwsorganisatie The Guardian. Hij stapt over naar een nieuwe organisatie waarvan nog niet alle bijzonderheden bekend zijn. Het nieuws van de overstap is voortijdig gelekt. Reuters meldt dat de oprichter van eBay en multimiljardair Pierre Omidyar de financier van de nieuwe organisatie is. Inmiddels is dit bericht door Omidyar Networks bevestigd aan CNN.
Glenn Greenwald publiceerde sinds juni 2013 in zijn column ‘On Security And Liberty‘ het merendeel van de onthullingen die gebaseerd waren op de documenten van klokkenluider Edward Snowden. De wereldwijde opschudding over de Amerikaanse spionage leidde onder meer tot wetsinitiatieven in het Amerikaanse congres om de macht van de inlichtingendiensten in te perken door het toezicht erop te verbeteren.
Greenwald zegt z’n tijd bij The Guardian absoluut niet te betreuren, maar het aanbod van Omidyar niet te kunnen laten lopen. Hij noemt het een ‘once-in-a-career dream journalistic opportunity‘. Pierre Omidyar en Glenn Greenwald zijn beiden 46 jaar, dus leeftijdsgenoten. Ze maken zich zorgen over de opbouw van de Amerikaanse controlestaat, inperking van de burgerrechten en de corruptie van de gevestigde media die hun controlerende taak van de macht verzaken. Nu bundelen ze de krachten. Dat belooft wat voor de journalistiek.
Ondanks allerlei waarschuwingen gaat de AMS-IX verder met het opzetten met een Amerikaans filiaal. Een voor velen onbegrijpelijke beslissing die niet strookt met de ongerustheid voor de macht van de Amerikaanse Patriot Act en de daaruit ontstane alertheid naar aanleiding van de onthullingen door Edward Snowden. Nederland blijft verbazen door zich mentaal als een eiland te gedragen dat weigert zich iets gelegen te laten liggen aan conclusies die elders getrokken worden. Bij de Nederlandse overheid, bedrijfsleven, media en publiek is nog steeds niet het volle besef doorgedrongen welke gevolgen de spionage door -vooral- Britten en Amerikanen voor de autonomie van Nederland heeft. Wellicht ligt er bij opinie- en geldmakers een overgave en berusting aan ten grondslag om liefst zo snel mogelijk op te gaan in de almachtige Pax Americana.
Het besluit is op te vatten als een inschatting door een zakelijke elite van de toekomst. Betrokkenen van de AMS-IX kiezen voor hun eigenbelang in de verwachting en het vertrouwen dat de storm over het NSA-schandaal gaat liggen. En de opbouw van de controlestaat in de VS publicitair, militair, politiek en economisch niet meer te stoppen valt. Dat het daarom beter is om er niet te laat in te stappen. Deze elite zou vanuit dat perspectief wel eens gelijk kunnen hebben. Met een Nederlandse overheid die het belang van de eigen strategische belangen niet wil verdedigen wordt de uitverkoop van de Nederlandse eigenheid mogelijk.
Opzetten van een juridische entiteit in de VS is geen onherroepelijke stap. Fysieke aanwezigheid is het nog niet. Wel is het op te vatten als mentale bereidheid. Er komen nog voldoende momenten om in een debat de gevolgen van de stap naar de VS te overwegen. Voordat een definitief besluit wordt genomen. Niet geheel onmogelijk is het trouwens dat onder parlementaire druk in de VS ‘reparaties’ van de Patriot Act en de FISA-rechtbanken tot een beter toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten leiden. Zodat de macht van de in een Nederlands internetknooppunt meekijkende NSA -met de Britten- ingeperkt wordt. Er wordt dan voor de AMS-IX in het Amerikaanse congres beslist. Als het bestuur van de AMS-IX die hervorming als voorwaarde ziet voor vestiging in de VS dan zouden voor- en tegenstanders onder de leden elkaar daar kunnen vinden.
Foto: Schermafbeelding van persbericht ‘Meerderheid AMS-IX-leden steunt opzet juridische entiteit in de VS’ door AMS-IX. 28 september 2013.
Een oud grapje is dat een Amerikaanse toerist die in Europa rondgeleid wordt bij alle monumenten antwoordt ‘oh, bij ons is dat groter‘. Dat irriteert de rondleider zo dat-ie richting gevangenis en krankzinnigengesticht gaat. Waarop de Amerikaan weer z’n standaardantwoord geeft. En een instemmende knik van de rondleider ontvangt. In de VS is alles groter. De rijkdom en de armoede. De religieuze verdwazing en het vrijdenken. De conservatieven en de progressieven. De heksenjacht op klokkenluiders door de overheid en de vrijheidsdrang van boeren, burgers en buitenlui. De gelijkgeschakelde mainstream media en de kwaliteitsblogs op internet.
Interessant aan de VS is dat de grap klopt. Alles is er groter. Zowel alles dat verkeerd als alles dat goed is. Er is de staatsveiligheidsdienst NSA die de hele wereld bespioneert zonder daartoe toestemming te hebben. Er zijn de chefs van NSA en DNI, Keith Alexander en James Clapper die liegen tegen het parlement, dat achteraf toegeven maar door president Obama niet berispt, laat staan ontslagen worden. Er is Obama die begon met een Nobelprijs voor de Vrede maar nu op grote schaal de burgerrechten schendt en de controle op z’n eigen macht omzeilt. Zo bezien zijn de VS een machtswellustig, arrogant land waar macht en welvaart steeds ongelijker verdeeld worden. Een natie die vanuit een bijna religieuze vervoering anderen de maat neemt en zich daarin ‘exceptional‘ vindt, maar steigert uit onbegrip als andere landen hetzelfde met de VS doen.
In de klassieke dramaturgie van Aristoteles is een held niet goed en niet slecht. Die balans geeft spanning en diepte van karakter. Zo is het ook met landen. Die zijn voorspelbaar en zelfs ongenietbaar als ze te goed of te slecht zijn. De ‘goede’ kant van de VS is in het machtspel bij lange na niet opgewassen tegen het militair-industrieel complex van gevestigde partijpolitiek, gevestigde media, de klassieke krijgsmachtsonderdelen en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, maar geeft wel zicht en hoop op een omslag, de peripiteia.
De Democratische senator Ron Wyden is zo’n tegenkracht die hoop geeft. Z’n oud-assistente Jennifer Hoelzer bekritiseert president Obama fel. Wyden en senator Mark Udall worden vaak in een adem genoemd. Ze gaan voor constitutionele zuiverheid en hebben opeenvolgende regeringen kritisch gevolgd. Senator Richard Blumenthal en de libertarische Republikeinse senator Rand Paul voeden die vrijheidsdrang vanuit juridische of politiek-filosofische betrokkenheid. Deze vier senatoren dienden gisteren wetgeving in die probeert om te komen tot een fundamentele hervorming van de surveillance programma’s. Techdirt zet hun plannen op een rijtje en beschrijft de onderdelen. Deze nieuwe coalitie vanaf de flanken bevestigt de tendens dat linkse en rechtse, ofwel progressieve, traditioneel-gematigde en libertarische politici elkaar vinden om de staatsmacht terug te dringen omwille van burger en grondwet. De rebellen trotseren het establishment. Da’s groots.
Dit bericht verscheen maandag op de Amerikaanse site van de Directeur van de Nationale Inlichtingendienst (DNI) James Clapper. Vandaag is het bericht niet meer oproepbaar, de link is dood. Gisteren omschreef ik de aanstelling van Clapper tot coordinator van een onafhankelijke adviesgroep als WC-Eend die WC-Eend keurt. Dit naar aanleiding van president Obama die afgelopen vrijdag ‘hervormingen’ aankondigde over de inlichtingendiensten. Critici veronderstellen dat het opnieuw bij mooie woorden en plannen zal blijven.
Gisteren ontkende het Witte Huis dat Clapper de onafhankelijke adviesgroep zal voorzitten of er deel van zal uitmaken, aldus een bericht in The Hill. In een memo gaf president Obama James Clapper afgelopen maandag opdracht om zo’n adviesgroep op te richten. Daar baseerde de DNI zich op voor bovengenoemd persbericht. Kortom, Clapper heeft een stevige vinger in de pap om de adviesgroep op zijn eigen voorwaarden met z’n eigen mensen samen te stellen. Maar het Witte Huis ontkent betrokkenheid van Clapper en ziet nog steeds een onafhankelijke adviesgroep in de maak. Wie houdt wie voor de gek? En waarom is de link dood?
Foto 1: Persbericht van DNI over samenstelling adviesgroep, 12 augustus 2013.
Foto 2: James Clapper beantwoordt in het congres vragen van senator Ron Wyden. En liegt. 7 juni 2013.